Toelichting bij COM(2014)282 - Jaarverslag 2013 over tenuitvoerlegging van verordening (EG) nr. 389/2006 ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52014DC0282

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT Achtste jaarverslag 2013 over de tenuitvoerlegging van de communautaire bijstand uit hoofde van Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap /* COM/2014/0282 final */


1.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT


Achtste jaarverslag 2013 over de tenuitvoerlegging van de communautaire bijstand uit hoofde van Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

Inleiding



Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad[1] (hierna 'de bijstandsverordening' genoemd) vormt de basis voor steunverlening aan de Turks-Cypriotische gemeenschap. Er moet jaarlijks verslag over worden uitgebracht bij de Raad en het Europees Parlement. Dit verslag betreft het jaar 2013.

2.

2. Programmering van de steun


Tussen 2006 en eind 2013 is een bedrag van 337 miljoen euro vastgelegd voor maatregelen in het kader van de bijstandsverordening. Bij de programmering voor 2013 (31 miljoen euro[2]) werd rekening gehouden met de ideeën van belanghebbenden via workshops en met externe evaluaties, in het bijzonder een evaluatie van het gehele programma die in de loop van het jaar plaatsvond.

Aangezien de steun tijdelijk van aard is (tot aan de hereniging) en wordt gefinancierd met geld uit de marges van de EU-begroting, was het moeilijk de veranderingen die essentieel waren voor de eventuele toepassing van het acquis, te plannen. De Europese Rekenkamer erkende dit probleem in een aanbeveling van 2012[3]. Het meerjarig financieel kader (MFK) 2014-2020 geeft het programma een meerjarig perspectief en voor het eerst de terbeschikkingstelling van een jaarlijkse financiering. Op die manier kan de voorbereiding van de toekomstige tenuitvoerlegging van de EU-wetgeving beter worden gepland. Dit is nog belangrijker geworden in het licht van de heropening van de besprekingen over een oplossing in 2014, aangezien in de bijstandsverordening wordt opgeroepen om na een oplossing meteen de EU-wetgeving toe te passen.

3.

3. Uitvoeringsmechanismen


Het programma wordt uitgevoerd in de gebieden van de Republiek Cyprus waarover de regering niet feitelijk het gezag uitoefent, en waar de toepassing van het acquis overeenkomstig protocol 10 van het Toetredingsverdrag tijdelijk geschorst is. De bijstand wordt voornamelijk uitgevoerd onder centraal beheer van de Europese Commissie. Sommige projecten worden samen met het UNDP (Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties) beheerd.

De Commissie voert het programma uit in een unieke politieke, juridische en diplomatieke context. Er zijn ad-hocregelingen nodig om bij de uitvoering van het programma de beginselen van gezond financieel beheer na te leven. Normaal gesproken wordt voor door de EU gefinancierde steunprogramma's in een overeenkomst met de regering van het begunstigde land het juridische kader vastgelegd voor de ontwikkelingssteun. Voor de bijstand aan de Turks-Cypriotische gemeenschap kan een dergelijke overeenkomst niet worden gesloten. De Commissie moet afgaan op de regels en voorwaarden die volgens haar lokaal van toepassing zijn. Dit houdt een bepaald risico in. De Commissie heeft maatregelen goedgekeurd om dit risico te beheersen en te verminderen, onder meer door intensief toezicht op en ondersteuning van begunstigden, herziene betalingsvoorwaarden, en een voorzichtige werkwijze bij de toepassing van bankgaranties.

Voor een geslaagde en duurzame tenuitvoerlegging in deze omgeving moet de Turks-Cypriotische gemeenschap zich volledig scharen achter de aanpassing aan de EU-wetgeving. Voor de efficiëntie van het programma en om te komen tot de hereniging als uiteindelijke doelstelling, moeten de Turks-Cypriotische en de Grieks-Cypriotische gemeenschap blijven samenwerken.

