Toelichting bij COM(2014)376 - Globaliseringsfonds aanvraag EGF/2014/001 EL/Nutriart

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

1. De regels die van toepassing zijn op de financiële bijdragen uit het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (2014-2020) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] (de EFG-Verordening).

2. De Griekse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/001 EL/Nutriart ingediend voor een financiële bijdrage van het EFG naar aanleiding van ontslagen bij Nutriart S.A en bij 25 leveranciers en downstreamproducenten: AR.ZIGAS & SIA en 24 zelfstandigen die hun werkzaamheden, die van de primaire onderneming in Griekenland afhankelijk waren, hebben beëindigd.

3. Na de aanvraag te hebben onderzocht, heeft de Commissie overeenkomstig alle toepasselijke bepalingen van de EFG-verordening geconcludeerd dat aan de voorwaarden voor het toekennen van een financiële bijdrage uit het EFG is voldaan.

1.

Samenvatting


3.

VAN DE AANVRAAG


EGF-aanvraag:| EGF/2014/001 EL/Nutriart

Lidstaat:| Griekenland

Betroffen regio('s) (NUTS II):| Κεντρική Μακεδονία (Centraal-Macedonië) (EL12) Aττική (Attica) (EL30)

Datum van de indiening van de aanvraag:| 5 februari 2014

Datum van de bevestiging van de ontvangst van de aanvraag:| 14 februari 2014

Datum van het verzoek om aanvullende informatie:| 19 februari 2014

Uiterste termijn voor het verstrekken van de aanvullende informatie:| 2 april 2014

Uiterste datum voor de voltooiing van de beoordeling:| 25 juni 2014

Criterium voor steunverlening:| Artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening

Primaire onderneming:| Nutriart S.A

Economische sector(en) (NACE Rev. 2-afdeling):| Afdeling 10 (Vervaardiging van voedingsmiddelen)[2]

Aantal dochterondernemingen, leveranciers en downstreamproducenten:| 25

Referentieperiode (vier maanden):| 16 juli 2013 – 16 november 2013

Aantal ontslagen en beëindigingen van de werkzaamheden tijdens de referentieperiode (a):| 505

Aantal ontslagen en beëindigingen van de werkzaamheden voor of na de referentieperiode (b):| 3

Totaal aantal ontslagen (a + b):| 508

Geschat totaal aantal beoogde begunstigden:| 508

Aantal beoogde NEET's (jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen:| 505

Uitgaven voor individuele dienstverlening (EUR)| 9 950 000

Uitgaven voor de implementatie van het EFG[3] (EUR)| 210 000

% van de uitgaven voor de implementatie van het EFG| 2,07

Totaal budget (EUR)| 10 160 000

EFG-bijdrage (60 %) (EUR)| 6 096 000

4.

BEOORDELING VAN DE AANVRAAG


Procedure

4. De Griekse autoriteiten hebben aanvraag EGF/2014/001 EL/Nutriart ingediend op 5 februari 2014, binnen 12 weken na de datum waarop aan de in de punten 6 tot en met 8 vermelde criteria voor steunverlening was voldaan. De Commissie heeft de ontvangst van de aanvraag bevestigd binnen twee weken na de indiening van de aanvraag, namelijk op 14 februari 2014. De Commissie heeft de Griekse autoriteiten op 19 februari 2014 om aanvullende informatie verzocht. De Griekse autoriteiten hebben de aanvullende informatie binnen zes weken na het verzoek daarom verstrekt. De termijn van twaalf weken na de ontvangst van de volledige aanvraag, binnen welke de Commissie moet beoordelen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden voor het verlenen van een financiële bijdrage, loopt op 25 juni 2014 af.

5.

Subsidiabiliteit van de aanvraag


Betrokken ondernemingen en begunstigden

5. De aanvraag betreft 508 ontslagen werknemers bij Nutriart S.A (de primaire onderneming) en 25 leveranciers en downstreamproducenten: AR.ZIGAS & SIA en 24 zelfstandigen die hun werkzaamheden, die afhankelijk waren van de primaire onderneming, hebben beëindigd. De primaire onderneming was werkzaam in de economische sector die is ingedeeld in NACE Rev. 2[4]-afdeling 10, 'Vervaardiging van voedingsmiddelen'. De betroffen ondernemingen zijn gevestigd in de NUTS[5] II-regio's Centraal Macedonië (EL12) en Attica (EL30).

6.

