Toelichting bij COM(2015)374 - Uitvoering van Verordening (EG) nr. 862/2007 betreffende gemeenschappelijke statistieken over migratie en internationale bescherming

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 30.7.2015


COM(2015) 374 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 862/2007 betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming

(Voor de EER relevante tekst)


1. Inleiding

Het hoofddoel van Verordening (EG) nr. 862/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming 1 (hierna 'de verordening' genoemd) is het verzamelen en opstellen van Europese statistieken over migratie en internationale bescherming.

Dit verslag volgt op het eerste verslag dat de Commissie in september 2012 overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 862/2007 heeft vastgesteld 2 .

Meer in het bijzonder bepaalt dit artikel 12 dat "(d)e Commissie [...] het Europees Parlement en de Raad uiterlijk op 20 augustus 2012, en vervolgens om de drie jaar een verslag [voorlegt] over de op grond van deze verordening opgestelde statistieken en over de kwaliteit ervan."

Hieronder wordt verslag gedaan van de vorderingen die de lidstaten, in samenwerking met de Commissie (Eurostat), sinds het eerste verslag hebben gemaakt met de uitvoering van de verordening.

2. De onder de verordening vallende statistieken

De verordening betreft het opstellen van Europese statistieken over migratie en internationale bescherming (asiel). De belangrijkste statistische terreinen die onder de verordening vallen zijn:

• internationale migratiestromen, waarbij migranten worden uitgesplitst naar staatsburgerschap, geboorteland, land van vorige/volgende gewone verblijfplaats, leeftijd en geslacht; bevolkingsbestanden, waarbij wordt uitgesplitst naar staatsburgerschap, geboorteland, leeftijd en geslacht; en verwerving van staatsburgerschap, uitgesplitst naar het land van het vorige staatsburgerschap (artikel 3);

• asielverzoeken, beslissingen in eerste aanleg en definitieve beslissingen tot verlening of intrekking van verschillende vormen van internationale bescherming, asielverzoeken van niet-begeleide minderjarigen, uitgesplitst naar staatsburgerschap; en statistieken over de toepassing door de lidstaten van de Dublin III-verordening 3 (artikel 4);

• onderdanen van derde landen aan wie toegang tot het grondgebied van de lidstaat aan de buitengrens is geweigerd en onderdanen van derde landen die op grond van de nationale immigratiewetgeving illegaal op het grondgebied van de lidstaat verblijven, uitgesplitst naar staatsburgerschap (artikel 5);

• verblijfsvergunningen voor onderdanen van derde landen, uitgesplitst naar staatsburgerschap, geldigheidsduur van de vergunning en verblijfsgrond (immigratiecategorie) (artikel 6);

• onderdanen van derde landen aan wie krachtens immigratiewetgeving aanzegging is gedaan om het grondgebied van de lidstaat te verlaten, en onderdanen van derde landen van wie is vastgelegd dat zij na ontvangst van deze aanzegging de lidstaat hebben verlaten, uitgesplitst naar staatsburgerschap (artikel 7).

Als onderdeel van het uitvoeringsproces is de Commissie doorgegaan met het tot stand brengen en handhaven van een nauwe samenwerking met de verschillende nationale autoriteiten die zijn betrokken bij de productie en levering van gegevens overeenkomstig de verordening. De statistieken over migratiestromen en bevolkingsbestanden ontvangt de Commissie (Eurostat) in het algemeen van de nationale bureaus voor de statistiek. De statistieken over verblijfsvergunningen en asiel ontvangt zij doorgaans rechtstreeks van het ministerie van Binnenlandse Zaken of de immigratiedienst. Ook de statistieken over grenscontroles en de uitzetting van illegale migranten worden in de regel door het ministerie van Binnenlandse Zaken of de immigratiedienst, of door de politie geleverd.

In tabel 1 staan de hoofdkenmerken van deze statistieken.

