Toelichting bij JOIN(2014)36 - Standpunt EU over het actieplan aangaande Tunesië in het kader van de Euromed-overeenkomst

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Tussen Tunesië en de Europese Unie is sinds maart 1998 een Euro-mediterrane associatieovereenkomst van kracht op basis waarvan in 2005 voor een periode van vijf jaar door beide partijen een actieplan voor de EU en Tunesië is goedgekeurd in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid. De betrekkingen tussen de EU en Tunesië hebben zich verder ontwikkeld en zijn in aanzienlijke mate tot wasdom gekomen. In maart 2010 heeft Tunesië een voorstel gepresenteerd over de toekenning van de geavanceerde status[1], dat de betrekkingen een nieuw elan heeft gegeven en deze aanzienlijk heeft versterkt op het vlak van politieke betrekkingen en veiligheid, economie en handel, net als in andere sectoren en in de contacten tussen de volkeren.

Bij het verstrijken in 2010 van het huidige actieplan in het kader van het nabuurschapsbeleid werd het nuttig geacht over een nieuw actieplan te onderhandelen en het nadien goed te keuren op basis van de doelstellingen en ambities van het gemeenschappelijke document over het bevoorrecht partnerschap. In afwachting van de goedkeuring van dit nieuwe plan spraken beide partijen in september 2010 af het actieplan uit 2005 te blijven toepassen.

De betrekkingen tussen de EU en Tunesië moeten worden beschouwd in de algemene politieke toestand in de regio, die sinds begin 2011 grote veranderingen doormaakt.

In de mededeling 'Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden'[2] wordt een nieuwe strategie bepaald, gericht op meer differentiatie zodat iedere partner zijn betrekkingen met de EU kan ontwikkelen volgens zijn eigen ambities, behoeften en capaciteit, en op basis van het beginsel van wederzijdse verantwoordelijkheid en de mate van gehechtheid aan de universele waarden van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat, en op het vermogen om de gezamenlijk vastgelegde prioriteiten ten uitvoer te leggen. In dit nieuwe actieplan worden de prioritaire doelstellingen voor de betrekkingen tussen de EU en Tunesië duidelijk bepaald, waarbij rekening wordt gehouden met het geprivilegieerde partnerschap en de omvang van de betrekkingen tussen beide partijen.

De Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) heeft, in nauwe samenwerking met de diensten van de Europese Commissie en de lidstaten van de EU, verkennende gesprekken gevoerd met Tunesië, die hebben geleid tot een akkoord over het ontwerpactieplan, met name over de lijst met prioritaire acties. Tijdens de recentste vergadering van de Associatieraad EU-Tunesië, op 14 april 2014, hebben de partijen vastgesteld dat zij overeenstemming hadden bereikt. Beide partijen informeerden elkaar schriftelijk over de voltooiing van de technische raadplegingen.

In het nieuwe actieplan EU-Tunesië worden de specifieke maatregelen bepaald waarmee de partijen hun verplichtingen krachtens de Euro-mediterrane overeenkomst kunnen nakomen. Het biedt eveneens een ruimer kader voor versterkte betrekkingen tussen de EU en Tunesië om tot meer economische integratie te komen en de politieke samenwerking te verdiepen, in overeenstemming met de algemene doelstellingen van de Euro-mediterrane overeenkomst. In overeenstemming met de verordening over het Europees nabuurschapsinstrument[3] vormt het actieplan een essentieel referentie-instrument om de prioriteiten van de Unie inzake het nabuurschapsbeleid te bepalen. Het nabuurschapsbeleid heeft als ondeelbaar beleidskader nog steeds een katalysatorfunctie en stoelt onder meer op partnerschap en gezamenlijke zeggenschap, alsmede op differentiatie op basis van prestaties en bijstand op maat. De Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (hierna 'de hoge vertegenwoordiger' genoemd) voegen de tekst toe van een gezamenlijk besluit van de Raad betreffende het door de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad EU-Tunesië inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan.

De Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger vragen de Raad dan ook zijn goedkeuring te hechten aan het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad.