Toelichting bij COM(2015)9 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2013/011 BE/Saint-Gobain Sekurit, België

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op bijdragen uit het EFG voor aanvragen die zijn ingediend tot en met 31 december 2013, zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr.1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering[1] (de EFG-verordening).

2. Op 19 december 2013 heeft België aanvraag EGF/2013/011 BE/Saint-Gobain Sekurit ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van gedwongen ontslagen die verband houden met de sluiting van de productie-eenheid van Saint-Gobain Sekurit Benelux SA ("SGS Benelux") in Auvelais bij Sambreville. Aan de aanvraag werd aanvullende informatie tot en met 4 juli 2014 toegevoegd.

3. Na de aanvraag te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG

EGF-aanvraag| EGF/2013/011 BE/Saint-Gobain Sekurit

Lidstaat| België

Datum van de indiening van de aanvraag| 19.12.2013

Criterium voor steunverlening| Artikel 2, onder c), van de EFG-verordening

Primaire onderneming| Saint-Gobain Sekurit Benelux SA

Aantal leveranciers en downstreamproducenten| 0

Referentieperiode| 31.8.2013-31.12.2013

Datum waarop is begonnen met de individuele dienstverlening aan de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| 31.8.2013

Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode| 250

Aantal ontslagen voor en na de referentieperiode| 7

Totaal aantal ontslagen| 257

Aantal personen dat naar verwachting aan de maatregelen zal deelnemen| 257

Budget voor individuele dienstverlening| 2 578 379 EUR

Budget voor de implementatie van het EFG| 101 478 EUR (3,8 % van het totale budget)

Totaal budget| 2 679 856 EUR

Van het EFG verlangde financiële bijdrage| 1 339 928 EUR (50 % van het totale budget)

ANALYSE VAN DE AANVRAAG

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering

4. De Belgische autoriteiten leggen het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de sector die veiligheidsglas voor de automobielindustrie produceert en waarin Saint-Gobain Sekurit (SGS) Benelux actief is, economisch ernstig is ontwricht ingevolge verschillende factoren, zoals een daling van de productie van veiligheidsglas voor de automobielindustrie in de EU, een stijging van het marktaandeel van concurrenten uit niet-EU-landen en een stijging van de invoer van deze producten in de EU.

5. SGS Benelux was een fabrikant van originele uitrusting (original equipment manufacturer) van veiligheidsglas voor de automobielindustrie (voorruiten, zijruiten enz.), die aan verschillende autoproducenten leverde. Dat houdt in dat zijn activiteiten nauw verband hielden met de productietrends in de automobielindustrie. Volgens de gegevens waarnaar de Belgische autoriteiten verwijzen[2], is de productie van personenauto's in de EU-27 tussen 2007 en 2012 gedaald van 21,9 tot 19,5 miljoen eenheden (− 11,3 %; − 2,4 % jaarlijkse groei[3]), terwijl de wereldwijde productie is gestegen van 47,5 tot 60,6 miljoen eenheden (+ 27,6 %; + 5,0 % jaarlijkse groei). Deze daling van de productie van auto's in de EU, die verband houdt met de algemene daling van de consumentenvraag in de EU als gevolg van de economische crisis, heeft dan ook geleid tot een algemene daling van de vraag naar uitrusting voor voertuigen in de EU, die de leveranciers van die uitrusting zwaar heeft getroffen. In het geval van SGS Benelux noteerden bijvoorbeeld Ford, Volvo en BMW, de belangrijkste rechtstreekse klanten van SGS Benelux, tijdens de periode die aan de ontslagen voorafging (2011/2012) dalingen van de verkoop van respectievelijk 12, 10 en 2 %[4].

6. Deze daling van de productieniveaus heeft geleid tot een verzwakking van de concurrentiepositie van de in de EU gevestigde producenten van veiligheidsglas voor de automobielindustrie. Volgens de gegevens die de Belgische autoriteiten hebben verstrekt[5], is het marktaandeel van Saint-Gobain Sekurit tussen 2007 en 2013 met 5 procentpunten gedaald, terwijl het gezamenlijke marktaandeel van de belangrijkste producenten van glas voor de automobielindustrie die in niet-EU-landen gevestigd zijn, zoals Trakya Cam (Turkije)[6] en Fuyao (China), is gestegen van ongeveer 6 % tot iets meer dan 10 %, hoofdzakelijk als gevolg van een stijging van de invoer van veiligheidsglas voor de automobielindustrie in de EU.

7. De gevolgen van deze veranderingen in de handelspatronen werden verergerd door andere factoren zoals hoge productiekosten (met name loonkosten), overcapaciteit door de daling van de productie en lage productieve investeringen. Een andere factor waar de Belgische autoriteiten op wijzen, is een algemene trend bij producenten en leveranciers in de automobielindustrie om de productie binnen de EU van West-Europa (met name Frankrijk, België en Spanje) naar Oost-Europa te verplaatsen. Bij wijze van illustratie van dit verschijnsel: binnen de EU is het aandeel van de auto's die in Oost-Europa worden geproduceerd gestegen van 15 % in 2000 tot 34 % in 2012. In het geval van Saint-Gobain Sekurit heeft dit andere entiteiten dan SGS Benelux gelegenheid geboden om hun activiteiten in stand te houden of uit te breiden (dankzij lagere loonkosten per eenheid of een grotere geografische nabijheid tot klanten).