Tabel 1: Hoofdkenmerken van de krachtens de verordening verstrekte statistieken

[zie origineel document voor tabel]

Artikel 3

Migratiestromen, bevolkingsbestanden, verwerving van staatsburgerschap
Artikel 4

Asiel
Artikelen 5 en 7

Handhaving van immigratiewetgeving
Artikel 6

Verblijfsvergunningen
Geografische dekking36 landen (32 EU-/EVA-landen)32 EU-/EVA-landen32 EU-/EVA-landen32 EU-/EVA-landen
Eerste jaar van gegevensverzameling2008200820082008
FrequentieJaarlijksMaandelijks/driemaandelijks/jaarlijksJaarlijksJaarlijks
Uiterste datum voor toesturen gegevensTwaalf maanden na afloop van het referentiejaarTwee maanden na
de referentieperiode voor maand-/kwartaalgegevens

Drie maanden na de referentieperiode voor jaargegevens
Drie maanden na afloop van het referentiejaarZes maanden na afloop van het referentiejaar
GegevensleverancierNationaal bureau voor de statistiekMinisterie van Binnenlandse Zaken (of immigratiedienst)Ministerie van Binnenlandse Zaken, immigratiedienst of grenspolitieMinisterie van Binnenlandse Zaken (of immigratiedienst)


3. Andere relevante regelgeving

Sinds 2012 zijn twee nieuwe rechtshandelingen inzake bevolkingsstatistieken van kracht geworden. Deze zijn relevant voor de opstelling krachtens artikel 3 van de verordening van statistieken over internationale migratiestromen en bevolkingsbestanden, uitgesplitst naar staatsburgerschap en geboorteland, met name wat de consistentie van de vereiste reeksen statistieken betreft:

1. Verordening (EU) nr. 1260/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 betreffende de Europese bevolkingsstatistieken 4 ;

2. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 205/2014 van de Commissie van 4 maart 2014 tot vaststelling van uniforme voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1260/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese bevolkingsstatistieken, wat de uitsplitsing van gegevens, de termijnen en de herzieningen van gegevens betreft 5 .

Ook zijn nieuwe wetgevingshandelingen inzake legale migratie van kracht geworden. Deze zijn relevant voor de opstelling van statistieken over verblijfsvergunningen krachtens artikel 6 van de verordening en deze zijn (of worden binnenkort) in deze gegevensverzameling opgenomen:

1. Richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan 6 (gegevensverzameling gestart in 2013 met als referentiejaar 2012);

2. Richtlijn 2011/98/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om te verblijven en te werken op het grondgebied van een lidstaat, alsmede inzake een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een lidstaat verblijven 7 (gegevensverzameling gestart in 2014 met als referentiejaar 2013);

3. Richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider 8 (gegevensverzameling start in 2018 met als referentiejaar 2017);

4. Richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming 9 (gegevensverzameling start in 2018 met als referentiejaar 2017).

Met de toetreding van Kroatië in juli 2013 is de verordening ook voor deze nieuwe lidstaat bindend geworden en zijn alle verwijzingen naar de vereiste aggregaten stilzwijgend voor EU-28 van toepassing geworden.

Statistieken die in het kader van bovengenoemde recente rechtshandelingen zijn verstrekt, zijn gezien de andere rechtsgrond ervan niet meegenomen in de hierna volgende kwaliteitsbeoordeling; zij zullen overeenkomstig deze bijzondere wetgevingsbesluiten in specifieke evaluatieverslagen worden besproken.

4. Algemene vorderingen sinds het verslag uit 2012

Sinds het verslag uit 2012 is er, wat de beschikbaarheid en volledigheid van de gegevens betreft, voor alle gegevensverzamelingen het nodige verbeterd. Over de hele linie is de kwaliteit van de gegevens toegenomen, hetgeen zich heeft vertaald in betere resultaten op het gebied van nauwkeurigheid, coherentie en vergelijkbaarheid. De lidstaten hebben aanpassingen doorgevoerd in de onderliggende gegevensbronnen en de statistische instrumenten die voor de opstelling van de gegevens worden gebruikt, waardoor de nauwkeurigheid, de dekking en de tijdigheid van de gegevensverstrekking aan de Commissie zijn verbeterd.

Dankzij de betere kwaliteit en de toenemende stiptheid van de gegevensverstrekking door de lidstaten heeft de Commissie minder tijd nodig voor de verspreiding van de gegevens, zodat deze tijdiger bekend kunnen worden gemaakt en voor de gebruikers ook steeds beter toegankelijk worden.

