Toelichting bij COM(2014)418 - Nationale hervormings- en convergentieprogramma's Hongarije, 2014

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

52014DC0418

Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Hongarije_x000b__x000b_en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2014 van Hongarije_x000b_ /* COM/2014/0418 final - 2014/ () */


1.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2014 van Hongarije en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2014 van Hongarije

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid[1], en met name artikel 9, lid 2,

Gezien Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden[2], en met name artikel 6, lid 1,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie[3],

Gezien de resoluties van het Europees Parlement[4],

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 26 maart 2010 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidsstrategie; deze Europa 2020-strategie moet voor betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en spitst zich toe op de sleutelgebieden waar Europa's potentieel voor duurzame groei en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft.

Op voorstel van de Commissie heeft de Raad op 13 juli 2010 een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014) en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten vastgesteld, die samen de 'geïntegreerde richtsnoeren' vormen. De lidstaten werd verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden.

Op 29 juni 2012 hebben de staatshoofden en regeringsleiders besloten tot een Pact voor groei en banen, dat een samenhangend kader biedt voor actie op het niveau van de lidstaten, de EU en de eurozone, waarbij alle mogelijke hefbomen, instrumenten en beleidsvormen worden ingezet. Zij hebben bepaald welke maatregelen op het niveau van de lidstaten moeten worden genomen, en met name verklaard vastbesloten te zijn om de doelstellingen van de Europa 2020-strategie te verwezenlijken en de landenspecifieke aanbevelingen uit te voeren.

Op 9 juli 2013 heeft de Raad een aanbeveling over het nationale hervormingsprogramma voor 2013 van Hongarije vastgesteld en een advies over het geactualiseerde convergentieprogramma van Hongarije voor de periode 2013-2016 uitgebracht.

Op 13 november 2013 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse[5] en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester 2014 voor coördinatie van het economisch beleid. Op dezelfde dag heeft de Commissie op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 het waarschuwingsmechanismeverslag[6] aangenomen. Daarin werd Hongarije genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

Op 20 december 2013 heeft de Europese Raad de prioriteiten inzake financiële stabiliteit, begrotingsconsolidatie en groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij benadrukte dat moet worden gestreefd naar een gedifferentieerde, groeivriendelijke begrotingsconsolidatie, normalisering van de kredietverschaffing aan de economie, bevordering van groei en concurrentievermogen, aanpakken van de werkloosheid en van de sociale gevolgen van de crisis, en modernisering van de overheidsdiensten.

Op 5 maart 2014 heeft de Commissie de uitkomsten gepubliceerd van de diepgaande evaluatie voor Hongarije[7] die zij op grond van artikel 5 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 heeft uitgevoerd. Op basis van haar analyse concludeert de Commissie dat Hongarije nog steeds wordt geconfronteerd met macro-economische onevenwichtigheden die in het oog moeten worden gehouden en doortastend beleidsoptreden vereisen. Met name het aan de gang zijnde ombuigingsproces van de zeer negatieve netto internationale positie, de hoge staats- en particuliere schuld in een context van een kwetsbare financiële sector, en de afnemende exportprestaties, blijven bijzonder grote aandacht verdienen om de aanzienlijke risico's van negatieve effecten op de werking van de economie te verkleinen.

On 30 april 2014 heeft Hongarije zijn nationale hervormingsprogramma 2014 en zijn convergentieprogramma 2014 ingediend. Om met de onderlinge verbanden rekening te houden, zijn beide programma’s terzelfder tijd geëvalueerd.

