Toelichting bij COM(2016)81 - Advies over een verordening betreffende de overdracht aan het Gerecht van de EU van de bevoegdheid in eerste aanleg in geschillen tussen de Unie en haar personeelsleden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 22.2.2016

COM(2016) 81 final

ADVIES VAN DE COMMISSIE

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de overdracht aan het Gerecht van de Europese Unie van de bevoegdheid om in eerste aanleg uitspraak te doen in geschillen tussen de Unie en haar personeelsleden


Advies van de Commissie

over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de overdracht aan het Gerecht van de Europese Unie van de bevoegdheid om in eerste aanleg uitspraak te doen in geschillen tussen de Unie en haar personeelsleden

***

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 257, eerste alinea, en artikel 281, tweede alinea,


Bij verzoek van 17 november 2015 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie aan de wetgever voorgesteld een verordening vast te stellen om het Gerecht voor ambtenarenzaken op te heffen en de ambtenarenzaken van de Unie over te dragen aan het Gerecht van de Europese Unie.

Dit voorstel is het noodzakelijke verlengstuk van de hervorming van het Gerecht waartoe de wetgever van de Unie heeft besloten als reactie op de uitdaging van het toenemende aantal zaken voor dat gerecht. Door Verordening (EU, Euratom) 2015/2422 van 16 december 2015 aan te nemen, hebben het Europees Parlement en de Raad immers gekozen voor een geleidelijke toename van het aantal rechters in het Gerecht om uiteindelijk in 2019 te komen tot twee rechters per lidstaat, door met name de zeven rechters van het Gerecht voor ambtenarenzaken vanaf 1 september 2016 in dat gerecht te integreren.

De Commissie had de initiële verzoeken van het Hof van Justitie om het aantal rechters van het Gerecht te doen stijgen, ten volle gesteund. De redenen voor dat standpunt werden gedetailleerd uiteengezet in het advies van de Commissie van 30 september 2011 (COM(2011)596). De Commissie had vervolgens ook de uiteindelijk door de wetgever gekozen oplossing gesteund, te weten de geleidelijke verdubbeling van het aantal rechters van het Gerecht, met name door middel van de overdracht van de posten van rechters van het Gerecht voor ambtenarenzaken.

In die omstandigheden krijgt dit voorstel de volledige steun van de Commissie, aangezien het de tenuitvoerlegging van de tweede fase van de hervorming mogelijk maakt en op die manier de reeds door de wetgever gemaakte keuzes getrouw weergeeft.

Voor het overige beperkt de Commissie zich tot het maken van twee extra opmerkingen.

De eerste opmerking heeft betrekking op de toekomstige procedurele behandeling van de zaken die aan het Gerecht zullen worden overgedragen.


Naast het beginsel van de opheffing van het Gerecht voor ambtenarenzaken op 1 september 2016 en de overdracht van alle op die datum bij dat gerecht aanhangige zaken aan het Gerecht, bevat het voorstel de tijdelijke bepalingen voor de organisatie van de wijze waarop die overdracht zal plaatsvinden. Zo is bepaald dat de zaken die op 31 augustus 2016 bij het Gerecht voor ambtenarenzaken aanhangig zijn, zullen worden overgedragen in de staat waarin zij zich op die datum bevinden.

Een algemene lezing van het voorstel van het Hof van Justitie en de motivering ervan lijkt erop te wijzen dat de op die manier overgedragen zaken vanaf de dag van hun overdracht zullen worden beheerst door de bepalingen van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, die ondertussen gewijzigd zullen zijn.

Dienaangaande is de Commissie van oordeel dat het in het belang van de rechtszekerheid nuttig zou zijn dat het huidige reglement een bepaling zou bevatten waarin uitdrukkelijk wordt bevestigd dat het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht op die zaken van toepassing is. Bovendien wenst de Commissie met betrekking tot de wijzigingen van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht die noodzakelijk zullen zijn om rekening te houden met de overdracht van de ambtenarenzaken, er nu al op te wijzen dat zij het belangrijk vindt dat het Gerecht in zijn reglement de specifieke regels voor ambtenarenzaken opneemt die thans zijn opgenomen in het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht voor ambtenarenzaken, met name in de artikelen 108 en 109.

De tweede opmerking van de Commissie heeft betrekking op de interne organisatie van het Gerecht nadat het nieuwe aantal rechters is bereikt. Vanaf 1 september 2016 zou het Gerecht immers 47 rechters moeten tellen. Het spreekt voor zich dat de werking van het Gerecht grondig zal moeten worden gewijzigd om met deze nieuwe situatie om te gaan. Enerzijds zou deze uitbreiding voor het Gerecht een goede gelegenheid kunnen zijn om meer zaken toe te wijzen aan grotere kamers (kamers van vijf rechters of zelfs de grote kamer) naargelang van het belang ervan. Dit zou de coherentie en de kwaliteit van de jurisprudentie van het uitgebreide Gerecht waarborgen en ertoe bijdragen dat het aantal hogere voorzieningen bij het Hof van Justitie niet toeneemt. Anderzijds zou de nieuwe situatie een aanleiding kunnen zijn om na te denken over de mogelijkheden om de regels en praktijken voor de toewijzing van de zaken te wijzigen door thematische synergieën te creëren, met name door rekening te houden met de materiële samenhang van de zaken, maar tegelijkertijd ook de flexibiliteit te behouden om indien nodig de genoemde regels en praktijken aan de toekomstige evolutie in de zaken aan te passen.

Ten slotte verzoekt de Commissie de wetgever om het voorstel van het Hof van Justitie zo snel mogelijk goed te keuren. De Commissie wijst niet alleen op de reeds vermelde vervaldag van 1 september 2016, maar wil ook in herinnering brengen dat het na de goedkeuring van de wetgevingstekst nog noodzakelijk zal zijn de vereiste wijzigingen aan te brengen in het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, de nieuwe rechters te benoemen en het Gerecht intern te reorganiseren. Pas daarna zal het Gerecht gewapend zijn om resoluut de achterstand in de behandeling van zaken terug te dringen.

* * *

Conclusie

De Commissie brengt een gunstig advies uit over het voorstel van het Hof van Justitie.

Dit advies wordt toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.


Gedaan te Brussel,

   Voor de Commissie

   Jean-Claude Juncker
   Voorzitter van de Commissie