Toelichting bij COM(2016)1 - Globaliseringsfonds aanvraag van België - EGF/2015/007 BE/Henegouwen-Namen glas

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").

2. Op 19 augustus 2015 heeft België aanvraag EGF/2015/007 BE/Henegouwen-Namen glas ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 23 (Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten) in de regio's van NUTS 2 niveau 2 BE32 (de provincie Henegouwen) en BE35 (de provincie Namen) in België.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2015/007 BE/Henegouwen-Namen glas
LidstaatBelgië
Betroffen regio('s) (NUTS 3 -niveau 2)De provincie Henegouwen (BE32)

De provincie Namen (BE35)
Datum van indiening van de aanvraag19 augustus 2015
Uiterste datum voor de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag2 september 2015
Uiterste termijn voor het verzoeken om aanvullende informatie2 september 2015
Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie28 oktober 2015
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling20 januari 2016
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 2, van de EFG-verordening

Aantal betroffen ondernemingen
2
Economische sector(en)

(NACE Rev. 2-afdeling) 4
Afdeling 23 (Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten)
Referentieperiode (negen maanden)31 augustus 2014 – 31 mei 2015
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode412
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt412
Totaal aantal beoogde begunstigden412
Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)100
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)1 758 507
Budget voor de implementatie van het EFG 5 (EUR)67 400
Totaal budget (EUR)1 825 907
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)1 095 544

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. België heeft aanvraag EGF/2015/007 BE/Henegouwen-Namen glas ingediend op 19 augustus 2015, binnen 12 weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vastgestelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag bevestigd binnen de termijn van twee weken na de indiening van de aanvraag en heeft België tegelijkertijd om aanvullende informatie verzocht. Deze aanvullende informatie werd binnen acht weken na het verzoek daarom verstrekt, na een verlenging van de termijn met twee weken op het naar behoren gemotiveerde verzoek van België. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 20 januari 2016 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

2.

Betrokken ondernemingen en begunstigden


5. De aanvraag betreft 412 werknemers die werden ontslagen in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 23 (Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten). De ontslagen bij de ondernemingen vielen in de regio's van NUTS-niveau 2 BE32 (de provincie Henegouwen) en BE35 (de provincie Namen) in België.

Ondernemingen en aantal ontslagen tijdens de referentieperiode
AGS Glass144Saint-Gobain Glass268

Totaal aantal ondernemingen: 2
Totaal aantal ontslagen: 412
Totaal aantal zelfstandigen dat zijn werkzaamheden heeft beëindigd: 0
Totaal aantal in aanmerking komende werknemers en zelfstandigen:412

3.

Criteria voor steunverlening


6. België heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 2, in afwijking van de criteria van artikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening, dat bepaalt dat binnen een referentieperiode van negen maanden ten minste 500 werknemers gedwongen moeten zijn ontslagen in ondernemingen die actief zijn in dezelfde NACE Rev. 2-afdeling en gevestigd zijn in één of twee aan elkaar grenzende regio's van NUTS-niveau 2 in een lidstaat. In de regio's van NUTS-niveau 2 BE32 (de provincie Henegouwen) en BE35 (de provincie Namen) samen vielen 412 ontslagen.

7. De referentieperiode van negen maanden loopt van 31 augustus 2014 tot en met 31 mei 2015.

4.

Berekening van de gedwongen ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden


8. De ontslagen tijdens de referentieperiode werden als volgt berekend:

– 412 sinds de datum van de individuele kennisgeving door de werkgever dat de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer tijdelijk of definitief werd beëindigd.

5.

In aanmerking komende begunstigden


9. In totaal komen 412 werknemers in aanmerking.

6.

Verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering


10. België legt het verband tussen de ontslagen en de grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering met het argument dat de EUhandel in glasproducten de laatste jaren ernstig is ontwricht. Hoewel de groei in Europa tussen 2000 en 2013 is gestagneerd, is de invoer sterk gestegen en hebben producenten van buiten de EU een steeds groter aandeel van de Europese markt veroverd 6 . Dat kan worden verklaard doordat een productieovercapaciteit in Azië (met name in China) tot een neerwaartse prijsdruk heeft geleid waarmee Europese producenten het moeilijk hebben doordat hun productiekosten hoger liggen en zij aan strengere milieunormen (zoals CO2-emissierechten 7 ) moeten voldoen. In zich ontwikkelende economieën is de vraag weliswaar gestegen, maar Europa is er niet in geslaagd om zijn marktaandeel op uitvoermarkten te vergroten. In de sector vlakglas, waarop deze aanvraag betrekking heeft, is de productie in Europa tussen 2007 en 2012 met 20 % gedaald 8 . Tussen 2000 en 2010 is de werkgelegenheid in de hele glassector in Europa met 32 % afgenomen (in het bijzonder in Duitsland, Polen, Frankrijk en België) 9 . Voor het eerst sinds het midden van de jaren zestig is de glasproductie in België in 2009 onder 1 miljoen ton gezakt, en zowel in 2011 als in 2012 is de productie met nog eens 5 % gedaald 10 . De resterende Europese producenten verplaatsen hun productie grotendeels naar Azië, met als gevolg dat de werkgelegenheid in de sector in Europa sinds 2010 met 12 % en sinds 2000 met 27 % is afgenomen.

11. Tot op heden werden voor de sector 'Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten' vijf EFG-aanvragen ingediend, waarvan er twee (deze aanvraag inbegrepen) gebaseerd waren op handelsgerelateerde globalisering en drie op de wereldwijde financiële en economische crisis.

7.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


12. De oorzaak van de ontslagen is de sluiting van twee fabrieken in Wallonië, die respectievelijk in handen zijn van AGC Europe SA en Saint-Gobain Glass Benelux. De ene fabriek bevindt zich in de provincie Henegouwen, de andere in de provincie Namen. AGC Europe SA heeft tussen 2006 en 2010 meer dan 48 miljoen EUR geïnvesteerd in zijn fabriek in Roux (in de provincie Henegouwen), maar door de zeer sterke concurrentie van Aziatische producenten (hoofdzakelijk in China en Japan) en het aanhoudende ongunstige economische klimaat in Europa, zag het bedrijf zich genoopt om zijn productie in 2014 stop te zetten. De glasproductie van Saint-Gobain Glass Benelux had in 2013 met vergelijkbare problemen te kampen, toen productieovercapaciteit in het Verre Oosten leidde tot een onhoudbare prijsdruk vanwege Aziatische producenten. In 2014 heeft Saint-Gobain Glass Benelux de productie stopgezet in zijn fabriek in Auvelais (in de provincie Namen).

8.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en voor de werkgelegenheid


13. Wallonië heeft een rijke historische traditie wat de productie van glas betreft, en de glassector telde een aantal grote bedrijven. De laatste jaren, en met name sinds het begin van de financiële en economische crisis in 2008, ondervinden verschillende van die bedrijven echter problemen. Tussen 2007 en 2012 is het aantal banen in de glassector in de provincies Namen en Henegouwen van 3 940 tot 3 170 gedaald (19 %) 11 . Deze situatie werd nog moeilijker doordat in Wallonië de hele verwerkende nijverheid zijn productie terugschroefde, met 1 236 ontslagen in 2013 en 1 878 in 2014 tot gevolg. Vooral in de provincie Henegouwen is de situatie op de arbeidsmarkt moeilijk: de arbeidsparticipatie bedraagt er 52,7 % (9,2 procentpunten onder het nationale gemiddelde) en de werkloosheid 14,5 % (5,9 procentpunten boven het nationale gemiddelde 12 ). Ook in de provincie Namen zijn de cijfers voor de arbeidsparticipatie en de werkloosheid ongunstig in vergelijking met de nationale gemiddelden. De arbeidsmarkten van de twee provincies worden voorts gekenmerkt door een hoog percentage ondergekwalificeerde arbeidskrachten (bijna de helft van de werkzoekenden in de provincie Namen en iets meer dan de helft van de werkzoekenden in de provincie Henegouwen heeft geen diploma hoger secundair onderwijs). Doordat de hele verwerkende nijverheid haar productie heeft teruggeschroefd, zal het voor de doelgroep van deze aanvraag moeilijk zijn om een vergelijkbare baan te vinden, en zal bijscholing beslist nodig zijn.

9.

