Toelichting bij COM(2014)410 - Nationale hervormings- en stabiliteitsprogramma's Spanje, 2014

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52014DC0410

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Spanje en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2014 van Spanje /* COM/2014/0410 final */


1.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Spanje en met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2014 van Spanje

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid[1], en met name artikel 5, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden[2], en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie[3],

Gezien de resoluties van het Europees Parlement[4],

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 26 maart 2010 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidsstrategie; deze Europa 2020-strategie moet voor een betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en spitst zich toe op de sleutelgebieden waar Europa's potentieel voor duurzame groei en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft.

Op voorstel van de Commissie heeft de Raad op 13 juli 2010 een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014) en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten vastgesteld, die samen de 'geïntegreerde richtsnoeren' vormen. De lidstaten werd verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden.

Op 29 juni 2012 hebben de staatshoofden en regeringsleiders besloten tot een Pact voor groei en banen, dat een samenhangend kader biedt voor actie op het niveau van de lidstaten, de EU en de eurozone, waarbij alle mogelijke hefbomen, instrumenten en beleidsvormen worden ingezet. Zij hebben bepaald welke maatregelen op het niveau van de lidstaten moeten worden genomen, en met name verklaard vastbesloten te zijn om de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken en de landenspecifieke aanbevelingen uit te voeren.

Op 9 juli 2013 heeft de Raad een aanbeveling vastgesteld over het nationale hervormingsprogramma 2013 van Spanje, en advies uitgebracht over het stabiliteitsprogramma van Spanje voor de periode 2012-2016. In overeenstemming met Verordening (EU) nr. 473/2013[5] heeft de Commissie op 15 november 2013 haar advies over het ontwerpbegrotingsplan van Spanje voor 2014 gepresenteerd[6].

Op 13 november 2013 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse[7] en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester 2014 voor coördinatie van het economisch beleid. Op dezelfde dag heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 het waarschuwingsmechanismeverslag[8] aangenomen. Daarin werd Spanje genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

Op 20 december 2013 heeft de Europese Raad de prioriteiten inzake financiële stabiliteit, begrotingsconsolidatie en groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij benadrukte dat moet worden gestreefd naar een gedifferentieerde, groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, normalisering van de kredietverschaffing aan de economie, bevordering van groei en concurrentievermogen, aanpakken van de werkloosheid en van de sociale gevolgen van de crisis, en modernisering van de overheidsdiensten.

Op 5 maart 2014 heeft de Commissie de uitkomsten gepubliceerd van de diepgaande evaluatie voor Spanje[9] die zij op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 heeft uitgevoerd. Op basis van haar analyse concludeert de Commissie dat Spanje wordt geconfronteerd met macro-economische onevenwichtigheden die in het oog moeten worden gehouden en een doortastend beleidsoptreden vereisen. Met name is op verscheidene terreinen de aanpassing van de vorig jaar als buitensporig aangewezen onevenwichtigheden duidelijk gevorderd en heeft de terugkeer naar positieve groei de risico's verminderd. Toch betekenen de omvang en onderlinge verwevenheid van de onevenwichtigheden, met name hoge binnenlandse en externe schuldniveaus en hoge werkloosheid, dat de risico's nog steeds aanwezig zijn.

Op 30 april 2014 heeft Spanje zijn nationale hervormingsprogramma 2014 en zijn stabiliteitsprogramma 2014 ingediend. Om met de onderlinge verbanden rekening te houden, zijn beide programma’s tegelijkertijd geëvalueerd.