Het doel van de in het convergentieprogramma 2014 beschreven begrotingsstrategie is om het nominale tekort terug te brengen van 2,9 % van het bbp in 2014 tot 1,9 % aan het einde van de programmaperiode. Dit moet worden verwezenlijkt door het zwaartepunt van de consolidatie-inspanningen in de laatste programmajaren te leggen, in combinatie met ten opzichte van het vorige programma flink opgeschroefde doelstellingen met betrekking tot het tekort. Het programma bevestigt de middellangetermijndoelstelling van -1,7 % van het bbp, hetgeen een adequate weerspiegeling is van de doelstellingen van het stabiliteits- en groeipact. Op basis van het (herberekende) structurele saldo is het evenwel niet waarschijnlijk dat deze middellangetermijndoelstelling voor het einde van de programmaperiode zal worden verwezenlijkt. Het (herberekende) structurele saldo zal in 2014 naar verwachting met 1,5 procentpunt verslechteren, en aldus significant afwijken van de middellangetermijndoelstelling, en in 2015 stabiliseren, wat een verschil van 0,5 % van het bbp betekent ten opzichte van de vereiste verbetering met het oog op de middellangetermijndoelstelling. De uitgavenbenchmark vertoont zowel in 2014 als in 2015 een significante afwijking. Het (herberekende) structurele saldo zal in 2016 en 2017 naar verwachting verder verslechteren. Globaal wordt vanaf 2014 een significante afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de middellangetermijndoelstelling verwacht. Het programma voorspelt een geleidelijke, maar gestage afname van de staatsschuld van 79 % van het bbp in 2013 tot ongeveer 75 % van het bbp in 2017. Het macro-economische scenario dat aan de begrotingsprognoses van het programma ten grondslag ligt, is grotendeels plausibel voor 2014-2016: het bbp zou dit en volgend jaar met respectievelijk 2,3 % en 2,5 % groeien (2,3 % respectievelijk 2,1 % volgens de voorjaarsprognoses 2014 van de Commissie). Voor 2017 is het programma evenwel te optimistisch. De risico's voor de begrotingsdoelstellingen houden elkaar in 2014 over het geheel genomen in evenwicht, maar vanaf 2015 neemt de kans toe dat het tekort hoger uitvalt dan gepland, met name vanwege het feit dat de geplande daling van de uitgavenratio zou moeten worden bereikt door algemene nominale bevriezingen of door de stijging van de meeste discretionaire uitgavenposten tot onder het inflatiecijfer te beperken. De voorjaarsprognose 2014 van de Commissie voorspelt voor 2014 en 2015 een nominaal tekort dat gelijk is aan de doelstellingen van het programma. Met een verwacht structureel tekort van 2,2 % van het bbp in 2014 en 2,3 % in 2015 bevestigt de prognose van de Commissie het risico dat er vanaf 2014 een significante afwijking van de middellangetermijndoelstelling optreedt. Volgens de prognose van de Commissie wordt daarnaast de schuldreductiebenchmark in 2014 en 2015 niet gehaald. Op basis van de evaluatie van het programma en de prognose van de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad is de Raad van oordeel dat aanvullende structurele consolidatie-inspanningen nodig zijn gelet op het risico van een significante afwijking van de middellangetermijndoelstelling en van een schending van de schuldregel vanaf 2014.

Het begrotingskader op middellange termijn is versterkt door bij de planning verder te kijken dan het lopende begrotingsjaar. De doeltreffendheid en het bindende karakter zijn evenwel nog niet gewaarborgd. Er zijn nieuwe cijfermatige begrotingsregels ingevoerd, maar de zwakke punten in de opzet zijn nog niet gecorrigeerd; deze houden voornamelijk verband met het ontbreken van systematisch toezicht achteraf, van maximum toegestane afwijkingen en van degelijke correctiemechanismen. Het beperkte takenpakket en de analytische middelen van de begrotingsraad staan nog altijd niet in verhouding tot zijn vetorecht. Verdere versterking van het begrotingskader op middellange termijn en uitbreiding van het takenpakket van de begrotingsraad zou bijdragen tot de geloofwaardigheid, transparantie en doeltreffendheid van het algemene begrotingskader.

Ondanks de door de centrale bank ingestelde subsidieregeling 'Financiering voor groei' voor het midden- en kleinbedrijf heeft de kredietverschaffing aan de economie zich nog niet duurzaam genormaliseerd. De regels voor de financiële sector zijn verder aangescherpt, waardoor de mogelijkheden voor kapitaalvorming worden beperkt. Door maatregelen als de verhoging van de heffing op financiële transacties is het gebruik van contant geld in de economie toegenomen. De schuldportefeuille van huishoudens is verder verslechterd en het grote aantal oninbare leningen vormt momenteel een van de grootste problemen voor de financiële sector. Het opschonen van de kredietportefeuille wordt belemmerd doordat de afwikkelingsprocedures niet erg efficiënt zijn. Er zijn geen wezenlijk nieuwe maatregelen genomen om probleemactiva van de bankbalansen te verwijderen. Door de combinatie van de strenge regelgeving en het grote aantal oninbare leningen is de beschikbaarheid van kredieten onder druk komen te staan. De regering kondigde herhaaldelijk aan een nieuwe regeling te willen invoeren om kredietnemers in vreemde valuta te ondersteunen, maar deze maatregelen zijn veelal niet gericht op noodlijdende kredietnemers en hebben een negatief effect op de betalingscultuur van huishoudens, omdat zij ervan uitgaan dat de overheid hen te hulp zal komen. De regelgeving en het toezicht op de financiële sector zijn versterkt door de financiële toezichthoudende autoriteit te integreren in de structuur van de centrale bank en door de centrale bank verantwoordelijk te stellen voor het macroprudentiële toezicht. De voorbereidingen voor een afwikkelingsregeling voor banken zijn begonnen.

