Toelichting bij COM(2014)620 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] ("de EFG-verordening").

2. De Griekse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Sprider Stores S.A. in Griekenland.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


3.

VAN DE AANVRAAG


EGF-aanvraag:| EGF/2014/009 EL/Sprider Stores

Lidstaat| Griekenland

Belangrijkste betroffen regio('s) (NUTS II)| Κεντρική Μακεδονία (Centraal-Macedonië) (EL12) Aττική (Attica) (EL30)

Datum van de indiening van de aanvraag| 6.6.2014

Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag| 13.6.2014

Datum van het verzoek om aanvullende informatie| 20.6.2014

Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie| 1.8.2014

Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling| 24.10.2014

Criterium voor steunverlening| Artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming| Sprider Stores S.A.

Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling)[2]| Afdeling 47 ("Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen")

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten| 0

Referentieperiode (vier maanden)| 17 november 2013 - 17 maart 2014

Aantal ontslagen of beëindigingen van de werkzaamheden tijdens de referentieperiode (a)| 703

Aantal ontslagen of beëindigingen van de werkzaamheden voor of na de referentieperiode (b)| 58

Totaal aantal ontslagen (a + b)| 761

Geschat totaal aantal beoogde begunstigden| 761

Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)| 550

Budget voor individuele dienstverlening (EUR)| 11 941 500

Budget voor de implementatie van het EFG[3] (EUR)| 210 000

Totaal budget (EUR)| 12 151 500

EFG-bijdrage (60 %) (EUR)| 7 290 900

4.

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG


Procedure

4. De Griekse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/009 EL/Sprider Stores ingediend op 6 juni 2014, binnen 12 weken na de datum waarop aan de in de punten 6 tot en met 8 vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag bevestigd binnen twee weken na de indiening van de aanvraag, namelijk op 13 juni 2014. De Commissie heeft de Griekse autoriteiten op 20 juni 2014 om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd verstrekt binnen zes weken na de datum van het verzoek. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 24 oktober 2014 af.

5.

Subsidiabiliteit van de aanvraag


Betrokken ondernemingen en begunstigden

5. De aanvraag betreft 761 werknemers die werden ontslagen bij Sprider Stores S.A., een onderneming die actief was in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 47 ("Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen"). De winkels waren vooral gevestigd in de NUTS[4] II-regio's Κεντρική Μακεδονία (Centraal Macedonië) (EL12) en Aττική (Attica) (EL30).

6.

Criteria voor steunverlening


6. De Griekse autoriteiten hebben de aanvraag ingediend op grond van het criterium voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd bij leveranciers of downstreamproducenten.

7. De referentieperiode van vier maanden loopt van 17 november 2013 tot en met 17 maart 2014.

8. De aanvraag heeft betrekking op 703 werknemers die tijdens de referentieperiode van vier maanden bij Sprider Stores werden ontslagen[5].

7.

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


9. Alle ontslagen werden berekend vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

8.

In aanmerking komende werknemers


10. Naast de werknemers die reeds werden vermeld, komen nog 58 werknemers in aanmerking die vóór de referentieperiode van vier maanden werden ontslagen. Deze werknemers werden ontslagen na de algemene aankondiging van de geplande ontslagen op 30 september 2013. Er kan een duidelijk oorzakelijk verband worden gelegd met de gebeurtenis (de faillissementsaanvraag van het bedrijf) die aanleiding heeft gegeven tot de ontslagen tijdens de referentieperiode.

11. In totaal komen 761 werknemers in aanmerking.

9.

Verband tussen de ontslagen en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde economische crisis


12. Griekenland legt het verband tussen de ontslagen enerzijds en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde wereldwijde financiële en economische crisis anderzijds met het argument dat de Griekse economie voor het zesde jaar op rij (2008-2013) een diepe recessie doormaakt. Sinds 2008 zijn volgens Elstat (het Griekse bureau voor de statistiek) het Grieks bbp met 25,7 procentpunten, de overheidsconsumptie met 21 procentpunten en de particuliere consumptie met 32,3 procentpunten gedaald, terwijl de werkloosheid met 20,6 procentpunten is toegenomen.