Het programmateam maakt gebruik van het EU-bureau voor programmaondersteuning (EUPSO), dat in het noordelijke deel van Nicosia is gelegen. De vertegenwoordiging van de Commissie in Cyprus organiseert ook vergaderingen en seminars en communiceert met de Cypriotische bevolking over het programma.

Het bijstandsprogramma bevat een aanzienlijk bedrag aan subsidies, in het bijzonder voor niet-overheidsactoren. Het beheer van relatief kleine contracten in deze stelsels vergt veel van de middelen van het programmateam en de Commissie blijft zoeken naar stelsels voor onrechtstreeks beheer. In december werd een delegatieovereenkomst ondertekend om het beheer van het beurzenprogramma gedurende twee academische jaren, 2014-2016, uit te besteden aan de British Council.

4.

4. Tenuitvoerlegging tijdens de verslagperiode 4.1. Algemeen overzicht


In 2013 werden een aantal grote successen geboekt: de nieuwe waterzuiveringsinstallatie ten behoeve van beide gemeenschappen in Mia Milia/Haspolat, in Nicosia, die de grootste is in Cyprus, werd overgedragen; het tempo van het Comité Vermiste Personen werd opgedreven, zodat nog nooit eerder zoveel vermiste personen werden geïdentificeerd; op het vlak van cultureel erfgoed werden een aantal prestigieuze projecten voltooid; het hooggewaardeerde beurzenprogramma bereikte in 2013 meer studenten dan de jaren voordien en er werden subsidies ondertekend voor de ondersteuning van scholen en landbouwers. De programma's werden geëvalueerd en werden globaal genomen 'goed' bevonden. De Commissie slaagde er ook in een meerjarenperspectief te bereiken voor steun aan de Turks-Cypriotische gemeenschap binnen het MFK voor 2014-2020.

In 2012 werden heel wat contracten (229) in de loop van het jaar gesloten, waaronder een groot aantal subsidies uit eerdere stelsels, zodat er eind 2013 nog 208 contracten open stonden. Nieuwe activiteiten waren voornamelijk subsidiecampagnes voor het midden- en kleinbedrijf, maatschappelijke organisaties, scholen en de ontwikkeling van het platteland en de gemeenschap.

Wegens de bijzondere omstandigheden van de interventie kunnen de ontwikkelingsprogramma's voor de sectoren niet vlot tot stand komen. In combinatie met het gebrek aan een aan de EU-wetgeving aangepast kader betekent dit dat problemen op het vlak van lokale organisatorische efficiëntie, beheer van middelen en planning moeilijk aan te pakken zijn. Dat is al van bij het begin van het programma het geval en komt duidelijk tot uiting bij problemen inzake duurzaamheid. De Commissie blijft de voltooide projecten volgen, onder meer om erop toe te zien dat zij correct worden onderhouden en gebruikt. Zowel in het Speciaal verslag 2012 van de Europese Rekenkamer als in de evaluatie van het programma 2013 werd het aspect duurzaamheid aangehaald.

Een ander algemeen probleem was de veranderlijke jaarlijkse financiering uit de marges van de EU-begroting en de aard van het steuninstrument, dat weliswaar tijdelijk is maar waarvan de duur niet is gespecificeerd. Dit heeft zowel de planning als de duurzaamheid gehinderd, maar wordt in het MFK 2014-2020 opgelost.

Eén specifieke kwestie, die in 2013 escaleerde, was de verwijzing door lokale aannemers van geschillen over contracten naar de lokale 'rechtbanken' en de daaruit voortvloeiende uitspraak van de 'rechtbank' tegen de Commissie, met onder meer een gerechtelijk bevel daardoor geen beroep kon worden gedaan op de door de lokale banken uitgegeven bankgaranties. Dit werd gedeeltelijk opgelost door de lokale wetgevingsteksten aan te passen, maar het valt nog af te wachten of de bescherming van de door de lokale banken uitgegeven bankgaranties adequaat is. Bovendien lijkt deze bescherming niet retroactief te zijn en kan de Commissie dus nog steeds bepaalde bankgaranties niet innen. Hierdoor werd de ondertekening van subsidiecontracten vertraagd.

