Toelichting bij COM(2014)726 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2014/014 DE/Aleo Solar

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] ("de EFG-verordening").

2. De Duitse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/014 DE/Aleo Solar ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen bij aleo solar AG en twee dochterondernemingen in Duitsland.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


3.

VAN DE AANVRAAG


EGF-aanvraag| EGF/2014/014 DE/Aleo Solar

Lidstaat| Duitsland

Betroffen regio('s) (NUTS II)| Brandenburg (DE 40) en Weser-Ems (DE 94)

Datum van de indiening van de aanvraag| 29.7.2014

Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag| 4.8.2014

Datum van het verzoek om aanvullende informatie| 11.8.2014

Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie| 23.9.2014

Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling| 16.12.2014

Criterium voor steunverlening| Artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming| aleo solar AG

Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling)[2]:| Afdeling 26 ("Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten")

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten| 2

Referentieperiode (vier maanden)| 7 maart 2014 - 7 juli 2014

Aantal ontslagen en beëindigingen van de werkzaamheden tijdens de referentieperiode (a)| 657

Aantal ontslagen en beëindigingen van de werkzaamheden voor of na de referentieperiode (b)| 0

Aantal ontslagen en beëindigingen van de werkzaamheden (a + b)| 657

Geschat totaal aantal beoogde begunstigden| 476

Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)| 0

Budget voor individuele dienstverlening (EUR)| 1 719 601

Budget voor de implementatie van het EFG[3] (EUR)| 105 000

Totaal budget (EUR)| 1 824 601

EFG-bijdrage (60 %) (EUR)| 1 094 760

4.

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG


Procedure

4. De Duitse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/014 DE/Aleo Solar ingediend op 29 juli 2014, binnen 12 weken na de datum waarop aan de hieronder vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag bevestigd binnen twee weken na de indiening van de aanvraag, namelijk op 4 augustus 2014, en heeft de Duitse autoriteiten op 11 augustus 2014 om aanvullende informatie gevraagd. Die aanvullende informatie werd verstrekt binnen zes weken na de datum van het verzoek. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 16 december 2014 af.

5.

Subsidiabiliteit van de aanvraag


Betrokken ondernemingen en begunstigden

5. De aanvraag betreft 657 ontslagen werknemers bij aleo solar AG en haar twee dochterondernemingen aleo solar Dritte Produktion GmbH (Prenzlau) en aleo solar Deutschland GmbH (Oldenburg). Aleo solar was actief in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 26, 'Vervaardiging van informaticaproducten en van elektronische en optische producten'. De ontslagen bij de betrokken ondernemingen vielen hoofdzakelijk in de NUTS[4] II-regio's Brandenburg (DE 40) en Weser-Ems (DE 94).

6.

Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode


aleo solar AG| 390

aleo solar Dritte Produktion GmbH| 163

aleo solar Deutschland GmbH| 104

Totaal aantal ondernemingen: Totaal aantal ontslagen:| 657

Totaal aantal zelfstandigen dat zijn werkzaamheden heeft beëindigd:| 0

Totaal aantal in aanmerking komende werknemers en zelfstandigen:| 657

7.

Criteria voor steunverlening


6. De Duitse autoriteiten hebben de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd bij leveranciers of downstreamproducenten.

7. De referentieperiode van vier maanden loopt van 7 maart 2014 tot en met 7 juli 2014.

8. De aanvraag betreft 390 ontslagen[5] bij aleo solar AG tijdens de referentieperiode van vier maanden, en 267 ontslagen bij de twee dochterbedrijven tijdens dezelfde referentieperiode.

8.

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


9. De ontslagen werden als volgt berekend:

– alle 657 werknemers werden als ontslagen beschouwd vanaf de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief wordt beëindigd.

9.

In aanmerking komende werknemers


10. De aanvraag heeft geen betrekking op extra ontslagen vóór of na de referentieperiode.

11. In totaal komen bijgevolg 657 werknemers in aanmerking.

10.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering


12. Als bewijs van het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen als gevolg van de globalisering voert Duitsland aan dat aleo solar een Duitse onderneming was die deel uitmaakte van de groep Robert Bosch, die eveneens over fabrieken beschikte in Spanje, Italië, de VS, Australië en Engeland, waarvan er de laatste jaren verschillende werden verkocht.