De doelstelling van de in het stabiliteitsprogramma 2014 geschetste begrotingsstrategie is de correctie van het buitensporige tekort tegen 2016 en het bereiken van de middellangetermijndoelstelling in 2017. Het programma bevestigt de vorige middellangetermijndoelstelling van een structureel begrotingsevenwicht, die strenger is dan het stabiliteits- en groeipact vereist. Volgens het programma zal het tekort in 2016 tot onder de 3 % van het bbp worden teruggedrongen, overeenkomstig het in de aanbeveling van de Raad van 21 juni 2013 gestelde doel, maar de jaarlijkse verbetering van het (herberekende) structurele saldo die in het programma is voorzien blijft reeds in 2014 achter bij de aanbevolen inspanning. Voor 2017 verwacht het programma dat voldoende vooruitgang zal zijn geboekt richting de middellangetermijndoelstelling, hoewel dit wellicht niet toereikend zal zijn om deze doelstelling in het in het programma vermelde jaar te bereiken. Volgens het stabiliteitsprogramma zal de overheidsschuldquote in 2015 een piek bereiken van 101,7 % van het bbp en daarna beginnen te dalen. In het algemeen is de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie slechts gedeeltelijk in overeenstemming met de in het stabiliteits- en groeipact gestelde eisen. Het macro-economische scenario dat ten grondslag ligt aan de begrotingsprognoses van het programma, dat niet door een onafhankelijke instantie is vastgesteld of bekrachtigd, is over het algemeen aannemelijk voor 2014 doch is onderhevig aan neerwaartse risico's in 2015 ten opzichte van de voorjaarsprognoses 2014 van de Commissie. Voor 2016-2017 lijken de groeivooruitzichten van het programma aan de optimistische kant in het licht van de recente ramingen van het potentiële groeitempo van de economie en de na de crisis nog niet doorgevoerde noodzakelijke economische aanpassingen. De aanpassingstrajecten voor het tekort en de schuld zijn bijgevolg eveneens onderhevig aan neerwaartse risico’s. Bovendien zijn de maatregelen ter ondersteuning van de doelstellingen voor het nominale tekort vanaf 2015 nog niet voldoende gespecificeerd, vooral wat de wijzigingen in de belastingwetgeving in het kader van de voorgenomen belastinghervorming betreft. Verder houden latente verplichtingen en de opbrengst van geplande besparingen op lokaal en regionaal niveau eveneens risico's in. Volgens de prognoses van de Commissie komt de begrotingsinspanning over de periode 2013-2014 1,1 procentpunt te laag uit gemeten naar de (gecorrigeerde) verandering van het structurele saldo (hoewel dit cijfer door recente wijzigingen van de methode voor het ramen van de potentiële productie hoger uitvalt), en 0,4 procentpunt te laag indien de inspanning wordt vergeleken met de maatregelen die ten tijde van de in het kader van de buitensporigtekortprocedure gedane aanbeveling noodzakelijk werden geacht. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad is de Raad, op basis van zijn beoordeling van het programma en de prognoses van de Commissie, van oordeel dat de maatregelen ter ondersteuning van de begrotingsstrategie nader moeten worden gespecificeerd en dat aanvullende inspanningen vereist zijn om te waarborgen dat volledig gevolg wordt gegeven aan de in het kader van de buitensporigtekortprocedure gedane aanbeveling.

Wat de structurele begrotingsmaatregelen betreft, is er vooruitgang geboekt met de rapportage inzake de begrotingsuitvoering en met de toepassing van corrigerende maatregelen ten aanzien van overheidsinstanties die de voorschriften niet naleven; toch is er nog ruimte om aanvullende handhavingsmechanismen, die in de Spaanse organieke wet inzake begrotingsstabiliteit zijn vastgelegd, ten uitvoer te leggen met betrekking tot regio's die niet aan de regels voldoen. Er zijn nieuwe maatregelen genomen om op alle overheidsniveaus een gemiddelde termijn voor de betaling van leveranciers van 30 dagen voor te schrijven. In november 2013 werd een onafhankelijke begrotingsinstelling opgericht waarvan de voorzitter in februari 2014 werd benoemd. Deze instelling was evenwel niet op tijd operationeel om het stabiliteitsprogramma 2014 te kunnen beoordelen. Voorts wordt in het nationale hervormingsprogramma 2014 erkend dat de kosteneffectiviteit van de uitgaven voor gezondheidszorg en geneesmiddelen verder moet worden verbeterd, bijvoorbeeld door de aankoop van farmaceutische producten te centraliseren, het dienstenpakket te herzien, klinische gegevens te digitaliseren en het beheer van instellingen op het gebied van de gezondheidszorg te verbeteren. Aangezien de geplande begrotingsconsolidatie grotendeels met besnoeiingen op de uitgaven moet worden gerealiseerd, zou het zinvol zijn de uitgaven op alle overheidsniveaus stelselmatig te onderzoeken om te zien op welke gebieden groeivriendelijke bezuinigingen tot stand kunnen worden gebracht waarbij de meest kwetsbare groepen worden ontzien.