Hoewel er in vergelijking met het voorgaande jaar minder vaak belastingwijzigingen worden doorgevoerd, is geen wezenlijke vooruitgang geboekt met het evenwichtiger maken van het stelsel voor de vennootschapsbelasting. Sommige sectorspecifieke belastingen werden zelfs verhoogd. De verscheidenheid aan sectorale belastingtarieven bemoeilijkt effectieve toewijzing van middelen en heeft een negatief effect op de groei. Om de belastingen werkgelegenheidsvriendelijker te maken komen gezinnen nu eerder in aanmerking voor een heffingskorting op de personenbelasting, wat mensen met een laag inkomen ten goede kan komen. De belastingdruk voor kostwinners met een laag inkomen behoort tot de hoogste in EU. De criteria om in aanmerking te komen voor de wet ter bescherming van de werkgelegenheid zijn in wezen niet veranderd, hoewel een groot deel van de personen met een laag inkomen niet onder de maatregel valt. De impact en het rendement van deze regeling moeten worden geëvalueerd en de regeling moet waar nodig worden aangepast zodat meer mensen hiermee aan het werk kunnen worden geholpen. Er is enige vooruitgang geboekt wat betreft het verschuiven van de belasting op arbeid naar milieubelastingen, maar aanvullende maatregelen zijn nodig. Na herhaalde vertraging in het verleden worden kasregisters nu geleidelijk online aangesloten op de belastingdienst. Hongarije kent echter nog steeds veel belastingfraude, met name door de grote hoeveelheid zwart werk en btw-fraude. De controles moeten worden opgevoerd, vooral om de btw-fraude efficiënter te bestrijden.

De jeugdwerkloosheid is in 2013 afgenomen, maar het aantal jongeren dat niet werkt en geen onderwijs of opleiding volgt, is toegenomen. De overheidsdiensten voor arbeidsbemiddeling zouden beter samen moeten werken met onderwijsinstellingen en lokale actoren om meer mensen te bereiken. Er is begonnen met de opbouw van capaciteit voor de overheidsdiensten voor arbeidsbemiddeling, onder meer door een systeem van cliëntprofilering op te zetten. De doeltreffendheid en doelmatigheid van het actieve arbeidsmarktbeleid voor een open arbeidsmarkt moeten worden geëvalueerd en de maatregelen moeten waar nodig worden aangepast om de toegang tot de arbeidsmarkt voor bepaalde kansarme groepen te verbeteren. De activeringselementen van verschillende arbeidsmarkt- en sociale maatregelen (de publieke regeling arbeidsvoorziening, werkloosheidsuitkeringen en sociale bijstand) moeten worden versterkt. De publieke regeling arbeidsvoorziening slorpt het grootste deel op van de begrotingsmiddelen die beschikbaar zijn voor werkgelegenheidsmaatregelen, maar in 2013 kon slechts 10 % van de deelnemers na afloop terugkeren op de open arbeidsmarkt. Dit doet de vraag rijzen of de regeling niet moet worden aangepast, bijvoorbeeld door activering, opleiding en hulp bij het zoeken naar werk beter aan elkaar te koppelen, om een groter effect op de arbeidsparticipatie te sorteren. De arbeidsparticipatie van vrouwen is gestimuleerd door het stelsel van betaald ouderschapsverlof flexibeler te maken en meer kinderopvang beschikbaar te stellen, maar verdere inspanningen zijn nodig, aangezien de participatiegraad van vrouwen nog steeds lager is dan 60 %. De periode dat aanspraak kan worden gemaakt op een werkloosheidsuitkering, is korter dan de tijd die het een werkzoekende gemiddeld kost om een nieuwe baan te vinden. Het aantal mensen dat het risico loopt in armoede of sociale uitsluiting te vervallen, stijgt gestaag in Hongarije en bedraagt momenteel bijna een derde van de bevolking. Armoede treft nog altijd op disproportionele wijze kansarme groepen, met name kinderen en Roma. Er bestaat een nationale strategie voor sociale inclusie, maar de daarin vastgestelde doelstellingen worden op de meeste terreinen niet systematisch geïntegreerd in de beleidsmaatregelen. Geïntegreerde en gestroomlijnde beleidsmaatregelen zijn nodig om armoede effectief te bestrijden.

