Toelichting bij COM(2015)47 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2014/016 IE/Lufthansa Technik

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] ("de EFG-Verordening").

1. De Ierse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/016 IE/Lufthansa Technik ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Lufthansa Technik Airmotive Ireland Ltd (LTAI) en twee leveranciers in Ierland.

2. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


3.

VAN DE AANVRAAG


EGF-aanvraag| EGF/2014/016 IE/Lufthansa Technik

Lidstaat| Ierland

Betroffen regio('s) (NUTS II)| IE 02 – Southern and Eastern

Datum van de indiening van de aanvraag| 19 september 2014

Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag| 24 september 2014

Datum van het verzoek om aanvullende informatie| 3 oktober 2014

Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende informatie| 14 november 2014

Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling| 6 februari 2015

Criterium voor steunverlening| Artikel 4, lid 2, van de EFG-verordening

Primaire onderneming| Lufthansa Technik Airmotive Ireland Ltd

Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling)[2]| Afdeling 33 ("Reparatie en installatie van machines en apparaten")

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten| 2

Referentieperiode (vier maanden)| 1 maart 2014 – 30 juni 2014

Aantal ontslagen of beëindigingen van werkzaamheden tijdens de referentieperiode (a)| 149

Aantal ontslagen of beëindigingen van werkzaamheden voor of na de referentieperiode (b)| 275

Totaal aantal ontslagen (a + b)| 424

Geschat totaal aantal beoogde begunstigden| 250

Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)| 200

Budget voor individuele dienstverlening (EUR)| 3 922 944

Budget voor de implementatie van het EFG[3] (EUR)| 228 320

Totaal budget (EUR)| 4 151 264

EFG-bijdrage (60 %) (EUR)| 2 490 758

4.

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG


Procedure

3. De Ierse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/016 IE/Lufthansa Technik ingediend op 19 september 2014, binnen 12 weken na de datum waarop aan de in de punten 6 tot en met 8 vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag bevestigd binnen twee weken na de indiening van de aanvraag, namelijk op 24 september 2014, en heeft de Ierse autoriteiten op 3 oktober 2014 om aanvullende informatie verzocht. Die aanvullende informatie werd verstrekt binnen zes weken na de datum van het verzoek. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 6 februari 2015 af.

5.

Subsidiabiliteit van de aanvraag


Betrokken ondernemingen en begunstigden

4. De aanvraag heeft betrekking op 424 ontslagen werknemers bij Lufthansa Technik Airmotive Ireland Ltd (de primaire onderneming) en twee leveranciers. De primaire onderneming is werkzaam in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 33 ("Reparatie en installatie van machines en apparaten"). De ontslagen bij de betrokken ondernemingen vielen hoofdzakelijk in de NUTS[4]II-regio Southern and Eastern Ireland (IE 02).

6.

Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode


Lufthansa Technik Airmotive Ltd||

Qcafe||

Senaca group||

Totaal aantal ondernemingen: Totaal aantal ontslagen:| 424

Totaal aantal zelfstandigen dat zijn werkzaamheden heeft beëindigd:| 0

Totaal aantal in aanmerking komende werknemers en zelfstandigen:| 424

7.

Criteria voor steunverlening


5. De Ierse autoriteiten hebben de aanvraag ingediend op grond van het criterium voor steunverlening van artikel 4, lid 2, van de EFG-verordening, in afwijking van de criteria van artikel 4, lid 1, onder a), die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers of downstreamproducenten en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd. In de aanvraag wordt een referentieperiode van vier maanden (1 maart tot en met 30 juni 2014) aangetoond, maar het aantal ontslagen werknemers is lager dan de drempel van 500 ontslagen voor een aanvraag overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a). Ierland heeft geargumenteerd dat in dit geval uitzonderlijke omstandigheden gelden, aangezien de ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de plaatselijke en regionale economie (zie de punten 21, 22 en 23).

