Toelichting bij COM(2015)181 - Sluiting stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kosovo

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Inhoudsopgave

1.

Brussel, 30.4.2015


COM(2015) 181 final

BIJLAGE

bij het voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de sluiting van de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo*, anderzijds


2.

STABILISATIE- EN ASSOCIATIEOVEREENKOMST


TUSSEN DE EUROPESE UNIE, ENERZIJDS,

EN KOSOVO 1*, ANDERZIJDS


DE EUROPESE UNIE, hierna „de Unie” of „de EU” genoemd, en de EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE,


3.

enerzijds, en



KOSOVO 2*,


anderzijds,


hierna gezamenlijk 'de partijen' genoemd,


GEZIEN de sterke band tussen de partijen en de waarden die zij gemeen hebben, hun verlangen deze band nog te versterken en op wederkerigheid en wederzijds belang gebaseerde nauwe en langdurige betrekkingen tot stand te brengen die Kosovo in staat moeten stellen de relatie met de EU te versterken en uit te breiden;


GEZIEN het belang van deze overeenkomst voor het stabilisatie- en associatieproces (SAP) met de Westelijke Balkan voor de totstandbrenging en handhaving van een op samenwerking gebaseerde stabiele orde in Europa, waarvan de EU een steunpilaar is;


GEZIEN de bereidheid van de EU om concrete stappen te zetten om het Europese perspectief en de toenadering van Kosovo tot de EU te verwezenlijken, overeenkomstig het perspectief van de regio, door Kosovo te integreren in de politieke en economische hoofdstroom van Europa, via de verdere deelname van Kosovo aan het stabilisatie- en associatieproces met als doel dat Kosovo de criteria en voorwaarden ervan vervult, onder voorbehoud van de succesvolle tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, met name betreffende regionale samenwerking; dit proces zal tot vooruitgang leiden met het Europese perspectief en de toenadering van Kosovo tot de EU, als de objectieve omstandigheden dit toelaten en Kosovo voldoet aan de criteria die door de Europese Raad in Kopenhagen op 21 en 22 juni 1993 zijn vastgesteld, en aan de hiervoor vermelde voorwaarden;


GEZIEN de bereidheid van de partijen om met geschikte middelen te zullen bijdragen tot politieke, economische en institutionele stabilisatie in Kosovo en in de gehele regio, door de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en door democratisering, institutionele opbouw en hervorming van het openbaar bestuur, regionale handelsintegratie en meer economische samenwerking, samenwerking op allerlei gebieden, onder meer op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en versterking van de veiligheid;


GEZIEN de bereidheid van de partijen om de politieke en economische vrijheden te stimuleren als grondslag van deze overeenkomst, de mensenrechten te eerbiedigen en de rechtsstaat te handhaven, inclusief de rechten van leden van minderheden en kwetsbare groepen;


GEZIEN de gehechtheid van de partijen aan instellingen die zijn gebaseerd op de rechtsstaat, aan goed bestuur en democratische beginselen met een meerpartijensysteem en vrije en eerlijke verkiezingen;


GEZIEN de verbintenis van de partijen tot eerbiediging van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties, van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE), met name de Slotakte van de Conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa van 1975 (hierna 'de Slotakte van Helsinki' genoemd) en het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa uit 1990;


OPNIEUW BEVESTIGEND dat de partijen gehecht zijn aan de tenuitvoerlegging van internationale verplichtingen, in het bijzonder maar niet uitsluitend met betrekking tot de bescherming van de mensenrechten en de bescherming van leden van minderheden en kwetsbare groepen, en in deze context wijzend op de verbintenis van Kosovo om zich aan te sluiten bij de relevante internationale instrumenten;


OPNIEUW BEVESTIGEND dat alle vluchtelingen en binnenlandse ontheemden recht hebben op terugkeer en op de bescherming van hun eigendommen en andere hiermee verband houdende mensenrechten;


GEZIEN de gehechtheid van de partijen aan de beginselen van de vrijemarkteconomie en aan duurzame ontwikkeling en de bereidheid van de EU om aan de economische hervormingen in Kosovo bij te dragen;


GEZIEN de gehechtheid van de partijen aan de vrije handel, in overeenstemming met de relevante beginselen van de Wereldhandelsorganisatie (hierna 'de WTO' genoemd), die op transparante en niet-discriminerende wijze moeten worden toegepast;


GEZIEN de bereidheid van de partijen om de regelmatige politieke dialoog over vraagstukken van wederzijds belang verder te ontwikkelen, ook inzake regionale aspecten;


GEZIEN het belang dat de partijen hechten aan de strijd tegen georganiseerde misdaad en corruptie en aan meer samenwerking bij de bestrijding van terrorisme overeenkomstig de EU-wetgeving, en aan het voorkómen van illegale migratie en het ondersteunen van mobiliteit binnen een wettelijk en veilig kader;


OVERTUIGD dat deze overeenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor hun onderlinge economische betrekkingen, in het bijzonder voor de ontwikkeling van handel en investeringen, factoren die cruciaal zijn voor de economische herstructurering en modernisering;


GELET OP de toezegging van Kosovo om zijn wetgeving op de relevante terreinen aan te passen aan die van de EU en om die daadwerkelijk ten uitvoer te leggen;


REKENING HOUDEND met de bereidheid van de EU om doorslaggevende steun te verlenen voor de tenuitvoerlegging van hervormingen en daartoe gebruik te maken van alle beschikbare instrumenten voor samenwerking en technische, financiële en economische bijstand, op een brede, indicatieve meerjarige basis, als de objectieve omstandigheden dit toelaten;


WIJZEND op het feit dat deze overeenkomst de standpunten over de status onverlet laat en in overeenstemming is met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo;


WIJZEND op het feit dat de interne procedures van de lidstaten van de Europese Unie (hierna 'de lidstaten' genoemd) van toepassing kunnen zijn op de ontvangst van documenten die de Kosovaarse overheden krachtens deze overeenkomst hebben uitgegeven;


WIJZEND op het feit dat onderhandelingen gaande zijn over de oprichting van een vervoersgemeenschap met de Westelijke Balkan;


HERINNEREND aan de top van Zagreb van 2000, toen werd opgeroepen tot versterking van de betrekkingen via het stabilisatie- en associatieproces en tot versterkte regionale samenwerking;


ERAAN HERINNEREND dat Europese Raad op 19 en 20 juni 2003 in Thessaloniki het stabilisatie- en associatieproces heeft versterkt als beleidskader voor de betrekkingen van de EU met de Westelijke Balkan en wees op het uitzicht op toetreding tot de EU naargelang van de individuele voortgang en prestaties met betrekking tot de hervormingen;


WIJZEND OP de verbintenissen van Kosovo in het kader van de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst, die op 19 december 2006 in Boekarest werd ondertekend, als middel om de regio beter in staat te stellen investeringen aan te trekken en haar integratie in de wereldeconomie te bevorderen, als de objectieve omstandigheden dit toelaten;


GEZIEN de wens om de culturele samenwerking te intensiveren en de uitwisseling van informatie te bevorderen,


WIJZEND op het feit dat, als de partijen in het kader van deze overeenkomst specifieke overeenkomsten sluiten op het gebied van vrijheid, veiligheid en justitie, die door de EU zouden worden gesloten krachtens titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de EU, de bepalingen van dergelijke toekomstige specifieke overeenkomsten niet bindend zijn voor het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland, tenzij de Europese Unie, samen met het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland wat betreft hun respectieve bilaterale betrekkingen, Kosovo ervan in kennis heeft gesteld dat het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland gebonden zijn door dergelijke toekomstige specifieke overeenkomsten als deel van de EU, overeenkomstig Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht. Evenzo zijn interne maatregelen die de EU krachtens de genoemde titel V vaststelt met het oog op de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, niet bindend voor het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland, tenzij zij te kennen geven deel te willen nemen deze maatregelen en of deze te aanvaarden overeenkomstig Protocol nr. 21. Dergelijke toekomstige overeenkomsten of daarmee samenhangende interne EU-maatregelen vallen ook onder Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan die verdragen is gehecht,


ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:


4.

ARTIKEL 1



1. Er wordt een associatie tot stand gebracht tussen de EU, enerzijds, en Kosovo, anderzijds.


2. Deze associatie heeft ten doel:


a) de inspanningen van Kosovo te ondersteunen om de democratie en de rechtsstaat te versterken;


b) bij te dragen aan de politieke, economische en institutionele stabiliteit in Kosovo, alsmede aan de stabilisatie van de regio;


c) een passend kader voor de politieke dialoog tot stand te brengen, zodat nauwe politieke betrekkingen tussen de partijen kunnen ontstaan;


d) de inspanningen van Kosovo voor de ontwikkeling van de economische en internationale samenwerking te ondersteunen, als de objectieve omstandigheden dit toelaten, onder meer door de aanpassing van zijn wetgeving aan die van de EU;


e) de inspanningen van Kosovo te ondersteunen om de overgang naar een goed functionerende markteconomie te voltooien;


f) harmonieuze economische betrekkingen te bevorderen en geleidelijk een vrijhandelszone tussen de EU en Kosovo in te stellen;


g) de regionale samenwerking op alle gebieden die onder deze overeenkomst vallen te bevorderen.


5.

ARTIKEL 2



Geen van de termen, omschrijvingen of definities die in deze overeenkomst en de bijhorende bijlagen en protocollen worden gebruikt, houden in dat de EU Kosovo erkent als onafhankelijke staat, noch dat individuele lidstaten die dat nog niet eerder deden, Kosovo als onafhankelijke staat erkennen.


6.

TITEL I



ALGEMENE BEGINSELEN


ARTIKEL 3


Eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten, zoals deze zijn vastgesteld in de Universele Verklaring van de rechten van de mens van de Verenigde Naties van 1948 en gedefinieerd in het Europees Verdrag betreffende de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 1950, de slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa, eerbiediging van de beginselen van het internationale recht (waaronder volledige medewerking aan het Internationaal Strafhof voor het voormalige Joegoslavië en het restmechanisme, het Internationale Strafhof) en de rechtsstaat en de beginselen van de markteconomie zoals neergelegd in het document van de conferentie van Bonn over economische samenwerking van de Conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa, vormt de grondslag van het beleid van de EU en Kosovo en is een essentieel element van deze overeenkomst.


7.

ARTIKEL 4



Kosovo verbindt zich ertoe het internationale recht en de instrumenten te eerbiedigen, in het bijzonder maar niet uitsluitend in verband met de bescherming van mensenrechten en grondrechten en de bescherming van leden van minderheden, en zonder enige vorm van discriminatie.


8.

ARTIKEL 5



Kosovo verbindt zich ertoe zich te blijven inzetten voor een zichtbare en duurzame verbetering van de betrekkingen met Servië en doeltreffend samen te werken met de missie in het kader van het gemeenschappelijke veiligheids- en defensiebeleid, zolang die loopt, zoals nader beschreven in artikel 13. Deze verbintenissen zijn essentiële beginselen van deze overeenkomst en schragen de ontwikkeling van de betrekkingen en samenwerking tussen de partijen. Als Kosovo deze verbintenissen schendt, kan de EU de maatregelen treffen die zij noodzakelijk acht, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke schorsing van de overeenkomst.


9.

ARTIKEL 6



De partijen verklaren opnieuw dat de ernstigste misdrijven die de internationale gemeenschap in haar geheel aangaan, niet ongestraft mogen blijven en dat op de vervolging ervan moet worden toegezien door maatregelen op nationaal en internationaal niveau.


In dit opzicht werkt Kosovo met name ten volle samen met het Internationaal Strafhof voor het voormalige Joegoslavië en het restmechanisme, en met alle andere onderzoeken en vervolgingen die onder internationale auspiciën plaatsvinden.


Kosovo verbindt zich ook tot naleving van het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof en zet de nodige stappen voor de uitvoering ervan op binnenlands niveau.


10.

ARTIKEL 7



De ontwikkeling van regionale samenwerking en betrekkingen van goed nabuurschap staan, net als respect voor de mensenrechten, met inbegrip van de rechten van personen die behoren tot minderheden, centraal in het stabilisatie- en associatieproces. De sluiting en de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst vinden plaats in het kader van het stabilisatie- en associatieproces en op basis van de eigen verdiensten van Kosovo.


11.

ARTIKEL 8



Kosovo verbindt zich tot het ondersteunen van de samenwerking en betrekkingen van goed nabuurschap in de regio, zoals een adequaat niveau van wederzijdse concessies betreffende het verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten, en betreffende de ontwikkeling van projecten van gemeenschappelijk belang op een groot aantal domeinen, waaronder de rechtsstaat. Deze verbintenis is van fundamenteel belang voor de ontwikkeling van de betrekkingen en de samenwerking tussen de partijen en draagt bij tot de regionale stabiliteit.


12.

ARTIKEL 9



De associatie wordt geleidelijk en volledig verwezenlijkt gedurende een periode van tien jaar.


De stabilisatie- en associatieraad die krachtens artikel 126 wordt opgericht, zal jaarlijks de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst evalueren, net als de goedkeuring en tenuitvoerlegging door Kosovo van wetgevende, administratieve, institutionele en economische hervormingen. Deze evaluatie wordt uitgevoerd in het licht van de preambule en in overeenstemming met de algemene beginselen van deze overeenkomst. Zij verloopt in overeenstemming met de mechanismen die in het kader van het stabilisatie- en associatieproces zijn opgesteld, met name het voortgangsverslag over het proces.


Op basis van deze toetsing doet de stabilisatie- en associatieraad aanbevelingen en neemt hij besluiten.


Als de toetsing bijzondere problemen aan het licht brengt, kunnen deze worden onderworpen aan de mechanismen voor geschillenbeslechting die bij de overeenkomst zijn ingesteld.


Uiterlijk in het vijfde jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst verricht de stabilisatie- en associatieraad een grondige toetsing van de tenuitvoerlegging van de overeenkomst. Op basis van deze toetsing evalueert de stabilisatie- en associatieraad de vorderingen die Kosovo heeft gemaakt en kan hij besluiten nemen over het hieruit voortvloeiende associatieproces. De stabilisatie- en associatieraad zet soortgelijke stappen voor het einde van het tiende jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst. Indien de resultaten van de evaluatie zulks vereisen, kan de stabilisatie- en associatieraad besluiten de in lid 1 bedoelde periode met ten hoogste vijf jaar te verlengen. Bij gebreke van een dergelijk besluit van de stabilisatie- en associatieraad blijft deze overeenkomst toegepast zoals overeengekomen.


Deze toetsing geldt niet voor het vrije verkeer van goederen, waarvoor in titel IV een aparte regeling wordt vastgesteld.


13.

ARTIKEL 10



De overeenkomst moet volledig verenigbaar zijn met de relevante bepalingen in de WTO-overeenkomsten, met name artikel XXIV van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (GATT 1994) en artikel V van de Algemene Overeenkomst betreffende de handel in diensten (GATS), en moet dienovereenkomstig worden uitgevoerd.


14.

TITEL II



POLITIEKE DIALOOG


ARTIKEL 11


1. In het kader van deze overeenkomst wordt de politieke dialoog tussen de partijen verder ontwikkeld. Deze dialoog begeleidt en consolideert de toenadering tussen de EU en Kosovo en draagt bij tot nauwe solidariteitsbanden en nieuwe vormen van samenwerking tussen de partijen.


2. De politieke dialoog moet met name bijdragen tot het bevorderen van:


a) de deelname van Kosovo aan de internationale democratische gemeenschap, als de objectieve omstandigheden dit toelaten;


b) de voortgang van het Europese perspectief en de toenadering tot de EU van Kosovo, afgestemd op het Europese perspectief van de regio, op basis van individuele verdiensten en in overeenstemming met de verbintenissen die Kosovo krachtens artikel 5 van deze overeenkomst is aangegaan;


c) toenemende convergentie met bepaalde maatregelen inzake gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, specifieke beperkende maatregelen die de EU neemt tegen derde landen, natuurlijke personen, rechtspersonen of niet-statelijke entiteiten, mede door de uitwisseling van informatie, voor zover van toepassing, met name inzake kwesties die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de partijen;


d) efficiënte, inclusieve en representatieve regionale samenwerking en de ontwikkeling van betrekkingen van goed nabuurschap in de Westelijke Balkan.


15.

ARTIKEL 12



De partijen voeren een beleidsdialoog over de andere kwesties die onder deze overeenkomst vallen.


16.

ARTIKEL 13



1. De politieke en de beleidsdialoog dragen, waar nodig, bij aan de normalisering van de betrekkingen tussen Kosovo en Servië.


2. Zoals bepaald in artikel 5 verbindt Kosovo zich ertoe zich te blijven inzetten voor een zichtbare en duurzame verbetering van de betrekkingen met Servië. Zo kunnen zij beide hun respectievelijke Europese weg verderzetten, zonder dat de een de ander daarbij kan tegenhouden; dit proces moet geleidelijk aan leiden tot de algehele normalisering van de betrekkingen tussen Kosovo en Servië, in de vorm van een wettelijk bindende overeenkomst, met de bedoeling dat beide ten volle hun rechten kunnen gebruiken en hun verantwoordelijkheden opnemen.