Ondernemingen en aantal ontslagen


Nutriart S.A| 481 3

AR.ZIGAS & SIA

Totaal aantal ondernemingen: Totaal aantal ontslagen werknemers:| 484

Totaal aantal zelfstandigen dat zijn werkzaamheden heeft beëindigd:| 24

Totaal (werknemers en zelfstandigen):| 508

7.

Criteria voor steunverlening


6. De Griekse autoriteiten hebben de aanvraag ingediend op grond van het criterium voor steunverlening van artikel 4, lid 1, onder a), van de EFG-verordening, dat vereist dat binnen een referentieperiode van vier maanden in een onderneming in een lidstaat ten minste 500 werknemers gedwongen zijn ontslagen of zelfstandigen hun werkzaamheden hebben beëindigd, met inbegrip van werknemers die gedwongen zijn ontslagen en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd bij leveranciers of downstreamproducenten.

7. De referentieperiode van vier maanden loopt van 16 juli 2013 tot en met 16 november 2013.

8. De aanvraag betreft:

– 478 werknemers die tijdens de referentieperiode van vier maanden in de primaire onderneming zijn ontslagen[6];

– 3 werknemers die tijdens de referentieperiode van vier maanden bij een leverancier van de primaire onderneming zijn ontslagen; en

– 24 zelfstandigen[7] die hun werkzaamheden tijdens de referentieperiode van vier maanden hebben beëindigd.

8.

Berekening van het aantal ontslagen en beëindigingen van werkzaamheden


9. Het ontslag van 481 werknemers bij de primaire onderneming en de leverancier werd berekend vanaf de datum waarop de arbeidsovereenkomst de facto werd beëindigd of afliep.

10. Voor de 24 zelfstandigen werd de datum van de beëindiging van de werkzaamheden overeenkomstig de nationale wet vastgesteld op de datum van de beëindiging van de werkzaamheden volgens de belastingdienst.

9.

In aanmerking komende werknemers en zelfstandigen


11. Naast de werknemers en de zelfstandigen die reeds werden vermeld, komen nog 3 werknemers in aanmerking die vóór de referentieperiode van vier maanden werden ontslagen. Deze werknemers werden ontslagen na de algemene aankondiging van de geplande ontslagen[8] op 21 juni 2013. Er kan een duidelijk oorzakelijk verband worden gelegd met de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de ontslagen tijdens de referentieperiode.

12. In totaal komen 508 werknemers en zelfstandigen in aanmerking.

10.

Verband tussen de ontslagen en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde financiële en economische wereldcrisis


13. Griekenland legt het verband tussen de ontslagen en de beëindigingen van de werkzaamheden enerzijds en de in Verordening (EG) nr. 546/2009 behandelde financiële en economische wereldcrisis anderzijds met het argument dat de Griekse economie voor het zesde jaar op rij (2008-2013) een diepe recessie doormaakt. Sinds 2008 zijn volgens Elstat (het Griekse bureau voor de statistiek) het Grieks bbp met 25 %, de overheidsconsumptie met 21 % en de particuliere consumptie met 32,3 % gedaald, terwijl de werkloosheid met 20,6 % is toegenomen.

14. Bovendien heeft het dalende bbp de kloof tussen het Grieks bbp per hoofd en het bbp per hoofd in de EU groter gemaakt, waardoor de vooruitgang die Griekenland in de periode 1995-2007 heeft geboekt om tot economische convergentie te komen, ongedaan wordt gemaakt.

15. Voorts heeft de Griekse regering in 2008, met het oog op de afbetaling van buitenlandse schulden, onpopulaire maatregelen genomen, zoals een verhoging van de belastinginkomsten, een stroomlijning van de overheidsuitgaven en een verlaging van de salarissen van ambtenaren. Ook in de privésector werden de lonen verlaagd in een poging om de Griekse economie concurrerender te maken. Sinds 2008 hebben duizenden ondernemingen hun werkzaamheden gestaakt en hun deuren gesloten, waardoor hun personeel moest worden ontslagen, en hebben ook duizenden zelfstandigen hun werkzaamheden beëindigd; dat alles heeft bijgedragen tot de scherpe stijging van de werkloosheid. Een onmiddellijk effect van het verlaagde inkomen was een daling van de consumptie.

