Toelichting bij COM(2016)163 - Beoordeling van de kwaliteit van door de lidstaten in 2014 ingediende gegevens over betalingsbalans, internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 30.3.2016


COM(2016) 163 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

tot beoordeling van de kwaliteit van de gegevens die de lidstaten in 2014 hebben ingediend over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen

{SWD(2016) 68 final}


VERSLAG VAN DE COMMISSIE

tot beoordeling van de kwaliteit van de gegevens die de lidstaten in 2014 hebben ingediend over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen


1. Inleiding

In artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 184/2005 1 is het volgende bepaald:

"De kwaliteit van de toegezonden gegevens wordt op grond van de kwaliteitsrapporten beoordeeld door de Commissie, bijgestaan door het in artikel 11, lid 1, bedoelde Betalingsbalanscomité. Deze beoordeling wordt het Europees Parlement ter informatie toegezonden."

Dit verslag van de Commissie bevat een beoordeling van de kwaliteit van gegevens over de betalingsbalans (BOP), de statistiek van de internationale handel in diensten (ITSS) en de buitenlandse directe investeringen (FDI) die in 2014 door de EU-lidstaten werden ingediend krachtens Verordening (EG) nr. 184/2005. Dit verslag is opgesteld door de Commissie, bijgestaan door het Betalingsbalanscomité, zoals vereist krachtens artikel 4, lid 3, van de verordening, en is gebaseerd op de resultaten van de kwaliteitsbeoordeling door Eurostat tussen januari en juli 2015. Hoewel de kwaliteitsbeoordeling ook betrekking heeft op IJsland en Noorwegen (leden van de Europese Economische Ruimte) bevat het verslag van de Commissie geen analyse van de resultaten voor deze landen.

Dit verslag bevat een korte beschrijving van de beginselen voor de kwaliteitsbeoordeling van officiële statistieken. Daarna volgt een analyse van de mate waarin de BOP-, ITSS- en FDIgegevens voldoen aan de kwaliteitsbeginselen die ten grondslag liggen aan het Europees statistisch systeem (ESS).

Dit verslag is voornamelijk gericht op de eisen voor lidstaten inzake het samenstellen en toezenden van de BOP-, ITSS- en FDI-gegevens en op de vraag of de lidstaten voldoen aan hun wettelijke verplichtingen. Tevens verschaft het verslag informatie die kan worden gebruikt om de kwaliteit van deze gegevens te beoordelen, met bijzondere nadruk op de totalen en de belangrijkste componenten die noodzakelijk zijn voor het samenstellen van aggregaten.

Het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie over de kwaliteit van de BOP-, ITSS- en FDI-statistieken die in 2014 door de lidstaten, IJsland en Noorwegen zijn toegezonden, biedt een diepgaande analyse van de resultaten van de kwaliteitsbeoordeling.


2. Beoordeling van de kwaliteit van de officiële statistieken

Elk jaar beoordeelt Eurostat de kwaliteit van de BOP-, ITSS- en FDI-gegevens overeenkomstig de beginselen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1055/2008 van de Commissie 2 . Eurostat controleert of de gegevens voldoen aan de zeven criteria van artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek 3 , te weten: i) relevantie; ii) nauwkeurigheid; iii) actualiteit; iv) stiptheid; v) toegankelijkheid en duidelijkheid; vi) vergelijkbaarheid; en vii) coherentie. Verordening (EG) nr. 223/2009 4 werd op 29 april 2015 gewijzigd tot versterking van een aantal bepalingen, waaronder die inzake de kwaliteitsbeoordeling.

Eurostat heeft in de loop der jaren methoden en instrumenten voor kwaliteitsbeheer ontwikkeld om Europese statistieken van hoge kwaliteit te kunnen leveren. Kwaliteitsrapportage ondersteunt kwaliteitsbeoordeling, die weer het uitgangspunt voor kwaliteitsverbetering is. In het 'ESS Handbook for quality reports' 5 worden alle methoden beschreven die kunnen worden gebruikt bij de beoordeling van de kwaliteit van officiële statistieken. De gebruikte methode verschilt afhankelijk van de aard van het statistische proces.

Statistieken hebben tot doel ramingen van een onbekende waarde voort te brengen. Variabiliteit en afwijkingen hebben tot gevolg dat deze ramingen niet gelijk zijn aan de werkelijke waarden en dat statistieken last kunnen hebben van vele verschillende steekproef- en nietsteekproeffouten.

