Toelichting bij COM(2015)255 - Hervormingsprogramma 2015 en convergentieprogramma 2015 van Denemarken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 13.5.2015


COM(2015) 255 final

Aanbeveling voor een

AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Denemarken

en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2015 van Denemarken


2.

Aanbeveling voor een


AANBEVELING VAN DE RAAD

over het nationale hervormingsprogramma 2015 van Denemarken

en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma 2015 van Denemarken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en artikel 148, lid 4,

Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid 1 , en met name artikel 9, lid 2,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie 2 ,

Gezien de resoluties van het Europees Parlement 3 ,

Gezien de conclusies van de Europese Raad,

Gezien het advies van het Comité voor de werkgelegenheid,

Gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité,

Gezien het advies van het Comité voor sociale bescherming,

Gezien het advies van het Comité voor de economische politiek,

Overwegende hetgeen volgt:

Op 26 maart 2010 heeft de Europese Raad zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel van de Commissie voor een nieuwe groei- en werkgelegenheidsstrategie; deze Europa 2020-strategie berust op een versterkte coördinatie van het economische beleid en spitst zich toe op de sleutelgebieden waarop Europa's potentieel voor duurzame groei en concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft.

Op voorstel van de Commissie heeft de Raad op 13 juli 2010 een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Unie (2010-2014), en op 21 oktober 2010 een besluit betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten vastgesteld, die samen de 'geïntegreerde richtsnoeren' vormen. De lidstaten werd verzocht in hun nationaal economisch en werkgelegenheidsbeleid met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden.

Op 8 juli 2014 heeft de Raad een aanbeveling over het nationale hervormingsprogramma voor 2014 van Denemarken vastgesteld en een advies over het geactualiseerde convergentieprogramma voor 2014 van Denemarken uitgebracht.

Op 28 november 2014 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan de jaarlijkse groeianalyse 4 en daarmee de aanzet gegeven tot het Europees semester 2015 voor coördinatie van het economisch beleid. Tevens heeft de Commissie op die datum op grond van Verordening (EU) nr. 1176/2011 het waarschuwingsmechanismeverslag 5 aangenomen, waarin Denemarken niet werd genoemd als een van de lidstaten die aan een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen.

Op 18 december 2014 heeft de Europese Raad de volgende prioriteiten goedgekeurd: stimuleren van investeringen, vaart zetten achter structurele hervormingen en nastreven van een verantwoorde, groeivriendelijke begrotingsconsolidatie.

Op 26 februari 2015 heeft de Commissie haar landenverslag 2015 voor Denemarken gepubliceerd 6 . In het landenverslag worden de vorderingen beoordeeld die Denemarken bij de tenuitvoerlegging van de op 8 juli 2014 vastgestelde landenspecifieke aanbevelingen heeft gemaakt.

Op 27 maart 2015 heeft Denemarken zijn nationale hervormingsprogramma 2015 en zijn convergentieprogramma 2015 ingediend. Om met de onderlinge verbanden tussen beide programma's rekening te houden, zijn deze tegelijkertijd geëvalueerd.

Denemarken valt momenteel onder het preventieve deel van het stabiliteits- en groeipact. De regering is, blijkens haar convergentieprogramma 2015, van plan het nominale tekort te laten oplopen van 1,6 % van het bbp in 2015 – toen op aanzienlijke meevallers kon worden gerekend – tot 2,6 % van het bbp in 2016. Daarna is de regering voornemens het tekort zodanig te verminderen dat in 2020 een begrotingsevenwicht wordt bereikt. Volgens het convergentieprogramma is de regering van plan om de middellangetermijndoelstelling – een structureel tekort van 0,5 % van het bbp – vanaf 2016 te bereiken. In het convergentieprogramma wordt ervan uitgegaan dat de overheidsschuldquote geleidelijk zal dalen van 39,8 % in 2015 naar 36,7 % in 2020. Het macro-economische scenario dat aan deze begrotingsprognoses ten grondslag ligt, is plausibel. Op basis van de voorjaarsprognose 2015 van de Commissie wordt verwacht dat het structurele saldo in 2015 aan de middellangetermijndoelstelling zal voldoen. Volgens deze prognose bestaat evenwel het risico dat in 2016 licht van de middellangetermijndoelstelling wordt afgeweken, waarbij de groei van de netto-uitgaven 0,3 % van het bbp hoger zou liggen dan de benchmark. Hoewel ervan wordt uitgegaan dat deze afwijking tijdelijk zal zijn, aangezien de toename van de netto-uitgaven in 2016 wordt beïnvloed door de uitfasering van eenmalige maatregelen op het gebied van belastingheffing op pensioenspaargeld, is het mogelijk dat verdere maatregelen voor 2016 moeten worden genomen. Op basis van zijn beoordeling van het convergentieprogramma en rekening houdend met de voorjaarsprognose 2015 van de Commissie is de Raad van mening dat Denemarken naar verwachting grotendeels aan de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact zal voldoen.

