Toelichting bij COM(2016)210 - Globaliseringsfonds aanvraag van Griekenland - EGF/2015/011 GR/Supermarket Larissa

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006 1 ("de EFG-verordening").

2. Op 26 november 2015 heeft Griekenland aanvraag EGF/2015/011 GR/Supermarket Larissa ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen 2 bij Supermarket Larissa ABEE in Griekenland.

3. Na de aanvraag te hebben beoordeeld, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


VAN DE AANVRAAG


EFG-aanvraagEGF/2015/011 GR/Supermarket Larissa
LidstaatGriekenland
Betroffen regio('s) (NUTS 3 -niveau 2)Centraal-Macedonië
(Κεντρική Μακεδονία) (EL12)
Thessalië
(Θεσσαλία) (EL14)
Datum van indiening van de aanvraag26 november 2015
Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag1 december 2015
Datum van het verzoek om aanvullende informatie10 december 2015
Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie21 januari 2016
Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling14 april 2016
Criterium voor steunverleningArtikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming
Supermarket Larissa ABEE

Aantal betroffen ondernemingen
1
Economische sector

(NACE Rev. 2-afdeling) 4
Afdeling 47 ("Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen")

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten
0
Referentieperiode (vier maanden)3 mei 2015 – 3 september 2015
Aantal ontslagen tijdens de referentieperiode (a)557
Aantal ontslagen voor of na de referentieperiode (b)0
Totaal aantal ontslagen (a + b)557
Totaal aantal begunstigden dat in aanmerking komt557
Totaal aantal beoogde begunstigden557
Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen)543
Budget voor individuele dienstverlening (EUR)10 530 000
Budget voor de implementatie van het EFG 5 (EUR)250 000
Totaal budget (EUR)10 780 000
EFG-bijdrage (60 %) (EUR)6 468 000

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG

Procedure

4. Griekenland heeft aanvraag EGF/2015/011 GR/Supermarket Larissa ingediend op 26 november 2015, binnen twaalf weken na de datum waarop aan de in artikel 4 van de EFG-verordening vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. Op 1 december 2015 heeft de Commissie de ontvangst van de aanvraag bevestigd en Griekenland om aanvullende informatie verzocht binnen twee weken na de indiening van de aanvraag, namelijk op 10 december 2015. Die aanvullende informatie werd verstrekt binnen zes weken na het verzoek. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 14 april 2016 af.

Subsidiabiliteit van de aanvraag

2.

Betrokken ondernemingen en begunstigden


5. De aanvraag betreft 557 werknemers 6 die bij Supermarket Larissa ABEE werden ontslagen. Deze onderneming is werkzaam in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2-afdeling 47 (Detailhandel, met uitzondering van de handel in auto's en motorfietsen). De ontslagen bij Supermarket Larissa zijn gevallen in de regio's van NUTS-niveau 2 CentraalMacedonië (Κεντρική Μακεδονία) (EL12) en Thessalië (Θεσσαλία) (EL14).

3.

Criteria voor steunverlening


6. Griekenland heeft de aanvraag ingediend op grond van de criteria voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, die vereisen dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen bij leveranciers en downstreamproducenten en/of van zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd.

7. De referentieperiode van vier maanden loopt van 3 mei 2015 tot en met 3 september 2015. Tijdens de referentieperiode zijn bij Supermarket Larissa ABEE 557 werknemers ontslagen.

4.

Berekening van de gedwongen ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden


8. De ontslagen die tijdens de referentieperiode zijn gevallen, werden berekend vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

5.

In aanmerking komende werknemers


9. In totaal komen 557 werknemers in aanmerking.

6.