16. In 2009 volgde de particuliere consumptie in Griekenland dezelfde negatieve trend als in de EU-27. In 2010 en 2011 was er een herstel van de particuliere consumptie op het niveau van de EU-27, die werd gevolgd door een daling in 2012. In Griekenland is de particuliere consumptie sinds het begin van de financiële en economische crisis blijven dalen, en de cijfers werden elk jaar slechter.

Particuliere consumptie (% verandering in vergelijking met het jaar voordien)

|| 2012

EU-| 0,| -1,| 1,| 0,| -0,74

Griekenland| 4,| -1,| -6,| -7,| -9,07

17. Volgens het verslag van Elstat over het inkomen en de levensomstandigheden van de gezinnen bevond in 2012 23 % van de Grieken zich onder de armoedegrens[9].

11.

Factoren die de ontslagen en de beëindigingen van werkzaamheden hebben veroorzaakt


18. Volgens de Griekse autoriteiten hadden de ontslagen drie belangrijke oorzaken: 1) de daling van het beschikbare gezinsinkomen ― ingevolge de hogere belastingdruk, de dalende lonen (zowel in de privé- als in de overheidssector) en de stijgende werkloosheid ― wat een zeer sterke daling van de koopkracht tot gevolg had; 2) de vertraging waarmee de meeste klanten van Nutriart betaalden; en 3) de drastische afname van de leningen aan ondernemingen en particulieren door het gebrek aan liquide middelen in de Griekse banken.

19. In 2008 ontstond Nutriart uit de overname en samensmelting van drie ondernemingen: Katselis Ch. Sons S.A. (een producent van bakkerijproducten), Elvipet S.A. (gespecialiseerd in diepgevroren deegproducten voor cateringbedrijven) en Allatini S.A. (een in 1836 opgericht bedrijf dat bekend was voor zijn bloem van topkwaliteit). Sindsdien heeft Nutriart bakkerijproducten en gebak geproduceerd, zoals brood van verschillende graansoorten, soepstengels, broodjes, muffins, vlinderkoekjes, croissants, enz. voor eindverbruik, en diepgevroren en verduurzaamd deeg voor cateringbedrijven.

20. Door de daling van de koopkracht van de Griekse gezinnen na de neergang van de Griekse economie sinds het begin van de economische en financiële crisis is de vraag naar andere producten dan basisvoedingsmiddelen ingestort. Met name de vraag naar zoete broodproducten en gebak is in 2013 in vergelijking met 2008 met 41 % gedaald. Deze daling van de vraag had rechtstreekse gevolgen voor de omzet van Nutriart, die is gedaald van 79,25 miljoen EUR in 2010 tot 38,32 miljoen EUR in 2011, en verder tot 20,23 miljoen EUR in 2012. In 2013 (januari tot en met mei) bedroeg de omzet van de onderneming nog maar 5,49 miljoen EUR.

21. Een ander gevolg van de recessie van de Griekse economie was de steeds grotere vertraging met de betalingen. De meeste klanten van Nutriart betaalden hun rekeningen pas na 240 in plaats van na 120 dagen, waardoor Nutriart een tekort aan kasstroom kreeg.

22. Om iets tegen het tekort aan kasstroom te ondernemen, vroeg Nutriart de banken om financiële hulp, maar tevergeefs. Volgens de Bank van Griekenland is de jaarlijkse groei van leningen aan gezinnen en bedrijven (met uitzondering van financiële ondernemingen) sinds 2010 negatief door een gebrek aan liquide middelen in de Griekse banken.

23. Door de combinatie van de daling van de omzet die werd veroorzaakt door de daling van het verbruik, de vertragingen bij de betalingen en de onbetaalde rekeningen, en de strengere voorwaarden voor leningen, kon Nutriart geen oplossing vinden, wat ertoe heeft geleid dat de onderneming het faillissement aanvroeg en de werknemers werden ontslagen.

12.

Verwachte gevolgen van de ontslagen op de plaatselijke, regionale of nationale economie en werkgelegenheid


24. De ontslagen vielen in Attica (60 %) en Centraal‑Macedonië (40 %). De Griekse autoriteiten argumenteren dat de ontslagen bij Nutriart de werkloosheidssituatie, die ingevolge de economische en financiële crisis reeds was verslechterd en in beide regio's bijzonder kwetsbaar lijkt, verder zullen verslechteren. In Q4 2013 bedroeg de werkloosheid 28,2 % in Attica en 30,3 % in Centraal-Macedonië[10]. Voorts zijn er in beide regio's te weinig vacatures voor het hoge aantal werkzoekenden. Bijgevolg is meer dan 70 % van de werklozen reeds meer dan 12 maanden werkloos. In Centraal‑Macedonië is de situatie van jonge werkzoekenden bijzonder zorgwekkend, aangezien 60,4 % van de jongeren werkloos is.

