Toelichting bij SEC(2006)112 - Advies van de Raad overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Verordening 1466/97 over het geactualiseerde convergentieprogramma van Slovenië, 2005-2008

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Achtergrond

Het stabiliteits- en groeipact, dat op 1 juli 1998 in werking is getreden, gaat uit van gezonde openbare financiën als middel ter versterking van de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een sterke en duurzame groei die bevorderlijk is voor de werkgelegenheidschepping. In 2005 is het pact voor de eerste maal gewijzigd. Het heeft weliswaar zijn nut bewezen bij het verankeren van begrotingsdiscipline, maar er werd een hervorming van het pact nodig geacht om de doeltreffendheid en de economische onderbouwing ervan te versterken en tevens de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen.

In Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid i, die deel uitmaakt van het pact, is bepaald dat de lidstaten stabiliteits- of convergentieprogramma's en jaarlijkse actualiseringen daarvan aan de Raad en de Commissie moeten voorleggen (de lidstaten die de eenheidsmunt reeds hebben aangenomen, moeten (geactualiseerde) stabiliteitsprogramma's indienen en de lidstaten die de eenheidsmunt nog niet hebben aangenomen, moeten (geactualiseerde) convergentieprogramma's indienen). Het eerste stabiliteitsprogramma van Slovenië is in mei 2004 ingediend. Overeenkomstig de verordening bracht de Raad op basis van een aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité op 15 maart 1999 hierover advies uit. Geactualiseerde stabiliteits- en convergentieprogramma's worden volgens dezelfde procedure door de Commissie beoordeeld en door hogervermeld Comité onderzocht, terwijl ook de Raad over de mogelijkheid beschikt deze programma's te evalueren.

In de programma's moeten de lidstaten aangeven wat hun middellangetermijndoelstelling voor de begrotingssituatie is, met welke beleidsmaatregelen zij deze doelstelling willen verwezenlijken en daaraan willen vasthouden, en welke economische veronderstellingen eraan ten grondslag liggen. Volgens het gewijzigde pact moet de middellangetermijndoelstelling voor individuele lidstaten worden gedifferentieerd teneinde rekening te houden met de economische en budgettaire heterogeniteit in de Unie, alsook met het begrotingsrisico voor de houdbaarheid van de openbare financiën. Andere elementen van de hervorming zijn dat moet worden gestreefd naar een meer symmetrische aanpak van het begrotingsbeleid gedurende de gehele cyclus door een sterkere begrotingsdiscipline in economisch goede tijden, terwijl 'grote structurele hervormingen' met een verifieerbare positieve invloed op de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn in aanmerking moeten worden genomen bij het toestaan van een tijdelijke afwijking van de middellangetermijndoelstelling of van het aanpassingstraject met het oog op het bereiken van deze doelstelling.

Rekening houdend met de najaarsprognoses 2005 van haar diensten, de gedragscode i, de algemeen aanvaarde methode voor de schatting van de potentiële productie en de conjunctuurgezuiverde saldi, alsmede met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die zijn vervat in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008, heeft de Commissie het onlangs ingediende geactualiseerde stabiliteitsprogramma van Slovenië onderzocht en, op basis van de onderstaande evaluatie, een aanbeveling voor een advies van de Raad aangenomen.

1.

Evaluatie


1. De tweede actualisering van het convergentieprogramma van Slovenië is op 8 december 2005 ingediend en heeft betrekking op de periode 2005-2008. Het programma is grotendeels in overeenstemming met de in de nieuwe gedragscode i vastgelegde modelstructuur en gegevensvereisten voor stabiliteits- en convergentieprogramma's.

2. In zijn advies van 8 maart 2005 over de vorige actualisering van het convergentieprogramma, dat betrekking had op de periode 2004-2007, heeft de Raad er bij Slovenië op aangedrongen om (i) elke gelegenheid aan te grijpen om het overheidstekort sneller terug te dringen; (ii) verdere maatregelen te nemen om de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te verbeteren en onder meer hervormingen in het pensioenstelsel en de gezondheidszorg door te voeren.

