Toelichting bij COM(2014)92 - Ondertekenen en voorlopige toepassing voor een protocol bij de overeenkomst met Noorwegen ivm de toetreding van Kroatië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

De Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen (hierna 'de overeenkomst' genoemd) werd op 14 mei 1973 ondertekend In Brussel en werd op 1 juli 1973 van kracht.

Bijgaand voorstel vormt het rechtsinstrument voor de ondertekening en voorlopige toepassing van een Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Noorwegen om rekening te houden met de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie (hierna 'het aanvullend protocol' genoemd),

Overeenkomstig de Akte van toetreding van de Republiek Kroatië treedt Kroatië toe tot de gesloten of ondertekende internationale overeenkomsten van de Europese Unie en haar lidstaten door middel van een protocol bij die overeenkomsten.

Op 24 september 2012 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de betrokken derde landen over de sluiting van de desbetreffende protocollen[1]. De onderhandelingen met Noorwegen werden gevoerd in het kader van de onderhandelingen over de wijziging van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en de  Overeenkomst tussen het Koninkrijk Noorwegen en de Europese Unie betreffende een financieel mechanisme van Noorwegen voor de periode 2009-2014, in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie met Kroatië[2], en werden succes afgesloten met de parafering van het aanvullend protocol.

Het voorgestelde aanvullend protocol maakt de Republiek Kroatië overeenkomstsluitende partij bij de overeenkomst en verbindt de EU ertoe een authentieke versie van de overeenkomst in de nieuwe officiële taal van de EU voor te leggen. Het bevat ook aanvullende concessies voor de handel in vis voor Noorwegen, gezien de toetreding van Kroatië tot de Europese Economische Ruimte.

Overeenkomstig artikel 4 van het aanvullend protocol en in afwachting van de afronding van de procedures voor de formele sluiting en de inwerkingtreding wordt het protocol voorlopig toegepast vanaf de eerste dag van de derde maand volgend op de neerlegging van de laatste kennisgeving aan de partijen.

De Commissie acht de resultaten van de onderhandelingen bevredigend en verzoekt de Raad zijn goedkeuring te hechten aan bijgaand besluit betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het aanvullend protocol.