3. Binnen dit kader zorgt Kosovo voortdurend voor:


a) de uitvoering, te goeder trouw, van alle overeenkomsten die in de dialoog met Servië zijn bereikt;


b) de volledige eerbiediging van de beginselen van inclusieve regionale samenwerking;


c) het oplossen, via dialoog en in een geest van compromis, van openstaande aangelegenheden op basis van praktische en duurzame oplossingen, en samenwerking over de nodige technische en wettelijke aangelegenheden met Servië;


d) efficiënte samenwerking met de missie in het kader van het gemeenschappelijke veiligheids- en defensiebeleid, zolang die loopt, en een actieve bijdrage aan de volledige en ongehinderde uitvoering van haar mandaat in Kosovo.


4. De stabilisatie- en associatieraad evalueert regelmatig de voortgang van dit proces, en kan ter zake besluiten nemen en aanbevelingen doen. Het stabilisatie- en associatiecomité kan in overeenstemming met artikel 129 deelnemen aan dit proces.


17.

ARTIKEL 14



1. De politieke en beleidsdialoog vindt plaats binnen de stabilisatie- en associatieraad, die de algemene verantwoordelijkheid draagt voor alle aangelegenheden die de partijen hem voorleggen.


2. Op verzoek van een van de partijen kunnen deze dialogen ook de volgende vormen aannemen:


a) vergaderingen, indien nodig, van hoge ambtenaren die Kosovo vertegenwoordigen met de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en/of een vertegenwoordiger van de Commissie;


b) ten volle gebruik maken van alle geschikte kanalen tussen de partijen, met inbegrip van geschikte contacten in niet-EU-landen en in internationale organisaties en andere internationale fora, als de objectieve omstandigheden dit toelaten;


c) alle andere middelen die een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de consolidatie, ontwikkeling en intensivering van deze dialogen, zoals onder meer vastgesteld in de agenda van Thessaloniki, die werd vastgesteld in de conclusies van de Europese Raad van Thessaloniki van 19 en 20 juni 2003.


18.

ARTIKEL 15



Op parlementair niveau vindt de politieke dialoog plaats in het kader van het bij artikel 132 ingestelde parlementair stabilisatie- en associatiecomité.


19.

TITEL III



REGIONALE SAMENWERKING


ARTIKEL 16


In overeenstemming met zijn verbintenis krachtens de artikelen 5 en 13 en op het gebied van internationale en regionale vrede en stabiliteit en de ontwikkeling van betrekkingen van goed nabuurschap, bevordert Kosovo actief de regionale samenwerking. De EU kan met de geschikte instrumenten, waaronder bijstand voor projecten met een regionale of grensoverschrijdende dimensie, deze inspanningen ondersteunen.


Telkens wanneer Kosovo voornemens is de samenwerking met een van de in de artikelen 17, 18 en 19 bedoelde landen te intensiveren, wordt de EU daarover geïnformeerd en geraadpleegd overeenkomstig de bepalingen van titel X.


Kosovo blijft de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst ten uitvoer leggen.


20.

ARTIKEL 17



Samenwerking met landen die een stabilisatie- en associatieovereenkomst hebben gesloten


Na de ondertekening van deze overeenkomst opent Kosovo, als de objectieve omstandigheden dit toelaten, met de landen die reeds een stabilisatie- en associatieovereenkomst met de EU hebben ondertekend, onderhandelingen over de sluiting van bilaterale overeenkomsten inzake regionale samenwerking, waarvan het doel is de samenwerking tussen hen uit te breiden.


De hoofdelementen van dergelijke overeenkomsten zijn:


a) politieke dialoog;


b) de totstandbrenging van met de relevante WTO-bepalingen verenigbare vrijhandelszones;


c) wederzijdse concessies betreffende het verkeer van werknemers, vestiging, dienstverlening, lopende betalingen en kapitaalverkeer en andere beleidsterreinen die betrekking hebben op het verkeer van personen, op een niveau dat gelijkwaardig is met dat in de stabilisatie- en associatieovereenkomst die dat land met de EU heeft gesloten;


d) bepalingen inzake samenwerking op andere al dan niet onder deze overeenkomst vallende terreinen, met name justitie, vrijheid en veiligheid.


Deze overeenkomsten zullen in voorkomend geval bepalingen omvatten met betrekking tot de oprichting van de nodige institutionele mechanismen.


De overeenkomsten moet binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden gesloten.


21.

ARTIKEL 18



Samenwerking met landen
die bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken zijn


Kosovo blijft de regionale samenwerking voortzetten met landen die betrokken zijn bij het stabilisatie- en associatieproces, op sommige of alle samenwerkingsdomeinen waarop deze overeenkomst betrekking heeft, en op andere gebieden in verband met het stabilisatie- en associatieproces, met name die van gemeenschappelijk belang. Deze samenwerking moet te allen tijde verenigbaar zijn met de beginselen en doelstellingen van deze overeenkomst.


22.

ARTIKEL 19



Samenwerking met kandidaat-lidstaten van de EU
die niet bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken zijn


Kosovo blijft de samenwerking bevorderen en sluit, als de objectieve omstandigheden dit toelaten, samenwerkingsverdragen met kandidaat-lidstaten van de EU die niet bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken zijn op samenwerkingsdomeinen waarop deze overeenkomst betrekking heeft en andere gebieden van wederzijds belang voor Kosovo en deze landen. Een dergelijke overeenkomst moet de bilaterale betrekkingen tussen Kosovo en deze landen geleidelijk afstemmen op het relevante onderdeel van de betrekkingen tussen de EU en Kosovo.


23.

TITEL IV



VRIJ VERKEER VAN GOEDEREN


ARTIKEL 20


1. De EU en Kosovo brengen in de loop van een overgangsperiode van ten hoogste tien jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst geleidelijk een bilaterale vrijhandelszone tot stand overeenkomstig deze overeenkomst, de GATT 1994 en de relevante WTO-overeenkomsten. Daarbij houden zij rekening met de in de leden 2 tot en met 6 van dit artikel vermelde specifieke eisen.


2. In het handelsverkeer tussen de partijen worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur.


3. Voor de toepassing van deze overeenkomst omvatten douanerechten en heffingen van gelijke werking alle rechten en heffingen op de in- of uitvoer van goederen, met inbegrip van eventuele aanvullende heffingen of belastingen, maar geen:


a) heffingen die gelijk zijn aan een binnenlandse belasting die wordt geheven overeenkomstig artikel III, lid 2, van de GATT 1994;


b) antidumpingrechten of compenserende rechten;


c) retributies of andere rechten evenredig aan de kosten van verleende diensten.


4. Het basisrecht waarop de in de overeenkomst vastgestelde opeenvolgende verlagingen worden toegepast, is voor elk product:


a) voor de EU, het gemeenschappelijk douanetarief van de EU vastgesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad 3 dat erga omnes daadwerkelijk wordt toepast op de dag van ondertekening van de overeenkomst;


b) voor Kosovo het door Kosovo toegepaste tarief op 31 december 2013.


5. Indien na de ondertekening van deze overeenkomst enige tariefverlaging op erga omnes grondslag wordt toegepast, treden deze verlaagde rechten in de plaats van het in lid 4 bedoelde basisrecht, met ingang van de datum waarop de verlagingen worden toegepast.


6. De EU en Kosovo delen elkaar hun respectieve basisrechten en eventuele veranderingen daarin mede.


24.

HOOFDSTUK I



INDUSTRIEPRODUCTEN


ARTIKEL 21


Definitie


1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de in de hoofdstukken 25 tot en met 97 van de gecombineerde nomenclatuur vermelde producten van oorsprong uit de EU of uit Kosovo, met uitzondering van de producten die worden vermeld in bijlage I, punt I, onder ii), van de WTO-overeenkomst inzake de landbouw.


2. De handel tussen de partijen in producten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vallen, geschiedt in overeenstemming met dat Verdrag.


25.

ARTIKEL 22



Concessies van de EU voor industrieproducten


1. Douanerechten en heffingen van gelijke werking die van toepassing zijn bij invoer in de EU van industrieproducten van oorsprong uit Kosovo, worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.


Kwantitatieve beperkingen bij invoer in de EU van industrieproducten van oorsprong uit Kosovo en maatregelen van gelijke werking worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.


26.

ARTIKEL 23



Concessies van Kosovo voor industrieproducten


1. Douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in Kosovo van niet in bijlage I vermelde industrieproducten van oorsprong uit de EU worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.


2. Heffingen van gelijke werking als douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in Kosovo van industrieproducten van oorsprong uit de EU, worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.


3. Douanerechten die van toepassing zijn bij de invoer in Kosovo van de in bijlage I vermelde industrieproducten van oorsprong uit de EU worden geleidelijk afgeschaft volgens het tijdschema in die bijlage.


4. Kwantitatieve beperkingen bij invoer in Kosovo van industrieproducten van oorsprong uit de EU en maatregelen van gelijke werking worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.


27.

ARTIKEL 24



Rechten en beperkingen op uitvoer


1. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaffen de EU en Kosovo alle douanerechten bij uitvoer en heffingen die eenzelfde effect op hun onderlinge handel hebben af.


2. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaffen de EU en Kosovo wederzijds alle kwantitatieve beperkingen bij uitvoer en alle maatregelen van gelijke werking af.


28.

ARTIKEL 25



Versnelde verlaging van het douanerecht


Kosovo verklaart zich bereid zijn douanerechten in het handelsverkeer met de EU sneller te verlagen dan in artikel 23 bepaald, als de algemene economische situatie in Kosovo en de situatie in de betrokken sector van de economie dat toelaten.


De stabilisatie- en associatieraad analyseert de situatie dienaangaande en doet daarover aanbevelingen.


29.

HOOFDSTUK II



LANDBOUW EN VISSERIJ


ARTIKEL 26


Definitie


1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de handel in landbouw- en visserijproducten van oorsprong uit de EU of uit Kosovo.


2. Met “landbouw- en visserijproducten” worden de producten bedoeld die vermeld zijn in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur 4 en in bijlage I, punt I, onder ii), bij de WTO-overeenkomst inzake de landbouw.


3. Deze definitie omvat vis en visserijproducten die vallen onder hoofdstuk 3, posten 1604 (bereidingen en conserven van vis, kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit) en 1605 (bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren (m.u.v. gerookte), en onderverdelingen 0511 91 (visafvallen), 2301 20 (meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie) en ex 1902 20 (gevulde deegwaren, bevattende meer dan 20 gewichtspercenten vis, schaal- of weekdieren of andere ongewervelde waterdieren).


Zij omvat ook de onderverdelingen 1212 21 00 (zeewier en andere algen), ex 1603 00 (extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren) en ex 2309 9010 (bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren: visperssap), net als 1504 10 en 1504 20 (vetten en oliën, van vis alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd):


oliën uit vislevers en fracties daarvan:


vetten en oliën van vis, alsmede fracties daarvan, andere dan oliën uit vislevers).


30.

ARTIKEL 27



Bewerkte landbouwproducten


Protocol I bevat de handelsregeling voor de daarin genoemde bewerkte landbouwproducten.


31.

ARTIKEL 28



Concessies van de EU voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Kosovo


1. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de EU alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Kosovo.


2. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de EU de douanerechten en heffingen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Kosovo, andere dan die van de posten 0102 (levende runderen), 0201 (vlees van runderen, vers of gekoeld), 0202 (vlees van runderen, bevroren), 1701 (rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm), 1702 (andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel) en 2204 (wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen; druivenmost, andere dan bedoeld bij post 2009) van de gecombineerde nomenclatuur.


Voor de producten die vallen onder de hoofdstukken 7 en 8 van de gecombineerde nomenclatuur, waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief in een 'ad valorem'-douanerecht en een specifiek douanerecht voorziet, is de afschaffing uitsluitend op het 'ad valorem'-deel van de douanerechten van toepassing.


3. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst stelt de EU de douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in de EU van de in bijlage II gedefinieerde producten van de categorie „baby beef” van oorsprong uit Kosovo vast op 20 % van het recht ad valorem en 20 % van het specifieke recht als vastgesteld in het gemeenschappelijk douanetarief, binnen een jaarlijks tariefcontingent van 475 ton geslacht gewicht.


32.

ARTIKEL 29



Concessies van Kosovo voor landbouwproducten


1. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft Kosovo alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit de EU.


33.

2. Bij de inwerkingtreding van de overeenkomst gaat Kosovo over tot



a) afschaffing van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde niet in bijlage III vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de EU;


b) geleidelijke afschaffing van de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van de in bijlage IIIa, IIIb en IIIc vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de EU volgens het in die bijlage vastgestelde tijdschema.


3. Het tarief dat van toepassing is op bepaalde in bijlage IIId opgenomen producten, is het basisrecht dat op 31 december 2013 in Kosovo van toepassing was.


34.

ARTIKEL 30



Het protocol inzake wijn en gedistilleerde dranken


Protocol II bevat de regeling die van toepassing is op de daarin genoemde wijn en gedistilleerde dranken.


35.

ARTIKEL 31



Concessies van de EU voor vis en visserijproducten


1. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de EU alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van vis en visserijproducten van oorsprong uit Kosovo.


2. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de EU alle douanerechten en maatregelen van gelijke werking op de niet in bijlage IV vermelde vis en visserijproducten van oorsprong uit Kosovo af. Op de in bijlage IV vermelde producten zijn de daarin opgenomen bepalingen van toepassing.


36.

ARTIKEL 32



Concessies van Kosovo voor vis en visserijproducten


1. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft Kosovo alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van vis en visserijproducten van oorsprong uit de EU.


2. Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft Kosovo alle douanerechten en maatregelen van gelijke werking op de niet in bijlage V vermelde vis en visserijproducten van oorsprong uit de EU af. Op de in bijlage V vermelde producten zijn de daarin opgenomen bepalingen van toepassing.


37.

ARTIKEL 33



Herzieningsclausule


Rekening houdend met de omvang van het handelsverkeer in landbouw- en visserijproducten tussen de partijen, de bijzondere gevoeligheden van die producten, de regels van het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid van de EU en het landbouw- en visserijbeleid van Kosovo, de rol van landbouw en visserij in de Kosovaarse economie en de ontwikkelingen in het kader van de WTO, onderzoekt de stabilisatie- en associatieraad binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst per product, systematisch en op basis van passende wederkerigheid, de mogelijkheden om elkaar verdere concessies te verlenen teneinde de handel in landbouw- en visserijproducten verder te liberaliseren.


38.

ARTIKEL 34



Vrijwaringsclausule
betreffende landbouw en visserij


Onverminderd de andere bepalingen van deze overeenkomst, met name artikel 43, en gezien de bijzondere gevoeligheid van de markten voor landbouw- en visserijproducten, plegen beide partijen, indien de invoer van producten van oorsprong uit een partij waarvoor concessies uit hoofde van de artikelen 27, 28, 29, 30, 31 en 32 zijn verleend, ernstige problemen veroorzaakt op de markt of voor de binnenlandse regelingen van een van de partijen, zo spoedig mogelijk overleg binnen het stabilisatie- en associatiecomité om een passende oplossing te vinden voor het probleem. In afwachting van deze oplossing kan de betrokken partij de passende maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht.


39.

ARTIKEL 35



Bescherming van geografische aanduidingen
voor landbouw- en visserijproducten en voedingsmiddelen andere dan wijn en gedistilleerde dranken


1. Kosovo beschermt de geografische aanduidingen van de EU die in de EU zijn geregistreerd uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen 5 , overeenkomstig dit artikel. Geografische aanduidingen van Kosovo kunnen in de EU worden geregistreerd onder de voorwaarden zoals beschreven in die verordening.


2. De in lid 1 bedoelde geografische aanduidingen worden beschermd tegen:


a) direct of indirect commercieel gebruik van een beschermde benaming:


40.

i) voor vergelijkbare producten die niet in overeenstemming zijn met het bij de beschermde benaming horende productdossier, of



ii) wanneer hierbij van de reputatie van een geografische aanduiding wordt geprofiteerd;


b) elk misbruik, elke nabootsing of voorstelling, zelfs indien de werkelijke oorsprong van het product of de dienst is aangegeven, of indien de beschermde naam is vertaald of vergezeld gaat van uitdrukkingen zoals „soort”, „type”, „methode”, „op de wijze van”, „imitatie”, „smaak, „zoals” en dergelijke;


c) elke andere valse of misleidende aanduiding met betrekking tot de herkomst, de oorsprong, de aard of de wezenlijke hoedanigheden van het product op de binnen- of buitenverpakking, reclamemateriaal of documenten voor dat product, alsmede het verpakken in een recipiënt dat aanleiding kan geven tot misverstanden over de oorsprong van het product;


d) elke andere praktijk die de consument ten aanzien van de werkelijke oorsprong van het soortgelijke product kan misleiden.


3. Een ter registratie voorgelegde naam die geheel of gedeeltelijk homoniem is met een reeds beschermde naam, wordt niet beschermd tenzij er in de praktijk voldoende onderscheid is tussen de omstandigheden van het lokale en traditionele gebruik en de presentatie van het te beschermen homoniem en de reeds beschermde naam, rekening houdend met de vereiste dat de betrokken producenten billijk worden behandeld en de consumenten niet worden misleid. Een homonieme naam die bij de consument ten onrechte de indruk wekt dat de producten van oorsprong zijn uit een ander grondgebied, wordt niet geregistreerd, ook al is de naam juist wat het grondgebied, de regio of de plaats van oorsprong van de producten in kwestie betreft.