13. Het is slechts één van de vele Europese producenten van zonnepanelen die de laatste jaren (sinds 2010) failliet zijn gegaan, geen zonnepanelen meer produceren, de productie geheel of gedeeltelijk hebben stopgezet, of de onderneming aan Chinese investeerders hebben verkocht. De Photovoltaic (PV) Sustainable Growth Index voor 2011[6] concludeert dat "de totale inkomstenpool van alle 33 PV-ondernemingen in de studie[7] in de periode 2005-2011 met 79 % is toegenomen, namelijk van 21 miljard USD tot 36 miljard USD, in een markt waar het aantal installaties met 129 % is toegenomen. De inkomsten van de Chinese en Taiwanese ondernemingen stegen sneller dan die van ondernemingen in Duitsland en de VS. Het marktaandeel van Duitse ondernemingen bleef krimpen. De ondernemingen in de VS verloren aan marktaandeel nadat hun marktaandeel vier jaar lang was gegroeid." Tussen 2005 en 2011 steeg het aandeel van China in de inkomsten dus van 11 % tot 45 %, terwijl dat van Duitsland afnam van 64 % tot 21 %. De enige andere EU-lidstaat met een voldoende grote productie om in de lijst te worden opgenomen, is Spanje met 1 %.

14. China heeft een zeer grote overcapaciteit aan zonnemodules opgebouwd, die noch zijn eigen consumenten noch de wereldmarkt kunnen absorberen; in combinatie met de wereldwijd teruglopende vraag heeft dit geleid tot een ineenstorting van de prijzen. Dankzij de plaatselijke financiële steun voor producenten in China en de prioriteit die in het huidige Chinese vijfjarenplan (2011-2015) aan de sector wordt gegeven, kunnen deze ondernemingen overleven en groeien door hun productie goedkoop op buitenlandse markten te verkopen. Meer dan 90 % van de Chinese productie wordt uitgevoerd, 80 % daarvan naar de EU. In 2011 zijn de prijzen in de EU met 40 % gedaald in vergelijking met 2010, tot een niveau dat onder de productiekosten van aleo solar ligt. In 2013 heeft de EU extra rechten ingesteld op zonnemodules van oorsprong uit China, alsook een minimumprijs, die echter nog steeds onder de productiekosten van de Duitse producenten ligt.

15. In 2010 had Aleo solar een omzet van 550 miljoen EUR en een winst van 43 miljoen EUR; vanaf 2011 verslechterde de situatie snel, en in 2013 boekte de onderneming 92 miljoen EUR verlies. Ondertussen liep het aantal werknemers in de onderneming terug van 995 in 2011 tot 740 in 2013. Ondanks herhaalde inspanningen om de onderneming te herstructureren en de efficiëntie te verbeteren, werd de onderneming niet opnieuw winstgevend en waren de vooruitzichten voor de toekomst niet beter. Aleo solar ging failliet en sloot of verkocht zijn productiefaciliteiten, terwijl andere Duitse producenten van zonnepanelen zich door hun verliezen genoopt zagen hun productie naar het Verre Oosten, bijvoorbeeld naar Maleisië, te verhuizen.

16. Tot nu toe werden voor de productie van zonnemodules twee EFG-aanvragen (met inbegrip van deze aanvraag) ingediend. Beide waren gebaseerd op handelsgerelateerde globalisering.

11.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


17. De aanleiding voor de ontslagen was de sluiting van de twee sites in Duitsland van aleo solar — de productiefaciliteit in Prenzlau (553 ontslagen) en het administratief centrum in Oldenburg (104 ontslagen). De curator heeft de productiesite in Prenzlau ondertussen verkocht aan een Aziatisch consortium, dat 164 van de ontslagen werknemers heeft overgenomen. Hoewel deze werknemers momenteel weer een baan hebben, komen zij niettemin in aanmerking om aan de EFG-maatregelen deel te nemen (op voorwaarde dat deze verenigbaar zijn met hun werktijden), aangezien hun nieuwe baan niet erg zeker is.

