Toelichting bij COM(2015)232 - Globaliseringsfonds aanvraag van Finland - EGF/2015/001 FI/Broadcom

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").

2. Op 30 januari 2015 heeft Finland aanvraag EGF/2015/001 FI/Broadcom ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 bij Broadcom Communications Finland en twee leveranciers, respectievelijk downstreamproducenten, in Finland.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EGF-aanvraagEGF/2015/001 FI/Broadcom
LidstaatFinland
Betroffen regio('s) (NUTS-niveau 2)Alle regio's van Finland, behalve Åland
Datum van de indiening van de aanvraag30 januari 2015
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag13 februari 2015
Datum van het verzoek om aanvullende informatie13 februari 2015
Uiterste datum voor het verstrekken van de aanvullende informatie27 maart 2015
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling19 juni 2015
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming
Broadcom Communications Finland
Economische sector(en)

(NACE Rev. 2-afdeling) 3
Afdeling 46 (Groothandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen)

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten
2
Referentieperiode (vier maanden)11 augustus 2014 - 11 december 2014
Aantal ontslagen (a)568
Aantal ontslagen voor of na de referentieperiode (b)0
Totaal aantal ontslagen (a + b)568
Totaal aantal beoogde begunstigden dat in aanmerking komt568
Totaal aantal beoogde begunstigden500
Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)0
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)2 172 000
Budget voor de implementatie van het EFG 4 (EUR)103 000
Totaal budget (EUR)2 275 000
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)1 365 000

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. Finland heeft aanvraag EGF/2015/001 FI/Broadcom ingediend op 30 januari 2015, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag bevestigd binnen twee weken na de indiening van de aanvraag, namelijk op 13 februari 2015, en heeft Finland dezelfde dag om aanvullende informatie gevraagd. Die aanvullende informatie werd verstrekt binnen zes weken na het verzoek. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 19 juni 2015 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

2.

Betrokken ondernemingen en begunstigden


5. De aanvraag betreft 568 ontslagen werknemers bij Broadcom Communications Finland en twee leveranciers, respectievelijk downstreamproducenten. De primaire onderneming was werkzaam in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 46 (Groothandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen). De ontslagen bij de ondernemingen vielen in alle regio's van Finland van NUTS 5 -niveau 2 (met uitzondering van Åland); het hardst getroffen is de regio Noord-Ostrobothnia (FI1A)

Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode
Broadcom Communications Finland563
Nice-Business Solutions Finland4
Infocare1

Totaal aantal ondernemingen: 3
Totaal aantal ontslagen:568

3.

Criteria voor steunverlening


6. Finland heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers, respectievelijk downstreamproducenten, en/of zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.

7. De referentieperiode van vier maanden loopt van 11 augustus 2014 tot en met 11 december 2014.

8. Tijdens de referentieperiode vielen de volgende ontslagen:

– 563 werknemers werden ontslagen bij Broadcom Communications Finland;

– 5 werknemers werden ontslagen bij twee leveranciers, respectievelijk downstreamproducenten, van Broadcom.

4.

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


9. De ontslagen tijdens de referentieperiode werden als volgt berekend:

– 563 sinds de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief werd beëindigd;

– 5 sinds de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

5.

In aanmerking komende begunstigden


10. In totaal komen bijgevolg 568 begunstigden in aanmerking.

6.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering


11. Finland legt het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de ontwikkeling van chipsets (het gebied waarop Broadcom Communications Finland actief was) in Europa in 2005 naar schatting werk verschafte aan ongeveer 5 000 mensen. Hoewel het aantal productontwikkelaars in de sector wereldwijd is gestegen (in het bijzonder in Azië en in de VS), was het in Europa sterk gedaald, tot er in 2014 nog slechts een paar honderd mensen overbleven.

12. De ontwikkeling en de verkoop van chipsets voor mobiele telefoons is in handen van een klein aantal ondernemingen, waarvan Qualcomm (VS) veruit de grootste is (met volgens Strategy Analytics 6 een marktaandeel van ongeveer 66 % in Q1/2014), gevolgd door MediaTek in Taiwan, Spreadtrum in China en Marvell en Intel in de VS.

13. De ontslagen bij Broadcom houden verband met de trend in de hele Finse elektronicasector, die een triest dieptepunt bereikte met de aankondiging van massa-ontslagen door Nokia in 2011. In 2012 heeft Nokia eerst 1 000 werknemers ontslagen in zijn fabriek in Salo (EGF/2012/006 FI/Nokia Salo), en vervolgens nog eens 3 700 eind 2012 en in het voorjaar van 2013 (EGF/2013/001 FI/Nokia). Een groot productontwikkelingsprogramma werd stopgezet en een aanzienlijk aantal werknemers werd ontslagen.

14. In het begin van de jaren 2000 nam het aantal personeelsleden in binnenlandse vestigingen en buitenlandse dochterondernemingen van de Finse elektronica- en elektrosector gestaag toe, maar vanaf 2007 kwam er een kentering en nam het aantal personeelsleden in het buitenland toe, terwijl het aantal personeelsleden in Finland gestaag begon af te nemen.

15. In de jaren 2000 is het aantal personeelsleden in Finse dochterondernemingen op alle continenten toegenomen, maar vanaf 2004 werd Azië duidelijk de grootste werkgever in de elektronica- en elektrosector. Tot 2008 bleef het aantal personeelsleden in Europa toenemen; daarna begon het af te nemen.



16. Tot nu toe werden voor NACE Rev. 2-afdeling 46 (Groothandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen) twee EFG-aanvragen ingediend (de andere aanvraag was EGF/2010/012 NL/Noord-Holland ICT). Beide aanvragen betroffen ICT en waren gebaseerd op handelsgerelateerde globalisering.

7.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


17. De ontslagen bij Broadcom waren het gevolg van de beslissing om de productie van basisbandchips voor mobiele telefoons stop te zetten, wat wereldwijd 3 000 en in Finland 600 mensen hun baan kostte. Broadcom zet al zijn activiteiten in Finland stop en verplaatst de ontwikkeling van chipsets voor mobiele telefoons naar de Verenigde Staten en Azië.

18. In 2005 waren er in Europa vier grote producenten van chipsets voor mobiele telefoons. Nokia en Philips ontwikkelden hun eigen chipsets, Ericsson Mobile Platforms (EMP) ontwikkelde ze hoofdzakelijk voor Sony-Ericsson, en Infineon produceerde ze op commerciële basis voor telefoonproducenten. Sinds de jaren '80 ontwikkelde Nokia chipsets voor zijn eigen telefoons. De onderneming ontwikkelde haar eigen chipsets grotendeels zelf, maar de eigenlijke productie vond hoofdzakelijk plaats in de fabrieken van Texas Instruments (TI) en STMicroelectronics (STM). In 2007 besliste Nokia zijn chipsets niet meer zelf te ontwikkelen en verkocht het zijn ontwikkelingsafdelingen aan STMicroelectronics.

19. Op dat moment ontwikkelde Nokia nog steeds zijn eigen draadloze modems, maar gaf de productie in licentie aan chipsetproducenten, onder meer aan STM,. In 2010 zette Nokia de ontwikkeling van modems stop en verkocht het deze activiteit aan de Japanse Renesas Mobile Corporation (RMC), een dochterondeneming van Renesas Electronics (REC). Als gevolg van deze overeenkomst stapten ongeveer 1 100 productontwikkelaars bij Nokia over naar een nieuwe werkgever.

20. Omdat REC reeds lange tijd zware verliezen leed, werd in 2013 besloten de activiteiten van RMC stop te zetten. In het najaar van 2013 verkocht REC de LTE 7 -afdeling van zijn modemactiviteiten aan Broadcom (BCM). Ongeveer 800 voormalige werknemers van Renesas werkten nu voor Broadcom. Slechts een paar maanden later moest echter ook Broadcom aankondigen dat het de productie van basisbandchips voor mobiele telefoons zou stopzetten. Toen konden geen nieuwe kopers meer worden gevonden.

8.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid


21. De ontslagen hebben aanzienlijke negatieve gevolgen, in het bijzonder voor de regionale economie in Noord-Ostrobothnia (een deel van regio FI1A van NUTS-niveau 2), waar 424 van de 568 ontslagen zijn gevallen. In deze regio liggen de werkloosheidscijfers steeds een paar procentpunten hoger dan het nationale gemiddelde. In augustus 2014 bedroeg de nationale werkloosheid 12,2 %, terwijl Noord-Ostrobothnia 14,1 % en de meest getroffen stad, Oulu, 16,1 % werklozen telde.