4. Kosovo weigert de registratie van handelsmerken in gevallen zoals beschreven in lid 2.


5. Handelsmerken die overeenkomen met de in lid 2 beschreven gevallen en die in Kosovo zijn geregistreerd of gangbaar zijn, mogen vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst niet meer worden gebruikt. Dit geldt echter niet voor handelsmerken die in Kosovo zijn geregistreerd of gangbaar zijn en die eigendom zijn van onderdanen van derde landen, mits het publiek niet wordt misleid met betrekking tot de aard, de kenmerken of de geografische oorsprong van de producten.


6. Overeenkomstig lid 1 beschermde geografische aanduidingen die in de omgangstaal van Kosovo gebruikelijk zijn voor dergelijke producten of voor producten met die aanduiding die legaal op de markt zijn in Kosovo, mogen vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst niet meer worden gebruikt.


7. Kosovo zorgt ervoor dat de goederen die na vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst uit zijn grondgebied worden uitgevoerd, geen inbreuk maken op dit artikel.


8. Kosovo waarborgt de in de leden 1 tot en met 7 bedoelde bescherming op eigen initiatief alsmede op verzoek van een belanghebbende partij.


41.

HOOFDSTUK III



GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN


ARTIKEL 36


Toepassingsgebied


Behoudens andersluidende bepalingen in dit hoofdstuk of in protocol I is dit hoofdstuk van toepassing op de handel tussen de partijen in alle producten.


42.

ARTIKEL 37



Gunstigere concessies


Deze titel vormt in geen geval een belemmering voor de eenzijdige toepassing van gunstiger maatregelen door een partij.


43.

ARTIKEL 38



Standstillbepaling


1. Zodra deze overeenkomst in werking treedt, mogen in het handelsverkeer tussen de EU en Kosovo geen nieuwe douanerechten bij invoer of bij uitvoer of heffingen van gelijke werking worden ingesteld, noch mogen de rechten of heffingen die reeds van toepassing zijn, worden verhoogd.


2. Zodra deze overeenkomst in werking treedt, mogen in het handelsverkeer tussen de EU en Kosovo geen nieuwe kwantitatieve beperkingen bij invoer of bij uitvoer of maatregelen van gelijke werking worden ingesteld, noch mogen reeds bestaande beperkingen restrictiever worden gemaakt.


3. Onverminderd de overeenkomstig de artikelen 28, 29, 30, 31 en 32 verleende concessies vormen de leden 1 en 2 van dit artikel in geen enkel opzicht een beletsel voor de voortzetting van het landbouwbeleid van Kosovo en van de EU, noch voor het nemen van enige maatregel in het kader van dit beleid, voor zover de invoerregeling in de bijlagen II tot en met V en protocol I daardoor niet wordt beïnvloed.


44.

ARTIKEL 39



Verbod op fiscale discriminatie


1. De EU en Kosovo onthouden zich van alle maatregelen of praktijken van binnenlandse fiscale aard die, rechtstreeks of onrechtstreeks, discrimineren tussen producten van de ene partij en soortgelijke producten van oorsprong uit de andere partij. Als een dergelijke maatregel of praktijk al bestaat,wordt deze, naargelang van het geval, ingetrokken of afgeschaft door de EU en Kosovo.


2. De teruggave van binnenlandse indirecte belastingen voor producten die naar het grondgebied van een van de partijen worden uitgevoerd, mag niet hoger zijn dan de daarop geheven indirecte belastingen.


45.

ARTIKEL 40



Rechten van fiscale aard


De bepalingen betreffende de afschaffing van de douanerechten bij invoer zijn eveneens van toepassing op douanerechten van fiscale aard.


46.

ARTIKEL 41



Douane-unies, vrijhandelszones,

47.

regelingen voor grensverkeer



1. De overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de oprichting van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, mits de in deze overeenkomst neergelegde handelsregelingen daardoor niet worden gewijzigd.


2. Gedurende de in artikel 20 vermelde overgangsperiode mag deze overeenkomst geen invloed hebben op de tenuitvoerlegging van de specifieke preferentiële regelingen voor het goederenverkeer die ofwel zijn vastgelegd in grensovereenkomsten die eerder zijn gesloten tussen een of meer lidstaten en Kosovo, ofwel voortvloeien uit de in titel III gespecificeerde bilaterale overeenkomsten die door Kosovo zijn gesloten ter bevordering van de regionale handel.


3. De partijen plegen in de stabilisatie- en associatieraad overleg over de in de leden 1 en 2 bedoelde overeenkomsten en desgewenst over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun respectieve handelspolitiek ten aanzien van derde landen. Dergelijk overleg zal in het bijzonder plaatsvinden ingeval een derde land tot de EU toetreedt, opdat wordt gewaarborgd dat rekening wordt gehouden met de wederzijdse belangen van de EU en Kosovo zoals weergegeven in deze overeenkomst.


48.

ARTIKEL 42



Dumping en subsidiëring


1. Deze overeenkomst belet de partijen niet handelsbeschermingsmaatregelen overeenkomstig lid 2 van dit artikel en artikel 43 te treffen.


2. Als een partij constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping plaatsvindt en/of tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies worden gegeven, kan die partij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de WTO-overeenkomst betreffende de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994, de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen, en haar eigen wetgeving ter zake.


49.

ARTIKEL 43



Vrijwaringsclausule


1. De partijen komen overeen dat de regels en beginselen van artikel XIX van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen worden toegepast.


2. In afwijking van lid 1 kan de imorterende partij passende bilaterale vrijwaringsmaatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van dit artikel, wanneer een product uit een van de partijen in het grondgebied van de andere partij wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige omstandigheden dat:


a) ernstige moeilijkheden worden veroorzaakt of dreigen te worden veroorzaakt voor binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten op het grondgebied van de importerende partij; of


b) bepaalde sectoren van de economie ernstig worden verstoord of dreigen te worden verstoord of moeilijkheden worden veroorzaakt of dreigen te worden veroorzaakt die een ernstige verslechtering van de economische situatie in een regio van de importerende partij ten gevolge kunnen hebben.


3. Bilaterale vrijwaringsmaatregelen die gericht zijn tegen invoer uit de andere partij, mogen niet meer inhouden dan wat nodig is om de als gevolg van de toepassing van deze overeenkomst gerezen moeilijkheden zoals beschreven in lid 2 te compenseren. Deze vrijwaringsmaatregelen bestaan uit de opschorting van de verdere verhoging of verlaging van de preferentiemarges krachtens deze overeenkomst voor het betrokken product tot een maximum dat overeenkomt met het in artikel 20, lid 4, onder a) en b), en in artikel 20, lid 5 bedoelde basisrecht voor dat product. Dergelijke maatregelen moeten duidelijke elementen bevatten die uiterlijk aan het einde van de vastgestelde periode geleidelijk leiden tot de intrekking ervan, en mogen voor een periode van maximaal twee jaar worden genomen.


In zeer uitzonderlijke omstandigheden mogen dergelijke maatregelen met maximaal twee jaar worden verlengd. Ten aanzien van de invoer van een product waartegen reeds eerder vrijwaringsmaatregelen zijn genomen, mogen gedurende een periode die gelijk is aan de duur van de eerdere vrijwaringsmaatregelen niet opnieuw bilaterale vrijwaringsmaatregelen worden genomen, waarbij deze maatregelen ten minste twee jaar verstreken moeten zijn.


4. In de in dit artikel genoemde gevallen verstrekt de EU of Kosovo, vóór de in dit artikel bedoelde maatregelen worden genomen of, in de gevallen waarop lid 5, onder b), van toepassing is, zo spoedig mogelijk, de stabilisatie- en associatieraad alle relevante informatie teneinde een voor de partijen aanvaardbare oplossing te vinden.


5. Voor de tenuitvoerlegging van de leden 1 tot en met 4 gelden de volgende bepalingen:


a) De moeilijkheden die voortvloeien uit de in dit artikel bedoelde situatie, worden onmiddellijk ter bespreking voorgelegd aan de stabilisatie- en associatieraad, die alle noodzakelijke beslissingen kan nemen om een oplossing te vinden.


Indien binnen dertig dagen nadat de kwestie aan de stabilisatie- en associatieraad is voorgelegd, deze raad of de exporterende partij geen beslissing heeft genomen die een einde maakt aan de moeilijkheden en geen andere bevredigende oplossing wordt gevonden, kan de importerende partij passende maatregelen nemen om het probleem in overeenstemming met dit artikel op te lossen. Bij de keuze van vrijwaringsmaatregelen moet voorrang worden gegeven aan maatregelen die de werking van de bij deze overeenkomst vastgestelde regelingen het minst verstoren. Vrijwaringsmaatregelen dienen het niveau en de marges van de bij deze overeenkomst toegekende preferenties in stand te houden.


b) Wanneer uitzonderlijke en kritieke omstandigheden die onmiddellijk maatregelen vereisen, voorafgaande kennisgeving of onderzoek onmogelijk maken, kan de betrokken partij, in de in dit artikel vermelde omstandigheden, onmiddellijk de nodige vrijwaringsmaatregelen nemen, op voorwaarde dat zij de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis stelt.


De vrijwaringsmaatregelen worden onverwijld ter kennis gebracht van de stabilisatie- en associatieraad, die hierover periodiek overleg pleegt, in het bijzonder om een tijdschema vast te stellen voor de afschaffing van deze maatregelen, zodra de omstandigheden dit toelaten.


6. Wanneer de EU of Kosovo de invoer van producten die de in dit artikel bedoelde moeilijkheden kunnen doen rijzen aan een administratieve procedure onderwerpen die ten doel heeft snel informatie te verschaffen over de tendens van de handelsstromen, stelt de betrokken partij de andere partij daarvan in kennis.


50.

ARTIKEL 44



Tekortclausule


1. Wanneer naleving van deze titel leidt tot:


51.

a) een kritiek tekort of gevaar voor een kritiek tekort aan levensmiddelen of andere producten die voor de exporterende partij van wezenlijk belang zijn; of



b) wederuitvoer naar een derde land van een product waarop de exporterende partij kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen of heffingen van gelijke werking toepast, en de bovengenoemde situaties aanleiding geven of vermoedelijk aanleiding zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende partij,


kan die partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van dit artikel.


2. Bij de keuze van deze maatregelen moet voorrang worden gegeven aan maatregelen die de werking van de bij deze overeenkomst vastgestelde regelingen het minst verstoren. Dergelijke maatregelen mogen niet worden toegepast op een wijze die in gelijke omstandigheden willekeurige of onrechtvaardige discriminatie of een verkapte beperking van het handelsverkeer zou inhouden, en moeten worden opgeheven zodra de omstandigheden verdere handhaving niet meer rechtvaardigen.


3. Alvorens de in lid 1 bedoelde maatregelen te nemen, of in de gevallen waarin lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk, verstrekt de EU of Kosovo de stabilisatie- en associatieraad alle relevante informatie om hem in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing voor het probleem te vinden. De stabilisatie- en associatieraad kan besluiten tot elke maatregel die een einde maakt aan de moeilijkheden. Indien dertig dagen nadat de zaak aan de stabilisatie- en associatieraad is voorgelegd geen overeenstemming is bereikt, kan de exporterende partij uit hoofde van dit artikel maatregelen toepassen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken product.


4. Wanneer uitzonderlijke en kritieke omstandigheden die onmiddellijk maatregelen vereisen voorafgaande informatie of voorafgaand onderzoek onmogelijk maken, kan de EU of Kosovo onmiddellijk voorzorgsmaatregelen nemen, waarvan de andere partij onmiddellijk in kennis wordt gesteld.


5. Alle krachtens dit artikel genomen maatregelen worden onverwijld ter kennis gebracht van de stabilisatie- en associatieraad, die hierover periodiek overleg pleegt, in het bijzonder om een tijdschema vast te stellen voor de afschaffing van deze maatregelen, zodra de omstandigheden dit toelaten.


52.

ARTIKEL 45



Staatsmonopolies


Met betrekking tot staatsmonopolies van commerciële aard zorgt Kosovo ervoor dat er bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst geen sprake meer is van discriminatie tussen onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie en inwoners van Kosovo ten aanzien van de omstandigheden waaronder goederen worden verworven en op de markt gebracht.


53.

ARTIKEL 46



Oorsprongsregels


Tenzij anders bepaald in deze overeenkomst, zijn de oorsprongsregels voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst in protocol III vastgesteld.


54.

ARTIKEL 47



Toegestane beperkingen


Deze overeenkomst vormt geen beletsel voor verbodsbepalingen of beperkingen ten aanzien van invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten, de bescherming van het artistieke, historische en archeologische erfgoed, of de bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendom, of regels betreffende goud en zilver. Dergelijke verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verkapte beperking van de handel tussen de partijen vormen.


55.

ARTIKEL 48



Niet-verlening van administratieve medewerking


1. De partijen komen overeen dat administratieve medewerking essentieel is voor de uitvoering van en controle op de preferentiële behandeling die op grond van deze titel wordt verleend en benadrukken zich te zullen inzetten om onregelmatigheden en fraude in douane- en aanverwante aangelegenheden te bestrijden.


2. Wanneer een partij op basis van objectieve informatie tot de conclusie is gekomen dat geen administratieve medewerking is verleend en/of dat zich uit hoofde van deze titel onregelmatigheden of gevallen van fraude hebben voorgedaan, kan de betrokken partij de preferentiële regeling ten aanzien van de betrokken producten overeenkomstig dit artikel tijdelijk opschorten.


3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder het niet verlenen van administratieve medewerking verstaan:


a) het herhaaldelijk niet nakomen van de verplichting om de oorsprongsstatus van het betrokken product of de betrokken producten te controleren;


b) het herhaaldelijk weigeren een controle achteraf van het bewijs van oorsprong uit te voeren en/of de resultaten daarvan mede te delen, of onredelijke vertraging daarbij;


c) het herhaaldelijk weigeren van toestemming voor missies in het kader van de administratieve medewerking ter controle van de echtheid van documenten of de juistheid van gegevens die van belang zijn voor het verlenen van de desbetreffende preferentiële behandeling, of onredelijke vertraging bij het verlenen van toestemming.


In het kader van dit artikel is onder andere sprake van onregelmatigheden of fraude wanneer de invoer van goederen snel stijgt, zonder dat daar een bevredigende verklaring voor is, wanneer die invoer het gebruikelijke niveau van de productie- en uitvoercapaciteit van de andere partij te boven gaat, en dit blijkt uit objectieve informatie betreffende onregelmatigheden of fraude.


4. Voor een tijdelijke schorsing moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:


a) de partij die op basis van objectieve informatie tot de conclusie is gekomen dat geen administratieve medewerking is verleend en/of dat zich onregelmatigheden of gevallen van fraude hebben voorgedaan, moet het stabilisatie- en associatiecomité onverwijld in kennis stellen van haar conclusies, en deze kennisgeving vergezeld doen gaan van de objectieve informatie, en met de andere partij in overleg treden binnen het stabilisatie- en associatiecomité, teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden;


b) wanneer de partijen als onder a) beschreven in overleg zijn getreden in het kader van het bovengenoemde stabilisatie- en associatiecomité en het niet binnen drie maanden na die kennisgeving eens zijn geworden over een aanvaardbare oplossing, kan de betrokken partij de preferentiële regeling voor de betrokken producten tijdelijk schorsen. Het stabilisatie- en associatiecomité moet onverwijld van een tijdelijke schorsing in kennis worden gesteld.


c) tijdelijke schorsingen op grond van dit artikel mogen alleen dienen ter bescherming van de financiële belangen van de betrokken partij. De schorsingen duren uiterlijk zes maanden, maar zij mogen wel worden verlengd. Tijdelijke schorsingen moeten onmiddellijk na goedkeuring ervan worden gemeld aan het stabilisatie- en associatiecomité. Binnen het stabilisatie- en associatiecomité moet hierover periodiek overleg plaatsvinden, met name om tot beëindiging ervan te komen, zodra de omstandigheden die aanleiding gaven tot toepassing ervan, niet meer gelden.


5. Tegelijk met de kennisgeving aan het stabilisatie- en associatiecomité overeenkomstig lid 4, onder a), moet de betrokken partij in haar officiële publicatieblad een kennisgeving voor importeurs publiceren. In dit bericht wordt aangegeven dat zij voor het betrokken product op grond van objectieve informatie tot de bevinding is gekomen dat geen administratieve medewerking is verleend en/of dat er sprake is van onregelmatigheden of fraude.


56.

ARTIKEL 49



Indien door de bevoegde autoriteiten bij het beheer van de preferentiële uitvoerregeling fouten zijn gemaakt, en met name indien zij protocol III onjuist hebben toegepast, en deze fouten gevolgen hebben ten aanzien van invoerrechten, kan de partij die met deze gevolgen wordt geconfronteerd, de stabilisatie- en associatieraad verzoeken de mogelijkheden te onderzoeken om passende maatregelen te nemen om de situatie op te lossen.


57.

TITEL V



VESTIGING,

58.

