Toelichting bij COM(2014)616 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] ("de EFG-verordening").

2. De Ierse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Andersen Ireland Limited in Ierland.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


3.

VAN DE AANVRAAG


EGF-aanvraag| EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland

Lidstaat| Ierland

Betroffen regio('s) (NUTS II)| Southern and Eastern (IE02)

Datum van de indiening van de aanvraag| 16.5.2014

Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag| 30.5.2014

Datum van het verzoek om aanvullende informatie| 30.5.2014

Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie| 11.7.2014

Uiterste termijn voor de voltooiing van de beoordeling| 3.10.2014

Criterium voor steunverlening| Artikel 4, lid 2, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming| Andersen Ireland Limited

Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling)[2]| Afdeling 32 ("Bewerken van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen")

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten| 0

Referentieperiode (vier maanden)| 21 oktober 2013 - 21 februari 2014

Aantal ontslagen of beëindigingen van de werkzaamheden tijdens de referentieperiode (a)| 171

Aantal ontslagen of beëindigingen van de werkzaamheden voor of na de referentieperiode (b)| 0

Totaal aantal ontslagen (a + b)| 171

Geschat totaal aantal beoogde begunstigden| 138

Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)| 138

Budget voor individuele dienstverlening (EUR)| 2 332 000

Budget voor de implementatie van het EFG[3] (EUR)| 170 000

Totaal budget (EUR)| 2 502 000

EFG-bijdrage (60 %) (EUR)| 1 501 200

4.

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG


Procedure

4. De Ierse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/007 IE/Andersen Ireland ingediend op 16 mei 2014, binnen 12 weken na de datum waarop aan de in de punten 6 tot en met 8 vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag bevestigd binnen twee weken na de indiening van de aanvraag, namelijk op 30 mei 2014, en heeft de Ierse autoriteiten dezelfde dag om aanvullende informatie gevraagd. Die aanvullende informatie werd verstrekt binnen zes weken na het verzoek. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 3 oktober 2014 af.

5.

Subsidiabiliteit van de aanvraag


Betrokken ondernemingen en begunstigden

5. De aanvraag betreft 171 werknemers die bij Andersen Ireland Limited werden ontslagen. Die onderneming is actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 32, 'Bewerken van edelstenen en vervaardiging van sieraden en dergelijke artikelen'. De ontslagen bij de betrokken onderneming vielen hoofdzakelijk in de NUTS[4]II-regio IE02 Southern and Eastern.

6.

Criteria voor steunverlening


6. De Ierse autoriteiten hebben de aanvraag ingediend op grond van het criterium voor steunverlening van artikel 4, lid 2, van de EFG-verordening, in afwijking van de criteria van artikel 4, lid 1, onder a), dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd. In de aanvraag wordt een referentieperiode van vier maanden aangetoond, maar het aantal ontslagen werknemers is lager dan de drempel van 500 ontslagen voor een aanvraag overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a). Ierland heeft geargumenteerd dat in dit geval uitzonderlijke omstandigheden gelden, aangezien de ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de plaatselijke en regionale economie (zie de punten 15, 16 en 17).

7. De referentieperiode van vier maanden loopt van 21 oktober 2013 tot en met 21 februari 2014.

8. De aanvraag betreft:

– 171 werknemers die tijdens de referentieperiode van vier maanden in de primaire onderneming zijn ontslagen[5].

7.

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


9. De ontslagen werden als volgt berekend:

– 171 sinds de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

8.

In aanmerking komende werknemers


10. Er werden geen werknemers opgenomen die vóór of na de referentieperiode van vier maanden werden ontslagen. In totaal komen bijgevolg 171 werknemers in aanmerking.

9.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering


11. Ierland legt het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de invoer van buiten de EU de laatste vijf jaar of zelfs reeds langer zowel wat het volume als wat de waarde betreft de EU-markt voor sieraden (d.i. modesieraden) is gaan domineren. De belangrijkste producerende niet-EU-landen zijn China, India, Thailand, Turkije, Azerbeidzjan, Kazachstan, Vietnam, Indonesië, Saudi Arabië, Tunesië, Mexico, de Filipijnen, Brazilië, Maleisië en Zuid-Afrika. Tijdens de jaren 2003-2007, dat is vóór de crisis, zijn deze landen hun productie snel gaan opdrijven; onder de nieuwere producenten was China predominant met in 2007 ongeveer 83 % van het totale volume van de invoer in de EU, vóór India en Thailand.