7. De aanvraag betreft:

– 148 werknemers die tijdens de referentieperiode van vier maanden bij Lufthansa Technik Airmotive Ireland Ltd zijn ontslagen[5];

– één werknemer die tijdens de referentieperiode van vier maanden bij een leverancier van de primaire onderneming is ontslagen.

8.

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


8. De ontslagen werden als volgt berekend:

– één ontslag sinds de datum waarop de werkgever overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Richtlijn 98/59/EG van de Raad[6] de bevoegde overheidsinstantie schriftelijk in kennis heeft gesteld van het voorgenomen collectief ontslag. De Ierse autoriteiten hebben vóór de datum van de voltooiing van de beoordeling door de Commissie bevestigd dat dit ontslag werkelijk heeft plaatsgevonden;

– 148 sinds de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

9.

In aanmerking komende werknemers


9. Naast de werknemers die reeds werden vermeld, komen nog 275 werknemers in aanmerking die vóór of na de referentieperiode van vier maanden werden ontslagen. Al deze werknemers werden ontslagen na de algemene aankondiging van de geplande ontslagen op 15 november 2013. Er kan een duidelijk oorzakelijk verband worden gelegd met de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de ontslagen tijdens de referentieperiode, namelijk de sluiting van de onderneming.

10. In totaal komen bijgevolg 424 werknemers in aanmerking.

10.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering


11. Ierland legt een verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de sluiting van LTAI het gevolg is van een sterke verandering in de EU-handel in goederen en diensten die voortvloeit uit een technologische verschuiving naar de productie van een nieuwe generatie vliegtuigen en onderdelen; een verschuiving in de bredere productie van vliegtuigonderdelen, met daaruit voortvloeiende gevolgen voor de marktwerking van het onderliggende ondernemingsmodel van LTAI, en een geografische verschuiving van de wereldwijde vliegtuigproductie.

12. In de afgelopen 20 jaar heeft zich een ontwikkeling voorgedaan: de meest gevraagde modellen zij niet langer de grotendeels geheel uit metaal bestaande, mechanische, elektromechanische, hydraulische en pneumatische modellen (bijvoorbeeld B737-200/300/400/500, MD80, B747-100/200/300 en DC10/MD11) maar elektronisch bestuurde en volledig computergestuurde vliegtuigen die steeds vaker een composiete of metalen/composiete structuur hebben. Op vergelijkbare wijze hebben de motorontwerpen uit de jaren 1960 en 1970 plaats geruimd voor zeer geavanceerde materialen en aerodynamische ontwerpen.

13. De wereldwijde vliegtuigvloot zal in de toekomst waarschijnlijk worden overheerst door vliegtuigen met één enkel gangpad/een nauwe romp, dit is kenmerkend voor onder andere de types B737-600/700/800/900 en A32Fam. Het aandeel van dit type zal naar verwachting stijgen van 64 % van de wereldwijde vloot momenteel tot meer dan 70 % in de toekomst (meer dan 29 000 vliegtuigen). De toenemende vraag naar smalrompvliegtuigen zal naar verwachting voornamelijk uit Azië en het Verre Oosten komen, waar de luchtvaartsector aan het groeien is, en er is ook de ruimere wereldwijde, nadrukkelijker wordende behoefte om oudere vliegtuigtypen te vervangen door smalromptypen[7].

14. Met de komst van nieuwe typen van de nieuwe generatie, zoals de B737 Max en A320 Neo, hebben exploitanten besloten de oudere klassieke vliegtuigen en tot op zekere hoogte de oudere versies van de nieuwe generatie te vervangen. In de afgelopen vijf jaar werd een aanzienlijk aantal klassieke vliegtuigtypen, aangedreven door motortypen die het grootste deel van de portefeuille van LTAI vertegenwoordigden, vervangen.

15. Het traditionele ondernemingsmodel van LTAI was gebaseerd op een aantal elementen die onder grote druk zijn komen te staan door veranderingen in de wereldwijde vliegtuigvloot en een daaruit voortvloeiende snelle daling van de afzet van de vliegtuigtypen die de basis vormden van de portefeuille van LTAI.