DIENSTVERLENING EN KAPITAAL



ARTIKEL 50


Definitie


Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:


1) „vennootschap uit de EU” respectievelijk „vennootschap uit Kosovo”: een volgens de wetgeving van een lidstaat respectievelijk Kosovo opgerichte vennootschap die haar statutaire zetel, centrale administratie of belangrijkste handelsactiviteit op het grondgebied van de EU respectievelijk Kosovo heeft. Indien een vennootschap uitsluitend haar statutaire zetel op het grondgebied van de EU respectievelijk Kosovo heeft, wordt deze vennootschap als vennootschap uit de EU respectievelijk Kosovo beschouwd, indien uit haar transacties een werkelijke en permanente band met de economie van een van de lidstaten respectievelijk van Kosovo blijkt;


2) „dochteronderneming”: een vennootschap waarover een andere vennootschap daadwerkelijk zeggenschap heeft;


3) „filiaal”: een handelszaak zonder rechtspersoonlijkheid die kennelijk een permanent karakter bezit, zoals een agentschap van een moedermaatschappij, een eigen management heeft en over de nodige materiële voorzieningen beschikt om zaken te doen met derden, zodat die derden, hoewel zij ervan op de hoogte zijn dat er zo nodig een rechtsverhouding is met de moedermaatschappij waarvan het hoofdkantoor zich in het buitenland bevindt, geen rechtstreeks contact behoeven te hebben met deze moedermaatschappij, maar hun transacties kunnen afhandelen met de handelszaak die het agentschap vormt;


4) 'vestiging': het recht op toegang tot en uitoefening van economische activiteiten door middel van de oprichting van dochterondernemingen en filialen in de EU respectievelijk Kosovo;


5) “bedrijfsactiviteiten”: het verrichten van economische activiteiten;


6) „economische activiteiten”: in beginsel activiteiten met een industrieel of commercieel karakter of activiteiten van personen die een vrij beroep uitoefenen, alsmede activiteiten van ambachtslieden;


7) „onderdaan van de EU” respectievelijk „inwoner van Kosovo”: een natuurlijke persoon die onderdaan is van een lidstaat respectievelijk inwoner van Kosovo;


8) „financiële diensten”: de activiteiten beschreven in bijlage VI.


59.

HOOFDSTUK I



VESTIGING


ARTIKEL 51


1. Kosovo vereenvoudigt het op zijn grondgebied opzetten van bedrijfsactiviteiten door vennootschappen van de EU. Kosovo verleent daartoe vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst:


a) voor de vestiging van vennootschappen uit de EU op het grondgebied van Kosovo een niet minder gunstige behandeling dan de behandeling die wordt verleend aan de eigen vennootschappen of aan vennootschappen uit derde landen, indien deze behandeling gunstiger is;


b) voor bedrijfsactiviteiten van op het grondgebied van Kosovo gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit de EU een niet minder gunstige behandeling dan de behandeling die wordt verleend aan de eigen vennootschappen en filialen of aan dochterondernemingen of filialen van vennootschappen uit derde landen, indien deze behandeling gunstiger is.


2. De EU verleent vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst:


a) voor de vestiging van vennootschappen uit Kosovo een niet minder gunstige behandeling dan de behandeling die de EU verleent aan haar eigen vennootschappen of aan vennootschappen uit derde landen, indien deze behandeling gunstiger is;


b) voor de bedrijfsactiviteiten van op haar grondgebied gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit Kosovo een niet minder gunstige behandeling dan de behandeling die de EU verleent aan haar eigen vennootschappen en filialen of aan op haar grondgebied gevestigde dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit derde landen, indien deze behandeling gunstiger is.


3. De partijen voeren geen nieuwe wettelijke regelingen of maatregelen in die discriminerend zijn ten aanzien van de vestiging van vennootschappen uit de EU of Kosovo op hun grondgebied of ten aanzien van hun bedrijfsactiviteiten in vergelijking tot de eigen vennootschappen.


60.

4. Onverminderd dit artikel



a) hebben dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit de EU vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst het recht om in Kosovo onroerend goed te huren en te gebruiken;


b) hebben dochterondernemingen en filialen van vennootschappen uit de EU na vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst hetzelfde recht om eigendomsrechten op onroerend goed te verwerven en te genieten als vennootschappen uit Kosovo en, wat betreft openbare goederen en goederen van algemeen belang, dezelfde rechten als vennootschappen uit Kosovo, wanneer zulks noodzakelijk is voor de uitoefening van de economische activiteiten waarvoor zij zich gevestigd hebben.


61.

ARTIKEL 52



1. Met inachtneming van artikel 54 kan elke partij de vestiging van en de bedrijfsactiviteiten van vennootschappen op haar grondgebied regelen, voor zover deze regelingen vennootschappen van de andere partij niet discrimineren ten opzichte van de eigen vennootschappen.


2. Ten aanzien van financiële diensten vormt geen van de bepalingen van deze overeenkomst voor een partij een beletsel om prudentiële maatregelen te treffen, zoals om investeerders, depositohouders, verzekeringsnemers of personen jegens wie een fiduciaire verplichting is aangegaan, te beschermen, of om de integriteit en stabiliteit van het financiële systeem te waarborgen. Dergelijke maatregelen mogen door een partij niet worden aangewend om zich aan de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen te onttrekken.


3. Geen van de bepalingen van deze overeenkomst mag op zodanige wijze worden geïnterpreteerd dat zij een partij verplicht tot het verstrekken van informatie betreffende de zaken en de boekhouding van individuele cliënten, dan wel vertrouwelijke of geheime informatie die in het bezit is van overheidsinstanties.


62.

ARTIKEL 53



1. Dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan het Verdrag tot oprichting van een vervoersgemeenschap met de Westelijke Balkan en de multilaterale overeenkomst voor een Europese Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte die op 9 juni 2006 6 is ondertekend.


2. Binnen het toepassingsgebied van het EU-vervoersbeleid kan de stabilisatie- en associatieraad in specifieke gevallen aanbevelingen doen voor verbetering van de voorwaarden voor vestiging en bedrijfsactiviteiten op de in lid 1 vermelde gebieden.


3. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op zeevervoer.


63.

ARTIKEL 54



1. De artikelen 51 en 52 vormen geen beletsel voor de toepassing door een partij, met betrekking tot de vestiging en bedrijfsactiviteiten op haar grondgebied van filialen van vennootschappen van een andere partij die op het grondgebied van de eerste partij geen rechtspersoonlijkheid bezitten, van bijzondere regels die gerechtvaardigd zijn op grond van juridische of technische verschillen tussen bedoelde filialen en filialen van vennootschappen die op het grondgebied van de eerste partij rechtspersoonlijkheid bezitten, of, wat financiële diensten betreft, om prudentiële redenen.


2. Het verschil in behandeling blijft beperkt tot hetgeen als gevolg van dergelijke juridische of technische verschillen strikt noodzakelijk is of, wat financiële diensten betreft, tot hetgeen om prudentiële redenen noodzakelijk is.


64.

HOOFDSTUK II



DIENSTVERLENING


ARTIKEL 55


1. Een op het grondgebied van Kosovo respectievelijk de EU gevestigde vennootschap uit de EU respectievelijk Kosovo heeft het recht, met inachtneming van de wetgeving van het gastland van vestiging, op het grondgebied van Kosovo respectievelijk de EU werknemers die onderdaan zijn van de EU of inwoner van Kosovo in dienst te nemen of deze door een van haar dochterondernemingen of filialen in dienst te laten nemen, indien dergelijke werknemers een sleutelpositie in de zin van lid 2 van dit artikel bekleden en zij uitsluitend een dienstverband hebben met vennootschappen, dochterondernemingen of filialen.


2. Werknemers met een sleutelpositie die in dienst zijn van bovengenoemde vennootschappen, hierna 'organisaties' genoemd, zijn 'binnen de organisatie overgeplaatste personen' als omschreven onder c), van de hierna volgende categorieën, met dien verstande dat de organisatie een rechtspersoon moet zijn en de betrokkenen gedurende ten minste het onmiddellijk aan de overplaatsing voorafgaande jaar in dienst waren van deze organisatie of daarin partners (doch geen aandeelhouders met een meerderheidsbelang) waren:


a) personen met een hogere leidinggevende functie binnen een organisatie die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor het management van de vestiging, onder leiding en algemeen toezicht van met name de raad van bestuur of de aandeelhouders of daarmee gelijkgestelde personen, met inbegrip van personeelsleden die:


i) leiding geven aan een vestiging of een afdeling of onderafdeling van de vestiging;


65.

ii) toezicht houden op de werkzaamheden van andere toezichthoudende, gespecialiseerde of leidinggevende werknemers en deze werkzaamheden controleren, en



iii) persoonlijk bevoegd zijn werknemers in dienst te nemen en te ontslaan of de indienstneming of het ontslag van werknemers of andere maatregelen in het kader van het personeelsbeleid aan te bevelen;


b) binnen een organisatie werkzame personen die beschikken over gespecialiseerde kennis die van wezenlijk belang is voor de dienstverlening van het bedrijf, de onderzoeksuitrusting, de technische werkzaamheden of het management. Afgezien van de specifieke kennis met betrekking tot de betrokken vestiging, kan deze kennis betrekking hebben op de bekwaamheid om bepaalde werkzaamheden uit te voeren of een bepaald beroep uit te oefenen waarvoor specifieke technische vaardigheden en eventueel het lidmaatschap van een erkende beroepsgroep vereist zijn;


c) een „binnen de organisatie overgeplaatste persoon” is een natuurlijke persoon die voor een organisatie op het grondgebied van een partij werkzaam is en die tijdelijk wordt overgeplaatst in het kader van economische activiteiten op het grondgebied van de andere partij; de betrokken organisatie dient haar belangrijkste handelsactiviteit op het grondgebied van een partij te hebben en de overplaatsing dient te geschieden naar een vestiging (dochteronderneming, filiaal) van deze organisatie die op het grondgebied van de andere partij daadwerkelijk soortgelijke economische activiteiten verricht.


3. Toegang tot het grondgebied van de EU respectievelijk Kosovo van inwoners van Kosovo respectievelijk van de EU wordt verleend en tijdelijk verblijf is toegestaan voor vertegenwoordigers van vennootschappen met een hogere leidinggevende functie als gedefinieerd in lid 2, onder a), binnen een vennootschap, die belast zijn met het opzetten van een dochteronderneming of filiaal in de EU van een vennootschap uit Kosovo, respectievelijk een dochteronderneming of filiaal in Kosovo van een vennootschap uit de EU, mits:


66.

a) deze vertegenwoordigers zich niet bezig houden met rechtstreekse verkoop of dienstverlening en geen vergoeding ontvangen vanuit een bron binnen het grondgebied van het gastland, en



b) de vennootschap haar belangrijkste handelsactiviteit buiten de EU respectievelijk Kosovo heeft, en geen andere vertegenwoordigers, kantoren, filialen of dochterondernemingen in de betrokken lidstaat van de EU respectievelijk Kosovo heeft.


67.

ARTIKEL 56



Teneinde de toegang tot en de uitoefening van gereglementeerde activiteiten in het kader van vrije beroepen in Kosovo respectievelijk de EU voor onderdanen van de EU respectievelijk inwoners van Kosovo te vergemakkelijken, onderzoekt de stabilisatie- en associatieraad binnen een termijn van twee jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst welke maatregelen moeten worden getroffen met het oog op de onderlinge erkenning van diploma’s. De raad kan daartoe alle noodzakelijke maatregelen nemen.


68.

ARTIKEL 57



Zes jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst stelt de stabilisatie- en associatieraad de voorwaarden vast voor de uitbreiding van bovenstaande bepalingen tot onderdanen van de EU en inwoners van Kosovo met het oog op de tijdelijke toelating en het tijdelijke verblijf van een zelfstandige dienstverlener die gevestigd is op het grondgebied van een partij en die een bonafide contract voor de verlening van diensten aan een eindverbruiker in die andere partij heeft gesloten op grond waarvan zijn tijdelijk verblijf in die partij vereist is voor de uitvoering van het contract.


69.

ARTIKEL 58



1. De EU en Kosovo verbinden zich ertoe overeenkomstig lid 2 en lid 3 de nodige stappen te ondernemen om geleidelijk het verrichten van diensten mogelijk te maken door vennootschappen of onderdanen van de EU of inwoners van Kosovo die zijn gevestigd op het grondgebied van een andere partij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht.


2. Naarmate de in lid 1 genoemde liberalisering tot stand komt, staan de partijen de tijdelijke verplaatsing toe van natuurlijke personen die de dienst verlenen of als werknemer voor de dienstverlener een sleutelpositie bekleden als omschreven in artikel 55, met inbegrip van natuurlijke personen die vertegenwoordigers zijn van vennootschappen of onderdanen van de EU of inwoners van Kosovo en die tijdelijk toegang wensen te krijgen voor onderhandelingen over de verkoop van diensten of voor het aangaan van overeenkomsten over de verkoop van diensten namens de dienstverlener, voor zover deze vertegenwoordigers niet zelf betrokken zijn bij de directe verkoop aan consumenten of bij de eigenlijke dienstverlening.


3. Vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst neemt de stabilisatie- en associatieraad de nodige maatregelen om het bepaalde in lid 1 en lid 2 geleidelijk ten uitvoer te leggen. Hierbij wordt rekening gehouden met de vorderingen die Kosovo maakt bij de aanpassing van de EU-wetgeving.


70.

ARTIKEL 59



1. De partijen onthouden zich van maatregelen en acties die de voorwaarden voor het verrichten van diensten door vennootschappen of onderdanen van de EU of inwoners van Kosovo die gevestigd zijn op het grondgebied van een andere partij dan die van de persoon voor wie de diensten worden verricht aanmerkelijk restrictiever maken ten opzichte van de situatie op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze overeenkomst.


2. Indien een partij van mening is dat maatregelen die door de andere partij na de inwerkingtreding van deze overeenkomst zijn genomen, tot een situatie leiden die ten aanzien van het verrichten van diensten aanmerkelijk restrictiever is dan op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst, kan die partij de andere partij om overleg verzoeken.


71.

ARTIKEL 60



Ten aanzien van vervoersdiensten tussen de EU en Kosovo zijn de volgende bepalingen van toepassing:


1) Wat het vervoer door de lucht betreft, worden de voorwaarden voor de wederzijdse toegang tot elkaars markten vastgelegd in de multilaterale overeenkomst voor een Europese Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte.


2) Wat het vervoer over land betreft, worden de voorwaarden voor de wederzijdse toegang tot elkaars markten vastgelegd in het verdrag tot oprichting van de vervoersgemeenschap.


3) Kosovo past zijn wetgeving, met inbegrip van zijn administratieve, technische en andere voorschriften, geleidelijk aan aan de EU-wetgeving op het gebied van het vervoer door de lucht en over land zoals die op enig ogenblik van kracht is, voor zover dit dienstig is voor de liberalisering en wederzijdse toegang tot de markten van de partijen, en het verkeer van reizigers en goederen vergemakkelijkt.


4) Kosovo verbindt zich tot de naleving van alle internationale verdragen over verkeersveiligheid, met bijzondere aandacht voor het overeengekomen omvattende netwerk van het waarnemingscentrum voor vervoer in Zuidoost-Europa.


5) Dit hoofdstuk is niet van toepassing op zeevervoer.


72.

HOOFDSTUK III



TRANSITVERKEER


ARTIKEL 61


Definities


Voor de toepassing van deze overeenkomst gelden de volgende definities:


1) 'EU-transitverkeer': de doorvoer van goederen over het grondgebied van Kosovo, door een in de EU gevestigde transporteur, vanuit of naar een lidstaat;


2) 'Kosovo-transitverkeer': de doorvoer van goederen over het grondgebied van de EU, door een in Kosovo gevestigde transporteur, van Kosovo naar een derde land of van een derde land naar Kosovo.


73.

ARTIKEL 62



Algemene bepalingen


1. Dit hoofdstuk houdt op van toepassing te zijn zodra het Verdrag tot oprichting van een vervoersgemeenschap in werking treedt.


2. De partijen komen overeen met ingang van de datum waarop deze overeenkomst in werking treedt, het EU-transitverkeer onbeperkt toegang te verlenen tot Kosovo en het Kosovo-transitverkeer onbeperkt toegang te verlenen tot de EU.


3. Indien als gevolg van de krachtens lid 2 van dit artikel verleende rechten het EU-transitverkeer over de weg in zodanige mate toeneemt dat daardoor ernstige schade wordt toegebracht of dreigt te worden toegebracht aan de wegeninfrastructuur en/of de doorstroming van het verkeer op de verbindingen, en zich onder dezelfde omstandigheden problemen voordoen op het grondgebied van de EU in de nabijheid van de grenzen met Kosovo, wordt de kwestie voorgelegd aan de stabilisatie- en associatieraad overeenkomstig artikel 128 van deze overeenkomst. De partijen kunnen voorstellen doen voor uitzonderlijke tijdelijke, niet-discriminerende maatregelen die noodzakelijk zijn om deze schade te verminderen of te beperken.


4. De partijen onthouden zich van alle eenzijdige handelingen die tot discriminatie tussen transporteurs of voertuigen uit de EU en transporteurs of voertuigen uit Kosovo zouden kunnen leiden. Zij nemen alle dienstige maatregelen om het wegvervoer naar of in transit over het grondgebied van de andere partij te vergemakkelijken.


74.

ARTIKEL 63



Vereenvoudiging van formaliteiten


1. De partijen komen overeen het goederenvervoer per spoor en over de weg, zowel bilateraal als in transit, te vereenvoudigen.


2. De partijen komen overeen waar nodig verdere vereenvoudigingsmaatregelen aan te moedigen en hiertoe gezamenlijk actie te ondernemen.


75.

HOOFDSTUK IV



LOPENDE BETALINGEN
EN KAPITAALVERKEER


ARTIKEL 64


De partijen verbinden zich ertoe, overeenkomstig artikel VIII van de Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds, machtiging te verlenen tot alle betalingen en overboekingen in vrij convertibele valuta op de lopende rekening van de betalingsbalans tussen de EU en Kosovo.


