Toelichting bij COM(2016)384 - Wijziging van de maatregelen met betrekking tot de toepasselijke kwantitatieve beperking voor de aankoop van mageremelkpoeder betreft

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het marktevenwicht in de sector melk en zuivelproducten is reeds lange tijd ernstig verstoord. De mondiale vraag naar melk en zuivelproducten is in de loop van 2015 gedaald, vooral als gevolg van de invoering en de verlenging van het Russische invoerverbod en de afnemende invoer in China, de grootste importeur van zuivelproducten ter wereld. Tezelfdertijd is het melkaanbod in de voornaamste exporterende regio's over het algemeen toegenomen.

Met name in de Unie geeft de melkproductie een stijging te zien, omdat er als gevolg van het aflopen van de melkquotaregeling en de positieve vooruitzichten op de wereldmarkt voor de middellange termijn is geïnvesteerd in de melkproductiecapaciteit. In 2015 werd in de Unie 2,5 % meer melk geleverd, wat neerkomt op een toename van de hoeveelheid rauwe melk met meer dan 3,5 miljoen ton. De overtollige melk moet worden verwerkt tot langdurig houdbare producten als boter en mageremelkpoeder. In 2015 werd dan ook 8,1 % meer mageremelkpoeder en 4,7 % meer boter geproduceerd. Ramingen van DG AGRI geven aan dat in 2016 nog eens 1,4 % meer EU-melk zal worden geleverd.

De prijzen van mageremelkpoeder in de Unie zijn bijgevolg gedaald in 2014 en 2015, tot het niveau van de openbare-interventieprijs. De prijzen voor boter staan ook onder druk, maar liggen voorlopig nog boven de openbare-interventieprijs.

In artikel 3 van Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad zijn voor de aankoop van boter en mageremelkpoeder tegen de in artikel 2 van die verordening bedoelde vaste prijs kwantitatieve beperkingen vastgelegd (50 000 ton voor boter en 109 000 ton voor mageremelkpoeder). Zodra die drempels worden bereikt, moeten de aankopen worden verricht via een openbare inschrijving ter bepaling van de maximale aankoopprijs.

Om de sector melk en zuivelproducten in de huidige moeilijke marktsituatie te helpen een nieuw evenwicht te vinden en om het vertrouwen in de doeltreffendheid van de interventiemechanismen te vrijwaren, heeft de Raad besloten tot een verhoging van de kwantitatieve beperkingen voor de aankoop van boter en mageremelkpoeder tegen een vaste prijs in 2016.

De kwantitatieve beperking voor mageremelkpoeder, die aanvankelijk op 109 000 ton was vastgesteld, werd bereikt op 31 maart 2016. In afwachting van het hierboven bedoelde besluit van de Raad heeft een openbare inschrijving plaatsgevonden en is ca. 27 000 ton mageremelkpoeder via die procedure aangekocht.

Sinds de aankoop tegen een vaste prijs in het kader van het verdubbelde maximum is hervat, liggen de hoeveelheden mageremelkpoeder die wekelijks worden aangekocht, aanzienlijk hoger dan aan het begin van het jaar. Het ziet ernaar uit dat het nieuwe maximum snel zal worden bereikt.

Daarom dient, om dezelfde reden als voor het oorspronkelijke Raadsbesluit, de kwantitatieve beperking voor de aankoop van mageremelkpoeder tegen een vaste prijs verder te worden verhoogd. Voor boter dringt een verhoging van de kwantitatieve beperking zich niet op, aangezien daarvoor tot dusverre geen aanbieding is ontvangen.

Aangezien het mogelijk is dat vóór de inwerkingtreding van deze verordening al automatisch een openbare inschrijving is geïnitieerd, mogen de in het kader van die procedure aangekochte hoeveelheden niet in aanmerking worden genomen en dus niet van het nieuwe maximum worden afgetrokken.

Om ervoor te zorgen dat de in deze verordening vastgestelde maatregel een onmiddellijk effect op de markt heeft en bijdraagt aan de stabilisering van de prijzen, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan.

Samenhang met bestaand beleid op het betrokken gebied

Dit voorstel is erop gericht de markten te stabiliseren en de landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te bieden, en strookt derhalve met de geest van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten.

Het voorstel is in overeenstemming met artikel 43, lid 3, VWEU, waarin is bepaald dat de Raad, op voorstel van de Commissie, de maatregelen vaststelt voor de prijsbepaling, de heffingen, de steun en de kwantitatieve beperkingen, alsook voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

N.v.t.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Het voorstel valt onder de gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten, en is in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Keuze van het instrument

N.v.t.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

N.v.t.

Raadpleging van belanghebbenden

N.v.t.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

N.v.t.

Effectbeoordeling

N.v.t.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

N.v.t.

Grondrechten

N.v.t.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De gevolgen van dit voorstel voor de begroting zijn beperkt tot het verschil tussen de vaste prijs als bedoeld in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad en de prijs die uiteindelijk zou voortvloeien uit een openbare inschrijving. Onder de huidige omstandigheden (en gelet op eerdere ervaringen) zou die laatstbedoelde prijs waarschijnlijk in de buurt van de vaste prijs uitkomen en zouden de werkelijke gevolgen voor de begroting bijgevolg te verwaarlozen zijn.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende monitoring, evaluatie en rapportage

N.v.t.

Toelichtende stukken (voor richtlijnen)

N.v.t.

Toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

N.v.t.