25. Doordat ondernemingen uit de secundaire sector, zoals Nutriart S.A, failliet gaan, bevindt de Griekse economie zich in een '"desinvesteringsproces" (zij verliest met andere woorden haar productiecapaciteit). Volgens de OESO zijn de bruto‑investeringen in vaste activa[11] in de periode 2008-2013 met 20 % gedaald. Door de ontslagen bij Nutriart zal het aantal werkzoekenden in de regio toenemen, terwijl het aantal beschikbare banen ingevolge het verlies aan productiecapaciteit door het faillissement van de onderneming zal afnemen. De ontslagen kunnen bijgevolg worden geacht zeer negatieve gevolgen te hebben voor de regionale en plaatselijke economie.

26. Bovendien is de regio Attica goed voor 43 % van het Grieks bbp; de gevolgen van de sluiting van ondernemingen die in deze regio gevestigd zijn, zullen zich bijgevolg in de hele Griekse economie laten voelen.

13.

Beoogde begunstigden en voorgestelde acties


Beoogde begunstigden

27. Uitsplitsing van de beoogde werknemers en zelfstandigen naar geslacht, nationaliteit en leeftijdsgroep:

Categorie| Aantal beoogde begunstigden

Geslacht:| Mannen:| (66,34 %)

|| Vrouwen:| (33,66 %)

Nationaliteit:| EU-ingezetenen:| (98,62 %)

|| niet-EU-ingezetenen:| (1,38 %)

Leeftijdsgroep:| 15-24 jaar:| (0,20 %)

|| 25-29 jaar:| (5,31 %)

|| 30-54 jaar:| (86,42 %)

|| 55-64 jaar:| (8,07 %)

|| Ouder dan 64 jaar:| (0,00 %)

28. Naar verwachting zullen 508 beoogde werknemers en zelfstandigen aan de maatregelen deelnemen.

29. De Griekse autoriteiten zullen individuele dienstverlening verstrekken die door het EFG wordt medegefinancierd aan maximaal 505 jongeren die geen werk hebben en evenmin onderwijs of een opleiding volgen (NEET's) en die op de datum van de indiening van de aanvraag jonger waren dan 30 jaar, aangezien alle ontslagen die in punt 8 worden vermeld zich voordoen in de NUTS II-regio's Centraal-Macedonië (EL12) en Attica (EL30), die voor het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief in aanmerking komen.

30. Het geschatte totale aantal beoogde begunstigden dat naar verwachting aan de maatregelen zal deelnemen, met inbegrip van NEET's, bedraagt bijgevolg 1 013.

14.

Subsidiabiliteit van de voorgestelde maatregelen


31. De individuele dienstverlening die aan werknemers die zijn ontslagen, zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd en NEET's moet worden verstrekt, bestaat uit de volgende maatregelen die samen een gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening vormen.