76.

ARTIKEL 65



1. Met betrekking tot verrichtingen op de kapitaalrekening en de financiële rekening van de betalingsbalans waarborgen de partijen vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot directe investeringen in ondernemingen die volgens de toepasselijke wetgeving zijn opgericht, en investeringen in overeenstemming met hoofdstuk I van titel V, alsmede de liquidatie en repatriëring van die investeringen en van alle opbrengsten daarvan.


2. Met betrekking tot verrichtingen op de kapitaalrekening en de financiële rekening van de betalingsbalans waarborgen de partijen vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst het vrije verkeer van kapitaal met betrekking tot kredieten die verband houden met handelstransacties of het verrichten van diensten, inclusief financiële leningen en kredieten, waarbij een ingezetene van een der partijen betrokken is. Dit artikel bestrijkt niet portfolio-investeringen, te weten de verwerving van effecten op de kapitaalmarkt met het uitsluitende doel te beleggen, zonder invloed op het bestuur van en de zeggenschap over de onderneming te willen uitoefenen.


3. Kosovo kent vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst nationale behandeling toe aan onderdanen van de EU die onroerend goed verwerven op het grondgebied van Kosovo.


4. Onverminderd het bepaalde in lid 1 stellen de partijen geen nieuwe beperkingen in op het kapitaalverkeer en de lopende betalingen tussen ingezetenen van de EU en van Kosovo, en maken zij de bestaande regelingen niet restrictiever.


5. Onverminderd het bepaalde in dit artikel en in artikel 64 mogen de EU en Kosovo in uitzonderlijke gevallen, wanneer het kapitaalverkeer tussen de EU en Kosovo ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor de werking van het wisselkoersbeleid of het monetaire beleid in de EU of Kosovo, vrijwaringsmaatregelen nemen ten aanzien van het kapitaalverkeer tussen de EU en Kosovo voor een periode van ten hoogste zes maanden, indien dergelijke maatregelen absoluut noodzakelijk zijn.


6. De partijen plegen overleg teneinde het kapitaalverkeer tussen de EU en Kosovo te vergemakkelijken met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst.


77.

ARTIKEL 66



1. Gedurende het eerste jaar volgend op de inwerkingtreding van deze overeenkomst neemt Kosovo maatregelen met het oog op de totstandbrenging van de voorwaarden die nodig zijn voor de verdere geleidelijke invoering van de EU-regelgeving betreffende het vrije verkeer van kapitaal.


2. Aan het einde van het tweede jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst gaat de stabilisatie- en associatieraad na op welke wijze de EU-regelgeving betreffende het kapitaalverkeer in Kosovo volledig kan worden toegepast.


78.

HOOFDSTUK V



ALGEMENE BEPALINGEN


ARTIKEL 67


1. Deze titel is van toepassing onder voorbehoud van de beperkingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid.


2. Deze titel is niet van toepassing op werkzaamheden die, al dan niet incidenteel, verband houden met de uitoefening van het openbare gezag op het grondgebied van de partijen.


79.

ARTIKEL 68



1. Voor de toepassing van deze titel belet geen enkele bepaling van deze overeenkomst de partijen hun wetten en voorschriften betreffende toelating en verblijf, werkgelegenheid, arbeidsvoorwaarden, vestiging van natuurlijke personen en het verrichten van diensten toe te passen, met name wat betreft het toekennen, verlengen of weigeren van een verblijfsvergunning, mits zij deze niet toepassen op een manier die de voor een partij uit een specifieke bepaling van deze overeenkomst en de EU-wetgeving voortvloeiende voordelen teniet doet of beperkt. Deze bepaling laat de toepassing van artikel 67 onverlet.


2. Deze titel is noch van toepassing op maatregelen betreffende natuurlijke personen die toegang tot de arbeidsmarkt van een partij zoeken, noch op maatregelen inzake staatsburgerschap, verblijf of werk op permanente basis.


80.

ARTIKEL 69



Ondernemingen die worden gecontroleerd door en exclusief in gezamenlijke eigendom zijn van EU-ondernemingen of EU-burgers en ondernemingen of inwoners van Kosovo, vallen eveneens onder deze titel.


81.

ARTIKEL 70



1. De overeenkomstig de bepalingen van deze titel toegekende meestbegunstigingsbehandeling is niet van toepassing op de belastingvoordelen die de partijen toekennen of in de toekomst zullen toekennen in het kader van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing of andere fiscale regelingen.


2. Deze titel kan niet worden uitgelegd als een beletsel voor het vaststellen of doen naleven door de partijen van maatregelen ter voorkoming van belastingvlucht of -ontduiking overeenkomstig de belastingvoorschriften van overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belastingheffing en andere fiscale regelingen, of de nationale fiscale wetgeving.


3. Deze titel kan niet worden uitgelegd als een beletsel voor de partijen om bij de toepassing van de desbetreffende bepalingen van hun fiscaal recht een onderscheid te maken tussen belastingplichtigen die zich niet in identieke situaties bevinden, in het bijzonder met betrekking tot hun woonplaats.


82.

ARTIKEL 71



1. De partijen spannen zich waar mogelijk in om het opleggen van beperkende maatregelen te vermijden, waaronder maatregelen met betrekking tot de invoer om met de betalingsbalans verband houdende redenen. Indien dergelijke maatregelen worden genomen, verstrekt de partij die ze heeft genomen, de andere partij zo spoedig mogelijk een tijdschema voor de opheffing ervan.


2. Indien zich met betrekking tot de betalingsbalans van één of meer lidstaten of van Kosovo ernstige moeilijkheden voordoen of hiervoor direct gevaar bestaat, kunnen de EU en Kosovo in overeenstemming met de in de WTO-overeenkomst bepaalde voorwaarden beperkende maatregelen treffen, met inbegrip van maatregelen met betrekking tot de invoer, die van beperkte duur moeten zijn en niet verder mogen reiken dan wat strikt noodzakelijk is om de situatie van de betalingsbalans te corrigeren. De andere partij wordt daarvan onmiddellijk in kennis gesteld.


83.

ARTIKEL 72



De bepalingen van deze titel worden geleidelijk aangepast, met name in het licht van de eisen die in artikel V van de GATS worden gesteld.


84.

ARTIKEL 73



Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan toepassing door elke partij van alle maatregelen die nodig zijn om te voorkomen dat de door haar getroffen maatregelen ten aanzien van toegang van derde landen tot haar markt worden ontdoken via deze overeenkomst.


85.

TITEL VI



AANPASSING VAN DE WETGEVING VAN KOSOVO AAN DE EU-WETGEVING,

86.

RECHTSHANDHAVING EN MEDEDINGINGSREGELS



ARTIKEL 74


1. De partijen erkennen het belang van de aanpassing van de bestaande wetgeving van Kosovo aan die van de EU en van de doeltreffende toepassing daarvan. Kosovo streeft ernaar zijn huidige en toekomstige wetgeving geleidelijk in overeenstemming te brengen met de wetgeving van de EU. Kosovo ziet erop toe dat de bestaande en toekomstige wetgeving naar behoren ten uitvoer wordt gelegd en nageleefd.


2. Deze aanpassing begint op de datum van de ondertekening van deze overeenkomst en wordt in de loop van de in artikel 9 vastgestelde overgangsperiode geleidelijk uitgebreid tot alle in deze overeenkomst genoemde onderdelen van de EU-wetgeving.


3. In eerste instantie richt de aanpassing zich op fundamentele elementen van de EU-wetgeving, zoals interne markt, vrijheid, veiligheid, recht en handelsgerelateerde zaken. In een later stadium richt Kosovo zich op de resterende delen van de EU-wetgeving.


De aanpassing vindt plaats op basis van een programma dat de Europese Commissie en Kosovo in overleg bepalen.


4. Kosovo stelt tevens, in overeenstemming met de Europese Commissie, de voorwaarden vast voor het toezicht op de tenuitvoerlegging van de aanpassing van de wetgeving en de te treffen rechtshandhavingsmaatregelen, met inbegrip van de maatregelen van Kosovo voor de hervorming van zijn rechtsstelsel met het oog op de uitvoering van zijn algemene wettelijke kader.


87.

ARTIKEL 75



Bepalingen betreffende de mededinging en andere economische aspecten


1. Onverenigbaar met de goede werking van deze overeenkomst zijn, voor zover de handel tussen de EU en Kosovo daardoor ongunstig kan worden beïnvloed:


a) alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen die ertoe strekken of die ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;


b) het feit dat een of meer ondernemingen misbruik maken van een machtspositie op het grondgebied van de EU of van Kosovo, of op een wezenlijk deel daarvan;


c) alle steunmaatregelen van de staten die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde goederen vervalsen of dreigen te vervalsen.


2. Alle handelswijzen die met dit artikel in strijd zijn, worden beoordeeld aan de hand van de criteria die voortvloeien uit de toepassing van de mededingingsregels die van toepassing zijn in de EU, met name de artikelen 101, 102, 106 en 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de besluiten die ter interpretatie hiervan door de instellingen van de EU zijn vastgesteld.


3. De partijen zien erop toe dat een overheidsinstantie die onafhankelijk kan optreden, de nodige bevoegdheden krijgt voor de volledige toepassing van lid 1, onder a), en onder b), van dit artikel, ten aanzien van particuliere en overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan bijzondere rechten zijn verleend.


4. Kosovo ziet erop toe dat een overheidsinstantie die onafhankelijk kan optreden, de nodige bevoegdheden krijgt voor de volledige toepassing van lid 1, onder c), van dit artikel. Deze instantie beschikt onder meer over de bevoegdheid toestemming te verlenen voor steunregelingen van de overheid en voor individuele steunmaatregelen, overeenkomstig lid 2, alsmede de bevoegdheid terugbetaling van onwettig verleende overheidssteun te vorderen.


5. De EU en Kosovo dragen elk zorg voor transparantie ten aanzien van de overheidssteun, met name door de andere partij een jaarverslag of een gelijkwaardig rapport te doen toekomen, waarbij de methodologie en de presentatie worden gevolgd van het overzicht van de overheidssteun dat door de EU wordt opgesteld. Op verzoek van een van de partijen verstrekt de andere partij informatie over bepaalde afzonderlijke steunmaatregelen van de overheid.


6. Kosovo stelt een volledig overzicht op van de steunregelingen die zijn ingesteld, en past deze steunregelingen uiterlijk binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan volgens de in lid 2 bedoelde criteria.


7. a) De partijen komen voor de toepassing van het bepaalde in lid 1, onder c), overeen dat tijdens de eerste vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst alle door Kosovo toegekende overheidssteun wordt beoordeeld met inachtneming van het feit dat Kosovo wordt beschouwd als een regio overeenkomend met de in artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bedoelde regio's van de EU.


b) Binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst verstrekt Kosovo de Europese Commissie de bbp-cijfers per hoofd van de bevolking, geharmoniseerd op NUTS II-niveau. De in lid 4 bedoelde instantie en de Europese Commissie evalueren vervolgens gezamenlijk welke regio’s van Kosovo voor overheidssteun in aanmerking komen, alsmede hoeveel de maximale steun voor die regio’s mag bedragen, teneinde op basis van de desbetreffende EU-richtsnoeren het regionale steunoverzicht op te stellen.


8. Met betrekking tot de producten die zijn vermeld in hoofdstuk II van titel IV:


a) is lid 1, onder c), van dit artikel niet van toepassing;


b) worden alle praktijken die in strijd zijn met het bepaalde in lid 1, onder a), van dit artikel beoordeeld aan de hand van de criteria die door de EU zijn vastgesteld op grond van de artikelen 42 en 43 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en specifieke EU-instrumenten die op deze basis zijn vastgesteld.


9. Als een van de partijen van mening is dat een bepaalde praktijk onverenigbaar is met de bepalingen van lid 1, kan zij, na overleg in de stabilisatie- en associatieraad, of dertig werkdagen na het verzoek om dergelijk overleg, passende maatregelen nemen. Dit artikel vormt geen beletsel of hindernis voor het nemen van compenserende maatregelen door de EU of Kosovo overeenkomstig de desbetreffende artikelen van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen, en hun respectieve interne wetgeving op dit gebied.


88.

ARTIKEL 76



Overheidsondernemingen


Uiterlijk aan het einde van het derde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst past Kosovo op overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan bijzondere of uitsluitende rechten zijn toegekend, de beginselen van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie toe, en met name artikel 106.


De bijzondere rechten van overheidsondernemingen tijdens de overgangsperiode omvatten niet de mogelijkheid tot instelling van kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking op de invoer in Kosovo van goederen van oorsprong uit de EU.


89.

ARTIKEL 77



Algemene aspecten van intellectuele eigendom


1. Overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en bijlage VII bevestigen de partijen het belang dat zij hechten aan een adequate en efficiënte bescherming van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten.


2. Kosovo treft de nodige maatregelen om te garanderen dat uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst de bescherming van de intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten op een niveau is dat overeenkomt met het niveau in de EU, met inbegrip van effectieve middelen om deze rechten af te dwingen.


3. Kosovo verbindt zich tot naleving van de in bijlage VII bedoelde multilaterale overeenkomsten inzake intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten. De stabilisatie- en associatieraad kan besluiten Kosovo te verplichten specifieke multilaterale overeenkomsten op dit terrein na te leven.


90.

ARTIKEL 78



Handelsgerelateerde aspecten van intellectuele eigendom


1. Ten aanzien van de erkenning en bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom kennen de partijen vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan elkaars ondernemingen, EU-onderdanen en inwoners van Kosovo een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die welke zij op grond van bilaterale overeenkomsten aan derde landen toekennen.


2. Indien zich op het gebied van intellectuele, industriële en commerciële eigendom problemen voordoen die de handelsvoorwaarden ongunstig beïnvloeden, dan worden zij, op verzoek van een der partijen, onverwijld aan de stabilisatie- en associatieraad voorgelegd om tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen.


91.

ARTIKEL 79



Overheidsopdrachten


1. De EU en Kosovo beschouwen het openstellen van de aanbesteding van overheidsopdrachten op basis van non-discriminatie en wederkerigheid, volgens met name de WTO-regels, als een na te streven doel.


2. Ondernemingen uit Kosovo krijgen, ongeacht of zij in de EU zijn gevestigd, vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst, toegang tot aanbestedingsprocedures in de EU overeenkomstig de daarvoor in de EU geldende regelingen en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan de behandeling die aan ondernemingen uit de EU wordt verleend.


Zodra Kosovo de wetgeving heeft goedgekeurd waarbij de EU-regels op dit terrein worden ingevoerd, zijn bovenstaande bepalingen ook van toepassing op contracten in de nutssector. De EU onderzoekt op gezette tijden of Kosovo deze wetgeving inderdaad heeft ingevoerd.


3. Vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst krijgen EU-ondernemingen die in Kosovo zijn gevestigd uit hoofde van hoofdstuk I van titel V, toegang tot aanbestedingsprocedures in Kosovo en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan de behandeling die aan ondernemingen uit Kosovo wordt verleend.


4. Vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst krijgen EU-ondernemingen die niet in Kosovo zijn gevestigd uit hoofde van hoofdstuk I van titel V, toegang tot aanbestedingsprocedures in Kosovo en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan de behandeling die wordt verleend aan ondernemingen uit Kosovo en aan EU-ondernemingen die in Kosovo zijn gevestigd, met uitzondering van de prijspreferenties als beschreven in lid 5.


5. Vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst zet Kosovo eventuele bestaande voordelen voor ondernemingen uit Kosovo of voor EU-ondernemingen die in Kosovo zijn gevestigd, alsook voor aanbestedingen die zijn gegund volgens de criteria van de economisch meest voordelige inschrijving en de inschrijving met de laagste prijs, om in prijspreferenties, die binnen 5 jaar geleidelijk worden afgebouwd volgens onderstaand tijdsschema:


aan het einde van het tweede jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst mag de preferentie ten hoogste 15% bedragen;


aan het einde van het derde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst mag de preferentie ten hoogste 10% bedragen;


aan het einde van het vierde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst mag de preferentie ten hoogste 5% bedragen; en


aan het einde van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden de preferenties volledig afgeschaft.


6. Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst kan de stabilisatie- en associatieraad de preferenties als bedoeld in lid 5 herzien en besluiten tot een inkorting van de in lid 5 aangegeven tijdsspannen.


7. Binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst keurt Kosovo wetgeving goed om de procedurenormen waarin de EU-wetgeving voorziet, uit te voeren.


8. Kosovo brengt jaarlijks verslag uit aan de stabilisatie- en associatieraad over de maatregelen die zijn genomen om de transparantie te vergroten en ervoor te zorgen dat besluiten met betrekking tot overheidsopdrachten effectief juridisch worden getoetst.


9. Wat betreft vestiging, bedrijfsactiviteiten en de verlening van diensten tussen de EU en Kosovo zijn de artikelen 50 tot en met 66 van toepassing. Wat betreft werkgelegenheid en het verkeer van werknemers in verband met de uitvoering van overheidsopdrachten, is de EU-wetgeving betreffende onderdanen van derde landen van toepassing op de inwoners van Kosovo in de EU. Wat betreft EU-onderdanen in Kosovo, verleent Kosovo wederzijdse rechten aan werknemers die onderdaan zijn van een EU-lidstaat, vergelijkbaar met de rechten van inwoners van Kosovo in de EU, wat betreft werkgelegenheid en het verkeer van werknemers in verband met de uitvoering van overheidsopdrachten.