12.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid


18. De ontslagen hebben een aanzienlijk negatief effect op de regionale economie in Prenzlau / Brandenburg. Deze regio heeft een relatief lage bevolkingsdichtheid (41 inwoners per km² tegenover het nationale gemiddelde van 84 inwoners per km²). De regio telt hoofdzakelijk kleine en middelgrote ondernemingen; slechts 10 ondernemingen (0,3 %) hebben meer dan 249 werknemers. Aleo solar was een van deze belangrijke werkgevers, en de ontslagen werknemers hebben niet direct uitzicht op een gelijkwaardige nieuwe baan.

19. De belangrijkste sectoren in de regio zijn de landbouw (met inbegrip van de biologische landbouw), het toerisme, de aardolie-industrie en de productie van hernieuwbare energie. Het inkomen per hoofd ligt aanzienlijk onder het nationale gemiddelde. De regio's Uckermark en Prenzlau hebben de hoogste werkloosheidscijfers in Duitsland: respectievelijk 15,5 en 16,4 % (mei 2014). De werknemers die zich bij het re-integratiebedrijf ("Transfergesellschaft") hebben aangemeld en reeds deelnemen aan de maatregelen waarvoor EFG-steun wordt aangevraagd, worden in dit werkloosheidscijfer niet meegeteld; dit cijfer zou nog 0,9 % hoger zijn indien zij wel werden meegeteld. De ontslagen werknemers lopen een hoog risico langdurig werkloos te blijven. De maatregelen zullen de werknemers er dan ook toe aanmoedigen om verder te kijken dan hun eigen streek en om werk te zoeken waar er werk is.

20. De werkgelegenheidssituatie is aanzienlijk beter in de regio Oldenburg, waar de administratie van aleo solar gevestigd was. De 104 werknemers die daar werden ontslagen, zijn niet in de door het EFG mede te financieren maatregelen opgenomen.

13.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties


Beoogde begunstigden

21. Naar verwachting zullen 476 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

Categorie| Aantal beoogde begunstigden

Geslacht:| Mannen:| (55,0 %)

|| Vrouwen:| (45,0 %)

Nationaliteit:| EU-burgers:| (99,6 %)

|| Niet-EU-burgers:| (0,4 %)

Leeftijdsgroep:| 15-24 jaar:| (0,6 %)

|| 25-29 jaar:| (8,8 %)

|| 30-54 jaar:| (69,7 %)

|| 55-64 jaar:| (20,6 %)

|| Ouder dan 64 jaar:| (0,2 %)

14.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


22. De sociale partners van aleo solar AG en aleo solar Dritte Produktion GmbH hebben begin 2014 ingestemd met een sociaal plan, dat de diensten van een re-integratiebedrijf omvat. De belanghebbenden hebben de organisatie BOB Transfer GmbH gekozen om re-integratiediensten te verstrekken. Zij zal actief zijn in Prenzlau. Aan de werknemers worden vanaf 11 april 2014 re-integratiediensten verstrekt. In tegenstelling tot eerdere Duitse aanvragen kunnen de maatregelen in afwachting van het resultaat van de EFG-aanvraag niet van start gaan met medefinanciering uit het ESF.

23. Alle onderstaande maatregelen vormen samen een pakket van individuele dienstverlening dat door het re-integratiebedrijf wordt gecoördineerd en tot doel heeft de ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt te re-integreren:

– Beroepsopleidingen (Qualifizierungen): deze worden aangeboden aan werknemers die daarvoor na profilering en loopbaanbegeleidingsinterviews in aanmerking blijken te komen. Het is de bedoeling hen te helpen profiteren van waargenomen kansen op de arbeidsmarkt. De aangeboden opleidingen zullen zich toespitsen op sectoren die toekomstperspectieven bieden, zoals de bouwsector, gezondheidszorg en verpleging, de detailhandel, catering, vervoer en logistiek. De opleidingen kunnen individueel of in groep worden verstrekt en variëren van basiscompetenties (zoals talen, IT, rijbewijs) tot bijscholing en omscholing van werknemers voor nieuwe sectoren, waaronder het oprichten van een bedrijf. Er komen speciale opleidingen voor de 18 ontslagen werknemers met uiteenlopende handicaps.