Verband tussen de ontslagen en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde wereldwijde financiële en economische crisis


10. Griekenland legt het verband tussen de ontslagen enerzijds en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde wereldwijde financiële en economische crisis anderzijds met het argument dat de Griekse economie zes jaar op rij (2008-2013) een diepe recessie heeft doorgemaakt. Sinds 2008 zijn volgens Elstat (het Griekse bureau voor de statistiek) het Griekse bbp met 25,7 procentpunten, de overheidsconsumptie met 21 procentpunten en de particuliere consumptie met 32,3 procentpunten gedaald, terwijl de werkloosheid met ongeveer 19 procentpunten is toegenomen.

11. Bovendien heeft het dalende bbp de kloof tussen het Griekse bbp per hoofd en het bbp per hoofd in de EU groter gemaakt, waardoor de vooruitgang die Griekenland in de periode 1995-2007 heeft geboekt om tot economische convergentie te komen, ongedaan wordt gemaakt.

12. Voorts neemt de Griekse regering sinds 2008, met het oog op de afbetaling van buitenlandse schulden, onpopulaire maatregelen, zoals een verhoging van de belastingen, een stroomlijning van de overheidsuitgaven en een verlaging van de salarissen in de publieke sector. Ook in de privésector werden de lonen verlaagd in een poging om de Griekse economie concurrerender te maken.

13. Sinds 2008 hebben duizenden ondernemingen hun werkzaamheden gestaakt en hun deuren gesloten, waardoor hun personeel moest worden ontslagen, en hebben ook duizenden zelfstandigen hun werkzaamheden beëindigd; dat alles heeft bijgedragen tot de reeds vermelde scherpe stijging van de werkloosheid.

14. Een onmiddellijk effect van het verlaagde inkomen was een daling van de consumptie. In 2009 volgde de particuliere consumptie in Griekenland dezelfde negatieve trend als in de EU27. In 2010, 2011 en 2013 was er een herstel van de particuliere consumptie op het niveau van de EU27. In Griekenland is de particuliere consumptie sinds het begin van de financiële en economische crisis blijven dalen, en de cijfers werden tijdens de periode 20082013 elk jaar slechter.

7.

Particuliere consumptie

(% verandering in vergelijking met het jaar voordien)

200820092010201120122013
EU-270,9-0,61,00,2-0,50,1
Griekenland2,9-0,3-6,8-7,2-8,9-5,6
Bron: Eurostat 7

15. Volgens een studie die door INE-GSEE 8 werd uitgevoerd en in juli 2014 werd gepubliceerd, hebben drie van de vier arbeiders en bedienden verklaard dat hun inkomen in 2014 door loonsverlagingen is gedaald in vergelijking met het jaar daarvoor. Bovendien verwachtte 38 % van de respondenten dat hun loon in het volgende kwartaal nogmaals zou worden verlaagd, en daarom hadden zij hun uitgaven naar beneden bijgesteld.

16. Tijdens de periode 2009-2015 was de indicator van het consumentenvertrouwen (het gewogen percentage van positieve en negatieve antwoorden) negatief. De indicator verslechterde sterk tijdens de eerste drie jaar (46 (2009); 63 (2010); 74 (2011)) en bereikte zijn dieptepunt in 2012 (75). Sindsdien is het consumentenvertrouwen weer verbeterd en bereikt de indicator weer bijna dezelfde waarden als in 2009: (49 voor de periode 20142015).

17. Volgens het verslag van Elstat over het inkomen en de levensomstandigheden van de gezinnen bevond in 2012 23 % van de Grieken zich onder de armoedegrens 9 .

18. Tot op heden werden voor de detailhandel reeds vijf andere EFG-aanvragen ingediend 10 , die allemaal op de wereldwijde financiële en economische crisis gebaseerd waren.