13. Bovendien heeft het dalende bbp de kloof tussen het Grieks bbp per hoofd en het bbp per hoofd in de EU groter gemaakt, waardoor de vooruitgang die Griekenland in de periode 1995-2007 heeft geboekt om tot economische convergentie te komen, ongedaan wordt gemaakt.

14. Voorts heeft de Griekse regering in 2008, met het oog op de afbetaling van buitenlandse schulden, onpopulaire maatregelen genomen, zoals een verhoging van de belastingen, een stroomlijning van de overheidsuitgaven en een verlaging van de salarissen in de publieke sector. Ook in de privésector werden de lonen verlaagd in een poging om de Griekse economie concurrerender te maken. Sinds 2008 hebben duizenden ondernemingen hun werkzaamheden gestaakt en hun deuren gesloten, waardoor hun personeel moest worden ontslagen, en hebben ook duizenden zelfstandigen hun werkzaamheden beëindigd; dat alles heeft bijgedragen tot de scherpe stijging van de werkloosheid. Een onmiddellijk effect van het verlaagde inkomen was een daling van de consumptie.

15. In 2009 volgde de particuliere consumptie in Griekenland dezelfde negatieve trend als in de EU-27. In 2010 en 2011 was er een herstel van de particuliere consumptie op het niveau van de EU-27, die werd gevolgd door een daling in 2012. In Griekenland is de particuliere consumptie sinds het begin van de financiële en economische crisis blijven dalen, en de cijfers werden elk jaar slechter.

Particuliere consumptie (% verandering in vergelijking met het jaar voordien)

|| 2012

EU-| 0,| -1,| 1,| 0,| -0,74

Griekenland| 4,| -1,| -6,| -7,| -9,07

16. Volgens het verslag van Elstat over het inkomen en de levensomstandigheden van de gezinnen bevond in 2012 23 % van de Grieken zich onder de armoedegrens[6].

17. Tot op heden werden voor de detailhandel reeds drie andere EFG-aanvragen ingediend[7], die eveneens op de wereldwijde financiële en economische crisis gebaseerd waren.

10.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


18. Volgens de Griekse autoriteiten hadden de ontslagen twee belangrijke oorzaken: 1) de daling van het beschikbare gezinsinkomen ― ingevolge de hogere belastingdruk, de dalende lonen (zowel in de privé- als in de overheidssector) en de stijgende werkloosheid ― wat een zeer sterke daling van de koopkracht tot gevolg had; 2) de drastische afname van de leningen aan ondernemingen en particulieren door het gebrek aan liquide middelen in de Griekse banken. Volgens de Bank van Griekenland is de jaarlijkse groei van leningen aan gezinnen en bedrijven (met uitzondering van financiële ondernemingen) sinds 2010 negatief door een gebrek aan liquide middelen in de Griekse banken.

19. Sprider Stores werd opgericht in 1971. In 1999 heeft de groep Hajioannou 80 % van het bedrijf gekocht en Sprider Stores begon te groeien tot het de grootste Griekse multinationale keten voor betaalbare mode werd, zoals het trots aankondigde op zijn website[8]. In 2000 werd de dochteronderneming Sprider Bulgarije opgericht om de aanwezigheid van de groep op de Balkan beter te ondersteunen. Zeven jaar later, in 2007, breidde het bedrijf zijn aanwezigheid uit in Zuid-Oost Europa met de opening van vijf winkels in Roemenië, één winkel in Lemesos (Cyprus) en nog een winkel in Sofia (Bulgarije). Het jaar daarop opende Sprider Stores 21 nieuwe winkels in Griekenland (10 in Athene en Thessaloniki en 11 gespreid over het land) en 16 in het buitenland, in Roemenië, Bulgarije, Cyprus, Polen en Servië. In 2009 beschikte het bedrijf over een netwerk van 114 kledingwinkels, had het 1 500 werknemers in dienst en maakte het een omzet van 150 miljoen EUR.