16. LTAI was sterk in de handel in motorreserveonderdelen, wat het in staat stelde om handel te drijven met en toegang te krijgen tot een wereldwijd netwerk van materiaalleveranciers en reparatiediensten, en het een sterk concurrentievoordeel bood bij aanbestedingen voor motorreparatiecontracten.

17. De alsmaar stijgende kosten van de ontwikkeling van motortechnologie en parallelle reparatietechnologie hebben de fabrikanten van originele uitrusting, meestal ondernemingen van buiten de EU zoals General Electric, Pratt & Whitney, Honeywell en International Aero Engines, er echter toe aangezet om de markt van reparatie, onderhoud en revisie (ROR) in een hogere mate te penetreren dan tot dan toe het geval was.

18. Een van de drijvende krachten achter de groei van de wereldwijde luchtvaart is de industrialisatie van landen zoals India en China. In de regio Azië-Stille Oceaan en het Midden-Oosten zullen ambitieuze plannen voor de bouw van nieuwe internationale en nationale luchthavens nieuwe kansen bieden aan commerciële aanbieders van ROR voor vliegtuigen. Tegen deze achtergrond en gezien de groei die wordt gecreëerd door de tendens van West-Europese en Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen om hun breedrompvliegtuigen voor groot onderhoud naar China te sturen, hebben ROR-ondernemingen zwaar geïnvesteerd in met name China maar ook in de APAC-regio en het Midden-Oosten[8].

19. Om in te spelen op de nieuwe kansen voor ROR-activiteiten voor vliegtuigen en vliegtuigonderdelen buiten de EU, heeft Lufthansa Technik recentelijk zelf strategische allianties gesloten met exploitanten in de APAC-regio, bijvoorbeeld in China en in de Filipijnen. De moederonderneming Lufthansa Technik heeft ook besloten om haar wereldwijde ROR-activiteiten voor Airbus A330/340 aan haar dochteronderneming Lufthansa Technik Philippines (LTP) toe te vertrouwen overeenkomstig haar plan om enkele faciliteiten voor het groot onderhoud van breedrompvliegtuigen naar Azië te verplaatsen, waar de loonkosten lager liggen. Het personeelsbestand van LTP is gegroeid van 1 800 tot 2 200 mensen, waarbij de Filipijnse mecaniciens in Duitsland opleiding volgen[9].

20. Ook heeft Lufthansa Technik in 2013 en begin 2014 dienstverleningscontracten gesloten of vernieuwd: voor vliegtuigen met het in Maleisië gevestigde Air Asia X, voor onderdelen met het Indische GoAir en met SriLankan Airlines, en voor motoren met Pakistan International Airlines. Zij heeft ook onder meer een langetermijndienstverleningsovereenkomst voor onderdelen gesloten met het Amerikaanse UTC Aerospace, een fabrikant van originele motoren.

21. Deze ondernemingen van buiten de EU hebben duidelijk de bedoeling om capaciteit en diensten aan te bieden tegen lagere kosten in vergelijking met de hoofdvestigingen van Lufthansa in de EU en zullen ervoor zorgen dat er kan worden ingespeeld op de snelle groei van de luchtvaartindustrie buiten de EU.

22. Tot op heden werden twee EFG-aanvragen ingediend met betrekking tot de sector 'Reparatie en installatie van machines en apparaten' (met inbegrip van deze aanvraag; de andere zaak had betrekking op de wereldwijde financiële en economische crisis[10]).

11.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


23. De ontslagen bij Lufthansa Technik Airmotive Ireland Ltd zijn het gevolg van de sluiting van de onderneming, waarbij het volledige personeel zijn werk verloor.

24. De werkplaats voor vliegtuigreparatie, -onderhoud en -revisie (ROR) Airmotive Ireland in Rathcoole, graafschap Dublin, is in 1980 door Aer Lingus opgericht. Lufthansa Technik Airmotive Ireland Limited (LTAI) heeft in 1997 een participatie van 60 % genomen en werd in 1999 de enige eigenaar.