Uit door Ierland aangehaalde cijfers van Eurostat blijkt dat de verkoop in de EU door producenten uit de EU en producenten van buiten de EU in 2008 uitging van de bijna identieke positie van een verkoopvolume van het product van 56 000 ton. Voor beide daalde het verkoopvolume, mogelijk in de nasleep van de wereldwijde financiële en economische crisis van 2008/2009. Terwijl het verkoopvolume van de producenten in de EU op de markt van de EU in 2012 daalde tot 10 600 ton in 2012, daalde de verkoop van het ingevoerde product uit niet-EU-landen weliswaar ook, maar veel minder sterk, en wel tot 45 700 ton. Waar er in 2008 pariteit was, was het volume van de invoer vier jaar later vier keer groter dan het verkoopvolume van de producenten in de Unie. Van dit volume producten dat niet in de EU werd geproduceerd, werd 95 % hoofdzakelijk uit Aziatische landen zoals China, India, Thailand en de Filipijnen ingevoerd. Dat zijn precies de landen waar verschillende in de EU gevestigde ondernemingen, waaronder de marktleiders Folli Follie en Swarovski, ondertussen hun productiefaciliteiten naartoe hadden verhuisd.

Deze situatie werd verder verergerd door de veranderingen die de handel in de sector doormaakte: er werd een verschuiving vastgesteld van het traditionele marketingmodel dat Andersen Ireland en het moederbedrijf Pierre Lang toepaste, met duizenden verkopers en verkoopsters over de hele Europese markt, naar het virtuele, wereldwijde en grensoverschrijdende model van de onlineverkoop. Dat vergrootte nog de voordelen die de producenten van buiten de EU reeds genoten, en heeft uiteindelijk geleid tot het ontslag van de 171 werknemers in Rathkeale en tot een inkrimping van het Europese verkooppersoneel van de onderneming.

12. Dit is de eerste EFG-aanvraag voor werknemers die zijn ontslagen in de sector edelstenen, sieraden en dergelijke artikelen.

10.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


13. De ontslagen bij Andersen Ireland Limited zijn het gevolg van de sluiting van de fabriek in Rathkeale, Co. Limerick, waarbij het volledige personeel zijn werk verloor.

Andersen Ireland, een dochteronderneming van Pierre Lang, heeft de fabriek in 1976 geïnstalleerd. Andersen Ireland was één van de twee productie-eenheden van de Pierre Lang-groep; de tweede productie-eenheid was in Wenen gevestigd. De fabriek in Rathkeale produceerde sieraden op bestelling voor Pierre Lang. De producten werden vervolgens in afgewerkte of halfafgewerkte toestand naar Wenen vervoerd.

In januari 2010 kocht de Duitse ondernemer Helmut Spikker de Pierre Lang-groep, die in 1961 werd opgericht. In augustus 2011, na langdurige onderhandelingen over terugbetalingen van leningen, vroeg de Raiffeisenbank dat Pierre Lang onder curatele zou worden geplaatst. In december 2012 kocht SMB (Schoeller Metternich Beteiligungen) alle activa van Pierre Lang. In Ierland heeft de Industrial Development Authority (IDA Ireland) zich gedurende heel 2012 actief bekommerd om Andersen, en positioneerde zij Andersen als een waardeoptie voor potentiële kopers tijdens de verkoop in 2012. Toen midden augustus 2013 nog geen oplossing in zicht was, besloot het hogere management in Oostenrijk om Andersen Ireland vrijwillig het faillissement te laten aanvragen. Alle werknemers werden ontslagen, de eersten in oktober 2013.

Algemene factoren hadden de onderneming reeds gedurende verschillende jaren negatief beïnvloed. De omzet van de onderneming was gedaald van 18 miljoen EUR in 2008 tot 8,9 miljoen EUR in 2012, en de loonkosten werden tijdens dezelfde periode bijna gehalveerd van 7 miljoen EUR tot 3,9 miljoen EUR. De kosten voor materiaal en de overheadkosten daalden van 11,1 miljoen EUR in 2008 tot 3 miljoen EUR in 2012; 55 % van deze kosten betroffen Ierse leveranciers.