In 2013 heeft Spanje nieuwe maatregelen genomen om de bevoordeling van schulden in het kader van de vennootschapsbelasting aan te pakken. Spanje heeft in 2013 ook enige vooruitgang geboekt met het verbeteren van de naleving van de belastingwetgeving door de strijd tegen belastingfraude en zwartwerk op te voeren, maar er valt op dit gebied nog veel te doen. In 2013 en 2014 heeft Spanje voorts een verlaging van de socialezekerheidsbijdragen doorgevoerd bij de aanwerving van jonge en nieuwe werknemers. Naar aanleiding van een uitvoerig verslag over belastinghervorming dat door een commissie van deskundigen in opdracht van de regering is uitgebracht, zijn de autoriteiten voornemens in het tweede kwartaal van 2014 concrete wetsvoorstellen in te dienen. Volgens het nationale hervormingsprogramma 2014 wordt met de voorstellen beoogd het belastingstelsel te moderniseren, de fiscale benadeling van arbeid te verminderen, de inning van belastingen te bevorderen, de economische ontwikkeling te stimuleren, markteenheid en belastingneutraliteit te waarborgen en het concurrentievermogen van de Spaanse economie te verbeteren terwijl tevens een bijdrage wordt geleverd aan begrotingsconsolidatie. De wijze waarop deze hervorming wordt opgezet en uitgevoerd is van groot belang voor de toekomstige economische vooruitzichten en de overheidsfinanciën.

De financiële stabiliteit is toegenomen dankzij de herkapitalisatie en herstructurering van de banksector en de nauwgezette uitvoering van het ESM-programma van juli 2012 inzake de herkapitalisatie van financiële instellingen dat op 22 januari 2014 werd voltooid. Toch staat de financiële sector in Spanje nog voor aanzienlijke uitdagingen die een zorgvuldige controle en behandeling vereisen. Bovendien vertalen de betere fundingvoorwaarden voor banken zich slechts langzaam in een gunstiger financieringssituatie van het mkb. Het is van belang te waarborgen dat de kredietstroom naar levensvatbare sectoren van de economie op gang blijft, ook nu de particuliere sector zijn schulden afbouwt. De autoriteiten hebben een aantal maatregelen genomen om de toegang van bedrijven tot bankfinanciering en niet-bankfinanciering te verbeteren en de schuldherstructurering van bedrijven te vergemakkelijken, maar verdere maatregelen zijn noodzakelijk.

De arbeidsmarkt vertoont tekenen van stabilisatie en voor 2014 wordt een licht herstel verwacht met een toenemende werkgelegenheid en dalende werkloosheidscijfers. Met een jaargemiddelde van 26,1 % in 2013 blijft het werkloosheidspercentage evenwel zeer hoog. Bijzonder zorgwekkend zijn vooral de hoge jeugdwerkloosheid van 54,3%, en het zeer hoge percentage langdurig werklozen ten opzichte van het totale aantal werklozen van 49,7% in 2013, vooral onder ouderen en laaggeschoolde werknemers. Beschikbare evaluaties van de arbeidsmarkthervorming van 2012 komen tot de conclusie dat de hervorming, in combinatie met de loonmatiging die met de sociale partners voor de periode 2012-2014 is afgesproken, de interne flexibiliteit van bedrijven heeft vergroot en het verlies van banen heeft beperkt doordat prioriteit werd verleend aan collectieve arbeidsovereenkomsten op bedrijfsniveau en meer mogelijkheden voor bedrijven werden geschapen om niet aan dergelijke overeenkomsten deel te nemen. De hervorming heeft tevens tot een verlaging van de vergoeding voor onrechtmatig ontslag geleid en heeft ertoe bijgedragen dat het aantal aanhangig gemaakte rechtszaken wegens ontslag is afgenomen; verder zijn nieuwe arbeidsovereenkomsten ingevoerd om stabiele aanwerving in het mkb te bevorderen. In 2013 en begin 2014 werden verdere maatregelen genomen om stabiel deeltijdwerk te vergemakkelijken en om de socialezekerheidsbijdragen bij nieuwe arbeidsovereenkomsten van onbepaalde duur tijdelijk te verlagen. Segmentatie blijft echter een belangrijk probleem op de Spaanse arbeidsmarkt, het aantal verschillende soorten arbeidsovereenkomsten is nog altijd groot en de kloof tussen de afvloeiingskosten bij overeenkomsten van bepaalde en van onbepaalde duur behoort zelfs na de hervorming nog tot de grootste van de EU. Op het gebied van de hervorming van het actieve arbeidsmarktbeleid is vooruitgang geboekt met onder meer de goedkeuring van het jaarlijkse werkgelegenheidsplan (PAPE). Maatregelen om de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling te moderniseren en te versterken lijken evenwel achterop te zijn geraakt, wat een succesvolle uitvoering van de nieuwe regelgeving in gevaar brengt. Het volledig operationeel maken van het vacatureportaal heeft met vertraging te kampen. Wel is vooruitgang geboekt met het stimuleren van de samenwerking met private arbeidsbemiddelingsbureaus, maar verdere inspanningen blijven noodzakelijk.

De ontoereikende arbeidsmarktrelevantie van onderwijs en opleidingen en het grote aandeel werklozen zonder diploma (35,2 %) dragen bij tot de hoge jeugdwerkloosheid en de langdurige werkloosheid. Het percentage jongeren dat geen opleiding of onderwijs volgt en geen werk heeft, is nog steeds hoger dan het EU-gemiddelde en is sterk gestegen. Het percentage leerlingen en studenten dat hun opleiding voortijdig staakt neemt weliswaar af, maar blijft zeer hoog (23,5 %). Het aantal studenten dat een tertiaire opleiding met succes afrondt blijft groot, maar er wordt nog altijd te weinig gebruik gemaakt van beroepsonderwijs, beroepsopleidingen en leerlingstelsels en de vaardigheden van de jongeren die hoger beroepsonderwijs of een hogere beroepsopleiding hebben gevolgd, steken ongunstig af tegen het EU-gemiddelde. Spanje bereidt verder maatregelen voor om de werkgelegenheid van jongeren te stimuleren. De nationale strategie voor jongerenwerkgelegenheid en ondernemerschap 2013-2016, die in maart 2013 is gepresenteerd, wordt momenteel uitgevoerd hoewel sommige maatregelen nog moeten worden vastgesteld. Op basis van deze strategie heeft Spanje stappen genomen om de werkloosheid onder jongeren te bestrijden, in overeenstemming met de doelstellingen van de jongerengarantie. Er is enige vooruitgang geboekt met betrekking tot maatregelen om de schooluitval tegen te gaan en duaal beroepsonderwijs en duale opleidingen te bevorderen, maar volledige uitvoering en een efficiënt gebruik van financiële middelen blijven van cruciaal belang. Wat de duale beroepsopleiding betreft is een voortdurende coördinatie van de activiteiten van alle belanghebbenden, zoals beleidsmakers en aanbieders van opleidingen op alle overheidsniveaus en werkgevers, noodzakelijk om het systeem te stroomlijnen, opleidingen beter op de behoeften van de arbeidsmarkt af te stemmen en ervoor te zorgen dat de duale beroepsonderwijs- en beroepsopleidingsmodellen in de verschillende regio's compatibel zijn.

