Toelichting bij COM(2013)925 - Sluiting van de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de EU en Filippijnen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

In november 2004 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om over individuele kaderovereenkomsten inzake partnerschap en samenwerking te onderhandelen met Thailand, Indonesië, Singapore, de Filipijnen, Maleisië en Brunei. De onderhandelingen met de Filipijnen zijn in 2009 van start gegaan en in juni 2010 afgerond. Nadat de overeenkomst door het Coreper was bekrachtigd, is zij op 25 juni 2010 door beide partijen geparafeerd. De kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking werd ondertekend in Phnom Penh op 11 juli 2012 bij gelegenheid van de ministerbijeenkomst van het regionale forum van de ASEAN.

Deze kaderovereenkomst is de eerste bilaterale overeenkomst met de Filipijnen en komt in de plaats van het huidige wettelijke kader van de samenwerkingsovereenkomst van 1980 tussen de Europese Economische Gemeenschap en de lidstaten van de Associatie van Zuidoost-Aziatische staten (ASEAN). In politiek opzicht vormt de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst met de Filipijnen een belangrijke stap in de versterking van de bilaterale betrekkingen en de rol van de EU in Zuidoost-Azië, die is gebaseerd op gedeelde universele waarden als democratie en mensenrechten. De overeenkomst baant de weg voor sterkere politieke, regionale en wereldwijde samenwerking.

De partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst bevat verbintenissen die centraal staan in het buitenlandse beleid van de EU, onder andere op het gebied van mensenrechten, non-proliferatie, terrorismebestrijding, het internationale Strafhof. De overeenkomst heeft ook betrekking op terreinen van wederzijds belang zoals het vredesproces en rampenrisicobeheersing.

De kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking versterkt de sectorale samenwerking over een breed spectrum van beleidsgebieden, zoals migratie, belastingen, milieu, energie, wetenschap en technologie, zee- en luchtvervoer, toerisme, cultuur, witwassen en financiering van terrorisme, drugs, georganiseerde misdaad en corruptie.

De kaderovereenkomst verbreedt in aanzienlijke mate de reikwijdte van de samenwerking op economisch en handelsgebied. De overeenkomst omvat een belangrijk hoofdstuk inzake handelssamenwerking waardoor de onderhandelingen over een vrijhandelsovereenkomst vergemakkelijkt zouden moeten worden. De sluiting van de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking past in het kader van de doelstelling van de EU om een omvattend en samenhangend economisch en politiek kader voor de betrekkingen tussen de EU en de ASEAN-landen in te stellen. Daarnaast omvat de kaderovereenkomst ook een belangrijke ontwikkelingscomponent, met inbegrip van strikte bepalingen voor de bescherming van de financiële belangen van de EU.

De Commissie merkt op dat Besluit 2012/272/EU van de Raad betreffende de ondertekening van de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking met de Filipijnen behandeld wordt in Zaak C-377/12 van het Hof. De Commissie verzocht het Hof voornoemd besluit te annuleren, voor zover de Raad de rechtsgrondslagen voor vervoer (artikel 91 en artikel 100 VWEU), overname (artikel 79, lid 3, VWEU) en milieu (artikel 191, lid 4, VWEU) had toegevoegd. De Commissie verzocht het Hof de gevolgen van het bestreden besluit te handhaven. In afwachting van een arrest van het Hof in Zaak 377/12 is dit voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de kaderovereenkomst inzake partnerschap en samenwerking gebaseerd op de artikelen 207, 209 en 218, lid 6.

De Commissie maakt de Raad erop attent dat in de overeenkomst een overweging is opgenomen betreffende de bijzondere positie van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken op grond van de protocollen 21 en 22 bij de Verdragen. De toevoeging van die overweging is het gevolg van de ontstaansgeschiedenis van slechts de tekst in kwestie. Afhankelijk van de uitkomst van Zaak C-377/12, die momenteel bij het Hof van Justitie in behandeling is, kan het zijn dat deze overweging in een later stadium moet worden geschrapt of aangepast. De Commissie is van oordeel dat de procedure voor de sluiting van deze overeenkomst niet kan worden afgerond zolang genoemde zaak nog in behandeling is.