92.

ARTIKEL 80



Normalisatie, metrologie,

93.

accreditering en conformiteitsbeoordeling



1. Kosovo treft de nodige maatregelen om geleidelijk aan conformiteit te bereiken met de horizontale en sectorale EU-wetgeving inzake productveiligheid en om de kwaliteitsinfrastructuur voor onder meer normalisatie, metrologie, accreditering en conformiteitsbeoordelingsprocedures op Europees niveau te brengen.


2. In dit verband verbinden de partijen zich tot:


a) het bevorderen van het gebruik van technische regelgeving van de EU en Europese normen en conformiteitsbeoordelingsprocedures;


b) het verlenen van bijstand bij het bevorderen van de ontwikkeling van een kwaliteitsinfrastructuur: normalisatie, metrologie, accreditering en conformiteitsbeoordeling;


c) het bevorderen van de samenwerking van Kosovo met organisaties die verband houden met normalisatie, conformiteitsbeoordeling, metrologie, accreditering en vergelijkbare functies (bv. CEN, CENELEC, ETSI, EA, WELMEC, EURAMET) 7 , indien de objectieve omstandigheden dit toelaten;


d) indien mogelijk, het sluiten van een overeenkomst inzake conformiteitsbeoordeling en aanvaarding van industrieproducten zodra Kosovo zijn wetgeving en procedures voldoende heeft aangepast aan die van de EU en voldoende deskundigheid beschikbaar is.


94.

ARTIKEL 81



Consumentenbescherming


De partijen werken samen met het oog op de aanpassing van de wetgeving van Kosovo inzake consumentenbescherming aan de EU-wetgeving, ten einde het volgende te garanderen:


a) een beleid gericht op actieve bescherming van de consument overeenkomstig de wetgeving van de EU, waaronder betere voorlichting en het opzetten van onafhankelijke organisaties in Kosovo;


b) harmonisatie van de wetgeving inzake consumentenbescherming in Kosovo met die in de EU;


c) efficiënte wettelijke bescherming van de consument teneinde de kwaliteit van verbruiksgoederen te verbeteren en passende veiligheidsnormen in stand te houden;


d) toezicht op de naleving van de regels door bevoegde autoriteiten en toegang tot juridische procedures in geval van geschillen;


e) de uitwisseling van informatie over gevaarlijke producten.


95.

ARTIKEL 82



Arbeidsomstandigheden en gelijke kansen


Kosovo past zijn wetgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden geleidelijk aan aan die van de EU, met name op de gebieden gezondheid en veiligheid op het werk en gelijke kansen.


96.

TITEL VII



VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT


ARTIKEL 83


Institutionele versterking en de rechtsstaat


Bij de samenwerking op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht schenken de partijen bijzondere aandacht aan de consolidering van de rechtsstaat en institutionele versterking op alle niveaus, bij de overheid in het algemeen en bij politie en justitie in het bijzonder. De samenwerking richt zich met name op grotere onafhankelijkheid, onpartijdigheid en verantwoordingsplicht van het gerecht in Kosovo en een betere efficiëntie, door de ontwikkeling van adequate structuren voor politie, aanklagers en rechters en andere gerechtelijke en rechtshandhavingsinstanties, ten einde hen degelijk voor te bereiden voor samenwerking in civiele, handels- en strafzaken en hen in staat te stellen om op een doeltreffende manier georganiseerde misdaad, corruptie en terrorisme te voorkomen, te onderzoeken, te vervolgen en te vonnissen.


97.

ARTIKEL 84



Bescherming van persoonsgegevens


De partijen werken samen op het gebied van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens met als doel voor Kosovo een beschermingsniveau van persoonsgegevens te bereiken dat overeenstemt met de EU-wetgeving. Kosovo garandeert voldoende financiële en personele middelen voor een of meer onafhankelijke toezichthoudende organen om efficiënt te kunnen toezien op de naleving van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens en deze te garanderen.


98.

ARTIKEL 85



Visa, grensbeheer, asiel en migratie


De partijen werken samen op het gebied van visa, grenscontrole, asiel en migratie en zetten een kader op voor deze samenwerking, ook op regionaal niveau, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met en optimaal geprofiteerd wordt van bestaande initiatieven op dit vlak.


De samenwerking op de in lid 1 genoemde gebieden is gebaseerd op wederzijds overleg en nauwe coördinatie van de activiteiten van de partijen en kan tevens technische en administratieve bijstand omvatten bij:


a) uitwisseling van statistieken en informatie over wetgeving en praktijken;


b) opstellen van wetgeving;


c) verbetering van de efficiëntie van de instellingen;


d) opleiding van personeel;


e) beveiliging van reisdocumenten en de herkenning van valse documenten;


f) grenscontrolebeheer.


De samenwerking is vooral gericht op:


a) op asielgebied: de goedkeuring en tenuitvoerlegging van wetgeving door Kosovo die voldoet aan de normen van het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend te Genève op 28 juli 1951, en het Protocol betreffende de status van vluchtelingen, ondertekend te New York op 31 januari 1967, bij dat verdrag, teneinde te waarborgen dat het beginsel van non-refoulement en andere rechten van asielzoekers en vluchtelingen worden gerespecteerd;


b) op het gebied van legale migratie: toelatingsregels en de rechten en de status van de toegelaten personen. Wat betreft migratie, komen de partijen overeen niet-EU-onderdanen die legaal verblijven op het grondgebied van een lidstaat of in Kosovo billijk te behandelen en de mogelijkheid te onderzoeken om maatregelen te treffen voor stimulansen en steun voor acties in Kosovo voor een betere integratie van niet-EU-onderdanen die legaal in Kosovo verblijven.


99.

ARTIKEL 86



Legale migratie


De partijen werken samen met als doel Kosovo te steunen bij de aanpassing van zijn wetgeving aan de EU-wetgeving inzake legale migratie.


De partijen erkennen dat inwoners van Kosovo rechten hebben uit hoofde van de EU-wetgeving, met name op het gebied van arbeidsvoorwaarden, bezoldiging en ontslag, gezinshereniging, langdurig verblijf, studenten, onderzoekers en hooggekwalificeerde werknemers, seizoensarbeiders, binnen een onderneming overgeplaatste personen en pensioenen. De partijen erkennen eveneens dat dit de voorwaarden en modaliteiten die in elke lidstaat van toepassing zijn, onverlet laat.


Binnen een periode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst verleent Kosovo wederzijdse rechten aan EU-onderdanen, op de gebieden als genoemd in lid 2. De stabilisatie- en associatieraad onderzoekt de daartoe noodzakelijke maatregelen. De stabilisatie- en associatieraad kan zich buigen over elk ander onderwerp dat met de uitvoering van dit artikel verband houdt.


100.

ARTIKEL 87



Preventie en controle van illegale immigratie


De stabilisatie- en associatieraad stelt mogelijke gezamenlijke inspanningen van de partijen vast voor de preventie en controle van illegale immigratie, met inbegrip van mensenhandel en -smokkel, met tegelijk respect en bescherming van de grondrechten van migranten en steunverlening aan migranten in nood.


101.

ARTIKEL 88



Overname


Met het oog op samenwerking voor de preventie en controle van illegale migratie, garanderen de partijen, op verzoek en zonder verdere formaliteiten:


a) de overname van alle inwoners van Kosovo of van EU-onderdanen die illegaal verblijven op het grondgebied van de respectieve andere partij;


b) de overname van niet-EU-onderdanen en staatlozen die via Kosovo het grondgebied van een lidstaat of via het grondgebied van een lidstaat Kosovo zijn binnengekomen.


Kosovo verstrekt zijn inwoners passende identiteitsdocumenten en verleent hun toegang tot de administratieve faciliteiten die daartoe vereist zijn.


De partijen komen overeen de mogelijkheden te onderzoeken onderhandelingen te starten voor de sluiting van een overeenkomst inzake specifieke overnameprocedures voor personen als bedoeld in lid 1, onder a), en onder b).


Kosovo onderzoekt de mogelijkheden om overname-overeenkomsten te sluiten, indien de objectieve omstandigheden dit toelaten, met de landen die deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces en verbindt zich ertoe alle nodige maatregelen te nemen om een flexibele en snelle uitvoering van deze overeenkomsten te verzekeren. De EU onderzoekt de mogelijkheden om de respectieve landen in dit proces te ondersteunen, indien de objectieve omstandigheden dit toelaten.


102.

ARTIKEL 89



Witwassen van geld en financiering van terrorisme


De partijen werken samen om te voorkomen dat hun financiële systemen worden gebruikt voor het witwassen van de opbrengsten uit criminele activiteiten in het algemeen en drugsmisdrijven in het bijzonder, of voor de financiering van terrorisme.


De samenwerking op dit gebied omvat administratieve en technische bijstand aan Kosovo met het oog op de tenuitvoerlegging van regelgeving en het efficiënt functioneren van passende normen en mechanismen ter voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme die gelijkwaardig zijn aan die welke zijn aangenomen door de EU en andere internationale fora op dit gebied, in het bijzonder de Financial Action Task Force (FATF).


103.

ARTIKEL 90



Drugsbestrijding


De partijen werken samen met het oog op een evenwichtige en geïntegreerde aanpak van drugsvraagstukken. Beleid en maatregelen met betrekking tot drugsbestrijding zijn gericht op het versterken van de structuren van Kosovo om drugs en drugsprecursoren te bestrijden, waaronder het beperken van het aanbod aan, de handel in en de vraag naar drugs, waarbij de gevolgen voor de gezondheid en de maatschappelijke consequenties van drugsgebruik worden aangepakt en precursoren beter worden gecontroleerd.


De partijen komen overeen welke samenwerkingsmethoden nodig zijn om deze doelstellingen te bereiken. De activiteiten worden gebaseerd op gezamenlijk overeengekomen principes in overeenstemming met de EU-drugsstrategie (2013-2020) en eventuele vervolgdocumenten.


104.

ARTIKEL 91



Voorkoming en bestrijding van georganiseerde misdaad en andere illegale activiteiten


De partijen werken samen met het oog op een versterking van de structuren van Kosovo voor de bestrijding en voorkoming van criminele activiteiten, met name de georganiseerde misdaad, corruptie en andere vormen van ernstige misdaad met een grensoverschrijdende dimensie. Kosovo houdt zich aan de relevante internationale verdragen en instrumenten op dit gebied. Regionale samenwerking voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad wordt bevorderd.


Op het gebied van valsemunterij in Kosovo werkt Kosovo nauw samen met de EU om de namaak van bankbiljetten en munten te bestrijden, te verbieden en te bestraffen. Met betrekking tot preventie streeft Kosovo naar uitvoeringsmaatregelen die vergelijkbaar zijn met de relevante wetgeving van de EU en houdt het zich aan de relevante internationale verdragen en instrumenten op dit gebied. Kosovo komt in aanmerking voor EU-steun voor uitwisseling, bijstand en opleiding met betrekking tot het bestrijden van valsemunterij.


105.

ARTIKEL 92



Bestrijding van terrorisme


De partijen werken samen met het oog op een versterking van de structuren van Kosovo voor de bestrijding en voorkoming van terroristische activiteiten en de financiering daarvan, met name die met een grensoverschrijdende dimensie. De samenwerking in dit verband is conform de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, het internationale recht inzake vluchtelingen en het internationale humanitaire recht. Kosovo houdt zich aan de relevante internationale verdragen en instrumenten op dit gebied.


106.

TITEL VIII



SAMENWERKINGSBELEID


ARTIKEL 93


De EU en Kosovo werken nauw samen om de ontwikkeling en het groeipotentieel van Kosovo te bevorderen. Die samenwerking versterkt de bestaande economische banden op een zo breed mogelijke basis, ten voordele van beide partijen.


Het beleid en de andere maatregelen zijn gericht op de duurzame economische en sociale ontwikkeling van Kosovo. Daarbij wordt ervoor gezorgd dat de milieu-en klimaataspecten vanaf het begin volledig in het beleid worden geïntegreerd, en rekening wordt gehouden met een harmonieuze sociale ontwikkeling.


Het samenwerkingsbeleid wordt in een regionaal samenwerkingskader geïntegreerd. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan maatregelen die de samenwerking tussen Kosovo en zijn buurlanden bevorderen en aldus bijdragen tot de regionale stabiliteit. De stabilisatie- en associatieraad stelt de prioriteiten vast tussen en binnen de beleidsmaatregelen voor samenwerking als beschreven in deze titel.


107.

ARTIKEL 94



Economisch beleid en handelspolitiek


De EU en Kosovo vergemakkelijken het proces van economische hervormingen door middel van samenwerking die beoogt het inzicht in de basiselementen van hun respectieve economieën en het formuleren en uitvoeren van economisch beleid in een markteconomie te verbeteren.


De EU en Kosovo werken daartoe samen op de volgende terreinen:


a) uitwisseling van informatie over macro-economische prestaties en vooruitzichten en over ontwikkelingsstrategieën;


b) gezamenlijke analyse van economische kwesties van gezamenlijk belang, met inbegrip van steun aan het economische beleid en de tenuitvoerlegging daarvan; en


c) bevordering van bredere samenwerking om de instroom van kennis en de toegang tot nieuwe technologieën te versnellen.


Kosovo streeft ernaar een goed functionerende markteconomie tot stand te brengen en zijn beleid geleidelijk aan te passen aan het op stabiliteit gerichte beleid in het kader van de Economische en Monetaire Unie. Op verzoek van de autoriteiten van Kosovo kan de EU bijstand verlenen ter ondersteuning van de inspanningen van Kosovo in dit verband.


De samenwerking is tevens gericht op de versterking van de rechtsstaat op zakelijk gebied door middel van een stabiel en niet-discriminerend wetgevingskader voor de handel.


Samenwerking op dit gebied omvat ook de uitwisseling van informatie over de beginselen en de werking van de Economische en Monetaire Unie.


108.

ARTIKEL 95



Samenwerking op het gebied van statistiek


De samenwerking tussen de partijen is in eerste instantie gericht op prioritaire gebieden die verband houden met de EU-wetgeving op het gebied van de statistiek. De statistische samenwerking is met name gericht op de ontwikkeling van een efficiënt en duurzaam statistisch stelsel in Kosovo dat in staat is de betrouwbare, objectieve en nauwkeurige gegevens, vergelijkbaar met de Europese statistieken, te leveren die nodig zijn om het overgangs- en hervormingsproces in Kosovo te plannen en te controleren. De statistische samenwerking heeft tot doel het bureau voor de statistiek van Kosovo in staat te stellen beter te voldoen aan de behoeften van de afnemers (overheid en particuliere sector). Het statistische systeem houdt verplicht rekening met de beginselen van de Praktijkcode Europese statistieken, de fundamentele beginselen van statistiek van de VN en de bepalingen van de Europese statistiekwetgeving en ontwikkelt zich in de richting van de toepassing van EU-wetgeving op het gebied van statistiek. De partijen werken met name samen om de vertrouwelijkheid van persoonsgegevens te waarborgen, de verzameling van gegevens en doorgifte daarvan aan het Europese statistische systeem geleidelijk te intensiveren en informatie uit te wisselen inzake methoden, kennisoverdracht en opleiding.


109.

ARTIKEL 96



Bank- en verzekeringswezen en andere financiële diensten


De samenwerking tussen de EU en Kosovo is gericht op prioritaire gebieden die verband houden met de EU-wetgeving voor het bank- en verzekeringswezen en financiële diensten. De partijen werken samen om een passend kader tot stand te brengen en verder te ontwikkelen voor het stimuleren van het bank- en verzekeringswezen en de sector financiële diensten in Kosovo, op basis van eerlijke concurrentie en de waarborging van gelijke marktvoorwaarden.


110.

ARTIKEL 97



Interne controle van de overheidsfinanciën en externe audit


De samenwerking tussen de partijen is gericht op prioritaire gebieden die verband houden met de EU-wetgeving op het gebied van interne controle van de overheidsfinanciën. De partijen werken met name samen met het oog op een verdere tenuitvoerlegging van doeltreffende interne controle en functioneel onafhankelijke interne auditsystemen in de openbare sector in Kosovo, overeenkomstig internationaal aanvaarde kaders en goede praktijken van de EU.


Om de uit bovenstaande eisen voortvloeiende taken met betrekking tot coördinatie en harmonisatie te kunnen uitvoeren, richt de samenwerking zich ook op de oprichting en versterking van centrale harmonisatie-eenheden voor financieel beheer, financiële controle en interne audit.


Op het gebied van externe audit werken de partijen met name samen om in Kosovo de onafhankelijke externe auditcontrole verder te ontwikkelen overeenkomstig internationaal aanvaarde normen en goede EU-praktijken. De samenwerking richt zich ook op de opbouw van capaciteit voor het bureau van de hoogste auditinstantie.


111.

ARTIKEL 98



Stimulering en bescherming van investeringen


De samenwerking tussen de partijen op het gebied van de bevordering en bescherming van investeringen is erop gericht buitenlandse directe investeringen te beschermen en een gunstig klimaat te creëren voor binnenlandse en buitenlandse particuliere investeringen, die essentieel zijn voor de economische en industriële revitalisering van Kosovo. Kosovo legt zich met name toe op de verbetering van het juridische kader om investeringen te stimuleren en te beschermen.


112.