Verder is de gegevensverzameling krachtens artikel 3 sinds het referentiejaar 2013 samengevoegd met die ingevolge Verordening (EU) nr. 1260/2013 om consistentie tussen de verschillende uitsplitsingen van de bevolking en, voor zover mogelijk, van de bevolkingsbalansen betreffende bevolkingsaantal, levensgebeurtenissen en migratiestromen te garanderen. Ook de metagegevens die de lidstaten moeten verstrekken, worden gecombineerd verzameld.

Wat de krachtens de artikelen 4 tot en met 7 verzamelde gegevens betreft, heeft de samenwerking op statistisch gebied binnen de Commissie en met andere EU-organen en de lidstaten geresulteerd in een aantal wijzigingen van de richtsnoeren voor de gegevensverzameling krachtens de verordening 10 . Verbeteringen in de toegepaste methodologie hebben geleid tot duidelijkere statistische definities en concepten. De recente nieuwe wetgeving inzake migratie en asiel is in de methodologische richtsnoeren voor de verzameling van gegevens over asiel en verblijfsvergunningen verwerkt.

De Commissie heeft technische verbeteringen doorgevoerd die tot een efficiëntere validatie en verwerking van gegevens hebben geleid, en dankzij het verzamelen van uitgebreide kwaliteitsgegevens kan de kwaliteit van binnenkomende gegevens ten volle worden beoordeeld. Waar nodig, zijn bij niet-naleving maatregelen genomen (officiële brieven) om de vereiste naleving van de voorschriften te garanderen.

5. Kwaliteit van de geproduceerde statistieken

5.1.Relevantie

Binnen de Commissie is de belangrijkste gebruiker van migratie- en asielstatistieken het DG Migratie en Binnenlandse Zaken. Deze statistieken worden echter ook veelvuldig door andere diensten van de Commissie gebruikt, met name DG Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie en DG Justitie.

Deze statistieken zijn onder meer van belang voor de jaarlijkse toewijzing aan de lidstaten van middelen uit de fondsen die voor het programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen zijn ingesteld. Sinds het verslag uit 2012 is de opzet van deze fondsen gewijzigd: de rechtsgrond is nu Verordening (EU) nr. 516/2014 11 , waarbij voor de periode 2014-2020 het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) is opgericht, en Verordening (EU) nr. 515/2014 12 , waarbij, voor dezelfde periode, het Fonds voor interne veiligheid (ISF) is ingesteld. Omdat de financieringsregelingen van deze nieuwe fondsen meerdere jaren bestrijken, worden de gegevens niet meer jaarlijks verstrekt. De toewijzingen zijn berekend op basis van de eerder geleverde statistieken, behalve voor het ISF, waarvoor een tussentijdse evaluatie is vereist.

De statistieken over migratie en internationale bescherming worden door de Commissie gebruikt voor het opstellen van periodieke verslagen, beleidsvoorstellen, uitvoeringsverslagen krachtens basisbesluiten en beleidsanalyse. Zo geeft het jaarverslag over immigratie en asiel van het Europees migratienetwerk (EMN) 13 een feitenoverzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van migratie en internationale bescherming, zowel op EU- als op nationaal niveau. Europese statistieken over migratiestromen en bevolkingsbestanden, uitgesplitst naar geboorteland en staatsburgerschap, vormen een belangrijke input voor publicaties zoals het speciale supplement over demografische trends bij de Employment and Social Situation Quarterly Review van de EU 14 .

Het Europees migratienetwerk 15 blijft een belangrijke gebruiker van Europese statistieken over migratie en internationale bescherming voor het opstellen van zijn jaarlijkse statistische en analytische verslagen over de situatie op EU- en nationaal niveau.

Sinds het verslag uit 2012 worden de Europese statistieken steeds vaker gebruikt ter ondersteuning van het werk van EU-agentschappen die op het terrein van migratie actief zijn, zoals het Europees Agentschap voor het beheer van de operationale samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (Frontex) en het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO). Eurostat werkt werkt zeer nauw met deze agentschappen samen bij het ontwikkelen van gegevensverzamelingen en daarmee samenhangende statistische methodologieën.

De krachtens de verordening geproduceerde statistieken worden regelmatig gebruikt door nationale overheden, internationale organisaties, universitaire onderzoekers en maatschappelijke organisaties die actief zijn op een breed scala aan terreinen, zoals de integratie van immigranten, de ontwikkeling en monitoring van nationale asiel- en immigratieprocedures en het maken van prognoses van de toekomstige (beroeps)bevolking.