5.

4.2. Vorderingen per doelstelling


De overkoepelende doelstelling van het steunprogramma is de hereniging van Cyprus te bevorderen door de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap te stimuleren, met bijzondere aandacht voor de economische integratie van het eiland, het verbeteren van de contacten tussen beide gemeenschappen en met de EU, en de voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot het acquis. Op elk van deze gebieden waren er in 2013 activiteiten.

6.

4.2.1. Doelstelling 1: ontwikkeling en herstructurering van infrastructuur


In de energiesector werden alle projecten volledig uitgevoerd en eind 2013 waren de daarmee verband houdende contracten ter waarde van 11,6 miljoen euro afgerond. De zonne-energiecentrale van 1,27 MW werkt goed en is geïntegreerd met het controlesysteem voor afstandsbewaking. De Commissie blijft toezicht houden op het beheer door de begunstigde.

Na enige vertraging was de testfase van de telecomapparatuur van het 'netwerk van de nieuwe generatie' bijna voltooid en zou het systeem in de eerste helft van 2014 live moeten functioneren. De voorwaarden om de dienstverlening te scheiden van het netwerkbeheer ontbreken echter nog steeds en dus is het onwaarschijnlijk dat de sector in 2014 volledig zal worden geliberaliseerd.

Op het vlak van verkeersveiligheid werden binnen het steunprogramma projecten ter waarde van 2,4 miljoen euro voltooid. De laatste contracten werden afgerond in 2013.

In Mia Milia/Haspolat, in Nicosia, werd de bouw van de nieuwe waterzuiveringsinstallatie ten behoeve van beide gemeenschappen, gefinancierd door de EU samen met de raad voor de afwatering en riolering van Nicosia, voltooid en de installatie werd in juli overgedragen. De bouw werd via het UNDP uitgevoerd. De twee gemeenten hebben een contract ondertekend voor de exploitatie en het onderhoud van de installatie. Het hergebruik van het gezuiverde water, met inbegrip van het terugbrengen naar de door de regering gecontroleerde gebieden, moet nog worden aangepakt.

De periode voor het melden van defecten voor de waterzuiveringsinstallatie in Morphou/Güzelyurt, die in 2012 werd overgenomen, werd verlengd tot 2014, met name om een aantal corrosieproblemen aan te pakken. De begunstigde heeft al gezorgd voor een contract voor de exploitatie en het onderhoud van de installatie.

De nieuwe waterzuiveringsinstallatie in Famagusta werd in oktober overgedragen, maar de corrosie door het hoge zoutgehalte in de aanvoer moet nog worden opgelost. De exploitatie en het onderhoud worden gefinancierd door de gemeente en verricht door dezelfde operator als in Morphou/Güzelyurt.

Het 45 kilometer lange netwerk voor watertoevoer en het 47 kilometer lange rioolnetwerk van Famagusta is geplaatst. Er zijn nog veel defecten en alleen het waternetwerk en zeven pompstations zijn al overgenomen. Het project heeft veel vertraging opgelopen en het contract werd in december beëindigd. Eind 2013 liep de procedure voor geschillenbeslechting zoals bepaald in het contract.

Na de voltooiing van het capaciteitsopbouwprogramma op het gebied van water/afvalwater in 2012 werd een evaluatie gemaakt en een workshop gehouden over een vervolgprogramma.

De water-/afvalwatersector was een moeilijke sector door de corrosieproblemen als gevolg van het hoge zoutgehalte van het grondwater en de zwakke prestaties van de aannemer. De Commissie heeft haar betrokkenheid moeten verlengen om te zorgen voor duurzame regelingen inzake exploitatie en onderhoud van de afvalwaterinstallaties die al zijn uitgevoerd.