– Loopbaanbegeleiding: deze begeleidende maatregel wordt aan alle deelnemers aangeboden en omvat de volgende fasen: 1. Informatie voor NEET's. In tegenstelling tot de 508 beoogde werknemers en die reeds bekend zijn (voormalige werknemers van Nutriart, leveranciers en downstreamproducenten), moet de groep beoogde NEET's nog worden afgebakend. Een van de criteria die de Griekse autoriteiten zullen toepassen om de beoogde NEET's te selecteren, zijn blijken van belangstelling. Daartoe zijn zij van plan informatiecampagnes te organiseren die specifiek op NEET's gericht zijn. 2. Intake en registratie. De eerste maatregelen die aan alle deelnemers worden aangeboden (zowel werknemers als NEET's) omvatten informatie over beschikbare diensten en opleidingsprogramma's en over vaardigheids- en opleidingseisen. 3. Beoordeling van de vaardigheden en samenstelling van een persoonlijk en beroepsdossier. Deze maatregel heeft tot doel werknemers en NEET's inzicht te helpen geven in hun eigen vaardigheden en in de mogelijkheden die hun interessen bieden, en hen erbij te helpen een realistisch loopbaanplan op te stellen. De beoordeling van de vaardigheden omvat een intensieve en gepersonaliseerde begeleiding, die is gestructureerd als een traject dat bestaat uit verschillende fasen waarin de werknemer en de begeleider aan een thema werken (bijvoorbeeld kansen, interessen, analyse van de motivaties en verwachtingen, hinderpalen, enz.). Na deze beoordelingen wordt een persoonlijk en beroepsdossier opgesteld, met een overzicht van de vaardigheden van de deelnemer, zijn/haar individuele project en een actieplan. 4. Hulp bij het zoeken naar een baan en loopbaanbegeleiding. Dit omvat: 1) horizontale opleidingen zoals de ontwikkeling van sociale vaardigheden, aanpassing aan nieuwe situaties, besluitvorming; 2) hulp bij het zoeken naar een baan, inclusief informatie over vacatures, actief onderzoek van de plaatselijke en regionale kansen op werk, technieken voor het zoeken naar een baan en een opleiding in het opstellen van cv's en begeleidende brieven en in het voorbereiden van een sollicitatiegesprek; (3) loopbaanbegeleiding: de loopbaanbegeleiders zullen de ontslagen werknemers helpen bij hun beroepskeuze en hen in de richting van specifieke vacatures leiden. 5. Begeleiding bij de (re-)integratie op de arbeidsmarkt. De adviseurs zullen de werknemers en NEET's eveneens begeleiden bij de uitvoering van hun opleidingstrajecten en individuele plannen met het oog op hun (re-)integratie op de arbeidsmarkt. 6. Monitoring. De monitoring bestaat in een follow-up van de deelnemers tijdens de zes maanden na afloop van de uitvoering van de maatregelen.

– Opleiding, omscholing en beroepsopleiding. In het kader van deze maatregel worden aan werknemers en NEET's beroepsopleidingen aangeboden die beantwoorden aan hun behoeften zoals die bij de loopbaanbegeleiding werden vastgesteld. Het betreft opleidingen op gebieden en in sectoren met goede ontwikkelingsvooruitzichten, die op erkende behoeften van de arbeidsmarkt zijn afgestemd. De opleidingen kunnen ook met stages worden aangevuld.

– Specifieke begeleiding bij het oprichten van een eigen bedrijf en ontwikkeling van een starterscentrum. Deze maatregel bestaat in specifieke begeleiding bij het oprichten van een eigen bedrijf en besteedt in het bijzonder aandacht aan minder traditionele bedrijven en de ontwikkeling van een starterscentrum. Het starterscentrum is een structuur die specifiekere en uitgebreidere begeleiding zal verstrekken door één of meer groepen onderling verband houdende nieuwe bedrijven te steunen: het zal netwerking tussen de deelnemers en aldus ook gezamenlijk optreden in de bedrijfscontext mogelijk maken (doeltreffender samen problemen oplossen, ervaringen en goede praktijken uitwisselen, enz.). Deze structuur moet ondernemers steunen wier onderneming minder traditioneel is en daardoor meer profijt kan trekken van nieuwe technologieën, innovatievere benaderingen enz. De deelnemers die een eigen bedrijf wensen op te richten, zullen daarbij in het kader van de loopbaanbegeleiding algemene ondersteuning en begeleiding krijgen. Naar schatting zullen ongeveer 150 deelnemers aan de begeleiding bij het oprichten van een bedrijf over een voldoende uitgewerkt concept beschikken om een bedrijf te kunnen oprichten; niet aan al deze deelnemers zullen de diensten van het starterscentrum worden aangeboden, aangezien deze voor innovatieve bedrijven bedoeld zijn.

– Bijdrage aan het opstarten van een bedrijf. De werknemers of NEET's die een eigen bedrijf oprichten, zullen maximaal 15 000 EUR ontvangen als bijdrage in de oprichtingskosten. In Griekenland is de toegang tot financiering een van de grootste problemen waarmee ondernemers te kampen hebben wanneer zij een bedrijf willen oprichten. Door het tekort aan liquide middelen wijzen de banken de meeste verzoeken om een lening af. Met deze maatregel wordt beoogd ondernemerschap door deze financiële steun aan te moedigen.

– Toelage voor het zoeken naar werk. Om de uitgaven te dekken die zij moeten doen om aan de loopbaanbegeleiding deel te nemen, zullen de deelnemers 50 EUR ontvangen per dag waarop zij aan de maatregel deelnemen. Wanneer zij een opleiding volgen, zullen zij een toelage van 7,5 EUR per uur ontvangen.

