Toelichting bij COM(2014)518 - Sluiting partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de EU en Senegal, en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Raad heeft de Europese Commissie gemachtigd om namens de Europese Unie te onderhandelen over de verlenging van de op 1 juni 1981 in werking getreden overeenkomst tussen de regering van de Republiek Senegal en de Europese Economische Gemeenschap betreffende de visserij voor de Senegalese kust, en over een protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie. Ter afronding van deze onderhandelingen hebben de onderhandelaars op 25 april 2014 een ontwerp van de nieuwe overeenkomst en van het protocol geparafeerd. De bestaande overeenkomst wordt bij de nieuwe overeenkomst ingetrokken en vervangen en heeft met ingang van de inwerkingtreding een looptijd van vijf jaar die stilzwijgend kan worden verlengd. Het nieuwe protocol heeft een looptijd van vijf jaar die ingaat op de in artikel 12 ervan vastgestelde datum van voorlopige toepassing, i.e. de datum van ondertekening door de partijen.

De nieuwe overeenkomst is vooral bedoeld om een strategisch partnerschap op het gebied van visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal tot stand te brengen binnen een geactualiseerd kader waarin rekening wordt gehouden met de prioriteiten van het hervormd gemeenschappelijk visserijbeleid en de externe dimensie van dat beleid.

Het protocol is er in de eerste plaats op gericht om binnen de grenzen van het beschikbare overschot vangstmogelijkheden in de Senegalese wateren toe te kennen aan de vaartuigen van de Europese Unie, met inachtneming van de beschikbare wetenschappelijke evaluaties, met name die van de Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan (COPACE) en met inachtneming van het beste wetenschappelijke advies en de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijnachtigen in de Atlantische Oceaan (ICCAT). De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op de resultaten van een verkennende evaluatie waarin externe deskundigen zijn nagegaan in hoeverre het opportuun is om een nieuwe overeenkomst en een protocol te sluiten. Voorts wordt beoogd om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal te verstevigen met het oog op de instelling van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Senegalese visserijgebieden.

Het protocol voorziet in vangstmogelijkheden in de volgende categorieën:

- 28 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;

- 8 hengelvisserijvaartuigen;

- 2 trawlers (voor de visserij op demersale zwarte heek in volle zee).

Op basis daarvan stelt de Commissie voor dat de Raad, met instemming van het Parlement, de sluiting van deze overeenkomst en dit nieuwe protocol bij besluit goedkeurt.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



De belanghebbende partijen zijn geraadpleegd in het kader van de verkennende evaluatie waarin is nagegaan of het opportuun is een partnerschapsovereenkomst in de visserijsector te sluiten tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal. Ook zijn in het kader van technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Uit deze raadplegingen is naar voren gekomen dat het van belang is de visserijovereenkomst met de Republiek Senegal te verlengen en een visserijprotocol met dat land te sluiten.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Parallel aan de onderhavige procedure worden procedures ingeleid met betrekking tot het besluit van de Raad houdende goedkeuring van de ondertekening en de voorlopige toepassing van de partnerschapovereenkomst inzake duurzame visserij en het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan, en met betrekking tot de verordening van de Raad betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten van de Europese Unie.

3.

Gevolgen voor de begroting



De jaarlijkse financiële tegenprestatie bedraagt 1 808 000 EUR voor het eerste jaar, 1 738 000 EUR voor het tweede, derde en vierde jaar en 1 668 000 EUR voor het vijfde jaar. Deze prestatie valt uiteen in:

a) toegangsrechten voor een referentietonnage van 14 000 ton tonijnachtigen en een toegestaan vangstvolume van 2 000 ton zwarte heek, ten belope van 1 058 000 EUR voor het eerste jaar, 988 000 EUR voor het tweede, derde en vierde jaar en 918 000 EUR voor het vijfde jaar, en

b) steun voor de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Republiek Senegal ten belope van 750 000 EUR per jaar. Deze steun is in overeenstemming met de doelstellingen van het nationale visserijbeleid  van de Republiek Senegal en met name met de behoeften van het land aan steun op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, bewaking, ambachtelijke visserij, bestrijding van illegale visserij en herstel van beschadigde ecosystemen met het oog op de aanvulling van de juvenielenbestanden.