– Loopbaanadvies en -begeleiding (Berufsorientierung): hierbij gaat het om diverse innovatieve instrumenten, zoals het in kaart brengen van de vaardigheden, sollicitaties per video, onlinesollicitaties, en kantoor aan huis. Het in kaart brengen van de vaardigheden werd ontwikkeld in het kader van het initiatief Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen van de Commissie en moet de werknemers helpen om bij hun sollicitaties en mogelijke nieuwe banen discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden te vermijden. Videosollicitaties zullen de sollicitanten helpen om zich op een professionele manier te presenteren en de aandacht op zich te vestigen. Een kantoor aan huis zou de werknemers kansen op een baan bieden, aangezien potentiële werkgevers minder kosten moeten maken om hen aan te werven.

– Peergroups / workshops: deze zullen bestaan in groepsfora onder de leiding van een facilitator, die de deelnemers helpt ideeën en overwegingen uit te wisselen. Peergroups kunnen op verschillende manieren zijn samengesteld, bijvoorbeeld per leeftijdsgroep of op basis van behoeften, gezinssamenstelling of eerdere werkervaring. Er zal rekening mee worden gehouden dat ongeveer 200 deelnemers ouder zijn dan 50 jaar en bij het zoeken van een baan met extra problemen worden geconfronteerd. Verschillende paren en alleenstaande ouders worden door de sluiting getroffen en hebben misschien psychologische ondersteuning nodig.

– Advies bij het oprichten van een eigen bedrijf (Existenzgründerberatung): deze maatregel zal deskundigenadvies omvatten voor wie overweegt een bedrijf op te richten. Jonge ondernemers en creatieve rolmodellen zullen in de arm worden genomen om de ontslagen werknemers te stimuleren en hen te helpen nieuwe ideeën uit te werken.

– Interregionaal advies (Interregionale Beratung): hiermee wordt gepoogd werknemers ertoe aan te moedigen een baan te zoeken in andere regio's; deze maatregel kan bezoeken aan banenbeurzen omvatten.

– Het zoeken van een baan (Stellenresearch): een professionele jobscout zal gebruikmaken van zijn of haar contacten en ervaring om eventuele nog niet gepubliceerde vacatures te vinden die voor de in aanmerking komende werknemers geschikt zouden kunnen zijn. Er kunnen evenementen worden georganiseerd waarop de in aanmerking komende werknemers zich aan potentiële nieuwe werkgevers kunnen presenteren.

– Follow-upmentoring / advies (Nachbetreuung / Beratung): de werknemers kunnen aanspraak maken op verdere begeleiding en verder advies nadat zij in hun nieuwe baan aan het werk zijn gegaan, zodat het risico dat zij hun baan weer verliezen tot een minimum wordt beperkt.

– Follow-upmentoring / het veilig stellen van de baan (Nachbetreuung / Beschäftigungssicherung): dit is bijzonder belangrijk voor werknemers die een baan aanvaarden op enige afstand van hun vorige woonplaats en misschien mentoring en advies nodig hebben wanneer zij zich daar vestigen.

– Opleidingstoelage (Transferkurzarbeitergeld): deze bedraagt 60 % van het vroegere netto-inkomen van de werknemer, of 67 % wanneer bij de ontvanger één of meer kinderen inwonen. Deze toelage wordt ongeveer negen maanden lang uitbetaald, met ingang van de datum waarop de werknemer zich bij het re‑integratiebedrijf aanmeldt.

24. De voorgestelde maatregelen die hier worden beschreven, zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

25. De Duitse autoriteiten hebben de nodige informatie verstrekt over acties waartoe de betrokken bedrijven krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht zijn. Zij hebben bevestigd dat een financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

15.