8.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


19. Volgens de Griekse autoriteiten werden deze ontslagen veroorzaakt door het faillissement en de sluiting van de onderneming. Er waren twee belangrijke redenen voor het faillissement van de onderneming: 1) de daling van het beschikbare gezinsinkomen ingevolge de hogere belastingdruk, de dalende lonen (zowel in de privé- als in de overheidssector) en de stijgende werkloosheid ― wat een zeer sterke daling van de koopkracht tot gevolg had; 2) de drastische afname van de leningen aan ondernemingen en particulieren door het gebrek aan liquide middelen in de Griekse banken. Volgens de Bank van Griekenland is de jaarlijkse groei van leningen aan gezinnen en bedrijven (met uitzondering van financiële ondernemingen) sinds 2010 negatief door een gebrek aan liquide middelen in de Griekse banken.

20. In 1986 heeft een groep kleine kruidenierszaken in de prefectuur Larissa een coöperatie opgericht (Supermarket Larissa). De coöperatie groeide snel en opende nieuwe winkels; daarbij werden nieuwe werknemers-eigenaars in de coöperatie geïntegreerd. Uiteindelijk telde de onderneming 42 winkels en 600 werknemers (waaronder gewone werknemers en werknemers-eigenaars). Door de economische en financiële crisis kwam er een eind aan de succesvolle ontwikkeling van de coöperatie.

21. Door de daling van de koopkracht van de Griekse gezinnen na de neergang van de Griekse economie sinds het begin van de economische en financiële crisis, is de vraag naar producten, zelfs naar basislevensmiddelen, gedaald. In 2015, na een daling gedurende vijf opeenvolgende jaren, was de omzet van de detailhandel in levensmiddelen, dranken en tabak meer dan 30 % lager dan bij het begin van de crisis in 2008.


9.

Omzet van de detailhandel in levensmiddelen, dranken en tabak in Griekenland

(jaarlijkse schommelingen in %)

200920102011201220132014-2015 11
Levensmiddelen, dranken en tabak 12-6,1-5,5-6,0-9,0-9,10,4

Bron: Elstat.

22. De verkoop van Supermarket Larissa kende dezelfde neergang als de Griekse economie, en in 2013 lag die 24 % lager dan in 2009.

10.

Supermarket Larissa ABEE

(verkoop - miljoen EUR)

20092010201120122013
67,666,964,558,651,6

23. Om zich aan de marktsituatie aan te passen, heeft de onderneming een aantal bezuinigingsmaatregelen genomen, zoals loonsverlagingen (-30 %), het opnieuw onderhandelen over huurovereenkomsten, uitstel van de vervaldata van rekeningen, het aanbieden van goedkopere producten, het verlagen van de werkingskosten (bijvoorbeeld door het licht in de winkels minder lang te laten branden), enz. De onderneming kwam de verliezen niet te boven en moest tijdens Q2 2014 uiteindelijk de ene winkel na de andere sluiten. Eén jaar later (tijdens Q2 2015), toen de rechtbank zich uitsprak over het verzoek om faillietverklaring dat een leverancier van Supermarket Larissa had ingediend, volgden dan de sluiting van de onderneming en de daarmee gepaard gaande ontslagen.

11.

Verwachte gevolgen van de ontslagen voor de plaatselijke, regionale of nationale economie en voor de werkgelegenheid


24. De Griekse autoriteiten argumenteren dat de ontslagen bij Supermarket Larissa de werkloosheidssituatie, die ingevolge de economische en financiële crisis reeds was verslechterd en bijzonder kwetsbaar lijkt, verder zullen verslechteren. Griekenland heeft de hoogste werkloosheid van alle EU-lidstaten en de op vier na hoogste werkloosheid wereldwijd 13 .

12.

Werkloosheid



Bron: Eurostat 14 en Elstat.

25. Voorts worden de schulden van Supermarket Larissa bij derde partijen op ongeveer 33,5 miljoen EUR geraamd. Dit treft waarschijnlijk vooral de leveranciers van de supermarkt, met in een domino-effect verdere faillissementen en ontslagen tot gevolg.