8. Bijgevolg heeft SGS Benelux volgens de gegevens die de Belgische autoriteiten hebben verstrekt[7] tussen 2007 en 2012 een exploitatieverlies van 20,46 miljoen EUR geleden, terwijl de andere ondernemingen van Saint-Gobain Sekurit in de EU er tijdens dezelfde periode nog steeds in slaagden exploitatiewinsten te boeken. Het is dan ook duidelijk dat de activiteiten van SGS gevolgen hebben ondervonden van deze veranderingen in de handelspatronen (daling van de productie in de EU, verlies aan marktaandeel en toename van de invoer, verschuivingen van de productie naar Oost-Europa), waardoor de activiteiten van SGS geconcentreerd raakten in winstgevender entiteiten en er bij SGS Benelux ontslagen vielen.

9. Sinds het EFG in 2007 van start ging, werden geen andere EFG-aanvragen ingediend die specifiek betrekking hadden op de sector die glas voor de automobielsector produceert[8], maar wel een reeks aanvragen die verband hielden met producenten van motorvoertuigen of leveranciers van uitrusting voor de automobielsector[9].

Aantal ontslagen en voldoening aan de criteria van artikel 2, onder c)

10. De aanvraag werd ingediend in het kader van het criterium voor steunverlening van artikel 2, onder c), van de EFG-verordening, op grond waarvan een aanvraag in uitzonderlijke omstandigheden als ontvankelijk kan worden aangemerkt, zelfs als niet wordt voldaan aan de criteria voor steunverlening van artikel 2, onder a) of b), van de EFG-verordening, wanneer de gedwongen ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de lokale economie.

11. De aanvraag betreft 250 ontslagen bij SGS Benelux tijdens een periode van vier maanden (van 31 augustus 2013 tot en met 31 december 2013) en 7 ontslagen bij SGS Benelux vóór 31 augustus 2014, die verband houden met dezelfde procedure voor collectief ontslag. Dit totale aantal van 257 ontslagen werd berekend sinds de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief wordt beëindigd, zoals vastgesteld in het eerste streepje van de tweede alinea van artikel 2 van de EFG-verordening ("methode 1"). Voorts zullen nog vier werknemers in een later stadium worden ontslagen. Zij zijn niet in deze aanvraag opgenomen.

12. De aanvraag voldoet bijgevolg gedeeltelijk aan de criteria voor steunverlening van artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1927/2006, aangezien de aanvraag ontslagen betreft tijdens een periode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat. De aanvraag wijkt echter van deze criteria af wat het minimumaantal ontslagen tijdens de referentieperiode betreft, aangezien er minder dan 500 ontslagen zijn gevallen.

13. De Belgische autoriteiten argumenteren dat uitzonderlijke omstandigheden gelden omdat de gevolgen van de ontslagen, ook al ligt het aantal ontslagen onder de drempel van 500, naar verwachting aanzienlijk zullen zijn. Daarnaast werd aangekondigd dat nog een andere onderneming van de groep Saint-Gobain, Saint-Gobain Glass Benelux, haar productieactiviteiten in de fabriek in Auvelais in september 2014 zal stilleggen. Naar verwachting zal het totale aantal ontslagen ingevolge de sluiting van SGS Benelux en Saint-Gobain Glass Benelux zeer hoog liggen (ongeveer 260 ontslagen bij SGS Benelux en ongeveer 300 ontslagen bij Saint-Gobain Glass Benelux). Volgens de Belgische autoriteiten zullen deze ontslagen waarschijnlijk ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en voor de lokale economie.

14. Wat de glassector betreft, vielen in 2011 reeds 171 ontslagen bij AGC Automotive, een producent van glas voor de automobielsector in Fleurus bij Charleroi. In februari 2014 heeft de AGC-groep zijn intentie aangekondigd om zijn fabriek van fotovoltaïsch glas in Roux bij Charleroi te sluiten, waarbij ongeveer 190 banen verloren zouden kunnen gaan. Voorts vielen in de verwerkende industrie tussen 2011 en 2013 in de regio Namen ook collectieve ontslagen bij nog zes andere ondernemingen (290 ontslagen) en in de regio Charleroi bij nog zeven andere ondernemingen (ongeveer 1 400 ontslagen). Gezien de sociaal-economische situatie van de betrokken regio en van de aangrenzende regio's (Charleroi en Namen), zijn de kansen op werk in de regio voor de ontslagen werknemers van SGS Benelux beperkt, omdat zij waarschijnlijk voor een beperkt aantal banen in de glassector met veel andere werknemers met vergelijkbare kwalificaties en ervaring moeten concurreren.

15. In België is een groot deel van de productie-eenheden voor glas gevestigd in Wallonië (44 van de 122 eenheden), dat ook de meeste werknemers in deze sector telt (58 %). Dat komt doordat Wallonië over een sterke historische traditie op het gebied van glasproductie beschikt. De meeste ondernemingen in deze sector zijn relatief groot (meer dan 40 % van de ondernemingen heeft meer dan 50 werknemers in dienst). Tussen 2007 en 2012 is het aantal banen in de glassector in de provincies Henegouwen en Namen van ongeveer 3 940 tot 3 170 gedaald (− 19 %), waarbij vooral banen in de productieketen verloren gingen. In 2013 telde de Forem 301 vacatures in de sector 'vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten' in de provincies Henegouwen en Namen, waaronder meer specifiek 96 vacatures in de glassector (d.w.z. 0,25 % van het totale aantal vacatures en 1,62 % van de vacatures in de verwerkende industrie). Deze vacatures betroffen echter niet uitsluitend beroepen die specifiek zijn voor de glassector (zoals bediener van glasvormingsmachines), maar ook algemene beroepen (verkoop, administratie, onderhoud enz.). Negen van de tien dergelijke vacatures betroffen tijdelijke overeenkomsten.

Het onvoorziene karakter van deze ontslagen



16. Volgens de Belgische autoriteiten kon de beslissing om de werknemers van SGS Benelux te ontslaan, niet worden voorzien. Om zich aan de veranderingen op de markt aan te passen, heeft de groep Saint-Gobain een aantal strategieën toegepast om zijn concurrentievermogen en winstgevendheid te verbeteren. Dat had verschillende reorganisaties tot gevolg, zoals een verschuiving van de productie van de fabriek van SGS Benelux in Auvelais. De productie van gehard glas (zijruiten) werd overgebracht naar andere fabrieken, en SGS Benelux behield alleen de productie van gelaagd glas (voorruiten). Bovendien kwam er in 2009/2010, na de overbrenging van de productie van gehard glas naar een andere fabriek, een herstructureringsplan dat voorzag in productieve investeringen en 100 ontslagen. Dankzij deze reorganisaties kon de onderneming haar kosten drukken, maar ook dan nog had SGS Benelux de hoogste loonkosten per eenheid binnen de groep.

17. Andere factoren, zoals de blijvende trend bij autoproducenten om hun productie naar Oost-Europa te verplaatsen en de sluiting van de fabriek van Ford Genk in oktober 2012[10], hebben het vermogen van SGS Benelux om met andere fabrieken van de groep Saint-Gobain te concurreren, verder ondermijnd. Bijgevolg heeft het algemene management van de groep Saint-Gobain in juni 2013 zijn intentie aangekondigd de fabriek van SGS Benelux in Auvelais te sluiten en de productie te verplaatsen naar andere fabrieken van de bedrijfseenheid Saint-Gobain Sekurit in de EU.

De werknemers voor wie steun wordt aangevraagd

18. De Belgische autoriteiten schatten dat alle 257 werknemers die vóór en tijdens de referentieperiode werden ontslagen, zullen deelnemen aan de door het EFG medegefinancierde maatregelen.

19. Uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

Categorie| Aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd

Geslacht:| Mannen:| 254

|| Vrouwen:| 3

Nationaliteit:| EU-burgers:| 250

|| Niet-EU-burgers:| 7

Leeftijdsgroep:| 15-24 jaar:| 5

|| 25-54 jaar:| 236

|| 55-64 jaar:| 16

|| Ouder dan 65 jaar:| 0

20. Zes werknemers voor wie steun wordt aangevraagd hebben een langdurig gezondheidsprobleem of een handicap.

21. De uitsplitsing van de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd per beroepscategorie[11] is als volgt:

Hoofdgroepen van de ISCO-| Aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd

1 Leidinggevende functies| 14

2 Intellectuele, wetenschappelijke en artistieke beroepen| 6

3 Technici en vakspecialisten| 27

4 Administratief personeel| 7

5 Dienstverlenend personeel en verkopers| 2

7 Ambachtslieden| 34

8 Bedieningspersoneel van machines en installaties, assembleurs| 154

9 Elementaire beroepen| 13

22. De Belgische autoriteiten hebben overeenkomstig artikel 7 van de EFG-verordening bevestigd dat bij de toegang tot de voorgestelde maatregelen en hun uitvoering de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie zullen worden gerespecteerd.

Beschrijving van het betrokken gebied, de autoriteiten ervan en andere belanghebbenden



23. De ontslagen zijn hoofdzakelijk gevallen in de werkgelegenheidszone Neder-Samber (Basse-Sambre), rond de stad Sambreville, in de provincie Namen, in het Waalse Gewest. De sociaal-economische situatie in de regio Neder-Samber wordt sterk beïnvloed door de aangrenzende stedelijke gebieden Charleroi en Namen.

24. In de regio Namen behoren de gemeenten in de vallei van de Samber en de Maas over het algemeen tot de gemeenten met de zwakste sociaal-economische indicatoren. De regio Namen telt ongeveer 118 800 werknemers in loondienst[12]. Het aandeel arbeiders is er lager en het aandeel bedienden en ambtenaren is er hoger dan het gemiddelde in het Waalse Gewest. De belangrijkste economische sectoren wat het aantal banen betreft, zijn overheidsdiensten en defensie (17 % van de banen), onderwijs (13 %), gezondheid en sociale diensten (7 %), en de detailhandel (7 %).

25. In de regio Charleroi zijn er ongeveer 131 000 banen in loondienst. In 2013 was 23 à 24 % van de werkzoekenden die bij de regionale diensten van de Forem in Charleroi en Namen waren ingeschreven jonger dan 25 jaar; ongeveer 23 % was ouder dan 50; 35 à 40 % was reeds langer dan twee jaar werkloos en 45 à 50 % had geen hoger middelbaar onderwijs gevolgd[13]. De structurele werkloosheid is relatief stabiel, omdat vaardigheden die moeilijk kunnen worden verworven wanneer iemand niet op de arbeidsmarkt is geïntegreerd, hierbij een belangrijke rol spelen. De werkloosheid is bijgevolg het hoogst onder laaggeschoolden, onder jongeren onder de 25 jaar en onder 50-plussers. Het aantal werkzoekende 50-plussers neemt toe. Door de crisis neemt de cyclische werkloosheid sinds 2009 toe.

26. De maatregelen worden uitgevoerd door de Forem (Office wallon de la formation professionnelle et de l’emploi - de dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding van het Waalse Gewest), via een omscholingscel (cellule de reconversion) die speciaal werd opgezet als onderdeel van de wettelijke verplichtingen in het kader van de procedure voor collectieve ontslagen[14]. De omscholingscel voor SGS Benelux wordt beheerd door een comité met vertegenwoordigers van de Waalse overheidsdiensten die belast zijn met werkgelegenheid, opleiding en economische zaken, de Forem, vakbonden, en sectorspecifieke beroepsopleidingsorganisaties. Een aantal maatregelen wordt bij SGS Benelux geïmplementeerd door een intern humanresourcesteam dat specifiek werd samengesteld om de ontslagen werknemers te ondersteunen ("Saint-Gobain Développement" – SGD).

27. Behalve de Forem en SGD zijn bijgevolg ook de volgende organisaties betrokken bij de algemene coördinatie en uitvoering van de maatregelen:

– de Waalse regering (de minister-president van het Waalse Gewest belast met de coördinatie van de structuurfondsen, de minister van Werkgelegenheid en Opleiding, de minister van Economie);

– vakbonden (FGTB, CSC);

– de sectorale centra voor beroeps- en technologische opleiding die actief zijn in het Waalse Gewest (centres de compétences)[15];

– het Agentschap voor het Europees Sociaal Fonds (ESF) van de Franstalige Gemeenschap van België.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale werkgelegenheid



28. Door de sluiting van SGS Benelux zullen 261 rechtstreekse ontslagen vallen, waaronder 218 banen in de productieketen (met de status van arbeider). De aanvraag heeft betrekking op 257 van de ontslagen werknemers, aangezien de resterende vier ontslagen in een later stadium zullen vallen. De ontslagen bij SGS Benelux zullen naar verwachting tot gevolg hebben dat een aanzienlijk deel van de werkgelegenheid in de zone Neder-Samber verloren gaat. Zoals hierboven vermeld, wordt de zone Neder-Samber, die gelegen is in de provincie Namen, maar ook verbonden is met de arbeidsmarktregio Zuid-Henegouwen (Charleroi), gekenmerkt door een relatief hoge structurele werkloosheid, met een relatief hoog aandeel aan langdurige werkloosheid en lage kwalificatie- en vaardigheidsniveaus. Bijgevolg moeten de ontslagen bij SGS Benelux worden gezien tegen de moeilijke plaatselijke sociaal-economische achtergrond, aangezien de laatste jaren in de provincie Namen in diverse ondernemingen herstructureringen werden doorgevoerd, in het bijzonder in de glassector. Net als in de rest van Wallonië behoren de meeste ondernemingen tot het midden- en kleinbedrijf (mkb) (ongeveer 80 % van de ondernemingen in de regio heeft minder dan 10 werknemers in dienst). Middelgrote en grote ondernemingen zijn niettemin goed voor het grootste deel van de banen. Ondernemingen met meer dan 100 werknemers, zoals SGS Benelux, vertegenwoordigen slechts 1,9 % van de ondernemingen in de regio, maar zijn goed voor bijna 42 % van de banen. De ontslagen bij SGS Benelux treffen hoofdzakelijk werknemers in de productieketen (83 % van de betrokken werknemers hebben de status van arbeider), terwijl de belangrijkste sectoren in de regio Namen wat het aantal banen betreft, zoals hierboven vermeld, sectoren zijn die hoofdzakelijk banen met de status van bediende aanbieden (zoals de openbare sector). In deze context zullen de werknemers van SGS Benelux zich moeten omscholen om in de regio een nieuwe baan in andere beroepen en/of sectoren te vinden.

Te financieren individuele dienstverlening en uitsplitsing van de geraamde kosten

29. Slechts een aantal van de maatregelen die door de Belgische autoriteiten worden uitgevoerd om de ontslagen werknemers van SGS Benelux te ondersteunen, zullen door het EFG worden medegefinancierd. Maatregelen die verplicht zijn in het kader van de procedures voor collectieve ontslagen in België en die worden uitgevoerd als onderdeel van de standaardactiviteiten van de omscholingscel (zoals outplacement, opleiding, hulp bij het zoeken van een baan, loopbaanadvies enz.)[16], alsook extra maatregelen die met andere dan EFG-middelen worden gefinancierd, zijn dan ook niet in deze EFG-aanvraag opgenomen. Het totale pakket maatregelen (verplichte maatregelen, extra maatregelen, EFG-maatregelen) wordt door de Forem beheerd.

30. De individuele dienstverlening aan de ontslagen werknemers waarvoor medefinanciering door het EFG wordt gevraagd, omvat de volgende maatregelen (gegroepeerd per categorie)[17]:

1) Individuele hulp bij het zoeken van een baan, casemanagement en algemene voorlichting:

– Beroepskeuzevoorlichting (ondersteuning / begeleiding / integratie): deze reeks dienstverleningen bouwt voort op de standaardactiviteiten die door de omscholingscellen worden uitgevoerd. De dienstverlening zal worden verstrekt door een team van Forem-personeel (projectmanager, gespecialiseerde adviseurs) in partnerschap met voormalige werknemersvertegenwoordigers die optreden als maatschappelijk werker (accompagnateurs sociaux) om werknemers ertoe aan te moedigen aan de maatregelen deel te nemen en hen met administratieve procedures te helpen. Om de contacten tussen de werknemers te bevorderen, wordt de dienstverlening aan alle ontslagen werknemers samen in speciaal daarvoor gereserveerde ruimten verstrekt. De dienstverlening omvat drie soorten activiteiten: i) collectieve informatie over technieken om een baan te zoeken (een cv en een sollicitatiebrief schrijven, gebruikmaken van het web enz.), uitleg over de arbeidswetgeving (outplacement, werkloosheid, arbeidsovereenkomsten, pensioen), bewustmaking inzake discriminatie, presentatie van beroepen en sectoren met potentieel enz.; ii) individuele interviews met een Forem-adviseur (vaardighedenaudit, loopbaantraject, begeleiding op het gebied van opleiding enz.); iii) vrije en open toegang tot instrumenten om een baan te zoeken (IT-uitrusting met een internetaansluiting, telefoon, gespecialiseerde documentatie enz.). Deze maatregel zal alle 257 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd betreffen, voor een maximumduur van 24 maanden.

– Het zoeken naar werk stimuleren: de Forem zal specifieke activiteiten uitvoeren om werknemers bij het zoeken van een baan te helpen en om problemen bij het omscholingsproces te verhelpen. Het gaat onder meer om vergaderingen tussen de ontslagen werknemers en potentiële werkgevers (arbeidsbemiddeling), bedrijfsbezoeken, vergaderingen met personeelswerkers om sollicitatiegesprekken voor te bereiden, en uitwisseling van ervaringen met andere werknemers die zich reeds hebben omgeschoold of een baan hebben gevonden na een collectief ontslag. Deze maatregel zou kunnen worden aangeboden aan alle 257 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd (op vrijwillige basis, afhankelijk van de individuele behoeften).

– Het poactief zoeken van een baan: het SGD-team is samengesteld uit professionele en ervaren humanresourcesmedewerkers van de groep Saint-Gobain die over een goede kennis beschikken van de plaatselijke arbeidsmarkt en andere ondernemingen in de regio. SGD zal een pakket outplacementdiensten aanbieden. De eerste stap zal bestaan in individuele interviews met elk van de 257 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd, om te vernemen wat hun verwachtingen en hun competenties zijn en welk soort baan zij zoeken. Op basis van deze interviews zal SGD een lijst van profielen opstellen op basis van jobstatus, competenties, geografische beperkingen, beroep en kwalificaties. SGD zal in de regio banen en potentiële werkgevers zoeken. SGD zal vervolgens contact opnemen met deze potentiële werkgevers om de outplacementactiviteiten te presenteren en na te gaan of er vacatures zijn en of er eventueel ondersteunende maatregelen (zoals extra opleiding) nodig zijn. SGD kan dan van de lijst van werknemers potentiële kandidaten voor de vacatures selecteren en de potentiële werkgever een shortlist van kandidaten toesturen. De potentiële werkgever zal SGD de cv's van interessante kandidaten opvragen. Hij zal vervolgens contact opnemen met de kandidaat of kandidaten om het aanwervingsproces (met follow-up van SGD) in gang te zetten. Wanneer een werknemer een baan wordt aangeboden, zal SGD indien nodig hulp aanbieden voor de administratieve procedure en voor extra opleidingsactiviteiten. Wanneer een werknemer wordt afgewezen, zal SGD met de betrokken werknemer de factoren evalueren die ten grondslag lagen aan de keuze van de werkgever en die werknemer helpen om zich op toekomstige werkaanbiedingen voor te bereiden. SGD en de Forem zullen maandelijks in een verbindingscomité bijeenkomen om erop toe te zien dat de informatie over de werknemers actueel is en dat de voorgedragen kandidaten voldoen aan de vaardigheidsprofielen die de potentiële werkgevers zoeken.