De uitzonderlijke omstandigheden op grond waarvan de aanvraag voor steun in aanmerking komt


14. België voert aan dat deze aanvraag, ondanks het feit dat er binnen de referentieperiode van negen maanden minder dan 500 ontslagen vielen, moet worden gelijkgesteld met een aanvraag overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder b), van de EFG-verordening op grond van uitzonderlijke omstandigheden die ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de plaatselijke, regionale of nationale economie. De glassector was in Wallonië traditioneel een belangrijke sector. Wallonië is goed voor meer dan 1/3 van de productie-eenheden en 58 % van de werkgelegenheid in de Belgische glassector. De groep Saint-Gobain zag zich in 2013 genoopt om nog een andere fabriek in Wallonië te sluiten. Aanvraag EGF/2013/011 BE/Saint-Gobain Sekurit betrof die sluiting. Bovendien werkt 12,3 % van de arbeidskrachten in de getroffen provincies in de verwerkende nijverheid, en daar is de werkgelegenheid sinds 2007 met 8 procentpunten gedaald. Het verlies aan werkgelegenheid in de glassector is veel aanzienlijker in de provincies Henegouwen en Namen dan gemiddeld in Wallonië of in heel België (het aantal banen is er met 19 % afgenomen). De Belgische autoriteiten hebben gewezen op de uitzonderlijke omstandigheden van deze aanvraag, met name gezien de ongunstige arbeidsmarktsituatie in de twee provincies, die blijkt uit een lager dan gemiddelde arbeidsparticipatie, een hoog percentage ongeschoolde arbeidskrachten en een hoge langdurige werkloosheid (36,4 % in de provincie Namen en 39,0 % in de provincie Henegouwen).

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

10.

Beoogde begunstigden


15. Naar verwachting zullen 412 ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. De uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep is als volgt:

CategorieAantal
beoogde begunstigden
Geslacht:Mannen:403(97,82 %)
Vrouwen:9(2,18 %)
Nationaliteit:EU-burgers:405(98,30 %)
Niet-EU-burgers:7(1,70 %)
Leeftijdsgroep:15-24 jaar:0(0 %)
25-29 jaar:22(5,34 %)
30-54 jaar:293(71,12 %)
55-64 jaar:97(23,54 %)
Ouder dan 64 jaar:0(0 %)

16. Daarnaast zal België in de provincie Henegouwen door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening verstrekken aan maximaal 100 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's) en die op de datum van de indiening van de aanvraag jonger waren dan 25 jaar, aangezien 144 ontslagen die in punt 15 worden vermeld zich voordoen in de regio van NUTS-niveau 2 BE32 (de provincie Henegouwen), die voor het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief in aanmerking komt.

11.

17. Het geschatte totale aantal beoogde begunstigden dat naar verwachting aan de maatregelen zal deelnemen, met inbegrip van NEET's, bedraagt bijgevolg 512.


Subsidiabiliteit van de voorgestelde acties

18. De individuele dienstverlening aan de ontslagen werknemers en de NEET's omvat de volgende acties.

– Ondersteuning / begeleiding / integratie. Deze reeks dienstverleningen bouwt voort op de standaardactiviteiten die door de omscholingscellen (cellules de reconversion) worden uitgevoerd. De dienstverlening zal worden verstrekt door een team van gespecialiseerd Forem 13 personeel in partnerschap met organisaties die voormalige werknemers vertegenwoordigen, teneinde begunstigden ertoe aan te moedigen aan de maatregelen deel te nemen en hen met administratieve procedures te helpen. Om de contacten tussen de werknemers te bevorderen, wordt de dienstverlening aan alle ontslagen werknemers samen in speciaal daarvoor gereserveerde ruimten verstrekt. De dienstverlening omvat drie soorten activiteiten: i) collectieve informatie over technieken om een baan te zoeken (een cv en een sollicitatiebrief schrijven, gebruikmaken van het web enz.), ii) individuele interviews met een Forem-adviseur (vaardighedenaudit, loopbaantraject, begeleiding op het gebied van opleiding enz.); iii) vrije en open toegang tot instrumenten om een baan te zoeken (IT-uitrusting met een internetaansluiting, telefoon, gespecialiseerde documentatie enz.).