3. Met een robuuste BBP-groei van gemiddeld 4% in de afgelopen tien jaar is de Sloveense economie volledig hersteld van de overgangsrecessie in het begin van de jaren negentig. De inflatiedruk is met succes beteugeld en de stijging van de consumentenprijzen benaderde eind 2005 het EU-gemiddelde. Wel is het overheidssaldo in 1997 afgegleden en sindsdien met tekorten van gemiddeld 3% van het BBP op ESR 95-basis in de periode 2000-2004 negatief gebleven.

4. Het macro-economische scenario, waarin wordt gerekend op een aanhoudende BBP-groei van gemiddeld 4% in de gehele programmaperiode en op een uitbundige binnenlandse vraag, lijkt plausibel. De conjunctuur zal waarschijnlijk een geleidelijke verbetering te zien geven. De negatieve output gap van zo´n 1% van het BBP in 2005 zal aan het eind van de periode zijn gedicht. In de groeihypothesen is geen rekening gehouden met de gevolgen van een in 2005 goedgekeurd hervormingsplan waarmee de groei na 2008 zou moeten versnellen tot gemiddeld meer dan 5%. Dit lijkt iets te optimistisch, met name omdat het programma niet aangeeft hoe de structurele hervormingen de (potentiële) groei gunstig zouden beïnvloeden.

5. In 2005 begon de inflatie schommelingen te vertonen, maar bleef deze gemiddeld wel dalen om aan het eind van het jaar uit te komen op 2,5% (3,7% in 2004). De regering ging voorzichtig voort op de ingeslagen weg van gereguleerde prijsstijgingen en wijzigingen in de indirecte belastingen. Voorts droegen de regelmatige aanpassingen van de accijnzen om de nadelige gevolgen van de hoge olieprijzen op te vangen, bij aan de beteugeling van de inflatie. Ook had het ERM II-lidmaatschap een drukkend effect op de inflatie. Sinds de toetreding van Slovenië tot ERM II op 28 juni 2004 is de tolar zeer dicht bij zijn spilkoers van 239,64 SIT/EUR gebleven. Het lange-renteverschil heeft sinds april 2004 geschommeld rond de honderd basispunten en soms zelfs ver daaronder gelegen. Daarmee volgt het de rendementsontwikkelingen van obligaties in de eurozone op de voet. In de aanloop naar de toetreding tot de EMU achten de monetaire autoriteiten slechts beperkte aanpassingen van de beleidsrente mogelijk om de inflatie onder controle te houden. In de latere jaren van het programma blijft de inflatie naar verwachting steken op een niveau van zo´n 2,5%, hetgeen een realistische inschatting lijkt. Wel moet de strijd tegen de resterende structurele rigiditeiten worden voortgezet. Met het oog op de invoering van de euro begin 2007 worden in het programma loonmatiging en gezonde openbare financiën van essentieel belang geacht.

6. Wat de uitvoering van de begroting in 2005 betreft, wordt het overheidsoverschot voor 2005 in de najaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie geraamd op 1,7% van het BBP, tegen een streefcijfer van 2,1% van het BBP in het vorige geactualiseerde convergentieprogramma. Het voorlopige resultaat is beter dan verwacht omdat de ontvangsten in het nieuwe stelsel van directe belastingen dat sinds januari 2005 van kracht is, te laag waren geraamd.

