Toelichting bij COM(2014)677 - Verlenging van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking met de regering van India

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek India is op 23 november 2001 in New Delhi ondertekend. Artikel 11, onder b), van de overeenkomst bepaalt: 'Deze overeenkomst wordt gesloten voor een eerste periode van vijf jaar en kan in onderlinge overeenstemming worden verlengd na een evaluatie in het laatste jaar van elke opeenvolgende periode van vijf jaar'.

Bij Besluit 2009/501/EG van 19 januari 2009 heeft de Raad de verlenging van de overeenkomst met nog eens vijf jaar tot 17 mei 2015 goedgekeurd.

Verlenging van de overeenkomst met opnieuw vijf jaar is in het belang van beide partijen om continuïteit in de wetenschappelijke en technologische betrekkingen tussen India en de Europese Unie te behouden.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Tijdens de op 9 oktober 2013 in Brussel gehouden vergadering van het stuurcomité dat bij artikel 6, onder b), van de overeenkomst is opgericht, zijn beide partijen overeengekomen dat de overeenkomst opnieuw met vijf jaar moet worden verlengd.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

De materiële inhoud van de verlengde overeenkomst zal identiek zijn aan die van de huidige overeenkomst, die op 17 mei 2015 verstrijkt.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

In het bij dit besluit gepresenteerde financieel memorandum zijn de indicatieve gevolgen voor de begroting vastgelegd.

In het licht van bovenstaande overwegingen verzoekt de Commissie de Raad:

- namens de Unie, en na goedkeuring door het Europees Parlement, de verlenging van de Overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek India met een nieuwe periode van vijf jaar goed te keuren;

- de voorzitter van de Raad te machtigen, de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de regering van de Republiek India ervan in kennis te stellen dat de Unie haar interne procedures, nodig voor de inwerkingtreding van de verlengde overeenkomst, heeft voltooid.