25. In oktober 2010 heeft Shannon Aerospace, een volledige dochteronderneming van Lufthansa, 100 banen geschrapt als onderdeel van een breder herstructureringsplan voor de Duitse onderneming. De noodzaak hiertoe werd aan onhoudbare kosten geweten[11].

26. Op 15 november 2013 heeft de onderneming aangekondigd dat zij van plan was om 409 werknemers te ontslaan in haar vestiging in West-Dublin. De onderneming heeft verklaard dat hiertoe werd besloten na een uitvoerige evaluatie van de activiteiten van LTAI, rekening houdend met dalende inkomsten en afnemende kansen op de internationale markt[12].

27. Ondanks inspanningen van LTAI en de Industrial Development Authority (IDA) om een koper te vinden voor de onderneming, werd in december 2013 bevestigd dat in totaal 415 werknemers zouden worden ontslagen en dat de vestiging in 2014 zou worden gesloten. In december 2013 zijn de eerste werknemers ontslagen, waarbij werd voorzien dat de laatsten in juni 2014 zouden vertrekken.

12.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid


28. De 415 werknemers van Lufthansa woonden in de geografische graafschappen Dublin (212 in de administratieve graafschappen Zuid-Dublin, Fingal, Dublin-stad en Dun Laoghaire-Rathdown), Kildare (140), Meath (15), Wicklow (14) en andere omliggende graafschappen (34). Van de werknemers die in Dublin woonden, woonden er 60 in de omgeving van Rathcoole, zoals in Tallaght en Clondalkin (Zuid-Dublin) en in Blanchardstown (Fingal).

29. Volgens de laatste telling van 2011 behoorde 10,83 % van de totale Ierse bevolking ouder dan 15 jaar, dat zijn 390 677 van de 3 608 662 mensen, tot de categorie 'Werkloos, vorige baan verloren of opgegeven'. Hoewel het percentage voor Zuid-Dublin slechts iets hoger lag, op 11,61 %, schuilt er achter dit cijfer een reeks aanzienlijke plaatselijke problemen.

30. Zo bevonden Blanchardstown-Tyrrelstown, Tallaght-Killinarden, Clondalkin-Rowlagh en Tallaght-Fettercairn zich bijvoorbeeld in de top 25 van de 3 409 Ierse kiesdricten betreffende werkloosheidscijfers met respectievelijk 24,64 %[13], 23,83 %[14], 22,34 %[15] en 22,01 %[16]. Andere sociaaleconomische indicatoren voor deze kiesdistricten zoals een laag opleidingsniveau, een gebrek aan beroepskwalificaties en de hoge mate aan sociale huisvesting duiden op aanzienlijke plaatselijke problemen en armoede.

31. Volgens de werkloosheidsmeter is het aantal werklozen in Dublin tussen april en mei 2014 gestegen van 94 529 tot 94 940 (+ 0,43 %) tegenover een stijging van 388 559 tot 388 764 (+ 0,05 %) voor het hele land[17].

32. Eind 2012 had bijna 59 % van de beroepsbevolking tussen 15 en 64 jaar in Ierland een betaalde baan. Dit cijfer blijft aanzienlijk lager dan de arbeidsparticipatiedoelstelling van 69 tot 71 % die Ierland in zijn indicatoren voor de Europa 2020-strategie[18] heeft vastgelegd.

13.

