Toelichting bij JOIN(2014)3 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.


Met Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië is uitvoering gegeven aan Besluit 2011/782/GBVB van de Raad[1]. Besluit 2011/782/GBVB is ingetrokken bij en vervangen door Besluit 2012/739/GBVB van de Raad[2]. Op 1 juni 2013 is Besluit 2012/739/GBVB verstreken. Het is opgevolgd door Besluit 2013/255/GBVB, dat tot 1 juni 2014 van toepassing is.

Er moet een uitzondering worden gemaakt met betrekking tot de bevriezing van activa om tegoeden of economische middelen van entiteiten die in handen zijn van de Syrische staat of tegoeden of economische middelen van de centrale bank van Syrië te kunnen vrijgeven voor betalingen namens de Syrische Arabische Republiek aan de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (OPCW) voor activiteiten in verband met de controlemissie van de OPCW en de vernietiging van de chemische wapens van Syrië, waaronder het bijzondere trustfonds van de OPCW voor de financiële middelen die nodig zijn voor de vernietiging van de chemische wapens van Syrië buiten het grondgebied van de Syrische Arabische Republiek.

Ter uitvoering van deze maatregelen is verder optreden van de Unie nodig. De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie stellen gezamenlijk voor Verordening (EU) nr. 36/2012 dienovereenkomstig te wijzigen.