ARTIKEL 99



Industriële samenwerking


De samenwerking richt zich op stimulering van de modernisering en herstructurering van de industrie en van individuele sectoren in Kosovo. Ook zorgt de samenwerking voor de noodzakelijke voorwaarden om het concurrentievermogen van de industrie in Kosovo zodanig te verbeteren dat het niet ten koste gaat van de milieubescherming.


Daarbij wordt rekening gehouden met de regionale aspecten van industriële ontwikkeling en worden, zo nodig, grensoverschrijdende partnerschappen gestimuleerd. De initiatieven kunnen in het bijzonder worden gericht op het creëren van een passend kader voor het bedrijfsleven, beter management en betere expertise, stimulering van markten, transparantie van de markt en het ondernemingsklimaat. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan het opzetten van efficiënte exportpromotieactiviteiten in Kosovo.


In het kader van de samenwerking wordt ook op passende wijze rekening gehouden met de EU-wetgeving op het gebied van industriebeleid.


113.

ARTIKEL 100



Kleine en middelgrote ondernemingen


De samenwerking tussen de partijen is gericht op de ontwikkeling en versterking van kleine en middelgrote ondernemingen in de particuliere sector, de bevordering van een klimaat dat gunstig is voor initiatief en de ontwikkeling van ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, en de aanmoediging van een klimaat dat gunstig is voor de samenwerking tussen ondernemingen. De samenwerking geschiedt conform het Europees handvest voor kleine ondernemingen en houdt rekening met de prioritaire gebieden die verband houden met de EU-wetgeving op het gebied van kleine en middelgrote ondernemingen.


114.

ARTIKEL 101



Toerisme


De samenwerking tussen de partijen op het gebied van toerisme heeft tot doel te zorgen voor:


a) een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van toerisme en verwante zaken;


b) een grotere informatiestroom inzake toerisme (via internationale netwerken, gegevensbanken, enz.);


c) de ontwikkeling van infrastructuur die investeringen in de toeristische sector kan genereren.


De samenwerking heeft ook tot doel de mogelijkheden na te gaan voor gemeenschappelijke activiteiten, de versterking van de samenwerking tussen de toeristische sector, deskundigen, instellingen en bevoegde instanties op het gebied van toerisme, alsook kennisoverdracht (door middel van opleiding, uitwisselingen, seminars). In het kader van de samenwerking wordt op passende wijze rekening gehouden met de EU-wetgeving op het gebied van toerisme.


De samenwerking kan in een regionaal samenwerkingskader worden geïntegreerd.


115.

ARTIKEL 102



De landbouw en de agro-industriële sector


Op alle prioritaire gebieden die verband houden met de EU-wetgeving op landbouwgebied wordt samenwerking tussen de partijen ontwikkeld, alsmede inzake kwaliteitsschema's voor landbouwproducten en levensmiddelen, voedselveiligheid, en op veterinair en fytosanitair gebied. De samenwerking is met name gericht op de modernisering en herstructurering van de landbouw en de agro-industriële sector, zodat wordt voldaan aan de gezondheidsvoorschriften van de EU, de verbetering van het waterbeheer en de plattelandsontwikkeling, alsmede de ontwikkeling van daarmee verband houdende aspecten van de bosbouwsector in Kosovo, en op de ondersteuning van de geleidelijke aanpassing van de wetgeving en praktijk van Kosovo aan de wetgeving van de EU.


116.

ARTIKEL 103



Visserij


De partijen onderzoeken de mogelijkheid om in de aquacultuur- en visserijsector gebieden van wederzijds belang aan te wijzen. Bij de samenwerking wordt terdege rekening gehouden met de prioritaire gebieden die verband houden met de EU-wetgeving op dit terrein en met de beginselen van het beheer en de instandhouding van de visbestanden op basis van de regels die door de relevante internationale en regionale visserij-organisaties zijn opgesteld.


117.

ARTIKEL 104



Douane


De samenwerking tussen de partijen op dit gebied is erop gericht de naleving te waarborgen van de op handelsgebied in te voeren bepalingen en het douanesysteem van Kosovo aan te passen aan dat van de EU, teneinde zo de weg vrij te maken voor de in het kader van deze overeenkomst geplande liberaliseringsmaatregelen en de geleidelijke aanpassing van de douanewetgeving van Kosovo aan de EU-wetgeving.


In het kader van de samenwerking wordt op passende wijze rekening gehouden met de EU-wetgeving op douanegebied.


In protocol IV worden de regels vastgesteld inzake wederzijdse administratieve bijstand tussen partijen op het gebied van douane.


118.

ARTIKEL 105



Belastingen


De EU werkt samen met Kosovo met het oog op steun bij de ontwikkeling op belastinggebied, met inbegrip van maatregelen die gericht zijn op de verdere hervorming van het belastingstelsel in Kosovo en de herstructurering van de belastingdienst, teneinde de efficiëntie van de belastinginning te verbeteren en belastingfraude te bestrijden.


In het kader van de samenwerking wordt op passende wijze rekening gehouden met de prioritaire gebieden met betrekking tot de EU-wetgeving op fiscaal gebied en de bestrijding van schadelijke belastingconcurrentie. Bij de voorbereiding van de wetgeving inzake de bestrijding van schadelijke belastingconcurrentie houdt Kosovo terdege rekening met de beginselen van de gedragscode inzake de belastingregeling voor ondernemingen, die de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, op 1 december 1997 hebben goedgekeurd 8 .


De samenwerking heeft tot doel de beginselen van goed bestuur in belastingzaken, de transparantie, de uitwisseling van informatie en eerlijke concurrentie op belastinggebied in Kosovo te bevorderen, teneinde de handhaving van maatregelen ter voorkoming van belastingfraude, belastingontduiking of belastingvlucht te vergemakkelijken.


119.

ARTIKEL 106



Samenwerking op sociaal gebied


De samenwerking tussen de partijen is gericht op de vergemakkelijking van de hervorming van het werkgelegenheidsbeleid in Kosovo in het kader van versterkte economische hervorming en integratie, en met het oog op steun aan inclusieve groei. De samenwerking beoogt ook de sociale dialoog te bevorderen alsook de geleidelijke aanpassing van de wetgeving van Kosovo inzake arbeid, gezondheid, veiligheid op het werk en gelijke kansen voor mannen en vrouwen, personen met een handicap en personen die behoren tot minderheden en andere kwetsbare groepen, aan de EU-wetgeving, waarbij het in de EU bestaande beschermingsniveau als maatstaf wordt genomen. Dit kan onder meer de aanpassing impliceren van Kosovo aan de EU-wetgeving op het gebied van arbeidswetgeving en de arbeidsvoorwaarden voor vrouwen. De samenwerking bevordert tevens de goedkeuring van een omvattend beleid van sociale inclusie en anti-discriminatie in Kosovo. Voorts omvat de samenwerking het opzetten van een stelsel voor sociale zekerheid in Kosovo ter ondersteuning van de werkgelegenheid en inclusieve groei.


De partijen werken samen voor de aanpassing van de wetgeving van Kosovo aan de EU-wetgeving en met het oog op een verbetering van de volksgezondheid en de bestrijding van ziekten, de ontwikkeling van een onafhankelijke en doeltreffende bestuursstructuur en handhavingsbevoegdheden ter verzekering van essentiële gezondheids- en veiligheidsvereisten, patiëntenrechten, de bescherming van de burger tegen bedreigingen van de gezondheid en ziekten, en ter bevordering van een gezonde levensstijl.


Kosovo houdt zich aan internationale verdragen en andere instrumenten op dit gebied. In het kader van de samenwerking wordt rekening gehouden met de prioritaire terreinen in verband met de EU-wetgeving op dit gebied.


120.

ARTIKEL 107



Onderwijs en opleiding


De partijen werken samen met het oog op een hoger niveau van het algemene onderwijs, beroepsonderwijs en opleiding, alsook van jeugdbeleid en jeugdwerk in Kosovo, als een middel voor de ontwikkeling van vaardigheden, arbeidsgeschiktheid, sociale inclusie en de economische ontwikkeling in Kosovo. De systemen voor hoger onderwijs verzekeren in de eerste plaats passende kwaliteitsnormen voor hun instellingen en programma's overeenkomstig het proces van Bologna en de Bologna-verklaring.


De partijen streven er ook naar dat iedereen in Kosovo gelijke toegang heeft tot alle onderwijs- en opleidingsniveaus, zonder onderscheid naar geslacht, huidskleur, etnische afkomst, geloof of religie, handicap, leeftijd of seksuele oriëntatie. Ook wordt rekening gehouden met de behoeften van gehandicapte studenten in Kosovo.


De samenwerking heeft ook tot doel capaciteit te ontwikkelen voor onderzoek en innovatie, met name via gezamenlijke projecten inzake onderzoek en innovatie met alle belanghebbenden en de overdracht van expertise.


De relevante EU-programma’s en -instrumenten dragen bij tot de verbetering van de onderwijs-, opleidings-, onderzoeks- en innovatiestructuren en -activiteiten in Kosovo.


In het kader van de samenwerking wordt rekening gehouden met de prioritaire terreinen in verband met de EU-wetgeving op dit gebied.


121.

ARTIKEL 108



Culturele samenwerking


De partijen verbinden zich ertoe de samenwerking op cultureel gebied te bevorderen. Deze samenwerking heeft tot doel de capaciteit voor cultureel beleid in Kosovo te versterken, de capaciteit van culturele actoren te vergroten en wederzijds begrip tussen personen, minderheden en volkeren te bevorderen. De samenwerking biedt ook steun voor institutionele hervormingen ter bevordering van de culturele diversiteit in Kosovo, onder meer op basis van de beginselen als neergelegd in het Verdrag van de Unesco betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen, goedgekeurd in Parijs op 20 oktober 2005.


122.

ARTIKEL 109



Samenwerking op audiovisueel gebied


De partijen werken samen ter bevordering van de audiovisuele industrie in Europa en stimuleren coproducties voor film en televisie.


De samenwerking kan programma’s en faciliteiten omvatten voor de opleiding van journalisten en andere mensen die werkzaam zijn in de audiovisuele media, alsmede technische bijstand voor publieke en particuliere media in Kosovo, zodat hun onafhankelijkheid, hun professionele vaardigheden en hun contacten met Europese media worden versterkt.


Kosovo stemt zijn beleid inzake de regulering van de inhoudelijke aspecten van grensoverschrijdende televisie af op dat van de EU en past zijn wetgeving aan de EU-wetgeving aan. Kosovo besteedt daarbij bijzondere aandacht aan vraagstukken in verband met de verwerving van intellectuele-eigendomsrechten voor programma's en uitzendingen en ter verzekering en versterking van de onafhankelijkheid van de relevante regelgevende autoriteiten.


123.

ARTIKEL 110



Informatiemaatschappij


Op alle gebieden die verband houden met de EU-wetgeving op het gebied van de informatiemaatschappij wordt samenwerking ontwikkeld. Er wordt voornamelijk steun verleend voor de geleidelijke aanpassing van beleid en wetgeving van Kosovo in deze sector aan beleid en wetgeving van de EU.


De partijen werken tevens samen met het oog op de verdere ontwikkeling van de informatiemaatschappij in Kosovo. Algemene doelstellingen zijn de voorbereiding van de maatschappij als geheel op het digitale tijdperk, alsook het vaststellen van maatregelen voor de interoperabiliteit van netwerken en diensten.


124.

ARTIKEL 111



Netwerken en diensten voor elektronische communicatie


De samenwerking is in eerste instantie gericht op prioritaire gebieden die verband houden met de EU-wetgeving op dit gebied.


De partijen versterken met name de samenwerking op het gebied van elektronische-communicatienetwerken en -diensten, waarbij het uiteindelijke doel is dat Kosovo de EU-wetgeving op deze gebieden binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze overeenkomst overneemt, en daarbij bijzondere aandacht besteed aan de verzekering en versterking van de onafhankelijkheid van de relevante regelgevende autoriteiten.


125.

ARTIKEL 112



Informatie en communicatie


De partijen nemen de nodige maatregelen om de onderlinge uitwisseling van informatie te stimuleren. Prioriteit wordt verleend aan programma’s die basisinformatie over de EU verstrekken aan het algemene publiek en meer gespecialiseerde informatie aan professionele doelgroepen in Kosovo.


126.

ARTIKEL 113



Vervoer


De samenwerking tussen de partijen is gericht op prioritaire gebieden die verband houden met de EU-wetgeving op het gebied van vervoer.


De samenwerking kan met name gericht zijn op de herstructurering en modernisering van het vervoerssysteem in Kosovo en de verbetering van verwante structuren (met inbegrip van regionale verbindingen zoals vastgesteld door het waarnemingscentrum voor vervoer in Zuidoost-Europa), de verbetering van het vrije verkeer van personen en goederen, het bereiken van normen die compatibel en vergelijkbaar zijn met de EU-normen en de aanpassing van de vervoerswetgeving aan die van de EU, als de objectieve omstandigheden dit toelaten.


De samenwerking beoogt bij te dragen aan een grotere wederzijdse toegang tot de vervoersmarkt en tot de vervoersfaciliteiten van de EU en Kosovo, als bepaald in deze overeenkomst, door de ontwikkeling van een vervoerssysteem in Kosovo dat compatibel, interoperabel en aangepast is ten aanzien van het EU-systeem, en door een betere milieubescherming op het gebied van vervoer.


127.

ARTIKEL 114



Energie


Overeenkomstig de relevante EU-wetgeving ontwikkelen en versterken de partijen hun samenwerking op het gebied van energie volgens de beginselen van de markteconomie en het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap, dat op 25 oktober 2005 in Athene is ondertekend 9 . De samenwerking wordt ontwikkeld met het oog op de geleidelijke integratie van Kosovo in de Europese energiemarkt.


De samenwerking kan meer bepaald steun aan Kosovo omvatten op de volgende gebieden:


a) de verbetering en diversificatie van de energievoorziening en de verbetering van de toegang tot de energiemarkt, overeenkomstig de EU-wetgeving inzake de continuïteit van de energievoorziening en de regionale energiestrategie van de Energiegemeenschap, en met naleving van de EU-normen inzake doorvoer, transmissie en distributie, en herstel van koppelingen van regionaal belang met de elektriciteitsnetten van de buurlanden;


b) steun aan Kosovo voor de tenuitvoerlegging van de EU-wetgeving inzake energie-efficiëntie, duurzame energiebronnen en de milieu-effecten van de energiesector, d.w.z. bevordering van energiebesparingen, energie-efficiëntie, duurzame energiebronnen, bestudering van en vermindering van de milieu-effecten van energieproductie en -verbruik;


c) formulering van de kadervoorwaarden voor de herstructurering van energiebedrijven en samenwerking tussen bedrijven in deze sector, overeenkomstig de regels van de interne energiemarkt van de EU inzake ontbundeling.


128.

ARTIKEL 115



Milieu


De partijen ontwikkelen en versterken hun samenwerking op milieugebied, vooral om de achteruitgang van het milieu een halt toe te roepen en te beginnen met het milieu te verbeteren met het oog op duurzame ontwikkeling in Kosovo. De partijen werken samen op het gebied van lucht- en waterkwaliteit (met inbegrip van radioactieve stoffen in water dat bestemd is voor menselijke consumptie), elementaire veiligheidsnormen voor de bescherming tegen gevaren van ioniserende stralen, alle typen van afvalbeheer (met inbegrip van verantwoordelijk en veilig beheer van radioactief afval) en natuurbescherming, toezicht op en reductie van industriële emissie, verzekering van de veiligheid op industrieterreinen, en classificatie en veilige behandeling van chemische stoffen in Kosovo.


De partijen werken met name samen met het oog op de versterking van de bestuurlijke structuren en procedures van Kosovo om strategische planning van milieuvraagstukken en coördinatie tussen de relevante actoren te waarborgen, waarbij de nadruk ligt op de aanpassing van de wetgeving van Kosovo aan die van de EU, en waar passend, die van Euratom. De samenwerking kan ook worden toegespitst op de ontwikkeling door Kosovo van strategieën om plaatselijke, regionale en grensoverschrijdende lucht- en waterverontreiniging aanzienlijk te verminderen, de totstandbrenging van een kader voor efficiënte, schone en duurzame energieproductie en dito gebruik en de uitvoering van milieu-effectrapportages en strategische milieu-effectbeoordelingen.


129.

ARTIKEL 116



Klimaatverandering


De partijen werken samen met het oog op steunverlening aan het klimaatbeleid van Kosovo en de integratie van klimaataspecten in het energie-, vervoers-, industrie-, landbouw-, onderwijs- en ander relevant beleid. Deze samenwerking biedt ook steun aan de geleidelijke aanpassing van de wetgeving van Kosovo aan de EU-wetgeving inzake klimaatverandering, meer bepaald wat betreft doeltreffend toezicht, rapportage en de verificatie van broeikasgasemissies. Deze samenwerking biedt voorts steun aan Kosovo voor het opzetten van adequate bestuurlijke capaciteit en coördinatieprocedures tussen alle relevante actoren voor de goedkeuring en tenuitvoerlegging van een koolstofarm en klimaatbestendig groeibeleid. De partijen werken samen met als doel steun te verlenen aan de betrokkenheid van Kosovo bij wereldwijde en regionale inspanningen om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten en zich eraan aan te passen, als de objectieve omstandigheden dit toelaten.


130.