Voornamelijk als gevolg van de arbeidsmarktsituatie, maar ook doordat de sociale bescherming wat het terugdringen van de armoede betreft weinig efficiënt is, blijft Spanje achter bij het EU-gemiddelde ten aanzien van de voornaamste indicatoren waarmee armoede en sociale uitsluiting worden gemeten. Kinderen en jonge volwassenen lopen hierbij het grootste risico. Als gevolg van de crisis behoort Spanje tot de EU-landen met de sterkste daling van het beschikbare inkomen van de huishoudens en de grootste inkomensongelijkheid. De belangrijkste uitdagingen zijn het vereenvoudigen van de procedures voor bijstandsgerechtigden en het verbeteren van de governance en de interinstitutionele coördinatie op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Het nationale actieplan inzake sociale inclusie 2013-2016 vormt een geschikt beleidskader om het actieve arbeidsmarktbeleid aan te passen aan mensen die verder van de arbeidsmarkt af staan, kinderarmoede aan te pakken en de efficiëntie van gezinsondersteunende diensten te verbeteren. Bovendien is het herverdelingseffect van de sociale bijstand en sociale uitkeringen onder verschillende risicogroepen gering, wat erop wijst dat zij onvoldoende doelgericht zijn. Daarnaast wordt een soepele overgang van sociale bijstand naar herintegratie op de arbeidsmarkt bemoeilijkt door de geringe samenwerking tussen de bureaus voor arbeidsbemiddeling en de sociale diensten (ook op regionaal en lokaal niveau) en de administratieve verplichtingen waaraan moet worden voldaan om toegang te krijgen tot minimuminkomensregelingen.

De vooruitgang die Spanje heeft geboekt met structurele hervormingen ter bevordering van de groei en het concurrentievermogen zijn over het algemeen in overeenstemming met de in het nationale hervormingsprogramma 2013 geschetste projecties. De wet inzake markteenheid werd in december 2013 aangenomen en de - complexe - uitvoering ervan is momenteel gaande. De in het najaar van 2013 aangenomen wet op het ondernemerschap heeft tevens verbetering gebracht in de wetgeving inzake de insolventie van ondernemingen en flexibeler ondernemingsvormen, alsook ten aanzien van de rationalisering van regelingen waarmee de internationalisatie van ondernemingen wordt gesteund. Het gebruik van 'snelle vergunningen' is uitgebreid, waardoor het gemakkelijker is geworden kleine detailhandelsbedrijven op te richten, en er zijn nog andere maatregelen genomen om het verstrekken van vergunningen aan bedrijven te vergemakkelijken. Daarentegen is secundaire wetgeving die het mogelijk moet maken om via een 'one-stop shop' een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid op te richten binnen de kortere termijnen die in de ondernemerschapswet van september 2013 zijn vastgesteld, nog niet goedgekeurd. Het zou bovendien zinvol zijn de regels die de groei van ondernemingen in de weg staan, ook op belastinggebied, voortdurend te toetsen gezien de kloof tussen Spanje en andere landen van de eurozone wat de grootte van de ondernemingen betreft. De langverwachte hervorming van de professionele-dienstensector heeft grote vertraging opgelopen en dient sneller te worden uitgevoerd. Er zijn geen maatregelen genomen om de beperkingen inzake de vestiging van grootschalige detailhandelszaken uit de weg te ruimen. Het Spaanse O&O-systeem moet de kwaliteit van zijn wetenschappelijke productie te verbeteren, publiek-private samenwerking bevorderen en de omzetting van onderzoek en innovatie in commerciële producten vergemakkelijken. In 2013 heeft de Spaanse regering een nationale strategie voor wetenschap, technologie en innovatie aangenomen waarvoor nog overheidsfinanciering nodig is. Voorts is de oprichting aanstaande van een nieuw overheidsbureau voor onderzoek, dat met het efficiënt beheer van O&O-investeringen door de overheid wordt belast.

Er zijn belangrijke stappen genomen om de tekorten in verband met de elektriciteitstarieven aan te pakken, met name door de kosten van het systeem te verlagen, hoewel de impact van de hervorming, met name voor duurzame energie, nog niet geheel duidelijk is. De regering onderzoekt hoe de negatieve overloopeffecten van insolvente tolwegen op de overheidsfinanciën zoveel mogelijk kunnen worden beperkt. De autoriteiten hebben een databank opgezet die economische indicatoren evenals milieu- en verkeersgerelateerde indicatoren bevat, op basis waarvan voorafgaand aan infrastructuurinvesteringen onderzoek kan worden verricht, maar zij hebben nog geen onafhankelijk waarnemingscentrum opgericht om toekomstige grote infrastructuurprojecten te helpen beoordelen. Als gevolg van technische en juridische obstakels is er nog geen sprake van daadwerkelijke concurrentie in het personen- en goederenvervoer per spoor, waardoor een efficiënt gebruik van de uitgebreide infrastructuur wordt belemmerd.