22. Momenteel zijn er ongeveer 1 250 eenheden van economische activiteit in de ICT-sector in Noord-Ostrobothnia, het merendeel daarvan in Oulu. De sector had jarenlang te lijden onder de gevolgen van de internationale economische recessie, maar werd meer in het bijzonder getroffen door een belangrijke interne structurele verandering, waarbij grote toonaangevende ondernemingen in reactie op de sterkere concurrentie hun strategieën hebben herzien, hun activiteiten naar andere marktgebieden hebben verlegd en hun productie hebben gerationaliseerd. De ICT-sector was jarenlang een pijler van de economie in de subregio Oulu. Het relatieve aandeel van de hele informatiesector in het aantal banen in de subregio bedraagt ongeveer 12 %, wat in Finland alleen vergelijkbaar is met het hoofdstedelijk gebied Helsinki.

23. De problemen waarmee de sector werd geconfronteerd, alsook nieuwe ondernemingsstrategieën hadden tal van ontslagen in de privésector tot gevolg. In 2008 werkten in de regio bijna 13 000 mensen in bedrijven in de ICT-sector; in 2012 waren dat er nog maar om en bij de 10 500. Sindsdien vielen er nog ontslagen en er werken nu naar schatting minder dan 10 000 mensen in de sector. De ondernemingen stappen over van de vervaardiging van producten naar de productie van inhoud, en van grote ondernemingen met vestigingen wereldwijd naar kleinere eenheden. Niet alleen ondernemingen maar ook de overheid is een belangrijke werkgever voor ICT-deskundigen. Door geplande besparingen bij de overheid biedt deze niet langer evenveel vacatures als voorheen, en deze trend zal zich in de toekomst doorzetten.

24. Kenmerkend voor de subregio Oulu is dat ongeveer twee op de drie werklozen hooggeschoolde professionals met veel werkervaring zijn. De subregio Oulu was gedurende lange tijd een belangrijk centrum van onderzoek en productontwikkeling voor de ICT-sector, die werkgelegenheid bood aan specialisten op diverse gebieden van engineering en gegevensverwerking.

25. De gemiddelde leeftijd van de werknemers in de ICT-sector is laag. De helft van de huidige werkzoekende werklozen is jonger dan 40 jaar. In het bijzonder oudere werknemers vinden moeilijk een nieuwe baan, en de langdurige werkloosheid neemt toe. Van de werklozen met een ICT-achtergrond in Noord-Ostrobothnia is ongeveer de helft (450 personen) reeds langer dan een jaar werkloos; bijna 300 van die werkloze werkzoekenden is hooggeschoold.

26. Door de ontslagen bij Broadcom stijgt de werkloosheid in Oulu aanzienlijk. Door de ontslagen zal in het bijzonder het aantal werkloze senior deskundigen stijgen. In de subregio Oulu worden op actieve wijze nieuwe groeisectoren ontwikkeld, en er moet worden gegarandeerd dat de werkloze ICT-deskundigen hierin worden geïntegreerd. Velen onder hen beschikken over een gedegen ervaring op het gebied van ontwerp en productontwikkeling, en daarvan kan in de toekomst zowel in de ICT-sector als in sectoren die ICT toepassen, gebruik worden gemaakt.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

9.

Beoogde begunstigden


27. Naar verwachting zullen 500 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. Uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

CategorieAantal
beoogde begunstigden
Geslacht:Mannen:442(88,4 %)
Vrouwen:58(11,6 %)
Nationaliteit:EU-burgers:487(97,4 %)
Niet-EU-burgers:13(2,6 %)
Leeftijdsgroep:15-24 jaar:1(0,2 %)
25-29 jaar:19(3,8 %)
30-54 jaar:470(94,0 %)
55-64 jaar:10(2,0 %)
Ouder dan 64 jaar:0(0,0 %)

28. Het geschatte totale aantal beoogde begunstigden dat naar verwachting aan de maatregelen zal deelnemen, bedraagt bijgevolg 500.

10.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


29. Finland plant drie soorten maatregelen voor de ontslagen werknemers voor wie in deze aanvraag steun wordt aangevraagd: i) de ontslagen werknemers helpen een nieuwe baan te vinden, ii) de ontslagen werknemers helpen een eigen bedrijf op te richten, en iii) onderwijs en opleiding verstrekken. Alle onderstaande maatregelen vormen samen een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening dat de herintreding van de ontslagen werknemers op de arbeidsmarkt tot doel heeft:

30. Coaching en andere voorbereidende maatregelen: de werkloze werknemers kunnen worden geholpen met technieken voor het zoeken van een baan, met advies en begeleiding, bezoeken aan jobbeurzen, hulp bij sollicitaties en het opstellen van een cv. Deze dienst zal worden verleend aan groepen van verschillende omvang. Afhankelijk van de groep zal de opleiding 5 à 20 dagen duren. Gedetailleerde loopbaanbegeleiding wordt ook gegeven aan groepen. Daarbij wordt de nadruk gelegd op interactie en werkervaring. Deze coaching kan tot 40 dagen duren. Aan personen of groepen kan een jobcoach worden toegewezen, die bij het zoeken van een baan als sparringpartner kan optreden en als mentor voor zowel de werkgever als de werknemer tijdens de eerste tijd in een nieuwe baan. Per werkzoekende en per jaar kan tot 50 uur coaching worden verstrekt.