26. De meeste ontslagen (97,5 %) zijn gevallen in Thessalië, in de regio van NUTSniveau 3 Larissa (EL142). De werkgelegenheidssituatie in Thessalië leek iets beter dan het nationale gemiddelde (51,8 % t.o.v. 50,8 % in 2012 en 49,6 % t.o.v. 48,8 % in 2013), maar was in 2014 iets slechter (49 % t.o.v. 49,4 %) 15 . Voorts zijn er in de regio te weinig vacatures voor het hoge aantal werkzoekenden. Bijgevolg is 73,5 % 16 van de werklozen in Thessalië reeds meer dan 12 maanden werkloos.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties

13.

Beoogde begunstigden


27. Naar verwachting zullen alle ontslagen werknemers aan de maatregelen deelnemen. De uitsplitsing van die werknemers naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep is als volgt:

CategorieAantal
beoogde begunstigden
Geslacht:Mannen:194(34,8 %)
Vrouwen:363(65,2 %)
Nationaliteit:EU-burgers:556(99,8 %)
Niet-EU-burgers:1(0,2 %)
Leeftijdsgroep:15-24 jaar:0(0,0 %)
25-29 jaar:50(9,0 %)
30-54 jaar:479(86,0 %)
55-64 jaar:28(5,0 %)
Ouder dan 64 jaar:0(0,0 %)

28. Daarenboven zal Griekenland door het EFG medegefinancierde individuele dienstverlening verstrekken aan maximaal 543 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's) en die op de datum van de indiening van de aanvraag jonger waren dan 30 jaar, aangezien de ontslagen die in punt 5 worden vermeld zijn gevallen in de regio's van NUTS-niveau 2 Thessalië (Θεσσαλία) (EL14) en Centraal-Macedonië (Κεντρική Μακεδονία) (EL12), die voor het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief in aanmerking komen.

29. Het geschatte totale aantal beoogde begunstigden dat naar verwachting aan de maatregelen zal deelnemen, met inbegrip van NEET's, bedraagt bijgevolg 1 100.

14.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


30. De individuele dienstverlening aan de ontslagen werknemers en de NEET's omvat de volgende acties.

– Loopbaanbegeleiding. Deze begeleidende maatregel wordt aan alle deelnemers aangeboden en omvat de volgende fasen:

1 Informatie voor NEET's. In tegenstelling tot de beoogde werknemers, die reeds bekend zijn (voormalige werknemers en werknemers-eigenaars van Supermarket Larissa), moet de groep beoogde NEET's nog worden afgebakend. Om de beoogde NEET's te selecteren, zullen de Griekse autoriteiten onder meer criteria toepassen die zijn afgestemd op de criteria van het uitvoeringsplan voor de Griekse jongerengarantie (m.a.w. met uitsluiting bedreigde jongeren, de hoogte van het gezinsinkomen, het onderwijsniveau, de duur van de werkloosheid enz.), alsook rekening houden met blijken van belangstelling. Daartoe zijn zij van plan informatiecampagnes te organiseren die specifiek op NEET's zijn gericht.

2 Intake en registratie. De eerste maatregel die aan alle deelnemers wordt aangeboden (zowel werknemers als NEET's) omvat informatie over beschikbare diensten en opleidingsprogramma's en over vaardigheids- en opleidingseisen.

3 Samenstelling van een persoonlijk en een beroepsdossier. Deze maatregel heeft tot doel werknemers en NEET's inzicht te helpen geven in hun eigen sterke en zwakke punten en in de mogelijkheden die hun interessen bieden, en hen erbij te helpen een realistisch loopbaanplan op te stellen. Na deze beoordelingen wordt een persoonlijk en een beroepsdossier opgesteld, met een individueel project en een actieplan.

