Toelichting bij JOIN(2016)41 - Standpunt in de Associatieraad EU-Jordanië inzake de goedkeuring van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië en het pact daarbij

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Met het herziene Europese nabuurschapsbeleid 1 dat in november 2015 is vastgesteld, is een nieuw kader gecreëerd voor de bilaterale betrekkingen met partners. Die moeten in een politiek document worden opgenomen in de vorm van partnerschapsprioriteiten, die als belangrijk referentiepunt zullen dienen voor de prioriteiten die met de partnerlanden voor de komende jaren worden overeengekomen.

De onderhandelingen met Jordanië hebben plaatsgevonden in de geest van de conferentie van Londen van februari 2016 over steun voor Syrië en de regio, waar de Commissie en de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter hebben voorgesteld wederzijdse verbintenissen vast te leggen ten behoeve van de landen die de meeste Syrische vluchtelingen opvangen (Jordanië en Libanon). Dit strookt met de nieuwe mondiale strategie van de Europese Unie voor buitenlands en veiligheidsbeleid 2 die de hoge vertegenwoordiger in juni 2016 heeft gepresenteerd en die voorziet in een zo efficiënt mogelijke benutting van alle instrumenten van de EU om de impact en de zichtbaarheid van de steun van de Unie te verhogen.

De EU en Jordanië zijn overeengekomen dat bij het document met de partnerschapsprioriteiten als bijlage een pact zal worden gevoegd waarin de toezeggingen van de EU en Jordanië worden vastgesteld. Het document met de partnerschapsprioriteiten en het pact zullen de basis vormen voor de programmering van de EU-bijstand.

In de partnerschapsprioriteiten en het pact komen de gedeelde belangen tot uiting en wordt nadruk gelegd op gebieden waarop samenwerking tussen de EU en Jordanië wederzijdse voordelen oplevert. In deze context verbinden de EU en Jordanië zich ertoe hun samenwerking op te voeren met betrekking tot horizontale kwesties zoals stabilisering, veiligheid, de rechtsstaat, mensenrechten, gendergelijkheid en het versterken van de positie van vrouwen, de dialoog met het maatschappelijk middenveld, migratie en mobiliteit, en het aanpakken van gewelddadig extremisme. De belangrijkste politieke prioriteiten voor de betrekkingen tussen de EU en Jordanië de komende jaren zijn:

– het versterken van de samenwerking op het gebied van regionale stabiliteit en veiligheid, met inbegrip van terrorismebestrijding;

– het bevorderen van de economische stabiliteit, duurzame en op kennis gebaseerde groei, kwalitatief hoogwaardig onderwijs en werkgelegenheid;

– het bevorderen van het democratische bestuur, de rechtsstaat en de mensenrechten.

Het pact bouwt voort op onder meer het actieplan Jordanië 2016-2018 en de nationale visie en strategie voor Jordanië voor 2025. Het legt de nadruk op het versterken van de economische veerkracht van Jordanië en op het bevorderen van de economische kansen voor Syrische vluchtelingen, door hen beter te beschermen, hun toegang tot arbeid en kwalitatief hoogwaardig onderwijs te bevorderen, en het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen te stimuleren.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

De partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië vormen het eerste bilaterale kader dat in de context van het nieuwe Europese nabuurschapsbeleid wordt overeengekomen, en zijn in overeenstemming met de prioriteiten en modaliteiten van dat beleid, namelijk de stabilisering van het nabuurschap op politiek, economisch en veiligheidsvlak. De prioriteiten stroken ook met de Associatieovereenkomst EU-Jordanië 3 die in 2002 in werking is getreden.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië en het pact weerspiegelen het reeds langlopende engagement van de EU ten aanzien van haar mediterrane partners. Bij het opstellen ervan is ten volle rekening gehouden met de oproep in het kader van de mondiale strategie van de EU tot een geïntegreerde aanpak van crises, waarbij het humanitaire beleid en het beleid op het gebied van ontwikkeling, migratie, handel, investeringen, infrastructuur, onderwijs, gezondheid en onderzoek een plaats krijgen.

In de prioriteiten en het pact wordt onder meer aandacht besteed aan het bevorderen van de mensenrechten en goed bestuur, de externe dimensie van het migratiebeleid van de EU, de grotere nadruk op internationale samenwerking voor de bestrijding van terrorisme en gewelddadig extremisme, en de potentiële impact van handel op eerlijke groei en fatsoenlijk werk.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Dit voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië anderzijds, inzake de goedkeuring van de partnerschapsprioriteiten en het pact daarbij, heeft als rechtsgrondslag artikel 218, lid 9, VWEU.

In artikel 218, lid 9, wordt gegarandeerd dat de partnerschapsprioriteiten de basis kunnen vormen voor steun van de Unie waarin is voorzien in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument 4 . De partnerschapsprioriteiten en het pact zouden naar verwachting tijdens een vergadering van de Associatieraad EU-Jordanië voor het eind van 2016 worden goedgekeurd, nadat de Raad op basis van artikel 218, lid 9, VWEU een EU-standpunt voor de Associatieraad heeft goedgekeurd. De goedgekeurde partnerschapsprioriteiten en het goedgekeurde pact zullen de basis vormen voor de programmering van de hulp waarin wordt voorzien in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument.

• Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

De partnerschapsprioriteiten en het pact betreffen de betrekkingen tussen de EU en Jordanië en kunnen derhalve niet op nationaal niveau door de lidstaten worden goedgekeurd.