Op het vlak van natuurbescherming moeten de informatie- en beheerscentra in vier bijzondere natuurbeschermingsgebieden (SEPA's) nog worden afgewerkt na de beëindiging van de bouwcontracten in 2011. De voorbereidingen zijn getroffen om de faciliteiten via een bijdrageovereenkomst met UNDP te voltooien. Er is nog werk aan de bescherming van het leefmilieu en aan de volledige uitvoering van de beheersplannen voor de SEPA's. De Commissie blijft haar bezorgdheid uiten aan de Turks-Cypriotische gemeenschap, bijvoorbeeld over de delfactiviteiten in de bergen van Kyrenia.

Op het vlak van vast afval werden de certificaten over de eindresultaten voor de nieuwe stortplaats in Koutsoventis/Güngör in april bekendgemaakt en voor de gesaneerde stortplaats in Kato Dhikomo/Aşağı Dikmen in september. In juni werd een workshop gehouden om de verdere betrokkenheid te bespreken na de voltooiing van de infrastructuur en van het project voor capaciteitsopbouw op het gebied van afvalbeheer. De informatie uit de sectorale behoeftebeoordeling van 2012 werd gebruikt.

7.

4.2.2. Doelstelling 2: bevordering van sociale en economische ontwikkeling


Landbouwers en andere belanghebbenden in de plattelandsontwikkeling kregen technische ondersteuning op het gebied van veterinaire gezondheid, veeteelt en uitroeiing van dierziekten, plantengeneeskunde, diversificatie van gewassen, biologische landbouw, en de tenuitvoerlegging van subsidies. Er werden aanbestedingen uitgeschreven voor diensten op het gebied van de uitroeiing van dierziekten en van het ontwerp van een systeem voor het verwijderen van dierlijke bijproducten.

In het kader van de derde oproep voor een subsidieaanvraag op het vlak van plattelandsontwikkeling werden in 2013 39 contracten ter waarde van ongeveer 3 miljoen euro ondertekend om het concurrentievermogen, de diversifiëring en de duurzaamheid te verbeteren.

Een derde oproep voor voorstellen (3 miljoen euro) voor subsidieprojecten voor gemeenschapsontwikkeling in landelijke gebieden werd in mei gelanceerd en de contracten zullen in 2014 worden ondertekend. Deze oproep is bedoeld om natuurlijk en immaterieel cultureel erfgoed te versterken, de basisgemeenschapsdiensten te verbeteren en de sociale cohesie en het lokaal bestuur in landelijke gebieden te versterken.

Van de 37 subsidies die in eerdere ontwikkelingsstelsels werden toegekend werden er in 2013 vier afgerond en liepen er 13 door. Een aantal van deze eerdere subsidies heeft nog steeds vertraging, met name door vertragingen die grote begunstigden oplopen met de voltooiing van infrastructuurwerken.

In het kader van het project modernisering van stads- en plattelandsinfrastructuur, dat gezamenlijk met het UNDP wordt uitgevoerd, werden na een tweede oproep 17 kleine subsidies in 2012 toegekend en in 2013 uitgevoerd in dorpen waar door de EU gefinancierde renovaties werden uitgevoerd of voor activiteiten op de markten van Famagusta en Nicosia. Een derde oproep voor voorstellen werd in 2013 gelanceerd voor de bescherming van het milieu en het cultureel erfgoed in Karpasia/Karpaz, en 11 subsidies werden toegekend.

In de onderwijssector werden tien subsidies voor scholen ondertekend na een oproep ten belope van 700 000 euro in 2012. Ondersteunde projecten waren onder meer de modernisering van de wetenschapslabo's, de invoering van nieuwe lesmethoden in de kleuterschool en projecten voor kunst- en milieuonderwijs en activiteiten voor beide gemeenschappen. In de eerste helft van 2013 werd een evaluatie gemaakt van de EU-steun voor de onderwijssector en een behoeftenanalyse.

Na de voltooiing van het project voor de ontwikkeling van het beroepsonderwijs en opleiding en de arbeidsmarkt (VETLAM) in 2012 en de evaluatie ging de inschrijving van start voor een vervolgproject (VETLAM II) over de ontwikkeling en ondersteuning van beroepsonderwijs en opleidingssystemen, een leven lang leren en actieve maatregelen voor de arbeidsmarkt.