7. Met het geactualiseerde programma moeten de voorwaarden worden geschapen voor een geslaagde EMU-integratie en moet tegelijk de achterstand ten opzichte van het gemiddelde EU-inkomen worden weggewerkt. De begrotingsstrategie is erop gericht het overheidstekort ruim onder de 3% van het BBP te houden en de streefcijfers vast te houden om de middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie als bedoeld in het stabiliteits- en groeipact te verwezenlijken. Daartoe worden in het programma fiscale hervormingsmaatregelen aangekondigd die moeten leiden tot een daling van de ontvangstenquote met 1,8% van het BBP, alsmede maatregelen aan de uitgavenzijde die resulteren in een daling van de uitgavenquote met 2,5% van het BBP. In het programma wordt het zwaartepunt van het consolidatietraject naar de laatste jaren verschoven. Aan het begin van de programmaperiode blijft het overheidstekort steken op 1,7% van het BBP om daarna langzaam terug te lopen tot 1,4% in 2007 en 1,0% van het BBP in 2008. In de nieuwe actualisering wordt het beoogde tekort van 1,0% van het BBP een jaar later verwezenlijkt dan in het vorige programma, maar blijft het macro-economische scenario min of meer ongewijzigd.

8. Op basis van berekeningen van de diensten van de Commissie volgens de algemeen aanvaarde methode en overeenkomstig de informatie in het programma zal het structurele saldo, dat wil zeggen het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen, in de programmaperiode met 0,2 procentpunt van het BBP verbeteren. Het structurele tekort stond in 2005 op 1,25% van het BBP. Na een geringe verslechtering tot 1,5% van het BBP in 2006 zal het tekort daarna weer geleidelijk verbeteren. In het nieuwe programma wordt als MTD voor de begrotingssituatie in de zin van het stabiliteits- en groeipact een structureel tekort van 1% van het BBP gehanteerd, dat in 2008 zou moeten worden bereikt. Aangezien de MTD van het programma ambitieuzer is dan de minimumbenchmark (geraamd op een tekort van bijna 2% van het BBP), zou de verwezenlijking ervan een veiligheidsmarge moeten bieden die ruim genoeg is om een buitensporig tekort te voorkomen. De MTD van het programma heeft een passend niveau aangezien zij binnen de marge ligt die in het stabiliteits- en groeipact en in de gedragscode is vastgesteld voor de lidstaten die tot de eurozone en tot ERM II behoren, en naar behoren rekening houdt met de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei op lange termijn.

9. De aan de budgettaire streefcijfers verbonden risico's houden elkaar min of meer in evenwicht. Mede door een effectief begrotingsmechanisme om de overheidsuitgaven te beperken als de ontvangsten onverwacht achterblijven, heeft Slovenië in het verleden al vaker meevallende begrotingsresultaten geboekt. Voorts kan de groei hoger uitvallen dan verwacht als de structurele hervormingen tijdig worden doorgevoerd. Door het ontbreken van duidelijke termijnen voor bezuinigingen op de overheidsuitgaven om de inkomstenderving als gevolg van de belastinghervorming op te vangen, en met name gezien het recente besluit om de koppeling van de pensioenen aan de lonen weer in te voeren, kan de verwezenlijking van de doelen echter worden bemoeilijkt. Met name zij erop gewezen dat het hoge percentage verplichte uitgaven (meer dan 80% van de totale uitgaven) samenhangt met het starre regelgevingskader. Er bestaat echter nog geen politieke consensus over de flexibilisering van dit kader.

10. In het licht van deze risicobeoordeling lijkt de in het geactualiseerde programma uitgestippelde begrotingsstrategie een veiligheidsmarge te verschaffen die ruim genoeg is om gedurende de gehele programmaperiode te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3% van het BBP overschrijdt. De strategie lijkt ook toereikend voor een verwezenlijking van de MTD van het programma in 2008. Het aanpassingstempo in de richting van de MTD van het programma strookt niet volledig met het pact, dat voor lidstaten die tot de eurozone en tot ERM II behoren, een 'benchmark' in de jaarlijkse verbetering van het structurele begrotingssaldo vaststelt van 0,5% van het BBP, en dat voorschrijft dat in goede economische tijden een grotere aanpassing moet worden bewerkstelligd. Hoewel de conjunctuur in de laatste jaren van het programma een opgaande lijn vertoont, wordt uitgegaan van een verbetering van het structurele saldo met slechts 0,25% van het BBP.