4 Hulp bij het zoeken naar een baan en loopbaanbegeleiding. Dit omvat: 1) horizontale opleidingen zoals de ontwikkeling van sociale vaardigheden, aanpassing aan nieuwe situaties, besluitvorming; 2) hulp bij het zoeken naar een baan, inclusief informatie over vacatures, actief onderzoek van de plaatselijke en regionale kansen op werk, technieken voor het zoeken naar een baan en een cursus over het opstellen van cv's en begeleidende brieven en in het voorbereiden van een sollicitatiegesprek; 3) loopbaanbegeleiding: de loopbaanadviseurs zullen de ontslagen werknemers en de NEET's helpen bij hun beroepskeuze en hen in de richting van specifieke vacatures sturen.

5 Begeleiding bij de (re-)integratie op de arbeidsmarkt. De adviseurs zullen de werknemers en NEET's eveneens begeleiden bij de uitvoering van hun opleidingstrajecten en individuele plannen met het oog op hun (re-)integratie op de arbeidsmarkt. De deelnemers die een eigen bedrijf wensen op te richten, zullen daarbij in het kader van de loopbaanbegeleiding algemene ondersteuning en begeleiding krijgen.

6 Monitoring. De monitoring bestaat in een follow-up van de deelnemers tijdens de zes maanden na afloop van de uitvoering van de maatregelen. Deze activiteit zal worden uitgevoerd op kosten van de lidstaat.

– Opleiding, omscholing en beroepsopleiding. In het kader van deze maatregel worden aan werknemers en NEET's beroepsopleidingen aangeboden die beantwoorden aan hun behoeften zoals die bij de loopbaanbegeleiding werden vastgesteld. Het betreft opleidingen op gebieden en in sectoren met goede ontwikkelingsvooruitzichten, die op erkende behoeften van de arbeidsmarkt zijn afgestemd. De opleidingen kunnen ook met stages worden aangevuld.

– Bijdrage aan het opstarten van een bedrijf. De werknemers of NEET's die een eigen bedrijf oprichten, zullen maximaal 15 000 EUR ontvangen als bijdrage in de oprichtingskosten. In Griekenland is de toegang tot financiering een van de grootste problemen waarmee ondernemers te kampen hebben wanneer zij een bedrijf willen oprichten. Door het tekort aan liquide middelen wijzen de banken de meeste verzoeken om een lening af. Met deze maatregel wordt beoogd ondernemerschap door deze financiële steun aan te moedigen. De betaling van de bijdrage zal in termijnen gebeuren nadat bepaalde mijlpalen zijn bereikt, zoals het opstellen van een businessplan, de registratie van de onderneming, enz. Aangezien een vrij groot deel van de begunstigden leden van een coöperatie/werknemers-eigenaars zijn, achten de Griekse autoriteiten het zeer waarschijnlijk dat een deel van de nieuwe ondernemingen de vorm zal hebben van een sociale coöperatie en dus volgens de Griekse wetgeving inzake de sociale economie en sociaal ondernemerschap voor steun in aanmerking zal komen 17 .

– Toelage bij deelname en opleidingstoelage. Om de uitgaven te dekken die zij moeten doen om aan de loopbaanbegeleiding deel te nemen, zullen de deelnemers 50 EUR ontvangen per dag waarop zij aan de maatregel deelnemen. Wanneer zij een opleiding volgen, zullen zij een toelage van 6 EUR per uur ontvangen.

– Mobiliteitstoelage. Werknemers en NEET's die een baan accepteren waarvoor zij moeten verhuizen, ontvangen een eenmalige uitkering van 2 000 EUR voor de noodzakelijke uitgaven.

31. De hier voorgestelde acties zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op passieve sociale bescherming.

32. Griekenland heeft de nodige informatie verstrekt over acties waartoe het betrokken bedrijf krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht is. Het heeft bevestigd dat een financiële bijdrage uit het EFG niet in de plaats zal komen van deze acties.

15.

Geraamde begroting


33. De totale kosten worden op 10 780 000 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 10 530 000 EUR voor individuele dienstverlening en van 250 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage.

34. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 6 468 000 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.