De uitzonderlijke omstandigheden op grond waarvan de aanvraag voor steun in aanmerking komt


33. Ierland voert aan dat deze aanvraag, ondanks het feit dat er binnen de referentieperiode van vier maanden minder dan 500 ontslagen vielen, moet worden gelijkgesteld met een aanvraag overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening op grond van uitzonderlijke omstandigheden en omdat de ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de plaatselijke en regionale economie. Hiertoe verstrekken de Ierse autoriteiten informatie over de reeks ontslagen in ondernemingen in deze sector. Deze begon in 2009 en 2010 met 1 365 ontslagen bij de ROR-faciliteit SR Technics op de luchthaven van Dublin. In november 2013 werden bij Lufthansa Technik Airmotive Technik in Zuid-Dublin ontslagen aangekondigd, gevolgd door de aankondiging van 107 ontslagen bij Pratt &Whitney, een andere in Rathecoole gevestigde ROR-faciliteit. Bovendien zijn er in september 2014 ongeveer 400 ontslagen aangekondigd bij Bombardier, een in Belfast gevestigde luchtvaartonderneming die een mogelijke werkplek voor ontslagen werknemers van Lufthansa Technik had kunnen zijn aangezien zij op ongeveer 120 km van Dublin ligt.

34. Aangezien er in Ierland momenteel ongeveer 1 550 werknemers in deze sector zijn, tonen bovenstaande cijfers aan dat de totale werkgelegenheid in deze sector met ongeveer 52 % is gekrompen.

35. De Ierse autoriteiten voeren ook aan dat de werknemers uit deze sector over een aantal zeer specifieke vaardigheden beschikken die moeilijk in andere sectoren kunnen worden ingezet, waardoor het voor de werknemers moeilijk is om een nieuwe baan te vinden. Dit geldt des te meer voor de oudere werknemers (ongeveer 20 % van de werknemers van Lufthansa Technik) en de werknemers die verschillende jaren bij dezelfde werkgever zijn gebleven.

14.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties


Beoogde begunstigden

36. Naar verwachting zullen 250 werknemers voor wie steun wordt aangevraagd aan de maatregelen deelnemen. De uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep is als volgt:

Categorie| Aantal beoogde begunstigden

Geslacht:| Mannen:| (88 %)

|| Vrouwen:| (12 %)

Nationaliteit:| EU-burgers:| (98,4 %)

|| Niet-EU-burgers:| (1,6 %)

Leeftijdsgroep:| 15-24 jaar:| (4,8 %)

|| 25-29 jaar:| (7,2 %)

|| 30-54 jaar:| (59,6 %)

|| 55-64 jaar:| (28,0 %)

|| Ouder dan 64 jaar:| (0,4 %)

37. Daarnaast zullen de Ierse autoriteiten individuele dienstverlening verstrekken die door het EFG wordt medegefinancierd aan maximaal 200 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's) en die op de datum van de indiening van de aanvraag jonger waren dan 25 jaar, aangezien alle 424 ontslagen die in punt 10 worden vermeld zich voordeden in de NUTS II-regio Southern and Eastern Ireland (IE 02), die voor het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief in aanmerking komt.

15.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


38. De individuele dienstverlening aan de ontslagen werknemers en de NEET's omvat de volgende acties:

– Begeleiding en beroepsoriëntatie: deze maatregel wordt van cruciaal belang geacht voor ontslagen werknemers die zich gedesoriënteerd voelen en niet goed weten hoe zij naar de arbeidsmarkt kunnen terugkeren. Vroegtijdige begeleiding kan ontslagen werknemers helpen om hun situatie en vooruitzichten op een duidelijke, methodische manier in te schatten. Verdere begeleiding in een meer op de individuele werknemer afgestemde vorm is nuttig om de ontslagen werknemer te helpen bij zijn terugkeer naar de arbeidsmarkt wanneer er na zijn ontslag al enige tijd is voorbijgegaan. Ondersteuning omvat persoonlijke profilering, vaststelling van de behoeften, beoordeling van de leerprestaties, het opstellen van een cv, loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie, hulp bij het zoeken naar werk en andere gerelateerde ondersteuning en adviesverlening. Diverse instanties, waaronder het Ministerie van Sociale Bescherming, de Raden voor Onderwijs en Opleiding, de EFG-coördinatie-eenheid Solas en, waar nodig, particuliere begeleidingsspecialisten, zullen diensten aanbieden om de ontslagen werknemers te begeleiden, met inbegrip van formele QQI/Fetac-geaccrediteerde beroepsoriëntatiecursussen die als opstap dienen naar formelere, op werk gerichte opleidings- en onderwijstrajecten.