11. In het programma wordt een beroep gedaan op een tijdelijke afwijking op grond van 'grote structurele hervormingen' als bedoeld in het herziene stabiliteits- en groeipact en de nieuwe gedragscode. De afwijking van de in het pact vastgelegde benchmark voor de snelheid van structurele aanpassingen zou noodzakelijk zijn vanwege de extra begrotingsinspanningen om de inkomstenderving als gevolg van de belastinghervorming op te vangen, en vanwege de negatieve output gap, die naar verwachting pas aan het eind van de programmaperiode zal worden gedicht. De structurele hervormingen die aan de tijdelijke afwijking ten grondslag liggen, worden evenwel onvoldoende gedetailleerd weergegeven. Voorts bevat het programma geen kosten-batenanalyse en evenmin gegevens waaruit blijkt dat de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn zeer gunstig wordt beïnvloed. Daarom strookt de tijdelijke afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de MTD van het programma niet met het herziene stabiliteits- en groeipact.

12. De bruto overheidsschuld is vrij laag en tijdens de programmaperiode komt daarin geen verandering. In 2005 zou de schuld zijn gedaald tot 29,3% van het BBP. In het programma wordt gerekend op een lichte stijging van de schuldquote in de twee jaar daarna tot een piek van 29,8% van het BBP in 2007. In 2008 zal de schuld weer dalen tot 29,4% van het BBP, omdat wordt gerekend op een gunstige stock-flow adjustment.

13. Wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft, lijkt Slovenië een hoog risico te lopen gezien de verwachte budgettaire lasten van de vergrijzing. De relatief lage schuldquote zal ertoe bijdragen dat de budgettaire gevolgen van de vergrijzing beperkt blijven. Niettemin zal Slovenië te maken krijgen met een forse stijging van de overheidsuitgaven. Hoewel de pensioenhervorming van 1999 deze stijging in de toekomst sterk zal matigen, zijn de effecten ervan deels tenietgedaan door een nieuwe indexeringsregel waarmee wordt overgestapt van een gedeeltelijke naar een volledige koppeling aan de lonen. In het programma wordt erkend dat verdere wijzigingen in de pensioenregelingen op een gegeven moment noodzakelijk zullen blijken om de stijging van de overheidsuitgaven en het risico voor de houdbaarheid op lange termijn in de hand te houden. Als geen verdere maatregelen worden genomen om de druk van de leeftijdsgebonden uitgaven te verlichten, zal de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn worden ondermijnd. In dit verband zijn een zorgvuldige planning en een tijdige vaststelling van maatregelen van essentieel belang.

14. De voorgenomen maatregelen op het gebied van de openbare financiën zijn grotendeels in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen. De houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn wordt evenwel niet expliciet als beleidsprioriteit genoemd. De maatregelen blijven vaag zodat de haalbaarheid van de langetermijnstrategie niet kan worden beoordeeld.

15. Het nationale hervormingsprogramma van Slovenië, dat op 28 oktober 2005 in het kader van de hernieuwde strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid is ingediend, noemt de invoering van de euro in 2007 als voornaamste prioriteit. Daar met het geactualiseerde convergentieprogramma de voorwaarden moeten worden geschapen voor een geslaagde EMU-integratie, onder meer door verbetering van de kwaliteit van de openbare financiën, is het nauw gekoppeld aan de uitgebreide lijst van beleidsmaatregelen in het nationale hervormingsprogramma. Daar een reeks maatregelen evenwel grotendeels onuitgewerkt blijven, is in de budgettaire prognoses van het convergentieprogramma geen rekening gehouden met de budgettaire gevolgen van de in het nationale hervormingsprogramma geschetste maatregelen.