5.2.Nauwkeurigheid

Sinds het verslag uit 2012 is de nauwkeurigheid van de door de lidstaten verstrekte gegevens aanmerkelijk verbeterd. Met name wat de statistieken op grond van de artikelen 4 tot en met 7 van de verordening betreft, heeft de wijdverspreide herontwikkeling van administratieve systemen voor asiel- en immigratiecontrole en voor bevolkingsregistratie een sterk positief effect gehad op de nauwkeurigheid van statistische gegevens. De lidstaten voeren nog steeds meer geïntegreerde en uitgebreidere administratieve systemen in die gebruikmaken van moderne IT- en communicatiemethoden. Met de nieuwe systemen kan beter worden voldaan aan de methodologische en technische vereisten die gelden voor de gegevensverzamelingen van Eurostat. De lidstaten hebben Eurostat op de hoogte gehouden van lopende veranderingen in hun administratieve systemen, advies over naleving van de vereisten van de verordening ingewonnen en om bevestiging dienaangaande gevraagd.

Eurostat verzamelt metagegevens, met name informatie over de nauwkeurigheid van verstrekte gegevens, die onder meer betrekking heeft op bronnen en procedures, waaronder de procedures die zijn gevolgd bij het maken van ramingen en modellen, alsook over de mogelijke effecten van het gebruik van ramingen en modellen voor de mate waarin gegevens voldoen aan de definities van de verordening. Verder heeft Eurostat speciale vragenlijsten over kwaliteit ontworpen om specifiekere informatie over de kwaliteit van gegevens te verzamelen.

Sinds het verslag uit 2012 is de hoeveelheid ontbrekende en onvolledige gegevens sterk gedaald. Een aantal nationale autoriteiten hanteert betere praktijken om te garanderen dat de vereiste gegevens tijdens de administratieve immigratieprocedures worden verzameld en maakt gebruik van geavanceerdere computersystemen waarmee deze gegevens eenvoudig voor statistische doeleinden kunnen worden verkregen.

Wat de nauwkeurigheid van artikel 3-statistieken betreft, zijn verbeteringen gerealiseerd, maar het probleem van te geringe dekking (personen die hun verblijf niet laten registreren) of te ruime dekking (personen die zich niet laten uitschrijven omdat dat vaak niet hoeft of niet wordt gestimuleerd) speelt nog steeds.

Wat statistieken inzake asiel betreft, bevatten de administratieve gegevensbestanden in sommige lidstaten aanvankelijk geen of weinig informatie over leeftijd en geslacht. Deze aanloopproblemen zijn inmiddels opgelost; de gegevens zijn nu volledig. Er ontbreken nog gegevens over de eerste jaren van gegevensverzameling op grond van de verordening, onder meer voor de statistieken inzake verblijfsvergunningen. Vanwege technische problemen kunnen deze ontbrekende gegevens niet meer worden ingevuld. Specifieke nauwkeurigheidsproblemen als gevolg van verschillen tussen de lidstaten wat betreft rapportagetermijnen en -praktijken, doen zich nog voor bij de statistieken op grond van artikel 4, lid 4 (Dublin-statistieken). Daardoor zijn de gegevens over inkomende en uitgaande verzoeken om overdracht slechts in beperkte mate consistent.

5.3.Tijdigheid en stiptheid

Afhankelijk van het soort gegevens loopt de uiterste termijn voor het leveren van gegevens uiteen van twee tot twaalf maanden na de referentiedatum of na afloop van de referentieperiode.

Sinds het verslag uit 2012 is er wat de stiptheid van de gegevensverstrekking betreft veel verbeterd. Dankzij de invoering van procedures voor geautomatiseerde gegevensextractie in de lidstaten en het periodieke toezicht van Eurostat op de naleving worden de gegevens stipt op tijd geleverd. Van de nog resterende problemen hebben enkele een geïsoleerd, eenmalig karakter (zij zijn bijv. het gevolg van personeelswisselingen of veranderingen van computersystemen).