– Opleidingsbeurzen van het EFG: deze maatregelen worden uitgevoerd door erkende particuliere aanbieders die door de nationale EFG-coördinatie-eenheid Solas worden beheerd. Het mechanisme voor opleidingsbeurzen van het EFG biedt aan de EFG-begunstigde grotere flexibiliteit om, als aanvulling op het aanbod van overheidsinstanties, op maat gesneden en goedgekeurde opleiding, en programma's voor aanvullend of hoger onderwijs (waaronder luchtvaartgerelateerde cursussen die zijn ontworpen door de Irish Aviation Authority – IAA) te vinden en te selecteren.

– Programma’s voor opleiding en aanvullend onderwijs: deze maatregelen worden vooral door overheidsinstanties zoals de Raden voor Onderwijs en Opleiding uitgevoerd, maar ook door erkende particuliere aanbieders via initiatieven van de sector zoals programma's in opleidingsnetwerken van Skillnets (www.skillnets.ie), Fast Track to IT (FIT www.fit.ie) enz. Er kunnen ook specifieke practica, stages, werkervaring en gemeenschapsgeoriënteerde opleidingsprogramma's worden aangeboden in overleg met het Ministerie van Sociale Bescherming (Department of Social Protection – DSP) en andere overheidsinstanties die nationale verantwoordelijkheid dragen voor dergelijke tussenkomsten.

– Programma’s voor hoger onderwijs: programma’s voor hoger onderwijs zullen voor de doelgroep voltijdse en deeltijdse programma’s omvatten die zullen worden aangeboden in door de staat gesubsidieerde instellingen, voornamelijk in de regio Dublin en het achterland. Het Institute of Technology Tallaght, het Institute of Technology Blanchardstown, het Institute of Technology Carlow, het Dublin Institute of Technology en de Dublin City University zijn belangrijke hogeronderwijsinstellingen die instaan voor de bediening van het verzorgingsgebied waarin de getroffen werknemers wonen. Er kunnen ook korte omscholingscursussen worden aangeboden die gericht zijn op sectoren met erkende tekorten aan vaardigheden en die via initiatieven zoals Springboard (www.springboardcourses.ie) worden gefinancierd. Verder zijn er voor de ontslagen werknemers opleidingsbeurzen van het EFG (QQI/Hetac) beschikbaar om toegang te krijgen tot door particulieren aangeboden tertiaire programma's, voor zover deze programma's niet in het overheidsgefinancierde systeem beschikbaar zijn of zeer gespecialiseerd zijn. De nadruk zal worden gelegd op de zorgvuldige beoordeling van de werknemers die een programma voor hoger onderwijs overwegen, waarbij er zal worden gekeken naar hun vaardigheden en geschiktheid om zich voor een bepaalde cursus in te schrijven, en of voorbereidende cursussen of alternatieve mogelijkheden op andere gebieden misschien geschikter zijn.

– Ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige: ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige zal voornamelijk door de plaatselijke arbeidsbureaus in de regio worden verstrekt. Er zullen diverse typen van ondersteuning beschikbaar worden gemaakt voor begunstigden die het zich vestigen als zelfstandige of het oprichten van een eigen bedrijf als een haalbare optie zien voor hun terugkeer naar de arbeidsmarkt. Deze ondersteuning zal inleidende modules, opleidingsworkshops, bedrijfsplanning, mentoring en hulp bij de aanvraag van startpremies omvatten. Andere ondersteuning van opleiding in ondernemerschap kan waar nodig via het Ministerie van Sociale Bescherming, Skillnets-netwerken of in samenwerking met hogeronderwijsinstellingen worden aangeboden.