De hervorming van de overheidsadministratie boekt vooruitgang. In december 2013 werd een wetsontwerp inzake de hervorming van de lokale overheden goedgekeurd; verder worden de door het comité voor de hervorming van het overheidsapparaat vastgestelde maatregelen ten uitvoer gelegd. De uitvoering van deze maatregelen zal gedurende de hele periode 2014-2015 worden voortgezet. De hervorming van het rechtsstelsel bevindt zich in uiteenlopende stadia van voltooiing en/of uitvoering en moet worden afgerond. Tot recente pogingen om de corruptie aan te pakken behoren de wet inzake transparantie, toegang van het publiek tot informatie en behoorlijk bestuur die in december 2013 is goedgekeurd, evenals twee wetsontwerpen over het toezicht op partijfinanciering en de verantwoordingsplicht van hoge ambtenaren. Het nationale plan tegen zwartwerk en socialezekerheidsfraude 2012-2014 wordt momenteel uitgevoerd. Verder heeft Spanje zijn netwerk van internationale overeenkomsten inzake de uitwisseling van belastinginformatie eveneens uitgebreid en met particuliere bedrijven een project opgezet om potentiële verbeteringen aan te brengen in het systeem voor het beheer van uitkeringen.

In de context van het Europees semester heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Spanje verricht. Zij heeft zowel het stabiliteitsprogramma als het nationale hervormingsprogramma doorgelicht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Spanje, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de Europese Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen (1) tot en met (8) weergegeven.

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het stabiliteitsprogramma van Spanje onderzocht. Zijn advies[10] daarover is met name in de onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

In het licht van de diepgaande evaluatie van de Commissie en deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma en het stabiliteitsprogramma onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn in de onderstaande aanbevelingen 1, 2, 3, 4, 6, 7, en 8 weergegeven.

In de context van het Europees semester heeft de Commissie tevens een analyse van het economisch beleid van de eurozone als geheel verricht. Op basis hiervan heeft de Raad specifieke aanbevelingen gericht tot de lidstaten die de euro als munt hebben. Ook Spanje dient erop toe te zien dat aan deze aanbevelingen volledig en tijdig uitvoering wordt gegeven,

BEVEELT AAN dat Spanje in de periode 2014-2015 actie zou moeten ondernemen om:

1. De begrotingsstrategie vanaf 2014 te versterken, met name door de onderliggende maatregelen voor 2015 en daarna nader te specificeren ten einde tegen 2016 het buitensporig tekort duurzaam te corrigeren door het bereiken van de structurele aanpassingsinspanning die in de in het kader van de buitensporigtekortprocedure gedane aanbeveling van de Raad is vastgelegd. Een duurzame correctie van de budgettaire onevenwichtigheden vereist een geloofwaardige uitvoering van ambitieuze structurele hervormingen ten einde het aanpassingsvermogen te vergroten en de groei en werkgelegenheid te bevorderen. Na de correctie van het buitensporig tekort, te streven naar een structurele aanpassing in de richting van de middellangetermijndoelstelling van ten minste 0,5 % per jaar, of meer in geval van gunstige economische omstandigheden of indien dat nodig is om ervoor te zorgen dat aan de schuldregel wordt voldaan ten einde de hoge overheidsschuldquote op een duurzaam neerwaarts pad te brengen. Erop toe te zien dat de nieuwe onafhankelijke begrotingsautoriteit zo snel mogelijk volledig operationeel wordt en ervoor te zorgen dat de in de organieke wet inzake begrotingsstabiliteit vastgelegde preventieve, corrigerende en handhavingsmaatregelen op alle overheidsniveaus strikt en transparant worden uitgevoerd, met inbegrip van het verrichten van achterstallige betalingen aan bedrijven door de overheid. Vóór 2015 de uitgaven op alle overheidsniveaus stelselmatig te onderzoeken om in de toekomst de efficiëntie en kwaliteit van de openbare uitgaven te verbeteren. De kosteneffectiviteit van de gezondheidszorg te verbeteren, met name door de uitgaven voor geneesmiddelen, ook in ziekenhuizen, te rationaliseren en de coördinatie tussen verschillende soorten zorg te versterken, waarbij de toegankelijkheid voor kwetsbare groepen gehandhaafd wordt. Tegen eind 2014 een uitvoerige belastinghervorming goed te keuren waarmee het belastingstelsel wordt vereenvoudigd en meer bevorderlijk wordt voor groei en de schepping van banen, de bescherming van het milieu en de stabiliteit van de inkomsten. Daartoe de belastinginkomsten te verschuiven naar minder verstorende belastingen zoals verbruiksbelasting, milieubelasting (zoals bijvoorbeeld op motorbrandstof) en terugkerende onroerendgoedbelasting; inefficiënte uitgaven op het gebied van de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting af te schaffen; te overwegen de socialezekerheidsbijdragen voor werkgevers te verlagen, met name voor laagbetaalde banen; de fiscale bevoordeling van schulden in het kader van de vennootschapsbelasting verder af te bouwen; maatregelen te nemen om te voorkomen dat de soepele werking van de Spaanse interne markt door belastingen wordt belemmerd. De strijd tegen belastingvlucht te intensiveren.