– Hulp bij het zoeken van een baan. De Forem zal specifieke activiteiten uitvoeren om werknemers te helpen bij het zoeken van een baan en om problemen bij het omscholingsproces te verhelpen. Het gaat onder meer om vergaderingen tussen de ontslagen werknemers en potentiële werkgevers (arbeidsbemiddeling), bedrijfsbezoeken, vergaderingen met personeelswerkers om sollicitatiegesprekken voor te bereiden, en uitwisseling van ervaringen met andere werknemers die zich reeds hebben omgeschoold of een baan hebben gevonden na een collectief ontslag.

– Geïntegreerde opleiding. Er zouden verschillende soorten specifieke opleidingen kunnen worden verstrekt, hetzij door de Forem, hetzij door de centres de compétences of door het IFAPME 14 . In een eerste fase zal personeel van de Forem elke deelnemer helpen zijn of haar werkgerelateerde doelstellingen vast te stellen en hem of haar oriënteren in de richting van één van de aangeboden opleidingsmodules. Na afloop van elke opleidingsmodule kunnen de nieuwe vaardigheden worden geëvalueerd en gedocumenteerd. Naargelang van het soort opleiding en het gebied waarop de competenties werden verworven, zullen de deelnemers ofwel een formele certificering van vaardigheden (d.i. een getuigschrift van vakbekwaamheid) ontvangen, dan wel een getuigschrift van deelname (voor competenties of beroepen waarvoor er geen formele certificering bestaat) of een validering van vaardigheden (voor vaardigheden en competenties die zij buiten formele opleidingen hebben verworven).

– Overdracht van ervaring. Ervaren werknemers kunnen hun vaardigheden en kennis verbeteren door onderwijs en opleiding te geven in het technisch onderwijs. De Forem en de verenigingen van de diverse afdelingen van het technisch onderwijs zullen een specifieke bewustmakings- en aan de opleiding voorafgaande module opzetten om geschikte werknemers ertoe aan te moedigen een opleiding tot leraar in het beroepsonderwijs te volgen.

– Ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf. De werknemers die overwegen hun eigen bedrijf op te richten, zullen gedurende het hele proces begeleiding en ondersteuning krijgen. Deze ondersteuning omvat twee hoofdactiviteiten: i) collectieve informatievergaderingen om de werknemers bewust te maken van de mogelijkheden om een bedrijf op te richten, informatie te verstrekken over de wettelijke aspecten en over de maatregelen ter ondersteuning van de oprichting van een bedrijf; ii) individuele interviews met geïnteresseerde werknemers om hun plannen te bekijken en hen in contact te brengen met bedrijfsondersteunende organisaties en dienstverleners.

– Ondersteuning van collectieve projecten. Werknemers die eventueel overwegen samen als groep een 'sociale onderneming' op te zetten, zullen begeleiding en ondersteuning krijgen van een gespecialiseerd adviesbureau en van de omscholingscel. Deze ondersteuning omvat informatie- en bewustmakingsvergaderingen over het oprichten van een bedrijf en essentiële managementvaardigheden, alsook advies over het opzetten van het bedrijf (zoals het opstellen van een businessplan, het opstellen van de statuten, marketing enz.). Een steuncomité, waarin vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties, de vakbonden en Forem zitting hebben, beoordeelt de aanvraag en beslist over het al dan niet toekennen van een subsidie. Elke werknemer die bij het project betrokken is, kan een subsidie van 5 000 EUR ontvangen (deze middelen worden voor alle deelnemende werknemers samengevoegd). De subsidies kunnen worden gebruikt voor de aankoop van uitrusting, handelswaar, publiciteit, consultancy, opleiding enz. Het adviesbureau zal de subsidies beheren en bij de Forem verslag uitbrengen over de besteding van de middelen (facturen en bewijsstukken).

– Toelagen. Voor de deelnemers komen er ook toelagen voor het zoeken naar werk en opleidingstoelagen.

De individuele dienstverlening die aan NEET's moet worden verstrekt, is op een vergelijkbare benadering gebaseerd als hierboven beschreven en bestaat uit de volgende acties.

