Toelichting bij COM(2014)679 - Standpunt EU betreffende de vaststelling van gemeenschappelijke richtsnoeren voor de uitvoering van de Overeenkomst met Oekraïne inzake de versoepeling van de afgifte van visa

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne inzake de versoepeling van de afgifte van visa is op 1 januari 2008 in werking getreden. De overeenkomst heeft op basis van wederkerigheid juridisch bindende rechten en verplichtingen tot stand gebracht voor de versoepeling van de procedures voor de afgifte van visa aan burgers van Oekraïne. Op grond van artikel 12 van de overeenkomst is een gemengd comité opgericht dat toezicht moet houden op de uitvoering van die overeenkomst.

Het gemengd comité heeft aangegeven dat gemeenschappelijke richtsnoeren moeten worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de consulaten van de lidstaten de visumversoepelingsovereenkomst op volledig geharmoniseerde wijze uitvoeren en om de verhouding te verduidelijken tussen enerzijds de bepalingen van de overeenkomst en anderzijds de bepalingen van de overeenkomstsluitende partijen die van toepassing blijven op visumkwesties die niet onder de overeenkomst vallen.

Bij Besluit nr. 1/2009 van 25 november 2009 heeft het gemengd comité dergelijke richtsnoeren vastgesteld. De richtsnoeren maken geen deel uit van de overeenkomst en zijn derhalve niet juridisch bindend. Het wordt echter ten zeerste aanbevolen dat het diplomatiek en consulair personeel bij de uitvoering van de bepalingen van de overeenkomst de richtsnoeren consequent volgen.

Aangezien op 1 juli 2013 de gewijzigde overeenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne inzake de versoepeling van de afgifte van visa in werking is getreden, dienen de richtsnoeren dienovereenkomstig te worden gewijzigd.

De richtsnoeren zijn in overeenstemming gebracht met de gewijzigde overeenkomst die nieuwe bepalingen behelst inzake de verdere versoepeling van de procedures voor de afgifte van visa aan burgers van Oekraïne voor een voorgenomen verblijf van ten hoogste 90 dagen per periode van 180 dagen in het Schengengebied, en met de nieuwe EU-wetgeving inzake het gemeenschappelijk visumbeleid, zoals de Visumcode. De richtsnoeren zijn derhalve in overeenstemming met het toepasselijk EU-acquis inzake visa dat momenteel van kracht is.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



De richtsnoeren die zijn gevoegd bij de bijlage bij dit voorstel voor een besluit van de Raad zijn het resultaat van overleg met de lidstaten in het kader van de Groep visa op 12 december 2013, 10 januari 2014, 20 februari 2014 en 15 april 2014. De Commissie heeft verschillende malen met de bevoegde autoriteiten in Oekraïne overleg gepleegd over de richtsnoeren, waaronder tijdens de vergadering van het gemengd comité op 14 mei 2014.

2.

Juridische elementen van het voorstel



De richtsnoeren, die dienen te worden goedgekeurd op basis van de bevoegdheid die krachtens dit voorstel aan de vertegenwoordiger van de Commissie in het gemengd comité wordt verleend, zullen niet juridisch bindend zijn voor de lidstaten. Ze moeten daarentegen als leidraad dienen en precies aangeven hoe de bepalingen van de gewijzigde overeenkomst inzake visumversoepeling tussen de EU en Oekraïne dienen te worden uitgevoerd.

De richtsnoeren houden rekening met de bepalingen van de Visumcode en van andere EU-wetgeving inzake visa. Dat moet ervoor zorgen dat de consulaire vertegenwoordigers van de lidstaten bij de uitvoering van de bepalingen van de visumversoepelingsovereenkomst het gehele EU-acquis inzake visa in acht nemen.

Indien een kwestie zowel door bepalingen van de overeenkomst als door bepalingen van de Visumcode wordt geregeld, heeft de overeenkomst voorrang.

4. FINANCIËLE EN BUDGETTAIRE IMPACT

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU.