Toelichting bij COM(2014)705 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1387/2013 houdende schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Commissie heeft, daarin bijgestaan door de Groep economische tariefvraagstukken, alle verzoeken van de lidstaten om een tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief onderzocht. Deze Groep bestaat uit delegaties van alle lidstaten en Turkije. Hij is driemaal bijeengekomen voordat overeenstemming werd bereikt over de in dit voorstel vastgestelde wijzigingen.

Elk (nieuw, gewijzigd of verlengd) verzoek is door de Groep zorgvuldig geëvalueerd, waarbij geval per geval met name aandacht is besteed aan het voorkomen van schade voor de EU-producenten, het versterken en consolideren van het concurrentievermogen van de EU-productie en het scheppen of behouden van werkgelegenheid. Deze evaluatie is verricht door middel van besprekingen binnen de Groep en raadpleging van de betrokken sectoren, verenigingen, kamers van koophandel en andere betrokken partijen door de lidstaten.

Dit voorstel heeft betrekking op een aantal landbouw- en industrieproducten. De schorsingsverzoeken zijn onderzocht aan de hand van de criteria die zijn uiteengezet in de mededeling van de Commissie inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten (PB C 363 van 13.12.2011, blz.

6). Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat het gerechtvaardigd is de rechten te schorsen voor de producten die in bijlage I bij dit voorstel zijn vermeld. In bijlage I worden ook producten vermeld i) waarvan de omschrijving moest worden veranderd, ii) waarvoor een nieuwe GN- of Taric-code noodzakelijk is geworden, of iii) waarvoor een evaluatie is verricht en een nieuwe datum voor de verplichte evaluatie werd vastgesteld.

Producten waarvoor de schorsing van de rechten niet langer in het economische belang van de Unie is, moeten worden geschrapt. Dienovereenkomstig zijn in bijlage II de producten vermeld die uit bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1387/2013 zijn geschrapt alsook de producten waarvoor de omschrijving moest worden veranderd, een nieuwe GN- of Taric-code noodzakelijk is geworden of een nieuwe datum voor de verplichte evaluatie werd vastgesteld, en waarvoor in bijlage I een nieuwe omschrijving, code en/of datum is opgenomen.

De lijst van de desbetreffende bijzondere maatstaven in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1387/2013 moet worden bijgewerkt. Daarom bevat bijlage III de lijst van codes van de bijzondere maatstaven van de producten die in bijlage I bij dit voorstel zijn vermeld, en bevat bijlage IV van dit voorstel de codes van de bijzondere maatstaven van de producten die in bijlage I bij voornoemde verordening worden geschrapt.

Het voorstel is in overeenstemming met het beleid op het gebied van handel, ondernemingen, ontwikkeling en buitenlandse betrekkingen.

Dit voorstel gaat met name niet ten koste van landen die een preferentiële handelsovereenkomst met de EU hebben (zoals landen die voor het SAP en de ACS-regeling in aanmerking komen, kandidaat-lidstaten en mogelijke kandidaat-lidstaten).

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



De Groep economische tariefvraagstukken, waarin de bevoegde autoriteiten van alle lidstaten vertegenwoordigd zijn, werd geraadpleegd. Alle in de lijst vermelde schorsingen zijn in overeenstemming met het in de Groep bereikte akkoord of compromis.

Er is niet gewezen op mogelijk ernstige risico’s met onomkeerbare gevolgen.

2.

Juridische elementen van het voorstel



De rechtsgrondslag van dit voorstel voor een verordening is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Krachtens artikel 31 VWEU moeten autonome tariefschorsingen en -contingenten worden vastgesteld door de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie. Een verordening is derhalve het passende instrument.

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel omdat dit pakket maatregelen aansluit bij de beginselen voor de vereenvoudiging van de procedures voor de deelnemers aan het buitenlandse handelsverkeer en met de mededeling van de Commissie inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten (PB C 363 van 13.12.2011, blz.

6).

3.

Gevolgen voor de begroting



Derving van douanerechten voor een totaalbedrag van circa 84,8 miljoen EUR per jaar. Voor de traditionele eigen middelen van de begroting komt dit neer op minderontvangsten ten belope van 63,6 miljoen EUR per jaar (75 % x 84,8 miljoen EUR per jaar).