Toelichting bij COM(2016)604 - Wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

In de eerste jaren van het meerjarig financieel kader (MFK) voor de jaren 2014-2020 is de Unie geconfronteerd met onvoorziene uitdagingen van ongekende omvang als gevolg van instabiliteit in de buurlanden, die tot veiligheidsdreigingen en massale migratiestromen heeft geleid.

In haar mededeling over de "Tussentijdse evaluatie/herziening van het meerjarig financieel kader 2014-2020 — Een resultaatgerichte EU-begroting" 1 heeft de Commissie een beoordeling gemaakt van de werking en het gebruik van speciale instrumenten in de eerste twee tot drie jaar van de uitvoering van het MFK.

Om aanvullende financiële middelen vrij te maken voor maatregelen die bijdragen tot het aanpakken van de bovenvermelde uitdagingen, is ruim gebruik gemaakt van alle beschikbare begrotingsmiddelen, met inbegrip van herschikkingen, marges en speciale instrumenten, en werden nieuwe instrumenten, zoals trustfondsen van de Europese Unie en de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije opgezet om aanvullende financiële middelen op te nemen zonder afbreuk te doen aan de beperkingen van het MFK. In vergelijking met de vorige periode hebben de speciale instrumenten die zijn vastgelegd in Verordening nr. 1311/2013 2 ("de MFK-verordening") de flexibiliteit van het MFK aanzienlijk vergroot, waardoor de Unie doortastend kan optreden. Als deze uitdagingen echter blijven bestaan, staat het vermogen van de Unie om snel te reageren in noodsituaties op het spel.

Tegen deze achtergrond heeft het Europees Parlement gepleit voor doortastende maatregelen om de flexibiliteit van de EU-begroting te vergroten 3 ; tijdens informele besprekingen in de Raad is er eveneens op gewezen dat het huidige MFK beter moet kunnen inspelen op onvoorziene gebeurtenissen 4 .

2. JURIDISCHE GRONDSLAG EN INHOUD VAN HET VOORSTEL

Dit voorstel is gebaseerd op artikel 2 van de MFK-verordening, waarin is bepaald dat de tussentijdse evaluatie van het MFK, in voorkomend geval, vergezeld gaat van een wetgevingsvoorstel tot herziening van deze verordening. Een dergelijke herziening houdt geen verlaging in van eerder aan de lidstaten toegewezen bedragen, onverminderd de aanpassing van de middelen voor het cohesiebeleid die heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 7 van de MFK-verordening 5 .

Rekening houdend met het gebruik van speciale instrumenten sinds het begin van de looptijd van het MFK en de nieuwe uitdagingen waarmee de Unie werd en nog steeds wordt geconfronteerd, stelt de Commissie voor de MFK-verordening te wijzigen om de jaarlijkse maximumbedragen voor de reserve voor noodhulp (artikel 9) en het flexibiliteitsinstrument (artikel 11) te verhogen en een nieuw speciaal instrument in te voeren voor het opzetten van een crisisreserve van de Europese Unie die wordt gefinancierd uit geannuleerde kredieten en die de Unie in staat moet stellen om snel te reageren op crisissen, zoals de huidige migratiecrisis, en op gebeurtenissen met ernstige humanitaire of veiligheidsimplicaties. Tegelijk met dit voorstel stelt de Commissie voor het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer 6 te wijzigen, teneinde de procedure voor het aanspreken van de nieuwe crisisreserve vast te stellen.

Voorts wordt voorgesteld om de beperkingen in tijd en draagwijdte van de overkoepelende marge voor vastleggingen op te heffen (artikel 14).

Met betrekking tot de overkoepelende marge voor betalingen wordt voorgesteld om de jaarlijkse maxima voor de periode 2018-2020 (artikel 5.2) op te heffen, zodat in de laatste jaren van het MFK de grote onbenutte marges voor betalingen in 2016 en 2017 volledig kunnen worden aangesproken, mocht dit nodig blijken, teneinde te zorgen voor specifieke en maximale flexibiliteit.

3. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het onderhavige voorstel heeft geen onmiddellijke gevolgen voor de begroting. Speciale instrumenten worden ingezet en kredieten worden opgenomen in de jaarlijkse begroting overeenkomstig de procedures van de MFK-verordening, de relevante basishandelingen (zie artikel 3, lid 2, van die verordening) en het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer.