Toelichting bij COM(2015)68 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2014/017 FR/Mory-Ducros

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/20061 ("de EFG-verordening").

2. De Franse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/017 FR/Mory-Ducros ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Mory-Ducros SAS in Frankrijk.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EGF-aanvraagEGF/2014/017 FR/Mory-Ducros
LidstaatFrankrijk
Betroffen regio('s) (NUTS II)FR 10 (Ile de France)
Datum van de indiening van de aanvraag6.10.2014
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag17.10.2014
Datum van het verzoek om aanvullende informatie17.10.2014
Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie1.12.2014
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling23.2.2015
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening
Primaire ondernemingMory-Ducros SAS
Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling)2Afdeling 49 ("Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen")
Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten0
Referentieperiode (vier maanden)13 maart 2014 - 13 juli 2014
Aantal ontslagen of beëindigingen van werkzaamheden tijdens de referentieperiode (a)2 395
Aantal ontslagen of beëindigingen van werkzaamheden voor of na de referentieperiode (b)118
Totaal aantal ontslagen (a + b)2 513
Geraamd totaal aantal beoogde begunstigden2 513
Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)0
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)10 052 000
Budget voor de implementatie van het EFG3 (EUR)35 000
Totaal budget (EUR)10 087 000
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)6 052 200

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. De Franse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/017 FR/Mory-Ducros ingediend op 6 oktober 2014, binnen 12 weken na de datum waarop aan de in de punten 6 tot en met 8 vermelde criteria voor steunverlening was voldaan4. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag bevestigd binnen twee weken na de indiening van de aanvraag, namelijk op 17 oktober 2014, en heeft de Franse autoriteiten vóór het aflopen van de termijn op 20 oktober 2014 om aanvullende informatie gevraagd. Die aanvullende informatie werd binnen zes weken verstrekt. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 23 februari 2015 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

Betrokken ondernemingen en begunstigden

5. De aanvraag betreft 2 513 werknemers die bij Mory-Ducros SAS werden ontslagen. Die onderneming was actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 49 ("Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen"). De ontslagen bij de betrokken onderneming vielen in heel Europees Frankrijk. De meeste ontslagen (257) vielen in de NUTS5 2-regio Ile de France (FR10).

Criteria voor steunverlening

6. De Franse autoriteiten hebben de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers of downstreamproducenten en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.

7. De referentieperiode van vier maanden loopt van 13 maart 2014 tot en met 12 juli 2014.

2.

8. De aanvraag betreft:


- 2 395 werknemers die tijdens de referentieperiode van vier maanden bij Mory-Ducros zijn ontslagen6.

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden

3.

9. De ontslagen werden als volgt berekend:


- 2 395 sinds de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief wordt beëindigd.

In aanmerking komende werknemers

10. Naast de 2 395 werknemers die reeds werden vermeld, komen nog 118 werknemers in aanmerking die vóór of na de referentieperiode van vier maanden werden ontslagen. Al deze werknemers werden ontslagen na de algemene aankondiging van de geplande ontslagen op 13 maart 2014. Er kan een duidelijk oorzakelijk verband worden gelegd met de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de ontslagen tijdens de referentieperiode.

11. In totaal komen bijgevolg 2 513 werknemers in aanmerking.

Verband tussen de ontslagen en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde wereldwijde financiële en economische crisis

12. Frankrijk legt het verband tussen de ontslagen en de beëindigingen van de werkzaamheden enerzijds en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde wereldwijde financiële en economische crisis anderzijds met het argument dat Mory-Ducros actief is op de gebieden koeriersdiensten, het vervoer en de levering van vracht, opslag en verhuur van gerelateerd materiaal, en deze diensten zowel binnen als buiten Frankrijk verstrekt. Toen het bedrijf de werknemers ontsloeg, was het in Frankrijk de grootste aanbieder van deze diensten, die elke dag ongeveer 4 500 voertuigen op de weg had.

13. Door de wereldwijde financiële en economische crisis is het wegvervoer met voertuigen van meer dan 3,5 ton tussen 2007 en 2012 in de EU met 13,7 % en in Frankrijk met 21 % afgenomen (Eurostat). Deze afname volgde op de algemene daling van de fysieke output in Europa. Doordat er minder volume moest worden vervoerd, brak in de sector een prijzenoorlog uit, die nog werd verergerd door de stijging van diverse kosten (brandstof, lonen, materiaal); het gevolg was een gestage afkalving van de exploitatiemarges en een aantal verliezen voor de sector in Frankrijk sinds 2007. Dit werd gevolgd door een golf van faillissementen in de sector van het wegvervoer; volgens de Franse centrale bank is het aantal faillissementen tussen 2007 en 2013 jaarlijks met 35 % gestegen.