2) Opleiding en omscholing:

– Geïntegreerde opleiding: er zouden verschillende beroepsopleidingen kunnen worden verstrekt aan mogelijk alle 257 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd; afhankelijk van het soort opleiding kan dat gebeuren hetzij door de Forem, hetzij door de centres de compétences of het IFAPME[18]. In een eerste fase zal personeel van de Forem elke deelnemer helpen zijn of haar werkgerelateerde doelstellingen vast te stellen en hem of haar oriënteren in de richting van één van de drie soorten opleidingsmodules. Werknemers die zich zouden kunnen omscholen tot een beroep dat vergelijkbaar is met wat zij bij SGS Benelux deden, zouden ofwel een specifieke of specialisatiemodule (40 uur) kunnen volgen om hun competenties aan te passen en te actualiseren (bijvoorbeeld heftruckbestuurder, specifieke lasprocessen, IT-vaardigheden), ofwel een extra opleiding (320 uur) kunnen volgen die leidt tot nieuwe kwalificaties, waardoor de werknemers zouden kunnen solliciteren voor een baan in een nieuw beroep in de industriesector. Om zich om te scholen voor een totaal andere activiteitssector zouden werknemers een beroepsopleiding (gemiddeld 960 uur) kunnen volgen om de competenties te verwerven die voor dat beroep nodig zijn. Na afloop van elke opleidingsmodule kunnen de nieuwe vaardigheden worden geëvalueerd en gedocumenteerd. Naargelang van het soort opleiding en het gebied waarop de competenties werden verworven, zullen de deelnemers ofwel een formele certificering van vaardigheden (d.i. een getuigschrift van vakbekwaamheid) ontvangen, dan wel een getuigschrift van deelname (voor competenties of beroepen waarvoor er geen formele certificering bestaat) of een validering van vaardigheden (voor vaardigheden en competenties die zij buiten formele opleidingen hebben verworven). De formele certificering van vaardigheden wordt gecontroleerd door middel van evaluatietests die leiden tot de toekenning van een getuigschrift van door opleiding verworven vaardigheden (Certificat des Compétences Acquises en Formation – CECAF). De validering van vaardigheden wordt gecontroleerd door middel van evaluatietests die leiden tot de toekenning van vaardigheidsgetuigschriften (titres de compétences).

– Specifieke opleiding: indien een werknemer voor een baan specifieke vaardigheden moet verwerven (zoals bediening van werktuigmachines, IT-programma's, beroepsspecialisatie enz.) en deze opleiding niet door de Forem, de centres de compétences of IFAPME wordt aangeboden, zal SGD de kosten van deze activiteiten dekken; deze activiteiten omvatten opleiding in het gezellenstelsel (compagnonnage), bedrijfsstages, technische opleiding, taalopleiding enz. Naar verwachting zullen 200 personen aan de maatregel deelnemen.

– Overdracht van ervaring: ervaren werknemers kunnen hun vaardigheden en kennis verbeteren door onderwijs en opleiding te geven in het technisch onderwijs. De Forem en de verenigingen van de diverse afdelingen van het technisch onderwijs zullen een specifieke bewustmakings- en aan de opleiding voorafgaande module opzetten om bepaalde werknemers ertoe aan te moedigen een opleiding tot leraar in het beroepsonderwijs te volgen. De module zal specifieke informatie, technische ondersteuning, ontmoetingen met mensen uit het vak en bezoeken ter plaatse omvatten. De module zal acht weken duren; ongeveer 10 werknemers zullen ervoor in aanmerking komen.

3) Bevordering van ondernemerschap:

– Ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf: de werknemers die overwegen hun eigen bedrijf op te richten, zullen begeleiding en ondersteuning krijgen van een adviseur bedrijfsoprichting van de Forem. Deze ondersteuning omvat twee hoofdactiviteiten: i) collectieve informatievergaderingen om de werknemers bewust te maken van de mogelijkheden om een bedrijf op te richten, informatie te verstrekken over de wettelijke aspecten en over de maatregelen ter ondersteuning van de oprichting van een bedrijf; ii) individuele interviews met geïnteresseerde werknemers om hun project te bekijken en hen in contact te brengen met bedrijfsondersteunende organisaties en dienstverleners. De adviseur zal nauw samenwerken met de omscholingscellen om werknemers met hun bedrijfsprojecten te helpen. Naar verwachting zullen 60 werknemers de informatievergaderingen bijwonen en zullen ongeveer 20 werknemers deelnemen aan de interviews en de follow-upactiviteiten.