Een gevestigde theorie voor het controleren van de nauwkeurigheid van statistieken op basis van steekproeven kijkt naar variabiliteit, d.w.z. de mate waarin een schattingsfunctie rond de verwachte waarde varieert. Variabiliteit wordt uitgedrukt door middel van de variantie, standaardfout, variatiecoëfficiënt en betrouwbaarheidsintervallen.

BOP-statistieken worden (net als nationale rekeningen) opgesteld door middel van een kader voor financiële verslaggeving en zijn gebaseerd op inputs van verschillende primaire statistieken, zoals gegevens over goederen, diensten en FDI. Sommige primaire statistieken zijn gebaseerd op steekproefenquêtes en sommige zijn afkomstig van administratieve gegevens, terwijl andere voortkomen uit modellen.

Een directe benadering van meetnauwkeurigheid is niet mogelijk voor een kader voor financiële verslaggeving zoals de BOP. Volgens de algemene beginselen voor het meten van kwaliteit in de statistiek bestaan de twee belangrijkste instrumenten die moeten worden gebruikt, uit het analyseren van herzieningen (waaruit de mate van nauwkeurigheid van initiële ramingen vergeleken met volgende of laatste ramingen blijkt) en het onderzoeken van fouten en omissies 6 . Beide zijn opgenomen in dit verslag.

Hoewel de kwaliteit van de geaggregeerde statistieken niet een simpele optelsom van de kwaliteit van alle onderliggende primaire gegevens is, is de kwaliteit van de BOP-gegevens afhankelijk van de kwaliteit van alle onderliggende primaire gegevens. Regelmatig worden aparte kwaliteitsrapporten 7 opgesteld voor statistieken betreffende de internationale handel in goederen. Zoals bepaald in de Verordeningen (EG) nr. 638/2004 en (EG) nr. 471/2009, vormen deze statistieken de belangrijkste component van de lopende rekening. Daarom worden alleen de ITSS- en FDI-gegevens samen met de BOP-gegevens beoordeeld.


3. Specifieke kenmerken van deze kwaliteitsbeoordeling

Dit is de eerste kwaliteitsbeoordeling sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 555/2012 van de Commissie 8 . Daarom heeft het nationale kwaliteitsrapport betrekking op de gegevens die zijn geproduceerd met gebruikmaking van de bijgewerkte gegevenseisen en de methode beschreven in de zesde editie van de handleiding van het IMF over de betalingsbalans en internationale investeringspositie (BPM6) (zie tekstvak 1) 9 .

De lidstaten hebben in juni 2014 voor het eerst de gegevens over transacties op basis van BPM6 en de gegevens over de internationale investeringspositie (IIP) toegezonden. In overeenstemming met de nieuwe eisen die zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 555/2012 van de Commissie, zijn nu meer details beschikbaar over de uitsplitsing van transacties, terwijl de frequentie en actualiteit van de gegevens zijn verbeterd. Als gevolg daarvan hebben de eindgebruikers nu een veel beter overzicht van de BOP-, IIP-, ITSS- en FDI-gegevens vergeleken met de gegevens die werden vereist krachtens de BPM5-methode. De nieuwe voorschriften introduceren een nieuwe gegevensreeks over de maandelijkse BOP voor de lidstaten. Naast de verplichte eisen dienen de nationale opstellers nu vrijwillige gegevens in met een bilaterale geografische uitsplitsing van de EU-landen en de aanvullende BOP-aspecten.

2.

Tekstvak 1. De zesde editie van de handleiding van het IMF over de betalingsbalans en de internationale investeringspositie (BPM6)


De BPM6 voorziet in het standaardkader voor het opstellen van statistieken over transacties en posities tussen een economie (afzonderlijk land, monetaire unie (zoals de eurozone) of economische unie (zoals de Europese Unie)) en de rest van de wereld. De handleiding verklaart de begrippen, definities, classificaties en conventies voor de BOP- en IIP-statistieken, verbetert de internationale vergelijkbaarheid van gegevens door internationaal vastgestelde richtsnoeren te bevorderen en toont de verbanden met andere macro-economische statistieken om consistentie tussen de verschillende statistische gebieden te bevorderen. De BPM6 is in overeenstemming met het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen 10 en het systeem van nationale rekeningen 2008 11 , die het statistische kader vormen voor de nationale rekeningen. De handleiding sluit ook aan bij de vierde editie van de Benchmark Definition of Foreign Direct Investment 12 van de OESO, die voorziet in aanvullende richtsnoeren voor FDI-statistieken, en bij het "Manual on Statistics of International Trade in Services 2010" van de Verenigde Naties.