ARTIKEL 117



Civiele bescherming


De partijen ontwikkelen en versterken hun samenwerking voor een betere preventie van, paraatheid bij en respons op door de natuur en door de mens veroorzaakte rampen. Meer bepaald streeft de samenwerking naar een vergroting van de capaciteit voor civiele bescherming van Kosovo en de geleidelijke aanpassing van Kosovo aan de EU-wetgeving inzake rampenbeheer.


De samenwerking kan op de volgende prioriteiten worden toegespitst:


a) vroegtijdige melding van en waarschuwing bij rampen; opname van Kosovo in de Europese systemen voor vroegtijdige waarschuwing en toezicht;


b) het opzetten van doeltreffende communicatie op 24-uurbasis tussen de nooddiensten van Kosovo en die van de Europese Commissie;


c) zorgen voor samenwerking bij grote rampen, met inbegrip van de facilitering van de verstrekking en de ontvangst van hulp en gastheerondersteuning;


d) verbeteren van de kennisbasis over rampen en gevaren, en de ontwikkeling van een risico-evaluatie voor rampen en plannen voor rampenbeheer in heel Kosovo;


e) tenuitvoerleggen van optimale werkwijzen en richtsnoeren op het gebied van rampenpreventie, -paraatheid en -respons.


131.

ARTIKEL 118



Onderzoek en technologische ontwikkeling


De partijen bevorderen de samenwerking op het gebied van civiel wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling (OTO), met wederzijds voordeel als uitgangspunt en rekening houdend met de beschikbaarheid van hulpmiddelen en adequate toegang tot elkaars programma’s, waarbij erop wordt toegezien dat intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten goed worden beschermd.


In het kader van de samenwerking wordt rekening gehouden met de prioritaire terreinen in verband met de EU-wetgeving op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.


132.

ARTIKEL 119



Regionale en plaatselijke ontwikkeling


De partijen inventariseren hoe de regionale en plaatselijke ontwikkelingssamenwerking kan worden versterkt, teneinde bij te dragen tot de economische ontwikkeling en de vermindering van regionale verschillen. Specifieke aandacht wordt geschonken aan grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking.


In het kader van de samenwerking wordt rekening gehouden met de prioritaire terreinen in verband met de EU-wetgeving op het gebied van regionale ontwikkeling.


133.

ARTIKEL 120



Openbaar bestuur


De samenwerking en de dialoog beogen de verdere ontwikkeling te verzekeren van een professioneel, doeltreffend en verantwoordelijk openbaar bestuur in Kosovo, voortbouwend op de tot dusver op dit gebied gedane hervormingsinspanningen, ook in verband met het decentralisatieproces en de oprichting van nieuwe gemeenten. De samenwerking heeft met name tot doel de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de rechtsstaat, het degelijke functioneren van de instellingen ten bate van de bevolking van Kosovo in zijn geheel, en de vlotte ontwikkeling van de betrekkingen tussen de EU en Kosovo.


De samenwerking op dit gebied is voornamelijk gericht op institutionele opbouw, waaronder de ontwikkeling en uitvoering van op merites gebaseerde, transparante en eerlijke aanwervingsprocedures op zowel centraal als lokaal niveau, personeelsbeheer en loopbaanontwikkeling voor ambtenaren, permanente educatie en de bevordering van ethisch openbaar bestuur. De samenwerking omvat ook de verbetering van de doeltreffendheid en de capaciteit van onafhankelijke organen die onontbeerlijk zijn voor goed openbaar bestuur en voor een doeltreffend systeem van controlemechanismen.


134.

TITEL IX



FINANCIËLE SAMENWERKING


ARTIKEL 121


Met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst en in overeenstemming met de artikelen 7, 122, 123 en 125 komt Kosovo in aanmerking voor financiële steun van de EU in de vorm van subsidies en leningen, waaronder leningen van de Europese Investeringsbank. De financiële steun van de EU wordt afhankelijk gesteld van verdere vooruitgang met de naleving van de politieke criteria van Kopenhagen. Er wordt ook rekening gehouden met de naleving door Kosovo van de verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst alsook met de jaarlijkse voortgangsverslagen over Kosovo. De financiële steun van de EU wordt eveneens afhankelijk gesteld van de voorwaarden van het stabilisatie- en associatieproces, meer bepaald wat betreft de verbintenis van de begunstigde om democratische, economische en institutionele hervormingen door te voeren. De financiële steun aan Kosovo wordt afgestemd op de geconstateerde behoeften, de overeengekomen prioriteiten, het vermogen tot opneming en terugbetaling en de maatregelen die worden getroffen om de economie te hervormen en te herstructureren.


135.

ARTIKEL 122



De financiële bijstand in de vorm van subsidies wordt verleend overeenkomstig de relevante verordening van het Europees Parlement en de Raad, binnen een door de EU na overleg met Kosovo vast te stellen indicatief meerjarenkader en op basis van jaarlijkse of meerjaarlijkse programma’s.


136.

ARTIKEL 123



De financiële bijstand kan alle relevante sectoren van de samenwerking bestrijken, met bijzondere aandacht voor vrijheid, veiligheid en recht, de aanpassing van de wetgeving aan de EU-wetgeving, sociale en economische ontwikkeling, goed bestuur, de hervorming van het openbare bestuur, energie en landbouw.


137.

ARTIKEL 124



In het geval van bijzondere noodzaak kan de EU op verzoek van Kosovo, in overleg met de internationale financiële instellingen, onderzoeken of bij wijze van uitzondering macrofinanciële bijstand kan worden verleend, op bepaalde voorwaarden en met inachtneming van de beschikbaarheid van alle financiële middelen. Deze bijstand wordt dan vrijgegeven op bepaalde voorwaarden, die in het kader van een door Kosovo en het Internationaal Monetair Fonds overeen te komen programma worden vastgesteld.


138.

ARTIKEL 125



Met het oog op optimale benutting van de beschikbare middelen zien de partijen erop toe dat de financiële steun van de EU wordt verstrekt in nauwe coördinatie met andere financieringsbronnen, zoals lidstaten, niet-EU-landen en internationale financiële instellingen.


Hiertoe verstrekt Kosovo regelmatig informatie over alle bronnen van steun.


139.

TITEL X



INSTITUTIONELE, ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN


ARTIKEL 126


Er wordt een stabilisatie- en associatieraad opgericht, die toezicht houdt op de toepassing en de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst. De stabilisatie- en associatieraad komt op passend niveau bijeen met regelmatige tussenpozen en in een buitengewone zitting wanneer de omstandigheden dat vereisen. Hij behandelt alle belangrijke vraagstukken die zich in het kader van deze overeenkomst voordoen, en alle andere vraagstukken van gemeenschappelijk belang.


140.

ARTIKEL 127



1. De stabilisatie- en associatieraad bestaat uit vertegenwoordigers van de EU aan de ene kant en van Kosovo aan de andere kant.


2. De stabilisatie- en associatieraad stelt zijn reglement van orde vast.


3. De leden van de stabilisatie- en associatieraad kunnen zich laten vertegenwoordigen overeenkomstig de daartoe in het reglement van orde vast te leggen voorwaarden.


4. De stabilisatie- en associatieraad wordt beurtelings voorgezeten door een vertegenwoordiger van de EU en een vertegenwoordiger van Kosovo, overeenkomstig de in het reglement van orde vast te leggen bepalingen.


5. De Europese Investeringsbank neemt, voor aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen, als waarnemer deel aan de werkzaamheden van de stabilisatie- en associatieraad.


141.

ARTIKEL 128



Om de doelstellingen van deze overeenkomst te bereiken, heeft de stabilisatie- en associatieraad de bevoegdheid besluiten te nemen binnen de toepassingssfeer van deze overeenkomst voor de in de overeenkomst vermelde gevallen. Deze besluiten zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan. De stabilisatie- en associatieraad kan ook passende aanbevelingen doen. De besluiten en aanbevelingen van de stabilisatie- en associatieraad worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.


142.

ARTIKEL 129



1. De stabilisatie- en associatieraad wordt bij de uitvoering van zijn taken bijgestaan door een stabilisatie- en associatiecomité, dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de EU aan de ene kant en van Kosovo aan de andere kant.


2. In zijn reglement van orde bepaalt de stabilisatie- en associatieraad de taken van het stabilisatie- en associatiecomité, waaronder met name de voorbereiding van de vergaderingen van de stabilisatie- en associatieraad, en stelt hij de werkwijze van dit comité vast.


3. De stabilisatie- en associatieraad kan bevoegdheden aan het stabilisatie- en associatiecomité delegeren. In dat geval neemt het stabilisatie- en associatiecomité zijn besluiten volgens de voorwaarden van artikel 128.


143.

ARTIKEL 130



Het stabilisatie- en associatiecomité kan subcomités en speciale groepen oprichten. Voor het einde van het eerste jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst zet het stabilisatie- en associatiecomité de nodige subcomités op voor de adequate uitvoering van deze overeenkomst.


Er wordt een subcomité ingesteld voor aangelegenheden met betrekking tot migratie.


144.

ARTIKEL 131



De stabilisatie- en associatieraad kan tot de oprichting besluiten van andere speciale comités of lichamen die hem bij de uitvoering van zijn taken kunnen bijstaan. In zijn reglement van orde legt de stabilisatie- en associatieraad de samenstelling van deze comités of lichamen vast en bepaalt hij hun werkwijze.


145.

ARTIKEL 132



Er wordt een parlementair stabilisatie- en associatiecomité (hierna 'het parlementaire comité' genoemd) opgericht. Dit comité dient als forum voor leden van het Europees Parlement en leden van het parlement van Kosovo om elkaar te ontmoeten en van gedachten te wisselen. Dit comité komt met door het comité zelf te bepalen tussenpozen bijeen, maar minstens eenmaal per jaar.


Het parlementaire comité bestaat uit leden van het Europees Parlement en leden van het parlement van Kosovo.


Het parlementaire comité stelt zijn reglement van orde vast.


Het parlementaire comité wordt beurtelings voorgezeten door een lid van het Europees Parlement en een lid van het parlement van Kosovo, overeenkomstig de in het reglement van orde neer te leggen bepalingen.


Het parlementaire comité kan aanbevelingen bij de stabilisatie- en associatieraad uitbrengen.


146.

ARTIKEL 133



Binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst verbinden de partijen zich ertoe te garanderen dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere partij zonder discriminatie toegang hebben tot passende rechterlijke bescherming voor de verdediging van hun rechten.


147.

ARTIKEL 134



Deze overeenkomst belet niet dat een partij maatregelen treft die zij noodzakelijk acht om openbaarmaking te beletten van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist.


148.

ARTIKEL 135



1. Op de gebieden waarvoor deze overeenkomst geldt:


a) geven de regelingen die Kosovo ten opzichte van de EU toepast, geen aanleiding tot enige vorm van discriminatie tussen de lidstaten, hun onderdanen of hun vennootschappen of ondernemingen;


b) geven de regelingen die de EU ten opzichte van Kosovo toepast, geen aanleiding tot discriminatie tussen inwoners en vennootschappen of ondernemingen van Kosovo.


2. Lid 1 laat speciale bepalingen die in deze overeenkomst zijn vervat, met inbegrip van en in het bijzonder artikel 70, lid 3, onverlet.


149.

ARTIKEL 136



1. De partijen treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens deze overeenkomst te voldoen. Zij zorgen ervoor dat de in deze overeenkomst vastgelegde doelstellingen worden bereikt.


2. De partijen komen overeen op verzoek van elk van de partijen onmiddellijk overleg te plegen via passende kanalen om kwesties met betrekking tot de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en andere relevante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken.


3. De partijen leggen geschillen in verband met de toepassing of de interpretatie van deze overeenkomst voor aan de stabilisatie- en associatieraad. In dat geval geldt artikel 137, en eventueel protocol V.


De stabilisatie- en associatieraad kan een dergelijk geschil door middel van een bindend besluit beslechten.


4. Indien een van de partijen van mening is dat de andere partij een verplichting die uit de overeenkomst voortvloeit, niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in bijzonder dringende gevallen, verstrekt zij de stabilisatie- en associatieraad alle ter zake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, om een voor de partijen aanvaardbare oplossing te vinden.


Bij de keuze van de maatregelen moet voorrang worden gegeven aan maatregelen die het functioneren van deze overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de stabilisatie- en associatieraad gebracht en op verzoek van de andere partij besproken in de stabilisatie- en associatieraad, het stabilisatie- en associatiecomité of een ander op grond van de artikelen 130 en 131 opgericht orgaan.


5. De leden 2, 3 en 4 hebben geen invloed op en gelden onverminderd de artikelen 34, 42, 43, 44, 48 en protocol III (Definitie van het begrip 'producten van oorsprong' en regelingen voor administratieve samenwerking).


6. De leden 3 en 4 van dit artikel zijn niet van toepassing op de artikelen 5 en 13.


150.

ARTIKEL 137



1. Wanneer tussen de partijen een meningsverschil ontstaat over de interpretatie of de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, dient de ene partij bij de andere partij en bij de stabilisatie- en associatieraad een formeel verzoek tot geschillenbeslechting in.


Wanneer een partij van mening is dat een maatregel van de andere partij of het niet-optreden van de andere partij een inbreuk vormt op haar verplichtingen in het kader van deze overeenkomst, moet in het formele verzoek tot geschillenbeslechting worden vermeld waarom de eerste partij deze mening is toegedaan en of zij maatregelen zal nemen zoals bedoeld in artikel 136, lid 4.


2. De partijen streven ernaar geschillen op te lossen via overleg te goeder trouw binnen de stabilisatie- en associatieraad en de andere in lid 3 beschreven organen, teneinde zo snel mogelijk tot een wederzijds aanvaardbare oplossing te komen.


3. De partijen verstrekken de stabilisatie- en associatieraad alle relevante informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie.


Zolang het geschil niet is beslecht, wordt het tijdens elke vergadering van de stabilisatie- en associatieraad besproken, tenzij de in protocol V beschreven arbitrageprocedure is ingeleid. Een geschil wordt geacht beslecht te zijn wanneer de stabilisatie- en associatieraad een bindend besluit heeft genomen zoals bedoeld in artikel 136, lid 3, of wanneer hij heeft verklaard dat het geschil niet langer bestaat.


In overleg tussen de partijen of op verzoek van een van de partijen kan een geschil ook worden besproken tijdens een vergadering van het stabilisatie- en associatiecomité of een ander relevant comité of orgaan dat is opgezet op grond van de artikelen 130 en 131. Overleg kan ook schriftelijk plaatsvinden.


Alle tijdens het overleg verstrekte informatie wordt vertrouwelijk behandeld.


4. Voor vraagstukken die onder de toepassing van protocol V vallen, kan elke partij het geschil voor arbitrage voordragen overeenkomstig het protocol wanneer de partijen er niet in slagen binnen twee maanden na de inleiding van de in lid 1 van dit artikel bedoelde procedure voor geschillenbeslechting een oplossing te vinden.


151.

ARTIKEL 138



Zolang onder deze overeenkomst geen gelijkwaardige rechten zijn verworven voor personen en ondernemers, doet deze overeenkomst geen afbreuk aan de rechten die hun worden verleend bij bestaande overeenkomsten tussen een of meer lidstaten, enerzijds, en Kosovo, anderzijds.


152.

ARTIKEL 139



De bijlagen I tot en met VII, de protocollen 1, 2, 3, 4 en 5, en de Verklaring vormen een integrerend onderdeel van deze overeenkomst.


153.

ARTIKEL 140



Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.


Elk van beide partijen kan deze overeenkomst opzeggen door de andere partij van deze opzegging in kennis te stellen. Deze overeenkomst verstrijkt zes maanden na de datum van die kennisgeving.


Elk van beide partijen kan de overeenkomst met onmiddellijke ingang geheel of gedeeltelijk schorsen wanneer de andere partij een essentieel element van deze overeenkomst schendt.


De EU kan de maatregelen treffen die zij noodzakelijk acht, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke schorsing van de overeenkomst, met onmiddellijke ingang, indien Kosovo de essentiële elementen als uiteengezet in de artikelen 5 en 13 schendt.


154.

ARTIKEL 141



Deze overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op elk grondgebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van toepassing zijn, onder de in die verdragen neergelegde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van Kosovo.


155.

ARTIKEL 142



De secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie is de depositaris van deze overeenkomst.


156.

ARTIKEL 143



Deze overeenkomst wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse, de Albanese en de Servische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.


157.

ARTIKEL 144



Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures goedgekeurd.


Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn voltooid.


(1) * Deze benaming laat de standpunten over de status onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244(1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(2) * Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(3) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
(4) De verwijzingen naar de codes en beschrijvingen van de goederen stemmen overeen met de gecombineerde nomenclatuur die in 2014 werd toegepast, overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1001/2013 van de Commissie van 4 oktober 2013 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 290 van 31.10.2013, blz.

1).
(5) PB EU L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(6) PB L 285 van 16.10.2006, blz. 3.
(7) Europese Commissie voor normalisatie, Europees Comité voor elektrotechnische normen, Europees Instituut voor telecommunicatienormen, Europese Samenwerking voor accreditatie, Europese Samenwerking in wettelijke metrologie, Europese Vereniging van Nationale Meetinstituten.
(8) Conclusies van de Raad Ecofin van 1 december 1997 betreffende belastingbeleid (PB C 2 van 6.1.1998, blz.

1).
(9) PB L 198 van 20.7.2006, blz. 18.