– Mobiliteitstoelage. Werknemers en NEET's die een baan accepteren waarvoor zij moeten verhuizen, ontvangen een eenmalige uitkering van 2 000 EUR voor de noodzakelijke uitgaven.

32. De voorgestelde maatregelen die hier worden beschreven, zijn actieve arbeidsmarktmaatregelen die behoren tot de in artikel 7 van de EFG-verordening vastgestelde subsidiabele acties. Deze maatregelen komen niet in de plaats van maatregelen die gericht zijn op een passieve sociale bescherming.

33. De Griekse autoriteiten hebben bevestigd dat geen van deze maatregelen krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten onder de verantwoordelijkheid van de ondernemingen vallen.

15.

Geraamd budget


34. De totale kosten worden op 10 160 000 EUR geraamd, met inbegrip van uitgaven voor een bedrag van 9 950 000 EUR voor individuele dienstverlening en van 210 000 EUR voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit en controle en rapportage.

35. Van het EFG wordt in totaal een financiële bijdrage van 6 096 000 EUR (60 % van de totale kosten) gevraagd.

Acties| Geraamd aantal deelnemers| Geraamde kosten/deelnemer (EUR) (*)| Geraamde totale kosten (EUR) (**)

16.

Individuele dienstverlening (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder a) en c), van de EFG-verordening)


Loopbaanbegeleiding| 1 1 1 262 500

Opleiding, omscholing en beroepsopleiding| 1 2 3 000 000

Specifieke begeleiding bij het oprichten van een eigen bedrijf en ontwikkeling van een starterscentrum| 2 175 000

Bijdrage aan het opstarten van een bedrijf (subsidie bij het zich vestigen als zelfstandige)| 15 2 250 000

Subtotaal (a):| –| 6 687 500

(67,21 %)

17.

Toelagen en stimulerende maatregelen (acties overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening)


Toelage voor het zoeken naar werk| 1 3 3 062 500

Mobiliteitstoelage| 2 200 000

Subtotaal (b):| –| 3 262 500

(32,79 %)

18.

Activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit, en controle


1. Voorbereiding| –| 40 000

2. Beheer| –| 40 000

3. Voorlichting en publiciteit| –| 100 000

4. Controle en rapportage| –| 30 000

Subtotaal (c):| –| 210 000

(2,07 %)

Totale kosten (a + b + c):| –| 10 160 000

EFG-bijdrage (60 % van de totale kosten)| –| 6 096 000

(*) Om decimale cijfers te vermijden, zijn de geraamde kosten per werknemer afgerond. De afronding heeft evenwel geen gevolgen voor de totale kosten van elke maatregel, die dezelfde blijven als die in de door Griekenland ingediende aanvraag.

(**) Door het afronden kloppen de totalen niet exact.

36. De kosten van de in de tabel hierboven opgenomen acties die vallen onder artikel 7, lid 1, onder b), van de EFG-verordening bedragen niet meer dan 35 % van de totale kosten voor het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening. De Griekse autoriteiten hebben bevestigd dat deze acties afhangen van de actieve deelname van de beoogde begunstigden aan opleidingsactiviteiten en activiteiten in verband met het zoeken van een baan.

37. De Griekse autoriteiten hebben bevestigd dat de investeringkosten voor wie zich als zelfstandige vestigt of een eigen bedrijf opricht en voor overnames door werknemers per begunstigde niet meer dan 15 000 EUR zullen bedragen.

19.

Periode waarbinnen de uitgaven subsidiabel zijn


38. De Griekse autoriteiten hebben de beoogde begunstigden met ingang van 30 april 2014 individuele dienstverlening verstrekt. De uitgaven voor de in punt 31 genoemde acties zullen bijgevolg van 30 april 2014 tot en met 30 april 2016 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

39. Op 31 maart 2014 hebben de Griekse autoriteiten de eerste administratieve uitgaven gedaan met het oog op de implementatie van het EFG. De uitgaven voor de activiteiten op het vlak van voorbereiding, beheer, voorlichting en publiciteit en controle en rapportage zullen bijgevolg van 31 maart 2014 tot en met 31 oktober 2016 voor een financiële bijdrage van het EFG in aanmerking komen.

20.

Complementariteit met acties die door nationale of EU-fondsen worden gefinancierd


40. De Griekse autoriteiten hebben erop gewezen dat de financiële bijdrage van het EFG niet in de plaats komt van acties waartoe de betrokken bedrijven krachtens de nationale wetgeving of collectieve arbeidsovereenkomsten verplicht zijn.