– Inkomenssteun, met inbegrip van de EFG-regeling voor bijdragen in de kosten van opleidingen: deze maatregel is gericht op het verbeteren van de toegankelijkheid en de deelname aan begeleiding, opleiding en onderwijs. De EFG-regeling voor bijdragen in de kosten van opleidingen zal bepaalde kosten die verband houden met de toegankelijkheid en deelname aan cursussen tot op zekere hoogte dekken. De bijdragen in de kosten voor opleidingen, die door de EFG-coördinatie-eenheid worden beheerd, zorgen voor de dekking van bepaalde kosten die verband houden met vervoer, verblijfskosten, lesmateriaal, uitrusting enz. Andere vergoedingen kunnen waar nodig opleidingsvergoedingen van de Raden voor Onderwijs en Opleiding, de 'Back to Education Allowance' van het DSP, studiebeurzen van het Ministerie van Onderwijs en Vaardigheden, de 'Back to Work Enterprise Allowance' van het DSP enz. omvatten.

De individuele dienstverlening die aan NEET’s zal worden aangeboden, bestaat uit dezelfde opties als die voor de ontslagen werknemers, maar zal op elke NEET worden afgestemd, voor zover noodzakelijk.

39. De voorgestelde maatregelen die hier worden beschreven, zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

40. De Ierse autoriteiten hebben de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Zij hebben bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

16.

Geraamd budget


41. De totale kosten worden op 4 151 264 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 3 922 944 EUR voor individuele dienstverlening en van 228 320 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

42. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 2 490 758 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geraamd aantal deelnemers| Geraamde kosten per deelnemer (EUR) (*)| Geraamde totale kosten (EUR) (**)

17.

Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)


Loopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie| 181 924

Opleidingsbeurzen van het EFG| 2 416 932

Programma's voor opleiding en secundair onderwijs| 4 898 910

Programma's voor hoger onderwijs| 6 731 933

Ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf of het zich vestigen als zelfstandige:| 6 320 214

Subtotaal (a): Percentage van de totale kosten (a) en (b):| –| 2 549 913

(65 %)

18.

Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)


Inkomenssteun, met inbegrip van bijdragen in de kosten van opleidingen| 3 1 373 031

Subtotaal (b): Percentage van de totale kosten (a) en (b):| –| 1 373 031 (35 %)

19.

Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening


1. Voorbereiding| –| 3 000

2. Beheer| –| 144 229

3. Voorlichting en publiciteit| –| 41 713

4. Controle en rapportage| –| 39 378

Subtotaal (c): Percentage van de totale kosten (a + b + c):| –| 228 320

(5,5 %)

Totale kosten (a + b + c):| –| 4 151 264

EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)| –| 2 490 758

(*) Om decimale cijfers te vermijden, zijn de geschatte kosten per werknemer afgerond. Deze afronding heeft echter geen invloed op de totale kosten van elke actie.

(**) Om decimale cijfers te vermijden, zijn de totale kosten per actie afgerond.

43. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. De Ierse autoriteiten hebben bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

44. De Ierse autoriteiten hebben bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht en voor overnames door werknemers per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

20.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


45. De Ierse autoriteiten hebben de beoogde begunstigden met ingang van 7 december 2013 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties bedoeld in punt 29 zullen bijgevolg van 7 december 2013 tot en met 19 september 2016 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen, met uitzondering van hoger onderwijs, dat voor een financiële bijdrage in aanmerking komt tot en met 19 maart 2017.

46. Op 15 november 2013 hebben de Ierse autoriteiten de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 15 november 2013 tot en met 19 maart 2017 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

21.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


47. De bron van nationale voor- of medefinanciering is het Iers Ministerie van Financiën, dat de diensten voorfinanciert en ook het programma na goedkeuring van de EFG-bijdrage zal medefinancieren. De uitgaven zullen worden gefinancierd uit het Nationaal Opleidingsfonds en reeds goedgekeurde rubrieken van het Ministerie van Onderwijs en Vaardigheden en andere betrokken ministeries.