Het geactualiseerde programma is erop gericht de inflatie dicht bij het EU-gemiddelde te houden, en gaat uit van een geleidelijk budgettair aanpassingstraject. In het licht van de bovenstaande beoordeling verdient het aanbeveling dat Slovenië:

i) de middellangetermijndoelstelling van het programma sneller verwezenlijkt door met name de maatregelen die aan de beoogde reductie van de uitgavenquote ten grondslag liggen, nader uit te werken en ten uitvoer te leggen en door de grootste aanpassingen in de beginfase van het programma te verrichten;

ii) verdere maatregelen neemt om de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te verbeteren, met name wat het pensioenstelsel betreft.

2.

Aanbeveling voor een


ADVIES VAN DE RAAD

overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over het geactualiseerde convergentieprogramma van Slovenië, 2005-2008

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid i , en met name op artikel 9, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie,

Na raadpleging van het Economisch en Financieel Comité,

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

16. Met een robuuste BBP-groei van gemiddeld 4% in de afgelopen tien jaar is de Sloveense economie volledig hersteld van de overgangsrecessie in het begin van de jaren negentig. De inflatiedruk is met succes beteugeld en de stijging van de consumentenprijzen benaderde eind 2005 het EU-gemiddelde. Wel is het overheidssaldo in 1997 afgegleden en sindsdien met tekorten van gemiddeld 3% van het BBP op ESR 95-basis in de periode 2000-2004 negatief gebleven.

17. In zijn advies van 8 maart 2005 over de vorige actualisering van het convergentieprogramma, dat betrekking had op de periode 2004-2007, heeft de Raad er bij Slovenië op aangedrongen om (i) elke gelegenheid aan te grijpen om het overheidstekort sneller terug te dringen; (ii) verdere maatregelen te nemen om de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te verbeteren en onder meer hervormingen in het pensioenstelsel en de gezondheidszorg door te voeren.

18. Wat de uitvoering van de begroting in 2005 betreft, wordt het overheidsoverschot voor 2005 in de najaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie geraamd op 1,7% van het BBP, tegen een streefcijfer van 2,1% van het BBP in het vorige geactualiseerde convergentieprogramma. Het voorlopige resultaat is beter dan verwacht omdat de ontvangsten in het nieuwe stelsel van directe belastingen dat sinds januari 2005 van kracht is, te laag waren geraamd.

19. Op [14 februari 2006] heeft de Raad het geactualiseerde convergentieprogramma van Slovenië voor de periode 2005-2008 behandeld. Het programma is grotendeels in overeenstemming met de in de nieuwe gedragscode i vastgelegde modelstructuur en gegevensvereisten voor stabiliteits- en convergentieprogramma's.

20. Het macro-economische scenario dat aan het programma ten grondslag ligt, gaat uit van een geleidelijke reële BBP-groei van circa 4% na 2005. Op basis van de thans beschikbare informatie lijkt dit scenario op plausibele groeihypothesen te berusten. De conjunctuur zal waarschijnlijk een geleidelijke verbetering te zien geven. De negatieve output gap van zo´n 1% van het BBP in 2005 zal aan het eind van de periode zijn gedicht. De inflatieprognoses van het programma lijken eveneens realistisch. Wat de 'grote structurele hervormingen' in de zin van het stabiliteits- en groeipact betreft, maakt het programma melding van grootscheepse sociaal-economische hervormingen om de concurrentiepositie van het Sloveense bedrijfsleven te versterken. In 2005 is een begin gemaakt met de tenuitvoerlegging daarvan. Naar verwachting zullen de hervormingen de BBP-groei vanaf 2008 opstuwen tot gemiddeld meer dan 5% per jaar. De onderbouwing in het programma is echter niet gedetailleerd genoeg en het groei-effect is wel heel optimistisch ingeschat.