31. De werknemers kunnen ook profiteren van een aantal beoordelingen door deskundigen. Deze deskundigen kunnen bijvoorbeeld de arbeidscapaciteit van de desbetreffende werknemer beoordelen, met inbegrip van gezondheidsgerelateerde aspecten, competenties en beroepsopleidingen, of de vaardigheden en het potentieel van de werknemer inzake ondernemerschap.

32. Werkgelegenheids- en bedrijfsdiensten bij een servicepunt: de ontslagen werknemers krijgen individueel een servicepunt toegewezen dat hen tijdens de implementatiefase assisteert. De servicepunten hebben tot doel de getroffen werknemers van bij het begin te adviseren door hen persoonlijkere en diepgaandere diensten te verstrekken dan de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling hun normaal gezien zou kunnen bieden. Als de doelgroep niet binnen een redelijke termijn een nieuwe baan vindt, zal een mentor worden aangesteld die de ICT-sector zeer goed kent. De mentor zal de werknemers kunnen bijstaan met specifieke technieken om werk te zoeken, of zal hen helpen bij het oprichten van een eigen onderneming.

33. Opleiding en herscholing: het doel van de opleidingsmaatregel bestaat in de verwerving van een basis- of beroepskwalificatie in een sector die goede kansen op werk biedt, of een voortgezette opleiding of hoger onderwijs om bestaande competenties te versterken, dan wel een begeleiding of een voorbereidende arbeidsmarkttraining voor wie geen plannen heeft voor zijn of haar verdere loopbaan. De opleiding wordt afgestemd op de doelgroep, en de cursussen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de uitbreiding van competenties voor de ICT-sector; project-, kwaliteits- en financieel beheer, en de ontwikkeling van bedrijfsvaardigheden. Een uitgebreide bedrijfsontwikkelingsopleiding (een zogenoemde KEKO-opleiding) kan iemand de nodige kennis en vaardigheden verschaffen om een specifiek bedrijfsontwikkelingsproject te beheren.

34. De dienstverleners kunnen een financiële stimulans (loonsubsidie) geven als deel van het loon voor elke arbeidsverhouding die tot stand wordt gebracht voor een werknemer voor wie steun wordt aangevraagd. Vanaf 2015 zal de loonsubsidie 30 tot 50 % bedragen van de desbetreffende loonkosten, afhankelijk van de tijd die de persoon die met de subsidie wordt aangeworven, werkloos was. De duur van de gesubsidieerde periode zal worden vastgesteld op basis van de individuele behoeften van de desbetreffende persoon (zoals competentie voor de nieuwe baan).

35. Begeleiding naar ondernemerschap en diensten voor nieuwe ondernemers: de stappen die verband houden met de bevordering van ondernemerschap worden geïmplementeerd als opleiding van het type bedrijfsincubator en als werkgelegenheidsbeleidsgerelateerde opleiding in ondernemerschap. Bovendien krijgen jonge ondernemers advies, raad en ondersteuning. De oprichting van nieuwe ondernemingen zal worden ondersteund via de subregionale netwerken voor diensten aan bedrijven en door de klantenplanning van de MEE-Corporation (samenwerkingsverband van het Ministry of Employment and the Economy (het Ministerie van Werkgelegenheid en Economie)). Het bedrijfsincubatorconcept zal worden aangewend om gediversifieerde arbeidsmarktopleiding te implementeren, met teamwerkoefeningen onder de begeleiding van de opleidingsorganisatie.

36. Subsidie voor start-ups: de subsidie voor start-ups garandeert een jonge ondernemer een inkomen gedurende de periode die naar schatting nodig is om een bedrijf op te richten en op te starten en er een voltijdse betrekking aan te hebben, tot een maximum van 18 maanden. De subsidie voor start-ups bestaat uit twee delen: de basisuitkering en een supplement. In 2014 bedroeg de basisuitkering 32,66 EUR per dag. Het supplement bedraagt maximaal 60 % van de basisuitkering. De gemiddelde subsidie voor start-ups wordt geschat op 6 000 EUR, maar het bedrag voor elke begunstigde zal geval per geval worden vastgesteld.