De BPM6 weerspiegelt de wijzigingen die zich sinds 1993 hebben voorgedaan in de wereldeconomie. Deze periode werd gekenmerkt door een aanzienlijke toename van grensoverschrijdende activiteiten als gevolg van de vermindering van handelsbelemmeringen en kapitaalcontroles. Internationale ondernemingsstructuren zijn steeds complexer geworden, met waardeketens, financiële banden en eigendomsstructuren op wereldwijd niveau. Grensoverschrijdende financiële stromen zijn eveneens aanzienlijk toegenomen als gevolg van een dynamische groei in de internationale kapitaalmarkten. De globalisering heeft geleid tot nieuwe beleidsuitdagingen en is de reden voor veel veranderingen die de BPM6 heeft geïntroduceerd. Omdat de transactievolumes vaak slechts een deel van de voorraden vormen, is de internationale investeringspositie (IIP) vaak een nuttigere indicator van de externe financiële situatie van de economie. Dit wordt weerspiegeld in de nieuwe titel 'Handleiding over de betalingsbalans en internationale investeringspositie', waaruit het toenemende belang van de IIP blijkt.


De kwaliteitsverslagen over de BOP, ITSS en FDI zorgen voor regelmatige monitoring van de stabiliteit en consistentie van de gegevens. Het model van het kwaliteitsverslag werd vóór het begin van de kwaliteitsbeoordeling aangepast aan de nieuwe gegevensvoorschriften en de methodologische veranderingen die voortvloeien uit de BPM6. Het bevat nu ook het scorebord-kwaliteitsproces dat is geïntroduceerd in het kader van de procedure voor macroeconomische onevenwichtigheden.


4. Belangrijkste bevindingen van de kwaliteitsbeoordeling

Het werkdocument van de diensten van de Commissie bij dit verslag beschrijft de bevindingen van de kwaliteitsbeoordeling voor elk kwaliteitscriterium. Deze kwaliteitsbeoordeling werd uitgevoerd met de hulp van het Betalingsbalanscomité.

De wijziging van Verordening (EG) nr. 184/2005 bij Verordening (EU) nr. 555/2012 van de Commissie heeft geleid tot een verdergaande harmonisatie van de BOP-, ITSS- en FDIstatistieken in de EU en heeft de voorschriften inzake de gegevensverzameling uitgebreid om meer gegevens beschikbaar te maken voor gebruikers. De kwaliteit van de statistische gebieden die zijn geanalyseerd in het werkdocument van de diensten van de Commissie is over het algemeen bevredigend en voldoet aan de wettelijke voorschriften. Desalniettemin kunnen sommige kwaliteitsindicatoren verschillen tussen de lidstaten en kunnen de indicatorniveaus worden verbeterd.

De resultaten van de eerste kwaliteitsbeoordeling na de invoering van de BPM6 voldoen aan de verwachtingen van Eurostat. Alle lidstaten, behalve Kroatië, waren over het algemeen berekend op de gewijzigde gegevensvoorschriften en methoden. De kwaliteit van de BOPgegevens is de meest bevredigende, terwijl de FDI-statistieken de meeste verbeteringen behoeven. De algemene resultaten op basis van de kwaliteitscriteria die zijn gebruikt bij de beoordeling worden hieronder nader beschreven.

RelevantieDe volledigheid van de gegevens is gemiddeld 96 % voor zowel de maandelijkse als de driemaandelijkse BOP-gegevens, 98 % voor de driemaandelijkse IIP-gegevens, 83 % voor de driemaandelijkse herwaarderingen, 95 % voor de ITSS en 91 % voor de FDI-stromen en voorraden.

27 lidstaten voldoen volledig aan de eisen voor de maandelijkse BOP-gegevens, terwijl één land geen maandelijkse BOP-gegevensreeksen heeft ingezonden. De volledigheid is gelijk aan of meer dan 95 % voor 26 lidstaten met betrekking tot de driemaandelijkse BOP-gegevens en voor 27 lidstaten met betrekking tot de driemaandelijkse IIPgegevens. De volledigheid is gelijk aan of meer dan 95 % voor 24 lidstaten met betrekking tot de ITSS, voor 23 lidstaten met betrekking tot FDI-voorraden en voor 19 lidstaten met betrekking tot FDI-stromen.