Het ondernemingsklimaat in Hongarije wordt gekenmerkt door veelvuldige wijzigingen van de regelgeving en beperking van de concurrentie in een steeds groter aantal sectoren. Er zijn nieuwe belemmeringen opgeworpen in de dienstensector en bestaande belemmeringen (bijvoorbeeld met betrekking tot apotheken, afvalbeheer, mobiele betalingen, de tabaksdetailhandel en schoolboeken) zijn niet weggewerkt. De totale investeringen zijn vooral sterk afgenomen in sectoren waarin de afgelopen jaren sectorspecifieke extra heffingen zijn ingevoerd. Tussen 2010 en 2013 zijn de nominale investeringen in de energiesector met 44 % afgenomen, in de communicatiesector met 18 % en in totaal met 3,4 %. Er is enige vooruitgang geboekt met het verbeteren van de concurrentie bij overheidsopdrachten, maar verdere inspanningen zijn nodig. Meer gebruik maken van online aanbestedingsprocedures zou aanzienlijke kostenbesparingen opleveren, en zou leiden tot meer transparantie en concurrentie. Er is een begin gemaakt met het implementeren van integriteitsstrategieën en het promoten van normen voor meer transparantie binnen de overheid, maar verdere inspanningen zijn nodig om corruptie effectief aan te pakken.

Het aantal vroegtijdige schoolverlaters neemt toe en de goedkeuring van een preventiestrategie is herhaaldelijk uitgesteld. Er moet meer worden gedaan om ervoor te zorgen dat leerlingen de basisvaardigheden, competenties en kwalificaties verwerven die zij nodig hebben op de arbeidsmarkt. Gelijke toegang tot hoogwaardig regulier onderwijs is nog steeds een probleem voor kansarme kinderen, met name Roma. Omdat de overgang van het onderwijs naar de arbeidsmarkt nog steeds moeizaam verloopt, is een nieuwe wet inzake beroepsonderwijs aangenomen, waarbij onder meer een nieuw 'duaal model' is ingevoerd. De effecten daarvan moeten nauwlettend worden gevolgd.

Hongarije is in 2013 en 2014 verlagingen blijven doorvoeren in de elektriciteits- en gasprijzen voor eindverbruikers. Door deze prijsdalingen, in combinatie met de extra belastingen voor energiebedrijven, kunnen energieleveranciers moeilijker hun kosten terugverdienen, wat een negatief effect heeft op de investeringen en het onderhoud van het netwerk. Op dit moment behoort het energieverbruik van de huishoudens tot de hoogste in de EU; met name in de woningbouw zou de energiezuinigheid kunnen worden verbeterd. Het gebrek aan onafhankelijkheid van de energietoezichthouder bij het bepalen van de voorwaarden voor toegang tot het netwerk en de tarieven vormt nog steeds een punt van zorg. Er zijn enkele maatregelen getroffen om de organisatie van openbaarvervoerbedrijven te stroomlijnen, maar de duurzaamheid daarvan zou verder kunnen worden verbeterd door de exploitatiekosten aan te pakken en het tariefsysteem te veranderen.

In de context van het Europees semester heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Hongarije verricht. Zij heeft zowel het convergentieprogramma als het nationale hervormingsprogramma doorgelicht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaal-economisch beleid in Hongarije, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en -richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene economische governance van de Europese Unie te versterken door middel van een EU-inbreng in toekomstige nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met 7 weergegeven.

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma van Hongarije onderzocht. Zijn advies[8] daarover is met name in onderstaande aanbeveling (1) weergegeven.

In het licht van de diepgaande evaluatie van de Commissie en deze beoordeling heeft de Raad het nationale hervormingsprogramma en het convergentieprogramma onderzocht. Zijn aanbevelingen op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 zijn in de onderstaande aanbevelingen 1, 2, 3 en 5 weergegeven.

BEVEELT AAN dat Hongarije in de periode 2014-2015 actie zou moeten ondernemen om:

1. De begrotingsmaatregelen voor 2014 te versterken in het licht van het verschil van 0,9 % van het bbp dat zich volgens de voorjaarsprognoses 2014 van de Commissie aan het aftekenen is ten opzichte van de vereisten van het stabiliteits- en groeipact, met name de schuldreductieregel. In 2015 en daarna de begrotingsstrategie duidelijk te versterken om ervoor te zorgen dat de middellangetermijndoelstelling wordt gehaald, en aan de schuldreductievereisten te voldoen om de overheidsschuldquote op een aanhoudend neerwaarts pad te houden. Het bindende karakter van het begrotingskader voor de middellange termijn te versterken door systematisch achteraf na te gaan of is voldaan aan de cijfermatige regels en door correctiemechanismen toe te passen. De transparantie van de overheidsfinanciën te verbeteren, onder meer door het takenpakket van de begrotingsraad uit te breiden en door de opstelling van periodieke macrobudgettaire prognoses en beoordelingen van het effect van belangrijke beleidsvoorstellen voor de begroting verplicht te stellen.