20. Door de daling van de koopkracht van de Griekse gezinnen na de neergang van de Griekse economie sinds het begin van de economische en financiële crisis is de vraag naar andere producten dan basisvoedingsmiddelen ingestort en begon de omzet van Sprider Stores dienovereenkomstig een neergang te vertonen.

11.

Omzet van Sprider Stores (2009-2013) Miljoen EUR


| 2013[9]

150,| 138,| 112,| 77,| 22,36

21. Een ander gevolg van de recessie van de Griekse economie was het tekort aan kasstroom. Om dat probleem te verhelpen, zocht Sprider Stores financiële hulp bij de banken, maar tevergeefs. Volgens de pers was dat het belangrijkste argument dat Sprider Stores aanvoerde toen het de stopzetting van zijn activiteiten aankondigde[10]

22. Door de combinatie van de daling van de omzet die werd veroorzaakt door de daling van het verbruik en de strengere kredietvoorwaarden kon Sprider Stores geen oplossing vinden, wat ertoe heeft geleid dat de onderneming het faillissement aanvroeg en de werknemers werden ontslagen.

12.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid


23. Aangezien Sprider Stores in alle Griekse regio's aanwezig was, zijn de ontslagen over heel Griekenland gespreid. De Griekse autoriteiten argumenteren dat de ontslagen bij Sprider Stores de werkloosheidssituatie, die ingevolge de economische en financiële crisis reeds was verslechterd en bijzonder kwetsbaar lijkt, verder zullen verslechteren. Van alle EU-lidstaten heeft Griekenland de hoogste werkloosheid.

13.

Werkloosheid


Bron: Eurostat[11]

24. De meeste ontslagen (64 %) vallen in Attica en Centraal-Macedonië. In Q4 2013 was de werkloosheid in beide regio's hoger dan het nationale gemiddelde (27,5 %). In Attica bedroeg de werkloosheid 28,2 %, en in Centraal-Macedonië 30,3 %[12]. Voorts zijn er in Attica en Centraal-Macedonië te weinig vacatures voor het hoge aantal werkzoekenden. Bijgevolg is meer dan 70 % van de werklozen reeds meer dan 12 maanden werkloos. In Centraal‑Macedonië is de situatie van jonge werkzoekenden bijzonder zorgwekkend, aangezien 60,4 % van de jongeren werkloos is.

25. Bovendien is de regio Attica goed voor 43 % van het Grieks bbp; de gevolgen van de sluiting van ondernemingen die in deze regio gevestigd zijn, zullen zich bijgevolg in de hele Griekse economie laten voelen.

14.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties


Beoogde begunstigden

26. Naar verwachting zullen 761 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

Categorie| Aantal beoogde begunstigden

Geslacht:| Mannen:| (14,7 %)

|| Vrouwen:| (85,3 %)

Burgerschap:| EU-burgers:| (100,00 %)

|| Niet-EU-burgers:| (0,00 %)

Leeftijdsgroep:| 15-24 jaar:| (4,9 %)

|| 25-29 jaar:| (22,5 %)

|| 30-54 jaar:| (72,1 %)

|| 55-64 jaar:| (0,5 %)

|| Ouder dan 64 jaar:| (0,00 %)

27. Daarnaast zullen de Griekse autoriteiten door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening verstrekken aan maximaal 550 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's) en die op de datum van de indiening van de aanvraag jonger waren dan 30 jaar, aangezien 682 ontslagen die in punt 7 worden vermeld zich voordoen in NUTS II-regio's die voor het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief in aanmerking komen[13].

28. Het geschatte totale aantal beoogde begunstigden dat naar verwachting aan de maatregelen zal deelnemen, met inbegrip van NEET's, bedraagt bijgevolg 1 311.