41. Het overheidsinvesteringsprogramma van het Ministerie van Ontwikkeling is de bron van de nationale voor- of medefinanciering.

42. De Griekse autoriteiten hebben erop gewezen dat de hierboven beschreven maatregelen die een financiële bijdrage uit het EFG ontvangen, niet ook steun van andere financiële instrumenten van de Unie zullen ontvangen.

21.

Procedures voor het overleg met de beoogde begunstigden, hun vertegenwoordigers of de sociale partners, alsook plaatselijke en regionale autoriteiten


43. De Griekse autoriteiten hebben laten weten dat het gecoördineerd pakket van individuele dienstverlening werd opgesteld in overleg met de vertegenwoordigers van de beoogde begunstigden, de vakbond GSEE[12] en de Helleense Confederatie van ondernemingen. In december 2013 is de voorgestelde aanvraag besproken op verschillende vergaderingen met de sociale partners, die werden geraadpleegd over diverse aspecten van de inhoud van het geïntegreerd pakket van maatregelen.

Beheers- en controlesystemen



44. De aanvraag bevat een gedetailleerde beschrijving van de beheers- en controlesystemen die de verantwoordelijkheden van de betrokken organen specificeert. Griekenland heeft de Commissie meegedeeld dat de financiële bijdrage zal worden beheerd en gecontroleerd door de instanties die de financiering uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) in Griekenland beheren en controleren. De autoriteit voor de coördinatie en de monitoring van ESF-acties (Eysekt) zal optreden als beheersautoriteit en EDEL (het fiscaal auditcomité) als controleautoriteit.

22.

Toezeggingen door de betrokken lidstaat


45. De Griekse autoriteiten hebben op de volgende punten de nodige garanties geboden:

– bij de toegang tot de voorgestelde acties en hun uitvoering zullen de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie worden gerespecteerd;

– aan de voorschriften van de nationale en EU-wetgeving betreffende collectieve ontslagen is voldaan;

– Nutriart S.A is haar wettelijke verplichtingen bij ontslagen nagekomen en heeft voor haar werknemers dienovereenkomstig de nodige maatregelen getroffen;

– Nutriart S.A heeft het faillissement aangevraagd en de uitspraak van de betrokken rechtbank wordt in het najaar van 2014 verwacht; Nutriart is niet van plan om achteraf haar werkzaamheden te hervatten;

– de voorgestelde acties zullen steun verlenen aan individuele werknemers en zullen niet worden gebruikt om ondernemingen of sectoren te herstructureren;

– de voorgestelde acties zullen geen financiële steun ontvangen van andere fondsen of financiële instrumenten van de Unie, en dubbele financiering zal worden voorkomen;

– de voorgestelde maatregelen zullen complementair zijn met acties die door de structuurfondsen worden gefinancierd;

– de financiële bijdrage van het EFG zal voldoen aan de procedurele en materiële EU-regels inzake overheidssteun.

2.

Gevolgen voor de begroting



23.

Begrotingsvoorstel


46. Zoals vastgesteld in artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2012 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020[13] mag het EFG het jaarlijks maximumbedrag van 150 miljoen EUR (prijzen 2011) niet overschrijden.

47. Na de aanvraag te hebben onderzocht op de voorwaarden van artikel 13, lid 1, van de EFG-verordening, en rekening houdend met het aantal beoogde begunstigden, de voorgestelde acties en de geraamde kosten, stelt de Commissie voor om uit het EFG een bedrag van 6 096 000 EUR beschikbaar te stellen, hetgeen overeenstemt met 60 % van de totale kosten van de voorgestelde acties, teneinde een financiële bijdrage te leveren aan de aanvraag.

48. Overeenkomstig punt 13 van het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer[14] zal het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk worden genomen.

24.

Met dit besluit samenhangende handelingen


49. Samen met dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een voorstel in voor een overschrijving van 6 096 000 EUR naar het desbetreffende begrotingsonderdeel.

50. Wanneer de Commissie dit voorstel voor een besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen goedkeurt, zal zij aan de hand van een uitvoeringshandeling tegelijkertijd een besluit over een financiële bijdrage vaststellen, dat in werking zal treden op de datum waarop het Europees Parlement en de Raad het voorgestelde besluit om middelen uit het EFG beschikbaar te stellen, vaststellen.