– Ondersteuning voor wie zich vestigt als zelfstandige: voor werknemers die niet in aanmerking zouden komen voor ondersteuning in het kader van de 'Airbag'-regeling voor zelfstandigen[19], zal SGD extra ondersteuning verlenen in de vorm van advies van deskundigen om de haalbaarheid te beoordelen van elk project om een bedrijf op te richten en voor de nodige financiering te zorgen, met inbegrip van hulp bij het onderhandelen om gunstige leningen te verkrijgen. Naar verwachting zullen ongeveer vijf werknemers van deze maatregel gebruikmaken. Per project is voorzien in een budget van ongeveer 10 000 EUR.

– Ondersteuning van collectieve projecten: werknemers die eventueel overwegen samen als groep een 'sociale onderneming' op te zetten, zullen begeleiding en ondersteuning krijgen van een gespecialiseerde consultancy (die via een aanbesteding wordt geselecteerd) en van de omscholingscel. Deze ondersteuning omvat informatie- en bewustmakingsvergaderingen over het oprichten van een bedrijf en essentiële managementvaardigheden, alsook advies over het opzetten van het bedrijf (zoals het opstellen van een businessplan, het opstellen van de statuten, marketing enz.). Er kunnen subsidies worden toegekend om de start-upkosten van dergelijke bedrijfsprojecten te helpen dekken. De werknemers moeten een aanvraag indienen waarin het project wordt omschreven (bijvoorbeeld de vaardigheden en de ervaring van de werknemer, een haalbaarheidsstudie, een financiële analyse, het marktpotentieel, de groeivooruitzichten, sociaaleconomische voordelen enz.). Het steuncomité van de omscholingscel, waarin vertegenwoordigers van de werkgever, de vakbonden en Forem zitting hebben, beoordeelt de aanvraag en beslist over het al dan niet toekennen van een subsidie. Elke werknemer die bij het project betrokken is, kan een subsidie van 5 000 EUR ontvangen (waarbij de middelen voor alle deelnemende werknemers worden samengevoegd). De subsidies kunnen worden gebruikt voor de aankoop van uitrusting, handelswaar, publiciteit, consultancy, opleiding enz. Het adviesbureau zal de subsidies beheren en bij de Forem verslag uitbrengen over de besteding van de middelen (facturen en bewijsstukken). Naar verwachting zullen ongeveer 30 werknemers aan deze maatregel deelnemen, en zullen vijf ondersteunende subsidies aan de werknemers worden toegekend.

4) Premies en bonussen:

– Verhuispremie: indien een werknemer (via het team van SGS Benelux dat hen helpt werk zoeken) een nieuwe baan krijgt aangeboden waarvoor hij moet verhuizen, kan SGS Benelux aan deze werknemer een premie tot 5 000 EUR betalen om de verhuiskosten te dekken. De premie zal worden betaald door SGD op basis van een betaalde factuur voor de werkelijk gemaakte kosten (terugbetaling). Van deze maatregel zouden maximaal 20 werknemers kunnen profiteren.

– Aanwervingsbonus: SGD kan een werkgever die een werknemer aanwerft met een arbeidsovereenkomst voor onbepaald tijd een bijdrage in de loonkosten van de werknemer betalen die overeenstemt met een maandloon van die werknemer. Het bedrag van de aanwervingsbonus dat aan de werkgever wordt betaald, zal representatief zijn voor de werkelijke loonkosten van de werkgever (inclusief belastingen en verplichte socialezekerheidsbijdragen)[20]. SGD en de werkgever zullen een overeenkomst over de aanwervingsbonus ondertekenen. SGD zal de aanwervingsbonus betalen wanneer de arbeidsovereenkomst is ondertekend, behalve indien dat anders met de nieuwe werkgever werd afgesproken. Van deze maatregel zouden ongeveer 100 werknemers kunnen profiteren.

31. Deze maatregelen zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen in het kader van de in artikel 3 van de EFG-verordening in aanmerking komende acties.

32. De totale kosten van de maatregelen worden geraamd op 2 679 856 EUR, waarvan 2 578 379 EUR voor individuele dienstverlening en 101 478 EUR voor de implementatie van het EFG (3,8 % van de totale kosten). Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 1 339 928 EUR (50 % van de totale kosten) gevraagd.

Maatregelen| Geraamd aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd| Geraamde kosten per werknemer voor wie steun wordt aangevraagd (EUR)*| Totale kosten (EFG en nationale mede­financiering) (EUR)*

Individuele dienstverlening:|||

1) Individuele hulp bij het zoeken van een baan, casemanagement en algemene voorlichting:|||

– beroepskeuzevoorlichting (ondersteuning / begeleiding / integratie)| 2 581 556

– het zoeken naar werk stimuleren| 45 000

– het proactief zoeken van een baan| 2 637 860

2) Opleiding en omscholing:|||

– geïntegreerde opleiding| 1 332 263

– specifieke opleiding| 1 300 000

– overdracht van ervaring| 3 000

3) Bevordering van ondernemerschap:|||

– ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf| 22 500

– ondersteuning voor wie zich vestigt als zelfstandige| 10 51 200

– ondersteuning van collectieve projecten| 1 55 000

4) Premies en bonussen:|||

– verhuispremie| 5 100 000

– aanwervingsbonus| 4 450 000

Subtotaal:| –| –| 2 578 379

Uitgaven voor de implementatie van het EFG:|||

1. Voorbereiding| –| –| 30 000

2. Beheer| –| –| 19 200

3. Voorlichting en publiciteit| –| –| 18 500

4. Controle| –| –| 33 778

Subtotaal:| –| –| 101 478

Totale kosten:| –| –| 2 679 856

EFG-bijdrage (50 % van de totale kosten)| –| –| 1 339 928

*Afgeronde bedragen.