Geraamd budget


26. De totale kosten worden op 1 824 601 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 1 719 601 EUR voor individuele dienstverlening en van 105 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

27. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 1 094 760 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

Maatregelen| Geraamd aantal deelnemers| Geraamde kosten per deelnemer (EUR)*| Geraamde totale kosten (EUR)

16.

Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)


Beroepsopleidingen (Qualifizierungsmassnahmen)| 2 577 793

Loopbaanadvies en -begeleiding (Berufsorientierung)| 66 625

Peergroups / workshops| 148 100

Advies bij het oprichten van een eigen bedrijf (Existenzgründerberatung)| 1 30 634

Interregionaal advies (Interregionale Beratung)| 34 549

Het zoeken van een baan (Stellenresearch)| 68 255

Follow-upmentoring / advies (Nachbetreuung / Beratung)| 148 477

Follow-upmentoring / het veilig stellen van de baan (Nachbetreuung / Beschäftigungssicherung)| 1 43 308

Subtotaal (a):| –| 1 117 741

(65 %)

17.

Toelagen en stimulerende maatregelen (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)


Opleidingstoelage (Transferkurzarbeitergeld)| 601 860

Subtotaal (b):| –| 601 860

(35 %)

18.

Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening


1. Voorbereiding| –| 15 750

2. Beheer| –| 57 750

3. Voorlichting en publiciteit| –| 5 250

4. Controle en rapportage| –| 26 250

Subtotaal (c):| –| 105 000

(5,75 %)

Totale kosten (a + b + c):| –| 1 824 601

EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)| –| 1 094 760

* Afgeronde cijfers||

28. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. De Duitse autoriteiten hebben bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

19.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


29. De Duitse autoriteiten hebben de beoogde begunstigden met ingang van 11 april 2014 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de in de bovenstaande tabel onder de subtotalen (a) en (b) genoemde acties zullen bijgevolg van 11 april 2014 tot en met 29 juli 2016 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

30. Op 1 maart 2014 hebben de Duitse autoriteiten de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage, m.a.w. subtotaal (c) in de bovenstaande tabel, zullen bijgevolg van 1 maart 2014 tot en met 29 januari 2017 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

20.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


31. De federale begroting en de Bundesagentur für Arbeit (het federale arbeidsbureau) zijn de bronnen van nationale voor- en medefinanciering. Zij financieren de nationale bijdrage van 40 % en kunnen de maatregelen beginnen te voorfinancieren zodra zij er voldoende vertrouwen in hebben dat de EFG-middelen zullen worden toegekend.

32. De Duitse autoriteiten hebben bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

21.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


33. De Duitse autoriteiten hebben vermeld dat het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de beoogde begunstigden. Na dat overleg heeft het Bondsministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken op 12 juni 2014, samen met het federale arbeidsbureau en het re-integratiebedrijf, het geplande pakket van individuele dienstverlening aan de vertegenwoordigers van de beoogde begunstigden gepresenteerd en hun instemming met de inhoud en de details daarvan verkregen.

Beheers- en controlesystemen



34. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Duitsland heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door dezelfde organen van het Bondsministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken (Bundesministerium für Arbeit und Soziales), die ook het ESF beheren. Binnen de 'Gruppe Europäische Fonds für Beschäftigung' is het echter het 'Referat EF 4' dat als de beheersautoriteit voor het EFG fungeert, terwijl dat voor het ESF 'Referat EF 1' is. De 'Organisationseinheit Prüfbehörde' is de controleautoriteit voor zowel het EFG als het ESF. Deze organen hebben ook de vorige EFG-bijdragen voor Duitsland beheerd.

22.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat


35. De Duitse autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:

– bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

– aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

– wanneer de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen, hun activiteiten hebben voortgezet, zijn zij hun wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en hebben zij voor hun werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

– de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

– de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

– de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

2.

Gevolgen voor de begroting



23.

Begrotingsvoorstel


36. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[8] mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

37. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 1 094 760 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te verstrekken voor de aanvraag.

38. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[9] zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

24.

Met dit besluit samenhangende handelingen


39. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 1 094 760 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

40. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.