Na de oproep voor een subsidieaanvraag ten belope van 5 miljoen euro in 2012 om het concurrentievermogen van kleine en middelgrote ondernemingen te verbeteren, kregen potentiële begunstigden opleiding en werden aanvragen van 282 ondernemingen behandeld. De toekenning van subsidies wordt uitgesteld totdat de veiligheid van de door de lokale banken uitgegeven bankgaranties wordt bevestigd. De erg actieve technische bijstand aan de economische sector werd met drie maanden verlengd tot september 2013, en in de loop van het jaar werd steun verleend aan de mkb-strategie en de e-strategie, en werden opleidingen verstrekt aan bedrijfsondersteunende organisaties, kmo's, ngo's, academische centra en gemeenten over ondernemerschap, export, onderzoek en ontwikkeling, lokale ambachten, geschiedenis en cultuur van Cyprus, natuurbehoud, IT en andere onderwerpen. De technische bijstand had bijzondere aandacht voor de regio Karpasia/Karpaz met dorpsactiviteiten voor beide gemeenschappen. Er verschenen ook een aantal publicaties over bedrijfsondersteuning. In september vond een slotevenement plaats.

Aan het eind van het jaar werd een inventarisatie opgestart van de markt van verwerkte voedingsmiddelen.

In juli vond een vergadering plaats van de rondetafel voor handel en het forum voor donoren en begunstigden.

De Wereldbank houdt toezicht op de economische vooruitgang en stelt gespecialiseerde verslagen op via een trustfonds dat tot eind 2014 is verlengd.

8.

4.2.3. Doelstelling 3: verzoening, vertrouwensopbouw en steun voor het maatschappelijk middenveld


Er wordt nog steeds steun verleend aan het Comité Vermiste Personen, dat gezamenlijk met het UNDP wordt beheerd. Het jaar 2013 was het meest geslaagde jaar tot nog toe, met 140 individuen die werden geïdentificeerd en teruggegeven aan hun familie, waarmee het aantal sinds 2006 geïdentificeerde personen op 477 komt. In 2013 werd toegang verkregen tot een gebied dat voordien niet toegankelijk was door de Turkse militaire aanwezigheid. In december werd de zesde bijdrageovereenkomst ondertekend met het UNDP, waardoor het Comité Vermiste Personen nog 2,6 miljoen euro aan EU-steun meer kreeg. De EU is de voornaamste donor voor het Comité, en de EU-steun bedraagt nu in totaal 12,1 miljoen euro. Om het wederzijds vertrouwen tussen beide gemeenschappen te vergroten werden de middelen verstrekt in het kader van de nieuwe bijdrageovereenkomst voor activiteiten op het vlak van bewustwording en informatie.

Alle overblijvende projecten die gefinancierd worden in het kader van drie subsidieregelingen onder de noemer 'het Cypriotisch maatschappelijk middenveld in actie', werden in 2013 voltooid. Een externe evaluatie van het programma sinds 2007 werd uitgevoerd en de lessen werden verwerkt in het nieuwe subsidiestelsel ten belope van 2,5 miljoen euro dat in september werd gelanceerd om de rol te versterken die het maatschappelijk middenveld speelt bij de democratische betrokkenheid binnen de Turks-Cypriotische gemeenschap en de Europese Unie. De subsidies zullen in 2014 worden toegekend en het nieuwe subsidiestelsel zal worden ondersteund door een contract voor technische bijstand om de capaciteit binnen de organisaties op te bouwen.