21. Met het geactualiseerde programma moeten de voorwaarden worden geschapen voor een geslaagde EMU-integratie en moet tegelijk de achterstand ten opzichte van het gemiddelde EU-inkomen worden weggewerkt. De begrotingsstrategie is erop gericht het overheidstekort ruim onder de 3% van het BBP te houden en de streefcijfers vast te houden om de middellangetermijndoelstelling (MTD) voor de begrotingssituatie als bedoeld in het stabiliteits- en groeipact te verwezenlijken. Daartoe worden in het programma fiscale hervormingsmaatregelen aangekondigd die moeten leiden tot een daling van de ontvangstenquote met 1,8% van het BBP, alsmede maatregelen aan de uitgavenzijde die resulteren in een daling van de uitgavenquote met 2,5% van het BBP. In het programma wordt het zwaartepunt van het consolidatietraject naar de laatste jaren verschoven. Aan het begin van de programmaperiode blijft het overheidstekort steken op 1,7% van het BBP om daarna langzaam terug te lopen tot 1,4% in 2007 en 1,0% van het BBP in 2008. In de nieuwe actualisering wordt het beoogde tekort van 1,0% van het BBP een jaar later verwezenlijkt dan in het vorige programma, maar blijft het macro-economische scenario min of meer ongewijzigd.

22. In de programmaperiode zal het structureel saldo (d.w.z. het conjunctuurgezuiverde saldo, ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen), berekend volgens de algemeen aanvaarde methode, verbeteren met circa 0,25% van het BBP. Het programma hanteert als MTD voor de begrotingssituatie een structureel tekort van 1% van het BBP en wil deze situatie in 2008 bereiken. Aangezien de MTD van het programma ambitieuzer is dan de minimumbenchmark (geraamd op een tekort van bijna 2% van het BBP), zou de verwezenlijking ervan een veiligheidsmarge moeten bieden die ruim genoeg is om een buitensporig tekort te voorkomen. De MTD van het programma heeft een passend niveau aangezien zij binnen de marge ligt die in het stabiliteits- en groeipact en in de gedragscode is vastgesteld voor de lidstaten die tot de eurozone en tot ERM II behoren, en naar behoren rekening houdt met de schuldquote en de gemiddelde potentiële productiegroei op lange termijn.

23. De aan de begrotingsprognoses in het programma verbonden risico´s lijken elkaar min of meer in evenwicht te houden. Aan de ene kant heeft Slovenië mede door een effectief begrotingsmechanisme om de overheidsuitgaven te beperken als de ontvangsten onverwacht achterblijven, in het verleden al vaker meevallende begrotingsresultaten geboekt. Voorts kan de groei hoger uitvallen dan verwacht als de structurele hervormingen tijdig worden doorgevoerd. Aan de andere kant kan door het ontbreken van duidelijke termijnen voor bezuinigingen op de overheidsuitgaven om de inkomstenderving als gevolg van de belastinghervorming op te vangen, en met name gezien het recente besluit om de koppeling van de pensioenen aan de lonen weer in te voeren, de verwezenlijking van de doelen worden belemmerd. Met name zij erop gewezen dat het hoge percentage verplichte uitgaven (meer dan 80% van de totale uitgaven) samenhangt met het starre regelgevingskader. Er bestaat echter nog geen politieke consensus over de flexibilisering van dit kader.

24. In het licht van deze risicobeoordeling lijkt de in het programma uitgestippelde begrotingsstrategie een veiligheidsmarge te verschaffen die ruim genoeg is om gedurende de gehele programmaperiode te voorkomen dat het tekort bij normale macro-economische fluctuaties de drempel van 3% van het BBP overschrijdt. Voorts lijkt de strategie toereikend voor een verwezenlijking van de MTD van het programma in 2008. Het uit de actualisering blijkende tempo van de aanpassing in de richting van de MTD van het programma strookt evenwel niet volledig met het stabiliteits- en groeipact, dat voorschrijft dat de lidstaten die tot de eurozone en tot ERM II behoren, een jaarlijkse verbetering van het structurele begrotingssaldo moeten nastreven met 0,5% van het BBP als benchmark en dat in goede economische tijden een grotere aanpassing moet worden bewerkstelligd en in slechte economische tijden een geringere aanpassing geoorloofd is. Hoewel de conjunctuur in de laatste jaren van het programma een opgaande lijn vertoont, wordt uitgegaan van een verbetering van het structurele saldo met slechts 0,25% van het BBP.