Doordat de gegevens die onder de verordening vallen nu beter op tijd worden geleverd, en er ook minder gegevens ontbreken, kan ook Eurostat zich beter houden aan zijn eigen deadlines voor het verwerken en verspreiden van de gegevens. De tijd die verstrijkt tussen de ontvangst van gegevens door Eurostat en de publicatie van gevalideerde gegevens op zijn website is sinds het verslag uit 2012 verminderd. Bovendien is de verwerkingstijd door de geleidelijke invoering van procedures voor geautomatiseerde interne validatie met foutenrapportage aan de nationale gegevensleveranciers nog verder afgenomen.

5.4.Toegankelijkheid

De migratiegegevens (en metagegevens) zijn voor alle vier domeinen (migratie, bevolkingsbestanden, verwerving van staatsburgerschap; asiel; handhaving van immigratiewetgeving; verblijfsvergunningen) gratis beschikbaar op de Eurostat-website, onder 'Population (Demography, migration and projections)' 16 en 'Asylum and managed migration' 17 . Zij zijn ook opgenomen in compendiums zoals het Eurostat Yearbook 18 , en in gedetailleerde publicaties over specifieke migratiegerelateerde thema's 19 . Sinds het verslag uit 2012 heeft Eurostat de raadpleging van artikelen uit de reeks Statistics Explained bevorderd door meer informatie over de statistieken en trends en de interpretatie daarvan te verschaffen. Dergelijke artikelen worden voor alle onder de verordening vallende gegevens geproduceerd, en ze worden regelmatig bijgewerkt 20 .

Het deel 'Population' op de Eurostat-website, waarin onder meer onder de verordening vallende statistieken te vinden zijn, wordt door steeds meer gebruikers bezocht; de afgelopen drie jaar is het aantal opgevraagde pagina's per maand gestegen van 50 000 naar 60 000 en van 5,7 % naar 7,2 % van alle pageviews op de Eurostat-website. Dat is de op een na hoogste score binnen Eurostat.

5.5.Vergelijkbaarheid en coherentie

2.

5.5.1.Definities


Sinds het verslag uit 2012 is de vergelijkbaarheid van gegevens dankzij het gebruik van geharmoniseerde definities voor alle gegevensverzamelingen uit hoofde van de verordening aanmerkelijk verbeterd.

Strikte toepassing van de definities leverde de meeste problemen op bij de statistische gegevens over migratie en verwerving van staatsburgerschap die op grond van artikel 3 van de verordening moeten worden verstrekt. Voor deze gegevens zijn de verschillen tussen nationale systemen als gevolg van de verscheidenheid van de gebruikte bronnen het grootst. Er worden de nodige inspanningen geleverd, maar sommige landen waren niet in staat om voor het definiëren van immigratie-/emigratiestromen het criterium van twaalf maanden te gebruiken, veelal omdat de nationale statistische definitie van migratie was gebaseerd op een criterium van permanent verblijf voor onderdanen of op een criterium van zes maanden voor burgers uit bepaalde EER-landen (Noordse overeenkomst). Vier landen konden het criterium van verblijf in het land voor de verwerving van staatsburgerschap niet toepassen omdat het ook de toekenning van staatsburgerschap aan niet in het land wonende of permanent in het land verblijvende personen omvat.

Onder artikel 3 vallende statistische gegevens zijn consistenter en beter vergelijkbaar met de demografische gegevensverzamelingen geworden doordat met de lidstaten afspraken zijn gemaakt over leeftijddefinities en uitsplitsingen en over de definitie van EU-aggregaten in geval van een uitbreiding, zoals in 2013 bij de toetreding van Kroatië 21 .

Voor definities, methoden en gegevensbronnen konden dankzij de input uit de volks- en woningtelling van 2011 en het gebruik van spiegelstatistieken verbeteringen worden gerealiseerd. De vergelijkbaarheid van deze gegevens is echter beperkt vanwege het specifieke probleem dat deze alleen op permanente registratie, zonder tijdgebonden criteria aangaande het verblijf, betrekking hebben.

Voor de gegevensverzamelingen krachtens de artikelen 4 tot en met 7 zijn nieuwe methodologische richtsnoeren ingevoerd. Deze geven nauwkeuriger en duidelijker aan hoe de definities en concepten voor de gegevensverzamelingen over asiel, verblijfsvergunningen en handhaving van immigratiewetgeving moeten worden toegepast. Ook zijn de meest recente veranderingen op wetgevingsgebied erin verwerkt. Zo zijn de methodologische richtsnoeren voor de gegevensverzamelingen krachtens artikel 4 herzien in het licht van de reeks herschikkingsbesluiten die tussen 2011 en 2013 op asielgebied zijn vastgesteld 22 .