15.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


29. De individuele dienstverlening aan de ontslagen werknemers en de NEET's omvat de volgende acties.

– Loopbaanbegeleiding: deze begeleidende maatregel wordt aan alle deelnemers aangeboden en omvat de volgende fasen:

1 Informatie voor NEET's. In tegenstelling tot de 761 beoogde werknemers, die reeds bekend zijn (voormalige werknemers van Sprider Stores), moet de groep beoogde NEET's nog worden afgebakend. Om de beoogde NEET's te selecteren, zullen de Griekse autoriteiten onder meer criteria toepassen die zijn afgestemd op de criteria van het uitvoeringsplan voor de Griekse jongerengarantie (m.a.w. met uitsluiting bedreigde jongeren, de hoogte van het gezinsinkomen, het onderwijsniveau, de duur van de werkloosheid enz.), alsook blijken van belangstelling. Daartoe zijn zij van plan informatiecampagnes te organiseren die specifiek op NEET's gericht zijn.

2 Intake en registratie. De eerste maatregelen die aan alle deelnemers worden aangeboden (zowel werknemers als NEET's) omvatten informatie over beschikbare diensten en opleidingsprogramma's en over vaardigheids- en opleidingseisen.

3. Beoordeling van de vaardigheden en samenstelling van een persoonlijk en beroepsdossier. Deze maatregel heeft tot doel werknemers en NEET's inzicht te helpen geven in hun eigen vaardigheden en in de mogelijkheden die hun interessen bieden, en hen erbij te helpen een realistisch loopbaanplan op te stellen. De beoordeling van de vaardigheden omvat een intensieve en gepersonaliseerde begeleiding, die is gestructureerd als een traject dat bestaat uit verschillende fasen waarin de werknemer en de begeleider aan een thema werken (bijvoorbeeld kansen, interessen, analyse van de motivaties en verwachtingen, hinderpalen, enz.). Na deze beoordelingen wordt een persoonlijk en beroepsdossier opgesteld, met een overzicht van de vaardigheden van de deelnemer, zijn/haar individuele project en een actieplan.

4 Hulp bij het zoeken naar een baan en loopbaanbegeleiding. Dit omvat: 1) horizontale opleidingen zoals de ontwikkeling van sociale vaardigheden, aanpassing aan nieuwe situaties, besluitvorming; 2) hulp bij het zoeken naar een baan, inclusief informatie over vacatures, actief onderzoek van de plaatselijke en regionale kansen op werk, technieken voor het zoeken naar een baan en een cursus over het opstellen van cv's en begeleidende brieven en in het voorbereiden van een sollicitatiegesprek; (3) loopbaanbegeleiding: de loopbaanbegeleiders zullen de ontslagen werknemers helpen bij hun beroepskeuze en hen in de richting van specifieke vacatures sturen.

5. Begeleiding bij de (re-)integratie op de arbeidsmarkt. De adviseurs zullen de werknemers en NEET's eveneens begeleiden bij de uitvoering van hun opleidingstrajecten en individuele plannen met het oog op hun (re-)integratie op de arbeidsmarkt. De deelnemers die een eigen bedrijf wensen op te richten, zullen daarbij in het kader van de loopbaanbegeleiding algemene ondersteuning en begeleiding krijgen.

6. Monitoring. De monitoring bestaat in een follow-up van de deelnemers tijdens de zes maanden na afloop van de uitvoering van de maatregelen.

– Opleiding, omscholing en beroepsopleiding. In het kader van deze maatregel worden aan werknemers en NEET's beroepsopleidingen aangeboden die beantwoorden aan hun behoeften zoals die bij de loopbaanbegeleiding werden vastgesteld. Het betreft opleidingen op gebieden en in sectoren met goede ontwikkelingsvooruitzichten, die op erkende behoeften van de arbeidsmarkt zijn afgestemd. De opleidingen kunnen ook met stages worden aangevuld.

– Bijdrage aan het opstarten van een bedrijf. De werknemers of NEET's die een eigen bedrijf oprichten, zullen maximaal 15 000 EUR ontvangen als bijdrage in de oprichtingskosten. In Griekenland is de toegang tot financiering een van de grootste problemen waarmee ondernemers te kampen hebben wanneer zij een bedrijf willen oprichten. Door het tekort aan liquide middelen wijzen de banken de meeste verzoeken om een lening af. Met deze maatregel wordt beoogd ondernemerschap door deze financiële steun aan te moedigen.