In 2013 vorderde de bescherming van het cultureel erfgoed in het kader van het onder de twee gemeenschappen ressorterende technisch comité voor het culturele erfgoed dankzij de voltooiing van de projecten voor de kerk van Melandrina, de kerk van Profitis Elias, de kerk van Panagia en de moskee van Denya. In het begin van het jaar werd het boycotprogramma van de Turks-Cypriotische aannemers opgelost. Er werden bezoeken ter plaatse en slotevenementen georganiseerd en de zichtbaarheid van het programma werd vergroot, waarmee het belang werd benadrukt van het herstellen van het cultureel erfgoed als instrument voor de verzoening tussen de twee gemeenschappen. Er werd een tweede bijdrageovereenkomst ondertekend met het UNDP voor nog eens 2 miljoen euro. In november werd hiervoor een evenement gehouden waaraan vertegenwoordigers van de Cypriotische leiders en leden van het technisch comité voor het culturele erfgoed aan deelnamen.

9.

4.2.4. Doelstelling 4: toenadering van de Turks-Cypriotische gemeenschap tot de EU


Het alom gewaardeerde beurzenprogramma kreeg een ruimere reikwijdte na de evaluatie van 2012; voor het academisch jaar 2013-2014 werden 181 beurzen toegekend aan universitaire en postuniversitaire studenten, docenten, onderzoekers en professionals. Het stelsel biedt ook beurzen voor korte beroepsopleidingen en stages. Op die manier werd het stelsel in 2013 het grootste sinds het studentenprogramma in 2007 van start ging. De uitbesteding van het beurzenstelsel werd onderzocht en er werd een delegatieovereenkomst voor twee jaren, 2014-2016, ondertekend met de British Council, die daarna zal worden herzien.

Het eerste Infopoint-project liep in 2013 ten einde. Er werd een aanbesteding uitgeschreven voor een nieuw Infopoint in 2014. Dit project is bedoeld om het publiek te informeren over het EU-beleid en het steunprogramma. De activiteiten omvatten een groot aantal seminars, conferenties, workshops en evenementen om het project in de kijker te zetten voor de Turks-Cypriotische gemeenschap.

10.

4.2.5. Doelstellingen 5/6: voorbereiding van de Turks-Cypriotische gemeenschap op de invoering en tenuitvoerlegging van het acquis


Het Bureau voor de uitwisseling van informatie over technische bijstand (TAIEX) van de Commissie is het instrument dat de Turks-Cypriotische gemeenschap helpt bij de voorbereiding om het acquis ten uitvoer te leggen zodra de kwestie Cyprus is opgelost. In 2013 was de steun toegespitst op 13 grote gebieden van het acquis: vrij verkeer van goederen, overheidsopdrachten, vennootschapsrecht, concurrentiebeleid, financiële diensten, landbouw en plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid, wegvervoer, statistiek, sociaal beleid en werkgelegenheid, milieu, consumentenbeleid en volksgezondheid, financiële controle. Ook op drie nieuwere gebieden werd werk verricht: het vrije verkeer van goederen, intellectuele-eigendomsrechten en de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties.

In 2013 voerden deskundigen van de EU-lidstaten 456 activiteiten uit, waaronder opleidingen, workshops, studiebezoeken en juridische bijstand. De voorbereidingen van de Turks-Cypriotische gemeenschap voor de eventuele toepassing van het acquis blijven beperkt. Op het gebied van statistiek waren er na februari geen TAIEX-acties. De Turks-Cypriotische gemeenschap ondernam wel actie op het vlak van dierenwelzijn, milieu en verzekering. De Commissie organiseerde in januari en september 2013 in Brussel vergaderingen met belanghebbenden van TAIEX, om de algemene uitvoering van TAIEX aan te sturen.

De steun voor het handelsverkeer over de Groene Lijn (Verordening 866/2004) werd voortgezet. Deskundigen uit de EU-lidstaten hebben regelmatig fytosanitaire inspecties van aardappelen en citrusvruchten verricht. Uit analyses van lokale honing bleek dat nog steeds wordt voldaan aan de voorwaarden van Beschikking 2007/330 van de Commissie betreffende het verkeer van dierlijke producten. Onafhankelijke deskundigen hebben een bijgewerkte lijst opgesteld van vaartuigen waarvan de vangst over de Groene Lijn kan worden verhandeld, omdat zij voldoen aan de vereisten van diezelfde beschikking.