2. De kredietverschaffing aan de economie te helpen normaliseren, onder andere door de opzet van het belastingstelsel te verbeteren en de belastingdruk voor financiële instellingen te verlagen. De heffing op financiële transacties aan te passen om te voorkomen dat minder spaargeld beschikbaar is voor de banksector, en het gebruik van elektronische betalingen verder te stimuleren. Obstakels voor het opschonen van kredietportefeuilles te onderzoeken en weg te werken, onder meer door de voorzieningsregeling voor geherstructureerde leningen aan te scherpen, belemmeringen voor executieverkoop weg te werken en de snelheid en efficiëntie van insolventieprocedures te vergroten. In dit verband nauw te overleggen met de belanghebbende partijen over nieuwe beleidsinitiatieven en erop toe te zien dat deze op de juiste doelgroep worden gericht en het morele risico voor kredietnemers niet verhogen. De financiële wet- en regelgeving en het financiële toezicht verder aan te scherpen.

3. Te zorgen voor een stabiel, evenwichtiger en gestroomlijnd vennootschapsbelastingstelsel, onder meer door verstorende sectorspecifieke belastingen af te bouwen. De hoge belastingdruk voor personen met een laag inkomen te verlichten, onder meer door milieubelastingen efficiënter te maken. Meer maatregelen te treffen om de naleving van de belastingwetgeving te verbeteren - en met name btw-fraude te bestrijden - en de totale kosten daarvan terug te dringen.

4. De maatregelen voor een gericht actief arbeidsmarktbeleid te intensiveren, onder andere door het systeem van cliëntprofilering van de publieke regeling arbeidsvoorziening sneller in te voeren. Het geplande systeem van mentoren voor jongeren op te zetten en te coördineren, samen met onderwijsinstellingen en lokale actoren, om meer mensen te bereiken. Na te gaan of de publieke regeling arbeidsvoorziening er inderdaad toe bijdraagt dat mensen na afloop weer een baan vinden en de activeringselementen van die regeling aan te scherpen. Te overwegen om de periode waarin aanspraak kan worden gemaakt op een werkloosheidsuitkering, te verlengen, gezien de tijd die het gemiddeld kost om een nieuwe baan te vinden, en de uitkering te koppelen aan activeringsmaatregelen. De reikwijdte en dekking van sociale bijstand te verbeteren en sterker te koppelen aan activering. Op het gebied van armoedebestrijding gestroomlijnde en geïntegreerde beleidsmaatregelen te implementeren om de armoede aanzienlijk terug te dringen, met name onder kinderen en Roma.

5. Het regelgevingskader stabieler te maken en de concurrentie op de markt te bevorderen door de belemmeringen in de dienstensector weg te werken. Ambitieuzere maatregelen te treffen om de transparantie en concurrentie bij overheidsopdrachten te vergroten, onder meer door middel van online aanbestedingsprocedures, corruptie verder terug te dringen en de administratieve lasten te verminderen.

6. Een nationale strategie voor de preventie van vroegtijdig schoolverlaten te implementeren, vooral gericht op de uitval in beroepsonderwijs en -opleiding. De segregatie in het onderwijs systematisch aan te pakken en te streven naar regulier onderwijs voor iedereen, ook voor kansarme groepen, met name Roma. De overgang tussen de verschillende onderwijsfasen en naar de arbeidsmarkt te ondersteunen en nauwlettend toe te zien op de implementatie van de hervorming van het beroepsonderwijs. Het hoger onderwijs zodanig te hervormen dat meer studenten, met name uit kansarme groepen, dit niveau bereiken.

7. Het effect te evalueren van de regulering van de energieprijzen op de investeringsbereidheid en op de concurrentie op de gas- en elektriciteitsmarkt. Verdere maatregelen te nemen om de autonomie van de energietoezichthouder bij het bepalen van de voorwaarden en de tarieven te waarborgen. Maatregelen te nemen om de energiezuinigheid te vergroten, met name in de woningbouw. De duurzaamheid van het vervoer verder te vergroten, onder andere door de exploitatiekosten te verlagen en het tariefsysteem te herzien van overheidsbedrijven in de vervoersector.

Gedaan te Brussel,

2.

Voor de Raad


De voorzitter

[1] PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.

[2] PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25.

[3] COM(2014) 418 final.

[4] P7_TA(2014)0128 en P7_TA(2014)0129.

[5] COM(2013) 800 final.

[6] COM(2013) 790 final.

[7] SWD(2014) 85 final.

[8] Uit hoofde van artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.