33. De Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat de maatregelen complementair zijn met door de structuurfondsen gefinancierde acties en dat passende mechanismen werden ingesteld om dubbele financiering te voorkomen.

Datum waarop met individuele dienstverlening aan de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd is begonnen of waarop gepland is daarmee te beginnen

34. De Belgische autoriteiten zijn op 31 augustus 2013 begonnen individuele dienstverlening te verstrekken aan de werknemers voor wie steun wordt aangevraagd. Bijgevolg komen uitgaven voor die maatregelen vanaf die datum in aanmerking voor een financiële bijdrage uit het EFG.

Wijze waarop de sociale partners zijn geraadpleegd



35. Het management van SGS Benelux en de vakbonden hebben in juli 2013 een sociaal plan aangenomen als onderdeel van de procedure voor collectief ontslag. Het sociaal plan bevat de verschillende maatregelen waarover de diverse betrokken sociale partners overeenstemming hebben bereikt. Zoals hierboven vermeld, zijn de vakbonden en de voormalige werkgever (SGS Benelux) rechtstreeks betrokken bij het beheer van de omscholingscel en bij de uitvoering van bepaalde maatregelen.

36. De Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan.

Informatie over acties die volgens de nationale wetgeving of collectieve overeenkomsten verplicht zijn

37. Volgens de Belgische wetgeving[21] moeten ondernemingen die collectief werknemers ontslaan de ontslagen werknemers outplacementdiensten aanbieden. De outplacementdiensten moeten voor werknemers jonger dan 45 jaar minstens 30 uur, gespreid over drie maanden, omvatten, en voor werknemers van 45 jaar en ouder minstens 60 uur, gespreid over zes maanden. Alle niet-tijdelijke werknemers moeten aan deze outplacementdiensten deelnemen, behalve in geval van specifieke vrijstellingen. Volgens de Waalse wetgeving[22] kunnen de werknemersorganisaties de Forem verzoeken een omscholingscel op te zetten om de ontslagen werknemers te ondersteunen. De beslissing van de Forem om al dan niet een omscholingscel op te zetten is discretionair en werkgevers noch werknemers zijn verplicht om aan de door de omscholingscel uitgevoerde maatregelen deel te nemen. Met de diensten die door de omscholingscellen worden verstrekt, kunnen de wettelijke verplichtingen inzake outplacementdiensten echter als vervuld worden beschouwd.

38. De Belgische autoriteiten hebben bevestigd dat:

– de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats zal komen van maatregelen die krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van ondernemingen vallen[23];

– de maatregelen ten doel hebben steun te verlenen aan individuele werknemers en niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

– de maatregelen geen financiële steun zullen ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie[24].

Beheers- en controlesystemen



39. De aanvraag bevat een gedetailleerde beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Een stuurgroep waarin alle organisaties vertegenwoordigd zijn die bij de uitvoering van de EFG-maatregelen betrokken zijn, staat in voor de algemene follow-up en coördinatie. De financiële bijdrage van het EFG zal door dezelfde instanties wordt beheerd en gecontroleerd die de financiering van het ESF beheren en controleren. Binnen het ESF-Agentschap van de Federatie Wallonië-Brussel (de voormalige Franstalige Gemeenschap van België) zal één entiteit fungeren als beheersautoriteit en een andere entiteit als betalingsautoriteit. Het secretariaat-generaal van de Federatie Wallonië-Brussel zal fungeren als certificerende instantie en de Forem als intermediaire instantie.

Financiering



40. Krachtens artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[25] mag uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) een jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) boven het maximum van de betrokken rubrieken van het financieel kader beschikbaar worden gesteld.

41. Gezien het beschikbare maximumbedrag aan bijdragen uit het EFG alsook de mogelijkheden tot herschikking van de kredieten, stelt de Commissie voor om uit het EFG het totale bedrag van de gevraagde bijdrage (1 339 928 EUR), dat 50 % van de totale kosten van de voorgestelde maatregelen vertegenwoordigt, beschikbaar te stellen.

42. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[26] zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

43. De Commissie zal apart een overschrijvingsverzoek indienen teneinde specifieke vastleggingskredieten in de begroting voor 2015 op te nemen, zoals voorgeschreven in punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013.

Herkomst van de betalingskredieten



44. Kredieten van het EFG-begrotingsonderdeel in de begroting van 2015 zullen worden gebruikt ter dekking van het bedrag van 1 339 928 EUR.