11.

4.3. Financiële uitvoering (contracten en betalingen) 4.3.1. Contracten


In 2013 werd in totaal 19,7 miljoen euro vastgelegd, dus minder dan de ambitieuze prognose voor dat jaar. De ondertekening van de subsidies binnen het stelsel ten belope van 5 miljoen euro voor kmo's van de toewijzing 2011 zal pas mogelijk zijn als voor de status van de lokale bankgaranties een goede oplossing is gevonden.

12.

4.3.2. Betalingen


In vergelijking met de prognose liepen de betalingen in 2013 beter dan de twee voorgaande jaren (18,5 miljoen euro, 76% van de prognose). De betalingen werden met name beïnvloed door de aanslepende problemen bij de overdracht en definitieve betaling voor telecomapparatuur en door vertragingen bij de prefinanciering van subsidies (plattelandsontwikkeling en kmo-stelsels).

13.

4.4. Toezicht


De Commissie heeft de directe verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de meeste projecten (gecentraliseerd beheer). Het personeel van de Commissie voert nauwgezet toezicht uit, met ad hoc-controles, vergaderingen ter plaatse, stuurcomités. Een specifieke eenheid voor programmabeheer houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van subsidies voor dorpen, kmo's en plattelandsondernemingen, en ondersteunt begunstigden van subsidies. Meer dan 20 stuurcomités houden toezicht op de TAIEX-activiteiten en bovendien zijn er tweejaarlijkse vergaderingen van het toezichtsmechanisme. De logistiek van TAIEX wordt in de gaten gehouden via het onlinesysteem voor het beheer van TAIEX.

Een meer systematische procedure voor de planning van het toezicht en het registreren van de output wordt ontwikkeld.

14.

4.5. Audit en controles


De Commissie voerde in 2013 een audit uit over gezamenlijk beheer om de internecontrolesystemen van het directoraat-generaal Uitbreiding te beoordelen. Daarvoor moest de registratie van toezicht ter plaatse worden verbeterd (zie 4.4).

Een nieuw toezichts- en auditprogramma voor vroege subsidiecampagnes werd in 2012 voltooid. Een nieuw auditprogramma wordt gepland voor 2014, als de recent opgestarte subsidieschema's goed draaien.

De Commissie bleef de aanbevelingen van de audit van de Europese Rekenkamer van 2012 volgen. Het MFK 2014-2020 biedt het aanbevolen meerjarenperspectief voor financiering. Met het nieuwe personeelsstatuut worden langere contracten voor het personeel mogelijk vanaf 2014.

15.

4.6. Evaluatie


In 2013 werd een grote externe evaluatie van het programma uitgevoerd. In het algemeen werd de programmering 'goed' bevonden, maar er werden aanbevelingen geformuleerd over de keuze van indicatoren, risicobeheer, toezicht en betrokkenheid van de Turks-Cypriotische gemeenschap bij de planning. Er werden ook sectorbeoordelingen gemaakt: 1) de vorderingen met het beheer van vast afval werden bekeken en er werd een lijst met prioritaire interventies opgesteld; 2) in de onderwijssector bleek dat de hervormingspogingen weinig impact hadden door de lage buy-in door de lokale belanghebbenden, maar dat de stelsels voor schoolsubsidies goed werden onthaald; 3) met de door de EU gefinancierde steun aan het maatschappelijk middenveld moet nog meer aan capaciteitsopbouw worden gedaan; 4) de evaluatie van TAIEX en het capaciteitsopbouwprogramma op het gebied van water/afvalwater werd opgestart en in 2014 zullen de verslagen worden voltooid.

16.