De beschikbaarheid van gegevens voor eindgebruikers is bevredigend, met 95 % of meer van de belangrijkste aspecten geschikt voor publicatie. Dit is het geval voor 18 lidstaten met betrekking tot de maandelijkse BOP-gegevens, 20 lidstaten met betrekking tot de driemaandelijkse BOP-gegevens, 22 lidstaten met betrekking tot de driemaandelijkse IIP, 14 lidstaten met betrekking tot ITSS, 12 lidstaten met betrekking tot FDI-stromen en 14 lidstaten met betrekking tot FDI-voorraden. Sommige lidstaten zijn overdadig met het markeren van gegevens als 'niet voor publicatie' of 'vertrouwelijk'. Eurostat werkt nu samen met de nationale autoriteiten van deze lidstaten om de hoeveelheid voor publicatie geschikte gegevens te vergroten. Dit heeft nu al geleid tot verbeteringen ten opzichte van de in dit verslag gemelde situatie.

Kroatië staat in schril contrast met de algemeen goede resultaten, met name wat de volledigheid van gegevens betreft 13 .
NauwkeurigheidDe analyse van herzieningen in dit verslag moet als zeer voorlopig worden beschouwd vanwege de beperkte beschikbaarheid van de gegevensperioden van BPM6, aangezien tot dusver slechts één reeks van de herziene driemaandelijkse gegevens is toegezonden.

Wij hebben slechts geringe herzieningen waargenomen in de maandelijkse en driemaandelijkse posten van de lopende rekening, wat duidt op stabiele ramingen. De relatieve omvang van de herzieningen was groter voor posten betreffende het primaire inkomen en de financiële boekhouding. De lagere stabiliteit heeft voornamelijk te maken met de moeilijkheid van het inschatten van geherinvesteerde winsten. De indicator voor gerichte betrouwbaarheid toont een goede mate van voorspelbaarheid in de eerste beoordelingen van de maandelijkse BOPgegevens. Herzieningen van jaarlijkse gegevens zijn in deze kwaliteitsbeoordeling niet geanalyseerd omdat bepaalde gegevensperioden voor jaarlijkse ITSS en FDI niet beschikbaar waren.
Actualiteit en stiptheidDe actualiteit van de maandelijkse en driemaandelijkse BOPgegevens en de driemaandelijkse IPP-gegevens is geleidelijk verbeterd tussen de eerste preliminaire BPM6toezending in juni 2014 en de meest recentelijk geanalyseerde gegevensreeksen met uiterste termijnen op 15 en 23 december 2014. 24 lidstaten hebben de ITSSgegevens vóór of op de uiterste termijn van 30 september 2014 ingezonden, terwijl 23 lidstaten de FDIgegevens vóór, op of binnen drie dagen na de officiële uiterste datum hebben ingezonden.
VergelijkbaarheidDe asymmetrie van de componenten van de lopende rekening is in de referentieperioden verbeterd. Omdat er voor de EUaggregaten slechts kortere tijdreeksen voor de financiële rekening beschikbaar waren, was het niet mogelijk om de asymmetrie van financiële rekeningen te analyseren. Uit de ervaringen van het Europees FDI-netwerk blijkt dat gegevensuitwisseling tussen landen de asymmetrie daadwerkelijk kan helpen oplossen, maar dat eerst aan verschillende voorwaarden moet worden voldaan.
CoherentieDe algemene consistentie van de resultaten is iets verbeterd na de toepassing van consistentievoorschriften. Eurostat was evenwel niet altijd in staat om de vastgestelde problemen te corrigeren en moest de nationale opstellers verzoeken om toezending van gecorrigeerde gegevensreeksen. Er zijn bijna geen verschillen tussen de driemaandelijkse en jaarlijkse ITSS-gegevens; er zijn echter wel verschillen tussen de driemaandelijkse en jaarlijkse FDIstromen en inkomen. Deze inconsistenties kunnen gewoonlijk worden uitgelegd door vertragingen bij de herziening van de driemaandelijkse reeksen na de jaarlijkse enquêtes.

De lidstaten hebben zich ingespannen om de omvang van fouten en omissies te verminderen. De indicator van de gemiddelde relatieve fout voor fouten en omissies registreerde waarden gelijk aan of hoger dan 5 % voor zes lidstaten, terwijl voor acht lidstaten dit cijfer 0 % of 1 % was voor alle geanalyseerde perioden. De indicator van de gecumuleerde relatieve som van fouten en omissies bleek lager te zijn voor alle landen met hogere aantallen fouten en omissies.

De gerichte consistentie van BOP-statistieken en ITGS blijft groot. Enkele lidstaten hebben de verwachte mate van consistentie echter niet verwezenlijkt.