2. De hervorming van de spaarbanksector te voltooien wat de vaststelling van secundaire wetgeving betreft en de herstructurering van spaarbanken in staatseigendom af te ronden ten einde het volledig herstel van deze banken te bespoedigen en hun terugkeer naar particuliere eigendom te vergemakkelijken. De inspanningen van banken om sterke kapitaalratio's aan te houden, te stimuleren en toezicht te houden op de activiteiten van Sareb ten einde een tijdige afstoting van activa te waarborgen terwijl de kosten voor de belastingbetalers zoveel mogelijk worden beperkt. De lopende maatregelen te voltooien om de toegang van het mkb tot financiering te vergemakkelijken, met name door de maatregelen ter verbetering van niet-bancaire financiële bemiddeling af te ronden. De resterende knelpunten in de wetgeving inzake de insolventie van ondernemingen uit de weg te ruimen, met name door de expertise van curatoren en het vermogen van het rechtsstelsel om insolventiezaken te behandelen, uit te breiden en een permanent kader voor de insolventie van natuurlijke personen te ontwikkelen.

3. Nieuwe maatregelen te nemen om de arbeidsmarktsegmentatie tegen te gaan ten gunste van duurzame kwaliteitsbanen, mede door de soorten arbeidsovereenkomsten in aantal terug te brengen en een evenwichtige toegang tot het ontslagrecht te waarborgen. De geregelde monitoring van de arbeidsmarkthervormingen voort te zetten. Reële loonontwikkelingen te bevorderen die overeenstemmen met het streven naar de schepping van werkgelegenheid. De verplichting om werk te zoeken voor ontvangers van een werkloosheidsuitkering, strenger te maken. De efficiëntie en doelgerichtheid van het actieve arbeidsmarktbeleid, met inbegrip van subsidies voor het aanwerven van personeel, te vergroten, met name voor personen die moeilijk aan een baan kunnen komen. De coördinatie tussen het arbeidsmarktbeleid en het beleid op het gebied van onderwijs en opleiding te versterken. De modernisering van de openbare arbeidsbemiddelingsdiensten te versnellen om effectief persoonlijk beroepskeuzeadvies, adequate opleidingen en job-matching te waarborgen, met bijzondere aandacht voor langdurig werklozen. Vóór eind 2014 de daadwerkelijke toepassing van publiek-private samenwerking bij arbeidsbemiddelingsdiensten te waarborgen, en de kwaliteit van de dienstverlening te controleren. De efficiënte werking van het vacatureportaal te garanderen en met andere maatregelen te combineren om de arbeidsmobiliteit te steunen.