3.

5.5.2.Gegevensbronnen


Sinds het verslag uit 2012 over artikel 3 hebben landen de kwaliteit van de statistische gegevens die zij aan Eurostat doorgeven, weten te verbeteren door gebruik te maken van aanvullende bronnen (registers van zorgverzekeraars en belastingautoriteiten, volkstelling 2011) en met name van de door partnerlanden gerapporteerde corresponderende migratiestromen, waarmee het probleem van dekkingsfouten als gevolg van de geringe bereidheid tot in-/uitschrijving en daarmee te lage ramingen van emigratiestromen en gedeeltelijke dubbeltellingen van bevolkingsbestanden kon worden ondervangen. Een en ander is gerealiseerd onder toezicht van Eurostat, dat uitvoerig met de nationale bureaus voor statistiek heeft overlegd en de uitwisseling van gegevens tussen landen heeft vergemakkelijkt.

De Commissie (Eurostat) is door de nationale gegevensleveranciers op de hoogte gehouden van verbeteringen en aanpassingen van de administratieve registers voor asiel, verblijfsvergunningen en handhaving van immigratiewetgeving. Deze verbeteringen waren voornamelijk gericht op modernisering van de registers en hadden onder meer tot doel beter te kunnen voldoen aan de methodologische en technische vereisten die gelden voor de gegevensverzamelingen krachtens de verordening. In sommige lidstaten hebben dit soort technische aanpassingen tot onderbrekingen van de levering van gegevens geleid. Dergelijke onderbrekingen, waarvan Eurostat op voorhand in kennis wordt gesteld, moeten uiteindelijk een betere kwaliteit van gegevens opleveren.

4.

5.5.3.Coherentie


In de gevallen waarin gegevens kunnen worden vergeleken, duiden de resultaten op een hoge mate van coherentie met gegevens die bij andere gelegenheden en door nationale en internationale organisaties zijn verzameld. Eurostat werkt nauw met EASO en Frontex samen om ervoor te zorgen dat de door deze agentschappen verzamelde gegevens volledig coherent zijn. Verschillen tussen de gegevens die aan Eurostat zijn geleverd, en de statistieken die de nationale autoriteiten hebben gepubliceerd, kunnen worden toegeschreven aan verschillen in gegevensdefinities, daar waar lidstaten voor de nationale statistieken de eigen definities hebben gehandhaafd. Op grond van Verordening (EU) nr. 1260/2013 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de bevolkingsgegevens in overeenstemming zijn met die welke worden voorgeschreven in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 862/2007.

5.6.Maatregelen ter verbetering van de kwaliteit

De Commissie blijft vervolgmaatregelen nemen wanneer de verordening niet wordt nageleefd. In sommige gevallen zijn door een land onvolledige gegevens of gegevens van geringe kwaliteit geleverd of zijn de wettelijke termijnen voor de levering van gegevens overschreden. Deze maatregelen worden genomen in het kader van de jaarlijkse controle van de naleving door Eurostat.

De cijfers voor deze maatregelen laten zien dat de lidstaten sinds het verslag uit 2012 grote vooruitgang hebben geboekt wat de volledigheid, kwaliteit en tijdige levering van gegevens betreft: het aantal officiële brieven dat in verband met niet-naleving aan nationale bureaus voor de statistiek is verzonden, is duidelijk gedaald (zie tabel 2).

Tabel 2: Aantal lidstaten waaraan in het kader van het toezicht op de naleving een brief in verband met niet-naleving is gericht

[zie origineel document voor tabel]

Artikel 3

Migratie, bevolkingsbestanden, verwerving van staatsburgerschap
Artikel 4

Asiel
Artikelen 5 en 7

Handhaving van immigratiewetgeving
Artikel 6

Verblijfsvergunningen
20116535
20120101
20132103
20141100


Om de gegevenskwaliteit beter te kunnen beoordelen, is bij de gegevensverwerking een nieuw generiek instrument voor gegevensvalidatie ingevoerd. Dit geautomatiseerde instrument, waarvan ook de nationale gegevensleveranciers gebruik kunnen maken, verifieert gegevens op basis van de reeksen validatieregels die Eurostat en de lidstaten zijn overeengekomen.