4.7. Informatie, publiciteit en zichtbaarheid


In 2013 waren er 49 zichtbaarheidsacties waaronder projectevenementen, tentoonstellingen, ceremonies, informatiesessies over subsidies, trainingssessies over projecten, en de inhuldiging van dorpsprojecten. Bijzondere projecten waren de ceremonies voor de voltooiing van het project voor het behoud van de Panagiakerk in Trachoni/Demirhan in december en voor de lancering van de volgende fase van het programma voor de bescherming van het cultureel erfgoed in november; de evenementen voor de ontvangers van communautaire beurzen en voor de begunstigden van het stelsel voor plattelandsontwikkeling. In april en december werden briefings en projectbezoeken georganiseerd voor vertegenwoordigers van EU-lidstaten. De vertegenwoordiging van de Commissie in Cyprus heeft persberichten over het steunprogramma voor de Turks-Cypriotische gemeenschap verspreid.

17.

4.8. Overleg met de regering van de Republiek Cyprus


Er hebben geregeld vergaderingen plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de regering van de Republiek Cyprus, met name tijdens het bezoek van hoge ambtenaren van de Commissie aan het eiland. De Commissie blijft op deze samenwerking rekenen voor de verificatie van eigendomsrechten. De Commissie vergadert ook regelmatig met de permanente vertegenwoordiging in Brussel.

18.

5. Conclusies


Door de omgeving waarin wordt gewerkt, blijft het in het noordelijke deel van Cyprus moeilijk om vooruitgang te boeken met de belangrijkste doelstelling van de verordening om de hereniging van Cyprus te vergemakkelijken door de economische ontwikkeling te ondersteunen. Een vergelijk zal tot stand komen via een politiek proces, maar het EU-bijstandsprogramma is cruciaal voor het versnellen van de economische en sociale integratie.

Hoewel er in het noorden van Cyprus in moeilijke omstandigheden wordt gewerkt, zijn er nu tastbare verwezenlijkingen zichtbaar, die voortbouwen op al voltooide projecten die in dit verslag over 2013 niet meer worden vermeld. De waarde van een consequente aanpak wordt ook aangetoond, aangezien sommige projecten nu na een aantal jaren efficiënter en productiever worden. Het stabielere perspectief dat het MFK 2014-2020 biedt, moet hierbij nog helpen. Zowel het Speciaal verslag 2012 van de Europese Rekenkamer als de evaluatie van het programma 2013 bevatten over het algemeen positieve conclusies, al zijn er natuurlijk ook voortdurend lessen te trekken.

Op sommige gebieden blijft het moeilijk om op een geslaagde manier in te grijpen en blijft duurzaamheid een probleem, door de geringe capaciteit bij de begunstigden en het gebrek aan lokale middelen, waarmee het engagement van de Turks-Cypriotische gemeenschap wordt beperkt en de duurzaamheid van projecten wordt beïnvloed. De Commissie moet echter op deze gebieden werkzaam blijven omdat zij veelal centrale aspecten van het acquis betreffen en cruciaal zijn voor het economische en sociale welzijn van EU-burgers.

In 2013 veroorzaakten sommige risico's die voordien al waren geïdentificeerd, zoals de risico's met betrekking tot de bescherming van contracten en bankgaranties, grote problemen en vertragingen bij sommige projecten. Dit heeft een negatieve invloed op het absorptievermogen. De Commissie moet niet alleen toezicht houden op het risiconiveau en het onder controle houden, maar er ook voor zorgen dat de toegekende middelen volledig worden gebruikt om de sociale en economische problemen op te lossen die ontegensprekelijk bestaan.

De levering van infrastructuur en uitrusting blijft moeilijk, maar waar deze projecten slagen, zijn zij ook duidelijk zichtbaar en belangrijk. Ook minder zichtbare en eerder voltooide projecten zoals vernieuwde waternetten, hebben geresulteerd in aanzienlijke verbeteringen van het dagelijks leven.

[1] PB L 65 van 7.3.2006, blz. 5.

[2] Besluit C(2013)7969 van de Commissie.

[3] Speciaal verslag nr. 6/2012 www.eca.europa.eu/Lists/ECADocuments/SR12_06