25. Overeenkomstig het stabiliteits- en groeipact moeten 'grote structurele hervormingen' met een verifieerbare positieve invloed op de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn in aanmerking worden genomen bij de vaststelling van het aanpassingstraject met het oog op het bereiken van de MTD van het programma of bij het toestaan van een tijdelijke afwijking van de MTD. De in het programma geschetste budgettaire middellangetermijnstrategie behelst een tijdelijke afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de MTD van het programma. Met name vindt tussen 2005 en 2007, de periode waarin de bovengenoemde economische hervormingen geleidelijk zouden worden doorgevoerd, weinig of geen aanpassing in de richting van de MTD van het programma plaats. De structurele hervormingen die aan de tijdelijke afwijking ten grondslag liggen, worden evenwel onvoldoende gedetailleerd weergegeven. Voorts bevat het programma geen kosten-batenanalyse en evenmin gegevens waaruit blijkt dat de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn zeer gunstig wordt beïnvloed. Daarom strookt de tijdelijke afwijking van het aanpassingstraject in de richting van de MTD van het programma niet met het herziene stabiliteits- en groeipact.

26. Volgens de ramingen komt de schuldquote in 2005 uit op 29,0% van het BBP, ruim onder de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60% van het BBP. In het programma wordt gerekend op een lichte stijging van deze quote in de twee jaar daarna tot een piek van 29,8% in 2007. In 2008 loopt de schuld weer terug tot 29,4% van het BBP.

27. Wat de houdbaarheid van de openbare financiën betreft, lijkt Slovenië een hoog risico te lopen gezien de verwachte budgettaire lasten van de vergrijzing i . De relatief lage schuldquote zal ertoe bijdragen dat de budgettaire gevolgen van de vergrijzing beperkt blijven. Niettemin zal Slovenië te maken krijgen met een forse stijging van de overheidsuitgaven. Hoewel de pensioenhervorming van 1999 deze stijging in de toekomst sterk zal matigen, zijn de effecten ervan deels tenietgedaan door een nieuwe indexeringsregel (overgang van een gedeeltelijke naar een volledige koppeling aan de lonen). In het programma wordt erkend dat verdere wijzigingen in de pensioenregelingen op een gegeven moment noodzakelijk zullen blijken om de stijging van de overheidsuitgaven en het risico voor de houdbaarheid op lange termijn in de hand te houden. Als geen verdere maatregelen worden genomen om de druk van de leeftijdsgebonden uitgaven te verlichten, zal de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn worden ondermijnd. In dit verband zijn een zorgvuldige planning en een tijdige vaststelling van maatregelen van essentieel belang.

28. De voorgenomen maatregelen op het gebied van de openbare financiën zijn grotendeels in overeenstemming met de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in de geïntegreerde richtsnoeren voor de periode 2005-2008 zijn opgenomen. De houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn wordt evenwel niet expliciet als beleidsprioriteit genoemd. De maatregelen blijven vaag zodat de haalbaarheid van de langetermijnstrategie niet kan worden beoordeeld.

29. Het nationale hervormingsprogramma van Slovenië, dat op 28 oktober 2005 in het kader van de hernieuwde strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid is ingediend, noemt de invoering van de euro in 2007 als voornaamste prioriteit. Daar met het geactualiseerde convergentieprogramma de voorwaarden moeten worden geschapen voor een geslaagde EMU-integratie, onder meer door verbetering van de kwaliteit van de openbare financiën, is het nauw gekoppeld aan de uitgebreide lijst van beleidsmaatregelen in het nationale hervormingsprogramma. Daar een reeks maatregelen evenwel grotendeels onuitgewerkt blijven, is in de budgettaire prognoses van het convergentieprogramma geen rekening gehouden met de budgettaire gevolgen van de in het nationale hervormingsprogramma geschetste maatregelen.