4. De strategie inzake werkgelegenheid en ondernemerschap voor jongeren 2013-2016 ten uitvoer te leggen en de effectiviteit ervan te controleren. Te voorzien in een kwaliteitsvol aanbod van arbeidskansen, leerlingplaatsen en stageplaatsen voor jongeren en verbetering te brengen in de hulpverlening aan niet-geregistreerde jongeren overeenkomstig de doelstellingen van de jongerengarantie. De nieuwe onderwijsprogramma's daadwerkelijk ten uitvoer te leggen om de kwaliteit van het primaire en secundaire onderwijs te verbeteren. De begeleiding en ondersteuning van groepen die dreigen hun school vroegtijdig te verlaten, te versterken. De arbeidsmarktrelevantie van beroepsonderwijs, beroepsopleidingen en hoger onderwijs te verbeteren, met name door de samenwerking met werkgevers uit te breiden en de opleiding van opleiders en mentors te ondersteunen.

5. Het nationale actieplan inzake sociale inclusie 2013-2016 ten uitvoer te leggen en de effectiviteit ervan te evalueren, waarbij alle doelstellingen ervan aan bod komen. De administratieve capaciteit en de coördinatie tussen bureaus voor arbeidsbemiddeling en sociale diensten te verbeteren ten einde tot geïntegreerde oplossingen te komen ten behoeve van personen die met sociale uitsluiting worden bedreigd, en de procedures te stroomlijnen waarmee de overgang tussen minimuminkomensregelingen en de arbeidsmarkt wordt versoepeld. De doelgerichtheid van gezinsondersteunende diensten en kwaliteitsdiensten ten behoeve van huishoudens met kinderen en een laag inkomen te verbeteren, ten einde de progressiviteit en effectiviteit van sociale overdrachten te waarborgen.

6. Zorg te dragen voor een ambitieuze en snelle tenuitvoerlegging van Wet nr. 20/2013 inzake markteenheid op alle niveaus van de overheidsadministratie. Vóór eind 2014 een ambitieuze hervorming van de professionele-dienstensector en van beroepsorganisaties op touw te zetten, waarbij de beroepen die bij een beroepsorganisatie moeten zijn ingeschreven evenals de transparantievereisten en verantwoordingsplicht van beroepsorganen worden gedefinieerd, waardoor ten onrechte voorbehouden activiteiten worden geliberaliseerd en de markteenheid behouden blijft wat de toegang tot en uitoefening van professionele diensten in Spanje betreft. De tijd, kosten en het aantal procedures die nodig zijn om een bedrijf op te zetten en te exploiteren, verder te verminderen. Ongerechtvaardigde beperkingen inzake de vestiging van grootschalige detailhandelszaken aan te pakken, met name door een herziening van de bestaande voorschriften voor regionale planning. Financieringsbronnen te zoeken voor de nieuwe nationale strategie voor wetenschap, technologie en innovatie, en het nieuwe overheidsbureau voor onderzoek operationeel te maken.

7. Na de hervorming van 2013, zorg te dragen voor de daadwerkelijke eliminering van de tekorten van het elektriciteitssysteem vanaf 2014, zo nodig door het nemen van verdere structurele maatregelen. Het probleem van de insolvente tolwegen aan te pakken om de kosten voor de overheid zoveel mogelijk te beperken. Vóór eind 2014 een onafhankelijk waarnemingscentrum op te zetten om de evaluatie van toekomstige grote infrastructuurprojecten te ondersteunen. Maatregelen te nemen om daadwerkelijke mededinging binnen het personen- en goederenvervoer per spoor te garanderen.

8. De aanbevelingen van het Comité voor de hervorming van de overheidsadministratie op alle regeringsniveaus ten uitvoer te leggen. De controlemechanismen te versterken en de transparantie van overheidsbesluiten te vergroten, met name op regionaal en lokaal niveau. De lopende maatregelen ter bestrijding van de schaduweconomie en het zwartwerk te voltooien en nauwgezet te controleren. De hangende hervormingen betreffende de structuur van het gerechtelijk apparaat en de gerechtelijke kaart goed te keuren en ervoor te zorgen dat deze worden uitgevoerd.

Gedaan te Brussel,

2.

Voor de Raad


De voorzitter

[1] PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

[2] PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

[3] COM(2014) 410 final.

[4] P7_TA(2014)0128 en P7_TA(2014)0129.

[5] PB L 140 van 27.5.2013, blz. 11.

[6] C(2013) 8003 final.

[7] COM(2013) 800 final.

[8] COM(2013) 790 final.

[9] SWD(2014) 80 final.

[10] Uit hoofde van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.