37. Vergoedingen voor reis-, verblijfs- en verhuiskosten: een werkzoekende kan een vergoeding krijgen voor reis- en verblijfskosten die hij heeft gemaakt om een baan te zoeken of deel te nemen aan een opleiding om zijn kansen op een nieuwe baan te vergroten. Hij kan ook verhuiskosten vergoed krijgen wanneer hij een baan aanneemt die te ver af is om te kunnen pendelen. Deze vergoedingen zullen de begunstigden ertoe helpen aanmoedigen om in een groter geografisch gebied werk te zoeken.

38. Enquêtes bij en bezoeken aan ondernemingen: het project heeft tot doel meer kennis te verwerven over de ICT-sector door via enquêtes bij en bezoeken aan ondernemingen regionale prognoses voor de ICT-sector uit te werken. Die zullen worden gebruikt om voor de doelgroep diensten op maat te plannen en om de vaardigheden te verbeteren op het gebied van de aankoop van diensten die de arbeidsparticipatie van de doelgroep ten goede komen. De prognoses voor de ICT-sector zullen ook een aanwijzing zijn voor werkzoekenden die overwegen een bedrijf op te richten. Deze inspanningen vormen de voortzetting van het werk dat reeds in het kader van een eerder EFG-dossier werd geleverd (EGF/2013/001 FI/Nokia) en waarbij verslagen en statistieken op basis van telefonische interviews met ondernemingen werden samengebracht.

39. De voorgestelde maatregelen die hier worden beschreven, zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

40. Finland heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Het heeft bevestigd dat een financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

11.

Geraamd budget


41. De totale kosten worden op 2 275 000 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 2 172 000 EUR voor individuele dienstverlening en van 103 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

42. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 1 365 000 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

ActiesGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(EUR)
Geraamde totale kosten

(EUR)
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Coaching en andere voorbereidende maatregelen22240088 800
Werkgelegenheids- en bedrijfsdiensten bij een servicepunt500600300 000
Opleiding en herscholing1455 000725 000
Begeleiding naar ondernemerschap en diensten voor nieuwe ondernemers135 00065 000
Subsidie voor start-ups196 000114 000
Enquêtes bij en bezoeken aan ondernemingen4241 179 8500 000
Subtotaal (a)

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
1 792 800
(82,54 %)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Loonsubsidie626 000372 000
Vergoedingen voor reis-, verblijfs- en verhuiskosten481507 200
Subtotaal (b)

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
379 200
(17,46 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereiding
8 000
2. Beheer
70 000
3. Voorlichting en publiciteit
20 000
4. Controle en rapportage
5 000
Subtotaal (c)

Percentage van de totale kosten
103 000
(4,53 %)
Totale kosten (a + b + c)2 275 000
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)1 365 000

43. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. Finland heeft bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

44. Finland heeft bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht en voor overnames door werknemers per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

12.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


45. Finland heeft de beoogde begunstigden met ingang van 11 augustus 2014 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties bedoeld in de punten 29 tot en met 39 zullen bijgevolg van 11 augustus 2014 tot en met 30 januari 2017 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen, met uitzondering van hoger onderwijs (indien dat wordt aangeboden), dat voor een financiële bijdrage in aanmerking komt van 11 augustus 2014 tot en met 30 juli 2017.

46. Op 11 augustus 2014 heeft Finland de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 11 augustus 2014 tot en met 30 juli 2017 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

13.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


47. De nationale voor- of medefinanciering zal hoofdzakelijk worden verstrekt uit de begrotingspost van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening van de administratieve afdeling van het Ministerie van Werkgelegenheid en Economie. Een aantal diensten zal ook worden gefinancierd uit de huishoudelijke uitgaven van de Centra voor economische ontwikkeling, transport en het milieu (ELY-Centra) en de diensten voor Werkgelegenheid en Economische Ontwikkeling. Taken die verband houden met technische ondersteuning zullen worden gefinancierd uit de huishoudelijke uitgaven van het Ministerie van Werkgelegenheid en Economie en de Centra voor economische ontwikkeling, transport en het milieu. De Finse autoriteiten zullen een inspanning doen om nationale voorfinanciering ter beschikking te stellen voor alle acties en taken, zodat activiteiten waarvoor EFG-steun wordt aangevraagd zo snel en doeltreffend mogelijk van start kunnen gaan.