– Mobilisering en begeleiding. Dankzij een gedetailleerde profilering zullen de jongeren ofwel onmiddellijk in aanvullend onderwijs of in een aanvullende opleiding kunnen stappen, dan wel een speciaal introductieprogramma kunnen volgen dat hun zelfvertrouwen moet versterken en naar hun interesse moet peilen.

– Opleiding. Er zullen verschillende soorten specifieke opleidingen worden verstrekt door de Forem, de centres de compétences of het IFAPME.

– Gepersonaliseerde bijscholing. Voor elke NEET die aan de maatregel deelneemt, zal een gepersonaliseerd bijscholingstraject worden uitgestippeld.

– Toelagen. Voor de deelnemers komen er ook toelagen voor het zoeken naar werk en opleidingstoelagen.

19. De hier voorgestelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

20. De Belgische autoriteiten hebben de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Zij hebben bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

12.

Geraamde begroting


21. De totale kosten worden op 1 825 907 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 1 758 507 EUR voor individuele dienstverlening en van 67 400 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

22. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 1 095 544 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

ActiesGeraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(EUR) 15
Geraamde totale kosten

(EUR)
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Omscholing (Reconversion).

Ondersteuning / begeleiding / integratie (Accompagnement/Orientation/Insertion)

4122 378979 602
Hulp bij het zoeken van een baan (Dynamisation de la recherche d’emploi)10032532 500
Opleiding (Formation)

Geïntegreerde opleiding (Formations intégrées)

140849118 850
Overdracht van ervaring (Transmission d'expérience)61 0006 000
Bevordering van ondernemerschap (Aide à la creation d'emploi)

Ondersteuning bij het oprichten van een bedrijf (Autocréation d'emploi individuelle)
10035035 000
Ondersteuning van collectieve projecten (Soutien à l'émergence de projets collectifs)108 00080 000
NEET'S: mobilisering en begeleiding (Mobilisation et orientation)1003 215321 510
NEET'S: geïntegreerde opleiding (Formations intégrées)5085042 500
NEET'S: gepersonaliseerde bijscholing (Remédiation et mise à niveau)351 30045 500
Subtotaal (a):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
1 661 462
(94,48 %)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Toelage voor het zoeken naar werk (Allocations de recherche d'emploi) 41213957 423
Opleidingstoelage (Allocations de formation)1408812 372
NEET'S: toelage voor het zoeken naar werk (Indemnités stagiaires recherche d'emploi)10021021 000
NEET'S: opleidingstoelage (Indemnités stagiaires formation)501256 250
Subtotaal (b):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
97 045
(5,52 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereiding
0
2. Beheer
13 400
3. Voorlichting en publiciteit
45 000
4. Controle en rapportage
9 000
Subtotaal (c):

Percentage van de totale kosten:
67 400
(3,69 %)
Totale kosten (a + b + c):1 825 907
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)1 095 544

23. De kosten van de in bovenstaande tabel opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. Deze acties hangen af van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

24. België heeft bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht en voor overnames door werknemers per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

13.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


25. België heeft de beoogde begunstigden met ingang van 10 september 2014 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties zullen bijgevolg van 10 september 2014 tot en met 19 augustus 2017 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

26. Op 9 juli 2014 heeft België de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 9 juli 2014 tot en met 19 februari 2018 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

14.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


27. De Forem (de Waalse dienst voor arbeidsvoorziening en beroepsopleiding) en het Waalse Gewest zijn de bronnen van nationale voor- of medefinanciering.

28. België heeft bevestigd dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

15.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


29. België heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met alle belanghebbenden, en onder meer met de sociale partners, de bedrijven en de openbare diensten voor arbeidsvoorziening. In een monitoringcomité zullen deze belanghebbenden de uitvoering van de voorgestelde maatregelen op de voet volgen.

Beheers- en controlesystemen

30. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. België heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd en gecontroleerd door de instanties die verantwoordelijk zijn voor het Europees Sociaal Fonds (ESF).

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

31. België heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

– bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

– aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

– de ondernemingen waar de ontslagen zijn gevallen die hun activiteiten hebben voortgezet, zijn hun wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en hebben voor hun werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

– de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

– de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

– de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

32. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 16 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

33. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 1 095 544 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.

34. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 17 zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

35. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 1 095 544 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

36. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.