11.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid


14. De ontslagen hebben aanzienlijke negatieve gevolgen voor de plaatselijke en regionale economie, aangezien Andersen Ireland een belangrijke werkgever was in dit plattelandsgebied, waar het gedurende 37 jaar actief was. 119 van de 171 werknemers waren vrouwen (69,6 %). Volgens de laatste volkstelling (2011) was de werkloosheid in de regio Rathkeale (39,3 %) meer dan dubbel zo hoog als gemiddeld in Ierland (19 %).

15. Gemiddeld hadden de werknemers minstens vijftien jaar onafgebroken voor de onderneming gewerkt; sommigen werkten er reeds meer dan dertig jaar.

12.

De uitzonderlijke omstandigheden op grond waarvan de aanvraag voor steun in aanmerking komt


16. Ierland voert aan dat deze aanvraag, ondanks het feit dat er binnen de referentieperiode van vier maanden minder dan 500 ontslagen vielen, moet worden gelijkgesteld met een aanvraag overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening op grond van uitzonderlijke omstandigheden die ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de plaatselijke, regionale of nationale economie. Daartoe voert Ierland aan dat 171 ontslagen in Rathkeale veel is, aangezien het een kleine stad is in een plattelandsgebied, en dat de grote meerderheid van de ontslagen werknemers vrouwen zijn, wier loon in dit economisch achtergestelde gebied vaak het enige of belangrijkste inkomen was voor het hele gezin. Uit de volkstelling van 2011 blijkt dat de afhankelijkheidsratio in de regio bijzonder hoog is (63,2 % afhankelijke personen, hetzij op grond van hun leeftijd, hetzij door werkloosheid, wat aanzienlijk hoger is dan het nationale gemiddelde van 45,8 %).

17. Uit de volkstelling blijkt eveneens dat zowel het onderwijsniveau als het vaardighedenniveau in de regio onder het nationale gemiddelde ligt, en dat het percentage éénoudergezinnen hoog is. Rathkeale werd in 2009 officieel erkend als achtergestelde gemeente en werd opgenomen in het actieplan van de regering om dergelijke gemeenten nieuw leven in te blazen.

18. In de regio werden recentelijk geen nieuwe fabrieken geopend die de werknemers nieuwe kansen op werk zouden kunnen bieden. De dichtstbijzijnde stad is Limerick, op zo'n 30 km afstand, die in 2009 werd getroffen door de sluiting van de Dell-fabriek, waarvoor een EFG-aanvraag werd ingediend en goedgekeurd. Een nieuwe farmaceutische fabriek in dezelfde stad heeft werknemers nodig met andere vaardighedencombinaties, die mobieler en flexibeler zijn dan de werknemers die bij Andersen Ireland werden ontslagen.

13.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties


Beoogde begunstigden

19. Naar verwachting zullen 138 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

Categorie| Aantal beoogde begunstigden

Geslacht:| Mannen:| (26,09 %)

|| Vrouwen:| (73,91 %)

Nationaliteit:| EU-burgers:| (99,28 %)

|| Niet-EU-burgers:| (0,72 %)

Leeftijdsgroep:| 15-24 jaar:| (0,72 %)

|| 25-29 jaar:| (1,45 %)

|| 30-54 jaar:| (89,86 %)

|| 55-64 jaar:| (7,97 %)

|| Ouder dan 64 jaar:| (0,00 %)

20. Daarnaast zullen de Ierse autoriteiten individuele dienstverlening verstrekken die door het EFG wordt medegefinancierd aan maximaal 138 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's) en die op de datum van de indiening van de aanvraag jonger waren dan 25 jaar, aangezien de ontslagen zich voordoen in de NUTS II-regio Southern and Eastern (IE02), die voor het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief in aanmerking komt.

21. Het geschatte totale aantal beoogde begunstigden dat naar verwachting aan de maatregelen zal deelnemen, met inbegrip van NEET's, bedraagt bijgevolg 276.