48. Finland stelt momenteel een EFG-aanvraag op in de context van de latere ontslagen bij Microsoft. Net als de werknemers die bij Broadcom werden ontslagen, werkten de werknemers die bij Microsoft werden ontslagen daarvoor bij Nokia, en hebben zij dezelfde standplaatsen: Oulu, Tampere, Salo en het hoofdstedelijk gebied Helsinki. Er zal worden gepoogd synergieën tot stand te brengen tussen deze twee projecten.

49. In het kader van het EFG-project voor Broadcom zal eveneens worden samengewerkt met Arbeidsmobiliteit in Europa 2014–2020, een nationaal dienstenontwikkelingsproject van Eures. Dit project gaat begin 2015 van start met de hulp van ESF-financiering en zal door het ELY-Centrum voor Noord-Karelië worden gecoördineerd.

50. Een nationaal pakket maatregelen 'Modellen tussen de aanwervende onderneming en de onderneming die ontslaat' wordt opgesteld tijdens de nieuwe ESF-programmeringsperiode. Het doel van de reeks maatregelen bestaat erin activiteiten die verband houden met nationale structurele veranderingen en veiligheid bij die veranderingen aan te vullen en te ontwikkelen. Er wordt naar gestreefd tot gezamenlijke productontwikkeling te komen, goede en slechte praktijken te inventariseren, de communicatie te verbeteren en de goede resultaten van de projecten te verankeren.

51. Finland heeft bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

14.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


52. Finland heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de beoogde begunstigden en de sociale en regionale partners. Op 1 oktober 2014 vond een bespreking plaats, die tot doel had de maatregelen te plannen die in de regionale EFG-projecten zouden worden opgenomen. Vertegenwoordigers van zowel de beoogde begunstigden als de onderneming waar de ontslagen vallen namen hieraan deel, evenals veel andere belanghebbenden. Hierbij werden suggesties voor EFG-projecten in de regio Oulu gedaan, die in de aanvraag werden opgenomen.

53. Het Ministerie van Werkgelegenheid en Economie heeft een brede groep belanghebbenden bijeengebracht die zich met de ontslagen bij Broadcom bezighoudt en de EFG-aanvraag heeft helpen opstellen. In deze werkgroep hebben vertegenwoordigers zitting van de desbetreffende Centra voor economische ontwikkeling, transport en het milieu (ELY-Centra), die instaan voor de regionale implementatie- en ontwikkelingstaken van de centrale regering, alsook van de sociale partners, van Broadcom en van andere belanghebbenden.

54. De klantendienst van de dienst Werkgelegenheid en Economische Ontwikkeling en de Centra voor economische ontwikkeling, transport en het milieu werken samen met andere belanghebbenden. Deze samenwerking heeft tot doel de implementatie, planning en ontwikkeling van openbare werkgelegenheids- en bedrijfsdiensten te ondersteunen. Daartoe werkt een adviesraad inzake werkgelegenheids- en bedrijfsdiensten (TY-adviesraad) samen met de dienst Werkgelegenheid en Economische Ontwikkeling.

Beheers- en controlesystemen

55. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Finland heeft de Commissie laten weten dat de financiële bijdrage zal worden beheerd door het Ministerie van Werkgelegenheid en Economie, dat ook ESF-fondsen beheert. Hetzelfde ministerie treedt op als certificerende autoriteit. Er is een strikte taakverdeling en scheiding van rapportageverhoudingen tussen de diensten die deze twee functies uitoefenen. De beheersfuncties voor het EFG werden toegewezen aan de dienst Werkgelegenheid en Ondernemerschap, terwijl die voor het ESF bij de dienst Regionale Ontwikkeling berusten. Voor beide fondsen staat de eenheid Personeelszaken en Administratie in voor de certificerende functies. Het ministerie heeft een handleiding opgesteld waarin de te volgen procedures in detail zijn uiteengezet.

56. Het verantwoordelijke orgaan voor de audit is de onafhankelijke Interne Auditeenheid, die rechtstreeks onder de Permanente Secretaris van hetzelfde ministerie ressorteert. Functies in verband met toezicht en audit zijn eveneens opgenomen in de functies van zowel de beheers- als de certificerende autoriteit.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

57. Finland heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

– bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

– aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

– Broadcom Communications Finland heeft haar activiteiten voortgezet, is haar wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en heeft voor haar werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

– de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

– de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

– de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

58. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 9 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

59. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 1 365 000 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.

60. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 10 zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

61. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 1 365 000 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

62. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.