– Toelage voor het zoeken naar werk en opleidingstoelage. Om de uitgaven te dekken die zij moeten doen om aan de loopbaanbegeleiding deel te nemen, zullen de deelnemers 50 EUR ontvangen per dag waarop zij aan de maatregel deelnemen. Wanneer zij een opleiding volgen, zullen zij een toelage van 6 EUR per uur ontvangen.

– Mobiliteitstoelage. Werknemers en NEET's die een baan accepteren waarvoor zij moeten verhuizen, ontvangen een eenmalige uitkering van 2 000 EUR voor de noodzakelijke uitgaven.

30. De voorgestelde maatregelen die hier worden beschreven, zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

31. De Griekse autoriteiten hebben de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Zij hebben bevestigd dat een financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

16.

Geraamd budget


32. De totale kosten worden op 12 151 500 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 11 941 500 EUR voor individuele dienstverlening en van 210 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

33. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 7 290 900 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geraamd aantal deelnemers| Geraamde kosten per deelnemer (EUR) (*)| Geraamde totale kosten (EUR) (**)

17.

Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)


Loopbaanbegeleiding| 1 1 1 638 750

Opleiding, omscholing en beroepsopleiding| 1 2 3 484 000

Bijdrage aan het opstarten van een bedrijf| 15 3 000 000

Subtotaal (a):| –| 8 122 750

(68,02 %)

18.

Toelagen en stimulerende maatregelen (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)


Toelage voor het zoeken naar werk| 1 1 1 638 750

Opleidingstoelage| 1 1 1 980 000

Mobiliteitstoelage| 2 200 000

Subtotaal (b):| –| 3 818 750

(31,98 %)

19.

Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening


1. Voorbereiding| –| 40 000

2. Beheer| –| 40 000

3. Voorlichting en publiciteit| –| 100 000

4. Controle en rapportage| –| 30 000

Subtotaal (c):| –| 210 000

(1,73 %)

Totale kosten (a + b + c):| –| 12 151 500

EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)| –| 7 290 900

(*) Om decimale cijfers te vermijden, zijn de geraamde kosten per werknemer afgerond. De afronding heeft evenwel geen gevolgen voor de totale kosten van elke maatregel, die dezelfde blijven als in de door Griekenland ingediende aanvraag.

(**) Door het afronden kloppen de totalen niet exact.

34. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. De Griekse autoriteiten hebben bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

35. De Griekse autoriteiten hebben bevestigd dat de investeringkosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht en voor overnames door werknemers per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

20.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


36. De Griekse autoriteiten hebben de beoogde begunstigden met ingang van 1 september 2014 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de in punt 29 genoemde acties zullen bijgevolg van 1 september 2014 tot en met 1 september 2016 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

37. Op 15 juli 2014 hebben de Griekse autoriteiten de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 15 juli 2014 tot en met 1 maart 2017 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

21.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


38. Het overheidsinvesteringsprogramma van het Ministerie van Ontwikkeling is de bron van de nationale voor- of medefinanciering.

39. De Griekse autoriteiten hebben bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

22.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


40. De Griekse autoriteiten hebben laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de beoogde begunstigden en de Federatie van werknemers uit de privésector in Griekenland. In mei 2014 is de voorgestelde aanvraag besproken op twee vergaderingen met de sociale partners, die werden geraadpleegd over diverse aspecten van de inhoud van het geïntegreerd pakket van maatregelen.

Beheers- en controlesystemen



41. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Griekenland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd en gecontroleerd door de instanties die de financiering uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Griekenland beheren en controleren. De autoriteit voor de coördinatie en de monitoring van ESF-acties (Eysekt) zal optreden als beheersautoriteit, EDEL (het fiscaal auditcomité) als controleautoriteit, en de speciale betalingsautoriteit als certificerende autoriteit.

23.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat


42. De Griekse autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:

– bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

– aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

– de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

– de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

– de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

2.

Gevolgen voor de begroting



24.

Begrotingsvoorstel


43. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[14] mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

44. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 7 290 900 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.

45. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[15] zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

25.

Met dit besluit samenhangende handelingen


46. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 7 290 900 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

47. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.