14.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


22. De individuele dienstverlening die aan de ontslagen werknemers en NEET's zal worden verstrekt, omvat de volgende acties, die zeer individueel zullen zijn en zullen beogen zo breed mogelijke kansen op werk te bieden in een regio waar er maar weinig groeisectoren of productie-eenheden zijn. De ontslagen werknemers zullen in belangrijke mate moeten worden bijgeschoold.

– Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie: de ontslagen werknemers zullen reeds in een vroegtijdig stadium begeleiding krijgen; zij zullen worden geholpen bij het duidelijk en methodisch beoordelen van hun situatie en hun vooruitzichten. Zodra de eerste schok van het ontslag enigszins is weggeëbd, zal verdere begeleiding volgen, waarbij de nadruk zal worden gelegd op het vinden van een nieuwe baan. De dienstverlening omvat persoonlijke profilering, vaststelling van de behoeften, beoordeling van de leerprestaties, het opstellen van een cv, loopbaanbegeleiding, hulp bij het zoeken naar werk en andere gerelateerde ondersteuning en adviesverlening. In de onmiddellijke nabijheid van de plaats waar de ontslagen zijn gevallen, installeert de EFG-coördinatie-eenheid een kantoor dat dienst zal doen als aanlooppunt voor de werknemers en de NEET's, maar dat in voorkomend geval ook andere agentschappen kan aantrekken.

– Opleidingsbeurzen van het EFG: dankzij deze regeling, die bij eerdere EFG-aanvragen werd getest, kunnen ontslagen werknemers en NEET's volledige toegang hebben tot de meest uiteenlopende opleidingen, en in het bijzonder tot opleidingen die via het openbare stelsel niet toegankelijk zijn. Alle opleidingen zijn formeel erkend. De regeling geldt voor secundair en hoger onderwijs, tot een jaarlijks maximum van respectievelijk 3 000 en 5 000 EUR. Het inschrijvingsgeld wordt rechtstreeks door de coördinatie-eenheid van het EFG aan de dienstverlener betaald, afhankelijk van relevante criteria zoals het bijwonen van de opleiding, de geboekte vooruitgang enz.

– Programma's voor opleiding en secundair onderwijs: aan de werknemers van Andersen en de NEET's zal een zo groot mogelijke keuze aan onderwijs- en opleidingsprogramma's worden aangeboden. Het hoofddoel bestaat erin de betrokkenen ertoe in staat te stellen op de arbeidsmarkt te blijven of er opnieuw op in te treden. De gewezen werknemers van Andersen hebben reeds belangstelling getoond voor diverse gebieden, zoals financiën en administratie, computervaardigheden, gezondheidszorg, detailhandel en lifestyle-beroepen, alsook fabricage- en productieprocessen. Er zal ook rekening worden gehouden met personen die stage willen lopen of in gemeenschapsgeoriënteerde werkregelingen wensen te stappen.

– Programma's hoger onderwijs: in een aantal instellingen voor hoger onderwijs en universiteiten wordt een breed programma opengesteld. Er worden deeltijdse en voltijdse opleidingen aangeboden; in hoeverre op dit aanbod wordt ingegaan, zal afhangen van het onderwijsniveau, de behoeften en de geschiktheid van de betrokkene. De uiteindelijke keuze ligt bij de persoon zelf, overeenkomstig het voor het EFG kenmerkende beginsel van de individuele dienstverlening.

– Opleidingen door vaardigheidsnetwerken: vaardigheidsnetwerken zijn netwerken van drie of meer ondernemingen die in dezelfde industriesector of hetzelfde geografische gebied actief zijn en die samenwerken om opleiding te verstrekken wanneer afzonderlijke ondernemingen daartoe mogelijk niet in staat zijn. De opleiding is gericht op de herintreding op de arbeidsmarkt en omvat meestal een periode van praktische opleiding op de werkplek in plaatselijke ondernemingen. Er worden vaardigheden aangeleerd die de deelnemende ondernemingen nodig hebben. De opleidingen kunnen bijgevolg goede kansen bieden op een toekomstige baan. Werken aan de zijde van mensen die een baan hebben, helpt de betrokkenen ook om aan netwerking te doen, contacten te leggen op de werkplek en bij te blijven met de specifieke vaardigheidscombinaties in de sector.

– Ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige: de plaatselijke ondernemerschapscomités zullen 'zachte' diensten verlenen, zoals mentoring, advies, hulp bij het opstellen van een bedrijfsplan, opleiding op gebieden zoals verkoop en marketing, bedrijfsbeheer, belastingen, boekhouding enz., alsook 'harde' diensten zoals beperkte subsidies voor het oprichten van een bedrijf, die variëren van gemiddeld ongeveer 8 000 EUR tot maximaal 15 000 EUR voor bedrijven met een groter potentieel.

– Inkomenssteun, met inbegrip van bijdragen in de kosten van opleidingen: er zullen verschillende vormen van inkomenssteun worden verstrekt aan begunstigden die deelnemen aan onderwijs of opleiding; deze steun is strikt beperkt tot een maximum van 35 % van het totale pakket van individuele dienstverlening en wordt slechts toegekend op voorwaarde dat de begunstigde actief werk zoekt of een opleiding of onderwijs volgt. De regeling voor bijdragen in de kosten van opleidingen voorziet in een bijdrage in de reis- en verblijfskosten en in de kosten van uitrusting en materiaal voor de cursus.

23. De individuele dienstverlening aan NEET's zal dezelfde maatregelen omvatten als die aan de ontslagen werknemers. In de loop van het programma zal worden toegezien op de geboekte vooruitgang om te beoordelen of specifieke soorten cursussen beter geschikt zijn voor of meer gevraagd zijn bij NEET's, en alles zal eraan worden gedaan om een persoonlijke benadering te bevorderen.

24. De voorgestelde maatregelen die hier worden beschreven, zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

25. De Ierse autoriteiten hebben de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Zij hebben bevestigd dat een financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

15.

Geraamd budget


26. De totale kosten worden op 2 502 000 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 2 332 000 EUR voor individuele dienstverlening en van 170 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

27. De EFG-coördinatie-eenheid, die zich momenteel in Raheen (30 km van Rathkeale) bevindt, zal een plaatselijk kantoor openen, ofwel in Rathkeale zelf, ofwel in de omgeving van Newcastle West (tussen Rathkeale en Limerick City). Dat wordt een uniek aanlooppunt voor begeleiding en informatie. Daar zullen de ontslagen werknemers en de NEET's lokaal toegang hebben tot alle relevante ondersteuning, in de vorm van begeleiding, advies, criteria waaraan zij moeten beantwoorden om in aanmerking te komen, opleiding enz., en zullen zij door een ervaren EFG-team in voorkomend geval worden doorverwezen naar passende externe ondersteuning.

28. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 1 501 200 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geraamd aantal deelnemers| Geraamde kosten per deelnemer (EUR)| Geraamde totale kosten (EUR)

16.

Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)


Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie| 160 000

Opleidingsbeurzen van het EFG| 8 780 000

Programma's voor opleiding en secundair onderwijs| 4 340 000

Programma's hoger onderwijs| 5 140 000

Opleidingen door vaardigheidsnetwerken| 4 160 000

Ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige| 6 96 000

Subtotaal (a):| –| 1 676 000

(71,9 %)

17.

Toelagen en stimulerende maatregelen (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)


Inkomenssteun, met inbegrip van bijdragen in de kosten van opleidingen| 2 656 000

Subtotaal (b):| –| 656 000

(28,1 %)

18.

Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening


1. Voorbereiding| –| 10 000

2. Beheer| –| 120 000

3. Voorlichting en publiciteit| –| 20 000

4. Controle en rapportage| –| 20 000

Subtotaal (c):| –| 170 000

(6,8 %)

Totale kosten (a + b + c):| –| 2 502 000

EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)| –| 1 501 200

29. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. De Ierse autoriteiten hebben bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

30. De Ierse autoriteiten hebben bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

19.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


31. De Ierse autoriteiten hebben de beoogde begunstigden met ingang van 21 oktober 2013 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties bedoeld in punt 22 zullen bijgevolg van 21 oktober 2013 tot en met 16 mei 2016 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen, met uitzondering van hoger onderwijs, dat voor een financiële bijdrage in aanmerking komt tot en met 16 november 2016.