22.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


48. De Ierse autoriteiten hebben laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de beoogde begunstigden en hun vertegenwoordigers, alsook met de vakbonden.

49. Na ontvangst van de kennisgeving van het Ministerie van Werkgelegenheid, Ondernemingen en Innovatie betreffende het op handen zijnde collectief ontslag in november 2013, heeft de EFG-beheersautoriteit in samenspraak met de Industrial Development Authority (IDA) contact opgenomen met het management van de onderneming en heeft zij ook direct contact gehad met de vakbonden SIPTU (Services Industrial Public and Technical Union), TEEU (Technical Engineering and Electrical Union) en Unite the Union om de potentiële behoeften van de ontslagen werknemers te bespreken en vast te stellen.

50. Het Ministerie van Sociale Bescherming heeft in januari 2014 een brede enquête gehouden onder de getroffen werknemers om de beoogde begunstigden, hun onderwijs- en opleidingsachtergrond, en hun potentiële behoeften aan individuele dienstverlening vast te stellen teneinde hun uitzichten op terugkeer naar de arbeidsmarkt te vergroten.

51. Verdere contacten door de EFG-beheersautoriteit hebben geresulteerd in een vergadering met zowel vakbondsvertegenwoordigers als vertegenwoordigers van niet bij een vakbond aangesloten werknemers in augustus 2014 over de EFG-procedure, de verzameling van gegevens en de voortgang van de aanvraag. De EFG-beheersautoriteit heeft via de EFG-coördinatie-eenheid en met de bijstand van deze vertegenwoordigers een aanvullende e-mailenquête uitgevoerd om de aandacht te vestigen op het potentieel dat het fonds biedt voor de begeleiding van de ontslagen werknemers.

52. Het is, zoals in andere Ierse EFG-programma’s, de bedoeling een overlegforum of ander interactief proces in te stellen om de huidige werkzaamheden van de EFG-coördinatie-eenheid aan te vullen en de ontslagen werknemers en relevante belanghebbenden de kans te bieden om op permanente basis hun mening te geven over de uitvoering van het EFG-programma.

Beheers- en controlesystemen



53. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Ierland heeft de Commissie ervan in kennis gesteld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door de daartoe aangewezen ambtenaren van het Ministerie van Onderwijs en Vaardigheden, die als EFG-beheersautoriteit zijn benoemd. De beheersautoriteit onderzoekt en betaalt EFG-vorderingen die worden ingediend door intermediaire instanties namens begunstigde overheidsinstanties.

54. Intermediaire instanties zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van EFG-financiering bij de beheersautoriteit en in de meeste gevallen ook voor de uitbetaling ervan. Intermediaire instanties moeten ook controleren of het doel, de toepassingssfeer en de schaal van de financiering passen in het kader van een EFG-aanvraag. Zij zien er bovendien op toe dat begunstigde overheidsinstanties voor alle EFG-gerelateerde uitgaven en vorderingen procedures voor monitoring, voor passende registratie en voor interne controle opstellen en naar behoren documenteren.

55. De certificerende instantie van het EFG is verantwoordelijk voor de certificering van staten van uitgaven in verband met door het EFG medegefinancierde maatregelen. Daardoor verzekert de certificerende instantie zich van de naleving van alle voorschriften inzake nauwkeurigheid, wettigheid, subsidiabiliteit en rechtmatigheid van de uitgaven. Zij certificeert eveneens de verantwoordingsstaat van de uitgaven, die als onderdeel van het eindverslag moet worden ingediend.

56. Een onafhankelijk auditorgaan zal zijn advies samen met het eindverslag overleggen.

23.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat


57. De Ierse autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:

– bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

– aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

– de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

– de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

– de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

2.

Gevolgen voor de begroting



24.

Begrotingsvoorstel


58. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[19] mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

59. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 2 490 758 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.

60. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[20] zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

25.

Met dit besluit samenhangende handelingen


61. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 2 490 758 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

62. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.