14. Tot nu toe werden voor de sector 'Vervoer te land en vervoer via pijpleidingen' twee EFG-aanvragen ingediend: deze aanvraag, en aanvraag EGF/2011/001 AT/Niederösterreich-Oberösterreich, die op de wereldwijde financiële en economische crisis was gebaseerd.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt

15. De ontslagen werden veroorzaakt door het faillissement en de sluiting van Mory-Ducros. In 2012 boekte Mory Ducros een verlies van bijna 80 miljoen EUR, en voor eind 2013 werd zelfs nog een groter verlies (van net geen 82 miljoen EUR) verwacht. Op 25 november 2013 verklaarde Mory-Ducros zich insolvent, en de volgende dag heeft de rechtbank van koophandel van Pontoise de desbetreffende gerechtelijke procedures ingeleid en de onderneming onder curatele gesteld. Op 6 februari 2014 werd een curator aangesteld, die de opdracht had de onderneming tegen 6 mei 2014 te sluiten.

Als deel van de regeling nam het pas opgerichte MORY Global 50 van de in totaal 84 agentschappen en 2 107 van de in totaal 4 911 werknemers over. De resterende 2 804 werknemers werden ontslagen, 2 395 binnen de referentieperiode en 118 daarna (het laatste ontslag viel eind september). 2 513 werknemers hebben ervoor gekozen deel te nemen aan de acties die voor medefinanciering uit het EFG worden voorgesteld; de overige 291 werknemers gingen ofwel met pensioen of waren om een andere reden niet beschikbaar.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid

16. De ontslagen zijn gespreid over 84 vestigingen in heel Europees Frankrijk, en het aantal ontslagen per vestiging varieert van 2 (in Châlons- en-Champagne en in Saint-Louis) tot 257 (in Gonesse). De meeste ontslagen vielen in vestigingen in de omgeving van grote steden, zodat het effect op de lokale werkgelegenheid en economie beperkt is.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

Beoogde begunstigden

4.

17. Naar verwachting zullen 2 513 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:


CategorieAantal

5.

beoogde begunstigden

Geslacht:Mannen:2 137(85,04 %)
Vrouwen:376(14,96 %)
Nationaliteit:EU-burgers:2 332(92,80 %)
Niet-EU-burgers:181(7,2 %)
Leeftijdsgroep:15-24 jaar:18(0,72 %)
25-54 jaar:2 054(81,73 %)
55-64 jaar:436(17,35 %)
Ouder dan 64 jaar:5(0,20 %)


Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen

18. De individuele dienstverlening aan de ontslagen werknemers omvat slechts één actie.

19. Advies aan en begeleiding van de ontslagen werknemers door een team van deskundige adviseurs (Cellule de reclassement): aangezien de Franse staat een aantal actieve maatregelen (hoofdzakelijk opleiding) financiert om de werknemers aan een nieuwe baan te helpen, verzoekt Frankrijk het EFG uitsluitend om financiering voor een adviessteunpunt (cellule de reclassement), waar de ontslagen werknemers advies en begeleiding wordt aangeboden.

20. De drie contractanten die de cellule de reclassement runnen, werden door de curator geselecteerd na overleg met de vertegenwoordigers van de ontslagen werknemers, met het doel een zo groot mogelijk deel van Europees Frankrijk te bedienen en de re-integratie op de arbeidsmarkt te garanderen voor zoveel mogelijk werknemers voor wie steun wordt aangevraagd. De drie contractanten zijn Sodie, BPI Group en AFPA Transitions. Hun taak bestaat erin de ontslagen werknemers bij te staan en te begeleiden en hen oplossingen te helpen vinden om op de arbeidsmarkt te blijven en een nieuwe baan te vinden.

21. De agentschappen moeten elke deelnemer voorzien van a) een persoonlijk loopbaantraject en b) voldoende vacatures; zij moeten c) elke deelnemer de gelegenheid bieden om algemene deskundigen en / of deskundigen op het gebied van de oprichting van een onderneming te raadplegen, die de arbeidsmarkt in de regio zeer goed kennen, beschikbaar zijn en aan de behoeften van de ontslagen werknemers tegemoetkomen.

