Toelichting bij COM(2015)141 - Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1306/2013 (gemeenschappelijk landbouwbeleid) op de rechtstreekse betalingen toe te passen aanpassingspercentage voor kalenderjaar 2015

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

In het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is als grondbeginsel voor de Uniefinanciering vastgelegd dat de jaarbegroting van de Unie in overeenstemming moet zijn met het meerjarig financieel kader (MFK).

Ter ondersteuning van de landbouwsector in ernstige crisissituaties die de landbouwproductie of -distributie treffen, dient een crisisreserve te worden ingesteld door aan het begin van elk jaar een verlaging op de rechtstreekse betalingen toe te passen door middel van het mechanisme voor financiële discipline dat is vastgesteld in artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[1]. De reserve bedraagt, zoals bepaald in artikel 25 van de genoemde verordening, in totaal 2 800 miljoen EUR met gelijke jaarlijkse termijnbetalingen van 400 miljoen EUR (in prijzen 2011) voor de periode 2014-2020, en is opgenomen in hoofdstuk 2 van het meerjarig financieel kader. Het in de ontwerpbegroting van de Commissie voor 2016 op te nemen bedrag van de reserve beloopt 441,6 miljoen EUR (lopende prijzen) en wordt gedekt middels een verlaging van de rechtstreekse betalingen als bedoeld in bijlage I van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid[2].

Om te voorkomen dat de bedragen ter financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) uitstijgen boven de onder rubriek 2 vallende jaarlijkse submaxima voor de marktuitgaven en rechtstreekse betalingen, zoals vastgelegd in Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[3], moet het mechanisme voor financiële discipline worden toegepast wanneer de ramingen voor de financiering van de marktuitgaven en rechtstreekse betalingen erop wijzen dat het jaarlijkse submaximum in rubriek 2 van het meerjarig financieel kader, gecorrigeerd voor financiële overdrachten tussen het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (Elfpo), zal worden overschreden. Dit voor uitgaven uit het ELGF beschikbare nettosaldo voor 2016 is op grond van artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/141 van de Commissie[4] bepaald en bedraagt 43 949 miljoen EUR.

Bij de opstelling van de ontwerpbegroting voor 2016 is uit de eerste begrotingsramingen voor de rechtstreekse betalingen en marktuitgaven gebleken dat het nettosaldo dat voor ELGF‑uitgaven voor 2016 beschikbaar is, naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden overschreden en er dus geen financiële discipline vereist is.

Op basis van het voorgaande legt de Commissie een voorstel over tot vaststelling van het aanpassingspercentage voor rechtstreekse betalingen met betrekking tot kalenderjaar 2015. Overeenkomstig artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 dient dit percentage uiterlijk op 30 juni 2015 door het Europees Parlement en de Raad te worden vastgesteld. Is het aanpassingspercentage op 30 juni 2015 nog steeds niet bepaald, dan stelt de Commissie deze op grond van het reeds genoemde artikel vast.

1.

Resultaten van de raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Met het voorliggende voorstel wordt uitvoering gegeven aan artikel 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1307/2013. De belanghebbende partijen hoefden niet vooraf te worden geraadpleegd en evenmin hoefde er een effectbeoordeling te worden opgesteld.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Met het onderhavige voorstel wordt voor het kalenderjaar 2015 een aanpassingspercentage in het kader van de financiële discipline vastgesteld.

Aangezien de lidstaten na de in de regelgeving vastgestelde betalingstermijn voor rechtstreekse betalingen nog betalingen aan landbouwers kunnen verrichten en het aanpassingspercentage in het kader van de financiële discipline van kalenderjaar tot kalenderjaar uiteen kan lopen, mogen de bedragen aan rechtstreekse betalingen die aan de landbouwers moeten worden toegekend, bij de toepassing van de financiële discipline niet afhangen van het moment waarop de lidstaten overgaan tot betaling aan de landbouwers. Derhalve mag de toepassing van het aanpassingspercentage op de aan landbouwers toe te kennen bedragen aan rechtstreekse betalingen, met het oog op een gelijke behandeling van de landbouwers, alleen berusten op de in het kalenderjaar 2015 ingediende steunaanvragen zonder dat het uitmaakt wanneer de betaling aan de landbouwer daadwerkelijk plaatsvindt.

Krachtens artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 is het aanpassingspercentage voor rechtstreekse betalingen alleen van toepassing op rechtstreekse betalingen van meer dan 2 000 EUR. Bulgarije, Kroatië en Roemenië en Kroatië verkeren in het kalenderjaar 2015 nog in de fase van geleidelijke integratie van rechtstreekse betalingen. Daarom is de financiële discipline niet op deze lidstaten van toepassing.

3.

Gevolgen voor de begroting



De berekening van het overeenkomstig de financiële discipline toe te passen aanpassingspercentage maakt deel uit van het opstellen van de ontwerpbegroting voor 2016.

Het bedrag van de reserve voor crises in de landbouwsector, dat volgens de planning zal worden opgenomen in de ontwerpbegroting van de Commissie voor 2016, bedraagt 441,6 miljoen EUR (lopende prijzen). Uit de eerste ramingen van de begrotingskredieten voor rechtstreekse betalingen en marktuitgaven is gebleken dat het nettosaldo dat voor ELGF‑uitgaven voor 2016 beschikbaar is, naar alle waarschijnlijkheid niet zal worden overschreden.

Bijgevolg komt de totale verlaging die voortvloeit uit de toepassing van de financiële discipline, neer op 441,6 miljoen EUR. Het aanpassingspercentage in het kader van de financiële discipline bedraagt 1,393041 %. Bij de berekening is ervan uitgegaan dat het percentage niet in alle lidstaten wordt toegepast en alleen wordt toegepast op bedragen aan rechtstreekse betalingen per landbouwer van meer dan 2 000 EUR.

De toepassing van het aanpassingspercentage resulteert in lagere bedragen aan rechtstreekse betalingen op de begrotingsonderdelen waaruit de uitgaven worden gefinancierd die verband houden met de door de landbouwers voor het kalenderjaar 2015 (begrotingsjaar 2016) ingediende steunaanvragen.

4.

Facultatieve elementen



Naast de bepaling van het bij de onderhavige verordening vastgestelde aanpassingspercentage biedt artikel 26, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1306/2013 de Commissie verder de mogelijkheid om op basis van nieuwe informatie het percentage middels uitvoeringshandelingen aan te passen. Bij de opstelling in oktober 2015 van de nota van wijzigingen bij de ontwerpbegroting voor 2016 zal de Commissie haar ramingen voor de marktuitgaven en rechtstreekse betalingen aan een evaluatie onderwerpen en eventueel uiterlijk op 1 december 2015 de herziening van het aanpassingspercentage vaststellen.