In het licht van de bovenstaande evaluatie merkt de Raad op dat het programma erop is gericht de inflatie dicht bij het EU-gemiddelde te houden, en uitgaat van een geleidelijk budgettair aanpassingstraject. De Raad is van oordeel dat het voor Slovenië aanbeveling verdient om:

i) de middellangetermijndoelstelling van het programma sneller te verwezenlijken door met name de maatregelen die aan de beoogde reductie van de uitgavenquote ten grondslag liggen, nader uit te werken en ten uitvoer te leggen en door de grootste aanpassingen in de beginfase van het programma te verrichten;

ii) verdere maatregelen te nemen om de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te verbeteren, met name wat het pensioenstelsel betreft.

3.

Vergelijking tussen de belangrijkste macro-economische en budgettaire prognoses




Reëel BBP (Verandering in %) CP dec 4, 3, 4, 4, 3,

COM nov 4, 3, 4, 4, n.b.

CP jan 4, 3, 3, 4, n.b.

HICP-inflatie (%) CP dec 3, 2, 2, 2, 2,

COM nov 3, 2, 2, 2, n.b.

CP jan 3, 3, 2, 2, n.b.

Output gap (% van het potentiële BBP) CP dec -1, -1, -0, -0, 0,

COM nov -1, -0, -0, 0, n.b.

CP jan -1, -1, -1, -1, n.b.

Overheidssaldo (% van het BBP) CP dec -2, -1, -1, -1, -1,

COM nov -2, -1, -1, -1, n.b.

CP jan -2, -2, -1, -1, n.b.

Primair saldo (% van het BBP) CP dec -0, -0, -0, -0, 0,

COM nov -0, -0, -0, -0, n.b.

CP jan -0, -0, -0, 0, n.b.

Conjunctuurgezuiverd saldo (% van het BBP) CP dec -1, -1, -1, -1, -1,

COM nov -1, -1, -1, -1, n.b.

CP jan n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.

Structureel saldo2 (% van het BBP) CP dec -1, -1, -1, -1, -1,

COM nov -1, -1, -1, -1, n.b.

CP jan n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.

Bruto overheidsschuld (% van het BBP) CP dec 29, 29, 29, 29, 29,

COM nov 29, 29, 29, 29, n.b.

CP jan 30, 30, 30, 29, n.b.

Noten: 1 Berekeningen van de diensten van de Commissie op basis van de in het programma voorkomende informatie. 2 Conjunctuurgezuiverd saldo (zoals in de vorige rijen), ongerekend eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. 3 In het programma is er geen sprake van eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. 4 In de najaarsprognoses van de diensten van de Commissie is er geen sprake van eenmalige en andere tijdelijke maatregelen. 5 Op basis van een geraamde potentiële groei van achtereenvolgens 3,7%, 3,5%, 3,5% en 3,5% in de periode 2004-2007. Bronnen: Convergentieprogramma (CP); economische najaarsprognoses 2005 van de diensten van de Commissie (COM); berekeningen van de diensten van de Commissie.
gew3 [afbeelding - zie origineel document]zigd b3 [afbeelding - zie origineel document] Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz.

1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verVerordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1055/2005 (PB L 174 van 7.7.2005, blz.

1). Alle documenten waarnaar in deze tekst wordt verwezen, kunnen worden geraadpleegd op de volgende website: europa.eu.int/comm/economy_finance/about .
saldo´s per sector en de ontwikkeling van de overheidsschuld. Ook ontbreekt de tabel van de overheidsuitgaven per functie.
saldo´s per sector en de ontwikkeling van de overheidsschuld. Ook ontbreekt de tabel van de overheidsuitgaven per functie.

(europa.eu.int/comm/economy_finance/about).