22. De agentschappen zullen opleidingsworkshops voor algemene competenties aanbieden (zoals het opstellen van een cv, het voorbereiden van een sollicitatiegesprek, vaardigheden om een baan te zoeken of een bedrijf op te richten), alsook opleiding over het gebruik van internet, banenbeurzen en ontmoetingen met werkgevers of vertegenwoordigers van een sector, en contacten met opleidingsinstellingen.

23. Het toezicht op de activiteiten van de agentschappen zal worden verzekerd door een comité en door middel van geregelde schriftelijke verslagen. De agentschappen zullen worden betaald voor elke deelnemende werknemer (bij overlegging van het nodige bewijsmateriaal); de eigenlijke maatregelen (bijvoorbeeld de langere opleidingen op zich) zijn niet in de aan het EFG overgelegde budget opgenomen (een deel van deze opleidingen wordt door het ESF medegefinancierd). De betaling zal in termijnen gebeuren op basis van de geboekte resultaten.

24. De voorgestelde maatregelen die hier worden beschreven, zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

25. De Franse autoriteiten hebben de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Zij hebben bevestigd dat een financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

Geraamd budget

26. De totale kosten worden op 10 087 000 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 10 052 000 EUR voor individuele dienstverlening en van 35 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage. Dit bedrag zal volledig worden gebruikt voor controle en certificering. Er is niet voorzien in een budget voor voorlichting en publiciteit.

27. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 6 052 200 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

ActiesGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(EUR)
Geraamde totale kosten
(EUR)
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Intermediaire instantie die de ontslagen werknemers advies en begeleiding aanbiedt (cellule de reclassement)2 5134 00010 052 000
Subtotaal (a):10 052 000
(100 %)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Subtotaal (b):0
(0 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereiding
0
2. Beheer
0
3. Voorlichting en publiciteit
0
4. Controle en rapportage
35 000
Subtotaal (c):35 000
(0,35 %)
Totale kosten (a + b + c):10 087 000
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)6 052 200

28. In de bovenstaande tabel zijn geen kosten vermeld voor acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn

29. De Franse autoriteiten hebben de beoogde begunstigden met ingang van 24 februari 2014 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de in punt 19 genoemde acties zullen bijgevolg van 24 februari 2014 tot en met 6 oktober 2016 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

30. Op 6 oktober 2014 hebben de Franse autoriteiten nog geen administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen van 6 oktober 2014 tot en met 6 april 2017 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd

31. De bron van de nationale voor- of medefinanciering is de begroting van het Ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid, Beroepsopleiding en Sociale Dialoog, met name het begrotingsonderdeel voor het in goede banen leiden van de economische veranderingen en het bevorderen van de werkgelegenheid.

32. De Franse autoriteiten hebben bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten

33. De Franse autoriteiten hebben laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de beoogde begunstigden en de sociale partners. Tussen 27 december 2013 en 13 maart 2014 (de datum waarop de ontslagbrieven werden verstuurd) vonden talrijke vergaderingen plaats. Tijdens deze vergaderingen werd het hele pakket maatregelen besproken, waarvan de door het EFG medegefinancierde maatregel (de cellule de reclassement) slechts een onderdeel is.

Beheers- en controlesystemen

34. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Frankrijk heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door het Ministerie van Economie, Industrie en Werkgelegenheid; verschillende eenheden van de Algemene Staatscommissie voor Werkgelegenheid en Beroepsopleiding (Délégation générale à l’emploi et à la formation professionnelle - DGEFP) zullen hierbij betrokken zijn. De betalingen zullen worden uitgevoerd door de dienst Financiering, Dialoog en Beheerscontrole (Département financement, dialogue et contrôle de gestion) van de DGEFP. De certificering zal gebeuren door het in Nantes gevestigde directoraat-generaal Overheidsfinanciën. De regionale afdelingen van het directoraat-generaal Ondernemingen, Concurrentie, Consumptie, Arbeid en Werkgelegenheid in de desbetreffende regio's werden gemachtigd om audits uit te voeren.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

6.

35. De Franse autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:


- bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

- aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

- de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

- de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

- de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

36. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-20207 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

37. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 6 052 200 EUR beschikbaar te stellen, wat overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.

38. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer8 zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

39. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 6 052 200 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

40. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.