Toelichting bij COM(2016)456 - Voorstel tot vaststelling van de lijst van projecten voor energie-infrastructuur van de energiegemeenschap

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op 16 oktober 2015 heeft de ministerraad van de energiegemeenschap een besluit vastgesteld over de uitvoering van Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur 1 . Het doel van deze maatregel was om een rechtskader tot stand te brengen om vast te stellen welke belangrijke, tussen de overeenkomstsluitende partijen en tussen de overeenkomstsluitende partijen en de lidstaten van de EU overeengekomen energie-infrastructuurprojecten prioriteit hebben.


Verordening (EU) nr. 347/2013, zoals vastgesteld in de energiegemeenschap, voorziet in een breed kader voor het stroomlijnen van de vergunningverlenings-, regulerings- en kostentoewijzingsprocedures van de verdragsluitende partijen. Op grond van de verordening is, onder voorbehoud van een aantal criteria, ook een besluit van de ministerraad vereist om uit hoofde van titel III van het Verdrag tot oprichting van de energiegemeenschap een lijst van prioritaire infrastructuurprojecten vast te stellen die 'projecten van belang voor de energiegemeenschap' (projects of Energy Community interest – PECI) worden genoemd. De uiterste termijn voor omzetting van de voornaamste bepalingen van de verordening en de uiterste termijn voor de vaststelling van de lijst van PECI’s is 31 december 2016.


De lijst van projecten in bijlage 2 bij dit besluit is ingediend door de initiatiefnemers van de projecten en is aan een openbare raadpleging onderworpen door het secretariaat 2 van de energiegemeenschap. Zoals in de verordening is bepaald, wordt deze lijst door de instellingen van de energiegemeenschap gecontroleerd. De Commissie informeert de Raad over alle ontwikkelingen met betrekking tot dit proces. De Commissie zal het definitieve standpunt van de Europese Unie voorstellen ten aanzien van het besluit van de ministerraad houdende vaststelling van de lijst van projecten van belang voor de energiegemeenschap in het kader van de voorbereidingen voor de ministerraad in Sarajevo op 14 oktober 2016.


Verordening (EU) nr. 347/2013 voorziet ook in de mogelijkheid tot toepassing van de bepalingen van de verordening bij 'projecten van wederzijds belang' (projects of mutual interest – PMI). Dat zijn projecten die ten goede komen aan twee aan elkaar grenzende staten (een overeenkomstsluitende partij enerzijds en een lidstaat anderzijds), maar die niet de wettelijke status van project van belang voor de energiegemeenschap hebben. Tegelijk worden deze projecten ondersteund door de overeenkomstsluitende partijen en de betrokken lidstaten. Met betrekking tot dergelijke projecten stelt de Commissie voor dat de EU, naast het voorstel voor een juridisch bindend besluit inzake PECI’s, aan de ministerraad van de energiegemeenschap voorstelt een aanbeveling te doen om een politieke impuls te geven en alle nodige wettelijke maatregelen te nemen om vooruitgang te boeken met de verwezenlijking van PMI's.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Op grond van artikel 7, lid 5, onder a), van het besluit van de ministerraad over de uitvoering van Verordening (EU) nr. 347/2013 3 stelt de ministerraad de lijst van projecten van belang voor de energiegemeenschap vast bij een besluit uit hoofde van titel III van het Verdrag tot oprichting van de energiegemeenschap.


Krachtens artikel 82 van het Verdrag tot oprichting van de energiegemeenschap worden maatregelen uit hoofde van titel III op voorstel van een partij of van het secretariaat door de ministerraad getroffen. De Commissie stelt voor om namens de Europese Unie een dergelijk voorstel te doen aan de ministerraad van de energiegemeenschap.


Het standpunt van de Europese Unie ten aanzien van het besluit van de ministerraad moet worden vastgesteld overeenkomstig artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en overeenkomstig het bepaalde in Besluit 2006/500/EG van de Raad van 29 mei 2006 betreffende de sluiting van het Verdrag tot oprichting van de energiegemeenschap door de Europese Gemeenschap.


Overeenkomstig artikel 76 van het Verdrag tot oprichting van de energiegemeenschap is de aanbeveling van de ministerraad niet bindend en valt derhalve buiten het toepassingsgebied van artikel 218, lid 9, VWEU. De tekst van de aanbeveling is ter informatie aan dit besluit gehecht.


Het procedurele besluit dat ten grondslag ligt aan de procedure in de ministerraad 4 vereist dat documenten twee maanden vóór de vergadering van de ministerraad worden ingediend, dat wil zeggen op 13 augustus 2016.

3. RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN

Zoals vereist op grond van de goedgekeurde verordening zijn twee werkgroepen opgericht om de lijst van PECI’s op te stellen. Het secretariaat van de energiegemeenschap is op 2 mei 2016 gestart met een openbare raadpleging over de projecten die zijn ingediend door initiatiefnemers van projecten. In de loop van 2016 is beoordeeld of de projecten voor een status als PECI of PMI in aanmerking kwamen. Voor elk project is een kosten-batenanalyse uitgevoerd, aan de hand waarvan de projecten zijn gerangschikt op basis van specifieke puntenscores naar de mate waarin zij aan de criteria voldoen. Aan het einde van de procedure, naar verwachting eind september 2016, zullen de groepen op basis van consensus een ontwerp van voorlopige lijst van PECI's voorstellen aan het besluitvormingsorgaan, de permanente groep op hoog niveau van de energiegemeenschap (Permanent High Level Group – PHLG). Na het positieve advies van de commissie voor regelgeving van de energiegemeenschap wordt de definitieve lijst van PECI’s ter goedkeuring aan het besluitvormingsorgaan voorgesteld tijdens de vergadering op 13 oktober 2016. De uiteindelijke lijst van de energiegemeenschap zal worden voorgelegd aan de ministerraad voor een besluit op 14 oktober 2016.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Niet van toepassing.