32. Op 24 september 2013 hebben de Ierse autoriteiten de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 24 september 2013 tot en met 16 november 2016 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

20.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


33. De bron van nationale voor- of medefinanciering is het Iers Ministerie van Financiën, dat de diensten voorfinanciert en ook het programma na goedkeuring van de EFG-bijdrage zal medefinancieren. De uitgaven zullen worden gefinancierd uit het Nationaal Opleidingsfonds en reeds goedgekeurde rubrieken van het Ministerie van Onderwijs en Vaardigheden en andere betrokken ministeries.

34. De Ierse autoriteiten hebben bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

21.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


35. De Ierse autoriteiten hebben laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de beoogde begunstigden en hun vertegenwoordigers, alsook met de sociale partners. Dit overleg ging van start zodra aan de desbetreffende overheidsdiensten kennisgeving was gedaan van de op handen zijnde collectieve ontslagen, toen de EFG-beheersautoriteit contact heeft opgenomen met het management van het bedrijf en de vakbond/vertegenwoordigers van de werknemers om de potentiële behoeften van de ontslagen werknemers te bespreken en vast te stellen. De EFG-coördinatie-eenheid heeft reeds een brede enquête gehouden onder de getroffen werknemers om de beoogde cohorte vast te stellen, alsook hun onderwijs- en opleidingsachtergrond en hun potentiële behoeften aan individuele dienstverlening om hun uitzichten op herintreding op de arbeidsmarkt te vergroten.

36. In maart en mei 2014 vonden er eveneens vergaderingen plaats met onder meer vertegenwoordigers van de werknemers over de EFG-procedures, het verzamelen van gegevens en de voortgang van de aanvraag. Het is de bedoeling een raadgevend forum op te richten om de werkzaamheden van de EFG-coördinatie-eenheid aan te vullen, teneinde de ontslagen werknemers de kans te bieden om continu input te geven voor de implementatie van het EFG-programma.

37. Op 9 juni 2014 vond in Rathkeale een plaatselijke open dag voor zowel de ontslagen werknemers als NEET's plaats om de verscheidenheid aan beschikbare ondersteuning in het kader van het programma onder de aandacht te brengen en toekomstige EFG-begunstigden de kans te geven om met dienstverleners de verschillende mogelijkheden te bespreken. Het evenement is er gekomen op initiatief van Minister van Opleiding en Vaardigheden en Parlementslid Ciaran Cannon.

Beheers- en controlesystemen



38. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Ierland heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door de daartoe aangewezen ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs en Vaardigheden, die als EFG-beheersautoriteit zijn benoemd. De beheersautoriteit onderzoekt en betaalt EFG-vorderingen die worden ingediend door intermediaire instanties namens begunstigde overheidsorganen.

39. Intermediaire instanties zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van EFG-financiering bij de beheersautoriteit en in de meeste gevallen ook voor de uitbetaling ervan. Intermediaire instanties moeten ook controleren of het doel, de toepassingssfeer en de schaal van de financiering passen in het kader van een EFG-aanvraag. Zij zien er bovendien op toe dat begunstigde overheidsorganen voor alle EFG-gerelateerde uitgaven en vorderingen procedures voor monitoring, voor passende registratie en voor interne controle opstellen en naar behoren documenteren.

40. De certificerende instantie van het EFG is verantwoordelijk voor de certificering van staten van uitgaven in verband met door het EFG medegefinancierde maatregelen. Daardoor verzekert de certificerende instantie zich van de naleving van alle voorschriften inzake nauwkeurigheid, wettigheid, subsidiabiliteit en rechtmatigheid van de uitgaven. Zij certificeert eveneens de verantwoordingsstaat van de uitgaven, die als onderdeel van het eindverslag moet worden ingediend.

41. Een onafhankelijk auditorgaan zal zijn advies samen met het eindverslag overleggen.

22.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat


42. De Ierse autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:

– bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

– aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

– de onderneming waar de ontslagen vallen is haar wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en heeft voor de werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

– de voorgestelde acties zullen steun verlenen aan individuele werknemers en zullen niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

– de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

– de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

– de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

2.

Gevolgen voor de begroting



23.

Begrotingsvoorstel


43. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[6] mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

44. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 1 501 200 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te verstrekken voor de aanvraag.

45. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[7] zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

24.

Met dit besluit samenhangende handelingen


46. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 1 501 200 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

47. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.