De algemene kwaliteit van de toegezonden gegevens ingevolge Verordening (EU) nr. 555/2012 van de Commissie is goed. De lidstaten moeten evenwel de resterende tekortkomingen aanpakken. De lidstaten moeten er ook rekening mee houden dat deze eerste beoordeling niet alle dimensies van gegevenskwaliteit kan onderzoeken en dat de deugdelijke en volledige uitvoering van de nieuwe methode nog moet worden geanalyseerd. Eurostat is reeds met deze analyse gestart in samenwerking met de lidstaten in de werkgroep betalingsbalans. Eurostat en de Europese Centrale Bank leggen bezoeken af bij de lidstaten om specifieke nationale kwesties aan te pakken. Bijzondere aandacht en steun wordt verleend aan Kroatië.

Als gevolg van de toenemende behoeften aan gegevens, met name in de nasleep van de financiële crisis, worden de BOP-, IIP-, ITSS- en FDI-gegevens steeds nauwlettender door gebruikers gevolgd. Eurostat en nationale opstellers stellen alles in het werk om ervoor te zorgen dat deze gegevens volledig aan de behoeften van de brede kring van gebruikers voldoen.

Op basis van deze kwaliteitsbeoordeling doet Eurostat de volgende belangrijkste aanbevelingen aan de lidstaten:

Sommige landen moeten de volledigheid van gegevens nog steeds verbeteren om te voldoen aan Verordening (EG) nr. 184/2005.

Landen die een belangrijk deel van de gegevens als 'vertrouwelijk' of 'niet voor publicatie' blijven markeren, dienen de regels betreffende vertrouwelijkheid, zoals vastgelegd in Verordening (EG) nr. 223/2009, toe te passen. Het markeren van gegevens als vertrouwelijk of niet voor publicatie op een meer beperkende manier dan aangegeven in de verordening leidt tot een aanzienlijke vermindering van de waarde van statistische informatie voor gebruikers en verhindert een passende beleidsanalyse op basis van Europese statistiek.

Hardnekkige gegevensasymmetrie moet worden verminderd. Asymmetrie blijft zowel in Europa als wereldwijd een probleem. Eurostat moedigt de lidstaten aan meer van het FDI-netwerk en bilaterale contacten gebruik te maken om andere BOPaspecten af te stemmen.

De omvang van fouten en omissies moet worden verminderd. Dit blijft een belangrijke uitdaging voor een aantal landen. Eurostat moedigt de lidstaten aan om een onderzoek in te stellen naar de redenen voor de hoge aantallen fouten en omissies en maatregelen te nemen om deze te elimineren.

De Commissie zal de kwaliteit van de gegevens over de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen wederom aan de orde stellen na de volgende ronde kwaliteitsbeoordelingen, die in januari 2016 is gestart.

(1) Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen (PB L 35 van 8.2.2005, blz. 23).
(2) Verordening (EG) nr. 1055/2008 van de Commissie van 27 oktober 2008, tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad, wat de kwaliteitscriteria en de kwaliteitsrapporten voor betalingsbalansstatistieken betreft (PB L 283 van 28.10.2008, blz. 3).
(3)

Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

(4) Vgl. Verordening (EU) 2015/759 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 223/2009 betreffende de Europese statistiek (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 90).
(5) ec.europa.eu/eurostat/en/web/products-manuals and-guidelines/-/KS-GQ-15-003 Zie het 'ESS Handbook for quality reports', uitgave 2014,
(6) ec.europa.eu/eurostat/en/web Zie het 'ESS Handbook for quality reports', uitgave 2014,
(7) ec.europa.eu/eurostat/web Zie
(8) Verordening (EU) nr. 555/2012 van de Commissie van 22 juni 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 184/2005 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de communautaire statistiek inzake de betalingsbalans, de internationale handel in diensten en buitenlandse directe investeringen, wat de bijwerking van de gegevensvereisten en de definities betreft (PB L 166 van 27.6.2012, blz. 22).
(9) IMF, 'Handleiding over de betalingsbalans en internationale investeringspositie', zesde editie, Washington D.C. (2009) (in het Engels). Zie https://www.imf.org/external/pubs/ft/bop/2007/bopman6
(10)

Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).

(11) Systeem van nationale rekeningen, vastgesteld door de Statistische Commissie van de Verenigde Naties, unstats.un.org/unsd/nationalaccount/sna2008.asp
(12)

"OECD Benchmark Definition of Foreign Direct Investment" — vierde editie, Parijs (2008).

(13) Kroatië heeft zijn maandelijkse BOP-gegevens in oktober 2015 beschikbaar gesteld, d.w.z. na het einde van de kwaliteitsoefening.