Om de kwaliteit van binnenkomende gegevens nog beter te kunnen beoordelen, heeft Eurostat ervoor gezorgd dat het over uitgebreidere metagegevens en kwaliteitsinformatie kan beschikken. Sinds 2014 zijn op basis van de kwaliteitsnormen van het Europees statistisch systeem domeinspecifieke vragenlijsten inzake gegevenskwaliteit ontwikkeld voor statistische gegevens betreffende asiel, verblijfsvergunningen en wetshandhaving. De nationale kwaliteitsverslagen zullen worden gebruikt voor controle, beoordeling en verbetering van kwaliteit en zullen voor het grote publiek toegankelijk zijn.

Volgens artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1260/2013 moeten landen haalbaarheidsstudies uitvoeren naar het gebruik van de definitie van 'gewone verblijfplaats' voor de bevolking. Daarbij moeten onder meer bestaande en potentiële gegevensbronnen, methoden voor gegevensverwerking en de mogelijkheden voor het ramen van de benodigde statistische informatie worden onderzocht. Hoofddoel is concepten en definities beter te kunnen vergelijken, zodat de kwaliteit en vergelijkbaarheid van de gegevens erop vooruitgaan. De bevindingen zullen worden gebruikt in het verslag dat de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1260/2013 eind 2018 zal opstellen. De resultaten van de haalbaarheidsstudies en het verslag kunnen gevolgen hebben voor de Europese bevolkingsstatistieken en dus voor de samenhang daarvan met de krachtens artikel 3 van Verordening (EG) nr. 862/2007 verstrekte gegevens.

6. Conclusie

De verordening heeft geresulteerd in opmerkelijke verbeteringen van de Europese statistieken over migratie en internationale bescherming. Daarnaast is sinds het verslag uit 2012 verdere verbetering op het punt van de beschikbaarheid, volledigheid, kwaliteit en tijdigheid van de gegevens zichtbaar. Voor de onder de verordening vallende gegevensverzamelingen zijn methodologische en technische aanpassingen doorgevoerd, waardoor de lidstaten over betere richtsnoeren beschikken. Ook de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 1260/2013 en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen en de volkstelling van 2011 hebben bijgedragen tot verbetering van de kwaliteit van de gegevens die in het kader van de verordening worden ontvangen. Verbetering van de kwaliteit blijft ook in de toekomst een punt van aandacht, met name waar het gaat om de tijdige levering van gegevens, de nauwkeurigheid ervan en het probleem van een te ruime of te geringe dekking.

Officiële Europese en nationale instanties, niet-gouvernementele organisaties en burgers maken nu ook meer gebruik van al deze gegevens.

De gegevens die krachtens de verordening moeten worden geleverd, moeten een afspiegeling vormen van de veranderende behoeften van gebruikers, waarbij rekening moet worden gehouden met de capaciteit van de gegevensleveranciers. Veranderende behoeften kunnen een reden zijn voor toekomstige voorstellen voor wijzigingen van de verordening waarbij nieuwe gegevenscategorieën of specifieke uitsplitsingen worden toegevoegd of gegevensvereisten die niet langer zinvol zijn, worden verwijderd. Nieuwe door de Commissie vastgestelde gegevenshiaten heeft zij aangepakt door middel van andere benaderingen voor gegevensverzameling, zoals gentlemen's agreements (onder meer voor de verzameling van gegevens over asielzoekers die voor het eerst een verzoek om asiel indienen, gegevens over het soort terugkeer van illegale migranten en naar leeftijd en geslacht uitgesplitste gegevens over verblijfsvergunningen die met andere uitsplitsingen worden gekruist). Andere vastgestelde gegevenshiaten, zoals de uitsplitsing van krachtens artikel 3 verzamelde bevolkingsgegevens naar afzonderlijk land van staatsburgerschap en van gegevens over emigratie/immigratie naar het enkele land van vorige/volgende verblijfplaats, kunnen niet in het kader van vrijwillige afspraken worden aangepakt.

Op langere termijn zullen door de herontwikkeling van de Europese volks- en woningtellingen na 2021 (met mogelijk een omschakeling naar frequentere (jaarlijkse) statistieken) waarschijnlijk meer gegevens over de verschillende aspecten van migratie beschikbaar komen. Daarmee zal ook beter kunnen worden ingespeeld op nieuwe of zich verder ontwikkelende behoeften aan migratiegerelateerde statistieken.