Evenredigheid

Krachtens artikel 218, lid 9, VWEU is de goedkeuring van een standpunt van de Raad vereist met het oog op de goedkeuring door de Associatieraad van de partnerschapsprioriteiten en het pact.

Keuze van het instrument

In de conclusies van de Raad van 14 december 2015 over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid 5 heeft de Raad zijn voornemen bevestigd om de samenwerking met partners in 2016 naar een volgend niveau te brengen en daarbij, in voorkomend geval, nieuwe partnerschapsprioriteiten vast te stellen die zijn toegespitst op onderling overeengekomen prioriteiten en belangen.

De bijgevoegde verbintenissen zijn daarvoor het meest passende instrument. De procedurele lasten voor het vaststellen van een nieuwe bindende internationale overeenkomst met Jordanië zouden niet in verhouding staan tot de tijdspanne waarin de partnerschapsprioriteiten zouden moeten worden uitgevoerd. Daarnaast zou een eenvoudig memorandum van overeenstemming niet het nodige niveau van bekrachtiging hebben gehad dat vereist is voor de 'actieplannen of gelijkwaardige gezamenlijk overeengekomen documenten' die in artikel 3, lid 2, van de verordening tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument worden genoemd als belangrijkste referentiepunten voor het vaststellen van de prioriteiten voor steun van de Unie 6 .

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Voor het opstellen van de teksten is nauw overlegd met de relevante diensten van de Commissie en met de vertegenwoordigers van de lidstaten in de werkgroep van de Raad inzake de Maghreb en de Mashrek, en hebben besprekingen plaatsgevonden met de Jordaanse tegenhangers.

Vanaf februari 2016 heeft ook een raadpleging van het maatschappelijk middenveld plaatsgevonden in Amman en Brussel. Vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld gaven aan dat de mensenrechten verder moeten worden bevorderd, gewelddadig extremisme moet worden bestreden, Jordanië hulp moet krijgen om de grote instroom van vluchtelingen het hoofd te bieden, de grote inspanningen ter bevordering van onderwijs en andere rechten van kinderen moeten worden gehandhaafd en de gendergelijkheid verder moet worden bevorderd. Al deze punten zijn in de documenten opgenomen.

De raadplegingen hebben plaatsgevonden volgens de richtsnoeren van het herziene Europese nabuurschapsbeleid.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

De relevante thematische deskundigheid was intern beschikbaar, centraal of in de EU-delegatie.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

De teksten hebben geen gevolgen voor de grondrechten in de lidstaten van de Europese Unie.

Wat de grondrechten in Jordanië betreft, worden positieve gevolgen verwacht, aangezien de regering van Jordanië in de partnerschapsprioriteiten en het pact onder meer belooft de toezeggingen en verplichtingen op grond van het internationale en nationale recht inzake mensenrechten na te komen, goed bestuur te bevorderen, de kwaliteit van het openbaar onderwijs te handhaven en te versterken voor alle kinderen en op alle niveaus, de bescherming van migranten te verhogen overeenkomstig internationale verplichtingen en de toegang tot de rechter en het pluralisme van de media te bevorderen.

Specifiek wat mensenrechten betreft, zullen de EU en Jordanië regelmatig overleg plegen met betrekking tot onder meer de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vereniging, met inbegrip van de omstandigheden waarin het maatschappelijk middenveld werkt, en de rechten van vrouwen en hun positie in het politieke en openbare leven.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De gevolgen voor de begroting zullen niet verder gaan dan de verwachte gevolgen van eerdere internationale toezeggingen van de EU. Eventuele verdere gevolgen voor de begroting zullen worden geregeld in een afzonderlijk voorstel, zoals in het komende steunkader van het Europees nabuurschapsinstrument voor 2017-2020.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De uitvoering van de partnerschapsprioriteiten EU-Jordanië en het pact zal regelmatig worden gecontroleerd, ten minste één keer per jaar, in de context van de overeengekomen evaluatiemechanismen en de vergaderingen inzake bilaterale samenwerking tussen de EU en Jordanië in het kader van de bestaande Associatieovereenkomst.

6. REFERENTIEDOCUMENTEN

(a)Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's – Herziening van het Europees nabuurschapsbeleid; JOIN(2015) 50 final

(b)Europees-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds PB L 129/3 van 15.5.2002

1.

(c)Conclusies van de Raad over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid, 14 december 2015


2.

(d)Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument; PB L 77/27 van 15.3.2014


3.

(e)Gezamenlijke verklaring over een mobiliteitspartnerschap tussen het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië en de Europese Unie en de deelnemende lidstaten van de Europese Unie, Luxemburg, 9 oktober 2014


4.

(f)Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking; PB L 159/108 van 17.6.2011


(g)Besluit nr. 1/2016 van het Associatiecomité EU-Jordanië van 19 juli 2016 tot wijziging van Protocol nr. 3 bij de Europees-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip 'producten van oorsprong' en de lijst van be- of verwerkingen die moeten worden uitgevoerd ten aanzien van niet van oorsprong zijnde materialen om voor bepaalde categorieën producten, vervaardigd in speciale ontwikkelingszones en industriële gebieden en in verband met het scheppen van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen en Jordaniërs, de status van oorsprong te verkrijgen; PB L 233/6 van 30.8.2016

(h)Europese Commissie. Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië; COM(2016) 431 final van 29.6.2016

(i)European Commission Implementing Decision of 24.7.2014 adopting a Single Support Framework for European Union support to Jordan for the period 2014-2017; C(2014) 5130 final