Acties
Geraamd aantal deelnemersGeraamde kosten per deelnemer
(EUR)
Geraamde totale kosten

(EUR)
Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)
Loopbaanbegeleiding1 1001 2501 375 000
Opleiding, omscholing en beroepsopleiding1 1002 6902 960 000
Bijdrage aan het opstarten van een bedrijf20015 0003 000 000
Subtotaal (a):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
7 335 000
(69,66 %)
Toelagen en premies (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)
Toelage bij deelname1 1001 2501 375 000
Opleidingstoelage9001 8001 620 000
Mobiliteitstoelage en bijdrage in de reiskosten1002 000200 000
Subtotaal (b):

Percentage van het pakket individuele dienstverlening
3 195 000
(30,34 %)
Acties overeenkomstig artikel 7, lid 4, van de EFG-verordening
1. Voorbereiding
40 000
2. Beheer
110 000
3. Voorlichting en publiciteit
50 000
4. Controle en rapportage
50 000
Subtotaal (c):

Percentage van de totale kosten
250 000
(2,32 %)
Totale kosten (a + b + c):10 780 000
EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)6 468 000

35. De kosten van de in bovenstaande tabel opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening. Griekenland heeft bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

36. Griekenland heeft bevestigd dat de investeringskosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht, alsook voor overnames door werknemers, per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

16.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


37. Griekenland heeft de beoogde werknemers en de NEET's met ingang van 26 februari 2016 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de acties voor de werknemers zullen bijgevolg van 26 februari 2016 tot en met 26 februari 2018 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen, terwijl de uitgaven voor de acties voor de NEET's van 26 februari 2016 tot en met 31 december 2017. voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking zullen komen.

38. Op 26 februari 2016 heeft Griekenland de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle en rapportage zullen bijgevolg van 26 februari 2016 tot en met 26 augustus 2018 voor een financiële bijdrage uit het EFG in aanmerking komen.

17.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


39. Het nationale publieke investeringsprogramma is de bron van de nationale voor- of medefinanciering.

40. Griekenland heeft bevestigd dat het voor de hierboven beschreven maatregelen waarvoor het een financiële bijdrage uit het EFG ontvangt, niet ook financiële steun van andere financiële instrumenten van de Unie zal ontvangen.

18.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


41. Griekenland heeft laten weten dat het gecoördineerde pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de beoogde begunstigden, het Arbeidsinstituut van de Griekse vakbond GSEE en het Griekse nationale arbeidsbemiddelingsbureau (OAED) 18 . In maart 2015 vond een eerste contactvergadering plaats om na te gaan of een aanvraag ter ondersteuning van de voormalige werknemers van Supermarket Larissa voor EFG-steun in aanmerking kwam. Na herhaalde contacten tussen het Ministerie van Arbeid, Sociale Zekerheid en Sociale Solidariteit en de vertegenwoordigers van de werknemers, is in juli 2015 overeenstemming bereikt over de voorgestelde aanvraag en de inhoud van het geïntegreerde pakket van maatregelen.

Beheers- en controlesystemen

42. De aanvraag bevat een beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Griekenland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd en gecontroleerd door de instanties die de financiering uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Griekenland beheren en controleren. De autoriteit voor de uitvoering van ESF-acties (EYE-EKT) zal optreden als beheersautoriteit, het Comité voor financiële controle van het SecretariaatGeneraal voor fiscaal beleid van het Ministerie van Financiën zal optreden als auditautoriteit en de Speciale Dienst voor certificering en controle van medegefinancierde programma's van het Ministerie van Economie, Infrastructuur, Scheepvaart en Toerisme zal optreden als certificerende autoriteit.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat

43. Griekenland heeft op de volgende punten de nodige garanties geboden:

– bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

– aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

– de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

– de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

– de financiële bijdrage uit het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Begrotingsvoorstel

44. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 19 mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen van 2011) niet overschrijden.

45. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 6 468 000 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.

46. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 20 zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

Met dit besluit samenhangende handelingen

47. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 6 468 000 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

48. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.