Een langetermijnaanbod aan naar behoren geschoolde arbeidskrachten is een noodzakelijke voorwaarde voor duurzame groei in Denemarken. Met de hervorming van het actieve arbeidsmarktbeleid van 2014 heeft Denemarken vorderingen gemaakt bij het vergroten van de inzetbaarheid van degenen die aan de rand van de arbeidsmarkt staan. De hervorming bevindt zich in een beginfase van de uitvoering en de resultaten ervan moeten worden gevolgd. In lijn met de aanbevelingen van de deskundigengroep Carsten-Koch II zijn nog steeds extra maatregelen nodig voor degenen die het verst van de arbeidsmarkt af staan. In dit verband blijken een laag onderwijsniveau, een beperkte arbeidsmarktervaring, een jeugdige leeftijd en een migrantenachtergrond factoren van doorslaggevend belang te zijn. Over het algemeen blijft het arbeidsmarktpotentieel van mensen met een migrantenachtergrond onderbenut. Ondanks de hoge uitgaven voor onderwijs in Denemarken zijn de onderwijsresultaten slechts middelmatig, vooral voor leerlingen met een migrantenachtergrond. De hervorming van het basisonderwijs, het lager middelbaar onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding heeft tot doel dit probleem aan te pakken. Om de onderwijsresultaten te verbeteren moeten deze hervormingen volledig ten uitvoer worden gelegd.

Een verbeterd concurrentievermogen is essentieel om het economisch herstel in Denemarken te versterken. De groei van de productiviteit, die in dit verband cruciaal is, was de voorbije twee decennia over het algemeen zwak en ondervond de invloed van toetredingsbarrières en regelgevingsverplichtingen in op de binnenlandse markt gerichte dienstensectoren. De productiviteitscommissie heeft de bouw en de kleinhandel aangemerkt als sectoren waarvan de productiviteit kan worden verhoogd. De regelgeving voor kleinhandelszaken is zeer strikt en er is niets ondernomen om die te versoepelen. De bouwsector wordt gekenmerkt door veeleisende bouwvoorschriften en een groot aantal certificeringsregelingen. De Deense regering heeft in november 2014 een strategie voor de bouwsector voorgelegd. Die bevat goede voornemens, zoals de vereenvoudiging van de regels, de stroomlijning van de technische elementen van een bouwaanvraag, de invoering van internationale normen, de harmonisatie van nationale normen en de vermindering van de tijd die nodig is voor de afgifte van bouwvergunningen. De strategie moet evenwel nog volledig in concrete maatregelen worden omgezet. Er zijn nog altijd overlappende vergunnings- en certificeringsregelingen, die in sommige gevallen ook gelden voor tijdelijke grensoverschrijdende dienstverrichtingen. Bovendien wordt, als dienstverleners hun onderneming in Denemarken willen vestigen, niet altijd rekening gehouden met in andere lidstaten afgegeven vergunningen en certificeringen.

In de context van het Europees semester heeft de Commissie een brede analyse van het economische beleid van Denemarken verricht. Deze analyse is gepubliceerd in het landenverslag 2015. Voorts heeft de Commissie zowel het convergentieprogramma als het nationale hervormingsprogramma doorgelicht en onderzocht welk gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die in eerdere jaren tot Denemarken zijn gericht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de relevantie ervan voor een houdbaar budgettair en sociaaleconomisch beleid in Denemarken, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels en richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algehele economische governance van de Europese Unie te versterken door middel van een inbreng op EU-niveau in toekomstige nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader van het Europees semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 en 2 weergegeven.

In het licht van deze beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma van Denemarken onderzocht en zijn advies 7 daarover is met name in onderstaande aanbeveling 1 weergegeven.

BEVEELT AAN dat Denemarken in de periode 2015-2016 de volgende actie onderneemt:

1. Vermijden dat in 2016 van de middellangetermijndoelstelling wordt afgeweken.

2. De productiviteit verhogen, met name in de op de binnenlandse markt gerichte dienstensectoren, waaronder de kleinhandel en de bouw. De beperkingen voor kleinhandelszaken versoepelen en verdere maatregelen nemen om de resterende belemmeringen als gevolg van de vergunningen- en certificeringsregelingen in de bouwsector, op te heffen.

Gedaan te Brussel,

3.

Voor de Raad


De voorzitter

(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 1.
(2) COM(2015) 255.
(3) P8_TA(2015)0067, P8_TA(2015)0068, P8_TA(2015)0069.
(4) COM(2014) 902.
(5) COM(2014) 904 final.
(6) SWD(2015) 24 final.
(7) Op grond van artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.