De Commissie zal in het kader van Refit (haar programma voor gezonde en resultaatgerichte regelgeving) maatregelen nemen om de EU-wetgeving te vereenvoudigen en de regelgevingskosten terug te dringen om zo bij te dragen tot een duidelijk, stabiel en voorspelbaar regelgevingskader voor groei en werkgelegenheid. Zo zou het reeds vastgestelde probleem van overlap op bepaalde punten bij de statistische rapportage in het kader van de bestaande wetgeving inzake bevolking en migratie (bijv. waar het gaat om gegevens over verblijfsvergunningen) door vereenvoudiging van de wetgeving kunnen worden ondervangen.

(1) PB L 199 van 31.7.2007, blz. 23.
(2) COM(2012) 528 final.
(3) PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31.
(4) PB L 330 van 10.12.2013, blz. 39.
(5) PB L 65 van 5.3.2014, blz. 10.
(6) PB L 155 van 18.6.2009, blz. 17.
(7) PB L 343 van 23.12.2011, blz. 1.
(8) PB L 94 van 28.3.2014, blz. 375.
(9) PB L 157 van 27.5.2014, blz. 1.
(10) Herzieningen van de 'Technical Guidelines for the data collection under Article 4(1)-(3) of the Regulation (EC) No 862/2007 - Statistics on Asylum' (technische richtsnoeren voor de gegevensverzameling op grond van artikel 4, leden 1 tot en met 3, van Verordening (EG) nr. 862/2007 - statistieken over asiel), de 'Technical Guidelines for the data collection under Article 6 of the Regulation (EC) No 862/2007 - Statistics on Residence Permits' (technische richtsnoeren voor de gegevensverzameling op grond van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 862/2007 - statistieken over verblijfsvergunningen) en de 'Technical Guidelines for the data collection under Articles 5 and 7 of the Regulation (EC) No 862/2007 - Enforcement of Immigration Legislation (EIL) Statistics' (technische richtsnoeren voor de gegevensverzameling op grond van de artikelen 5 en 7 van Verordening (EG) nr. 862/2007 - statistieken over handhaving van immigratiewetgeving) in 2014; herziening van de 'Technical Guidelines for the data collection under Article 4(4) of the Regulation 862/2007 - Dublin Statistics' (technische richtsnoeren voor de gegevensverzameling op grond van artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 862/2007 - Dublin-statistieken) in 2015.
(11)

Verordening (EU) nr. 516/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot oprichting van het Fonds voor asiel, migratie en integratie, tot wijziging van Beschikking 2008/381/EG van de Raad en tot intrekking van Beschikkingen nr. 573/2007/EG en nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad en Beschikking 2007/435/EG van de Raad - PB L 150 van 20.5.2014, blz. 168

(12)

Verordening (EU) nr. 515/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling, als onderdeel van het Fonds voor interne veiligheid, van het instrument voor financiële steun voor de buitengrenzen en visa en tot intrekking van Beschikking nr. 574/2007/EG - PB L 150 van 20.5.2014, blz. 143

(13)

Europees migratiennetwerk, "Annual Report on Immigration and Asylum 2014: A Synthesis of Annual Policy Report s 2014 submitted by EU Member States and Norway", vergezeld van de Statistic Annex

(14) ec.europa.eu/eurostat/documents/3217494/5775829
(15) ec.europa.eu/dgs/home-affairs/what-we-do/networks
(16) ec.europa.eu/eurostat/web
(17) ec.europa.eu/eurostat/web
(18) ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained
(19) Zie bijvoorbeeld de Data in Focus-publicaties van Eurostat, zoals "Asylum applicants and first instance decisions on asylum applications: Third quarter 2014 (editie 15/2014) ec.europa.eu/eurostat/web/products-data-in-focus
(20) ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained
(21) Zo zal het EU-aggregaat voor 2013 gebaseerd op begin 2013 (toen nog EU-27) anders luiden dan dat gebaseerd op eind 2013 (inmiddels EU-28).
(22) Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (PB L 337 van 20.12.2011, blz.

9); Verordening (EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement een de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 31); Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 60); en Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 96).