Toelichting bij JOIN(2016)42 - Ondertekening en voorlopige toepassing, van de Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de EU en Cuba

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op 10 februari 2014 hechtte de Raad zijn goedkeuring aan een besluit waarmee de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid gemachtigd werden onderhandelingen te openen over een Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Cuba, anderzijds (hierna 'de overeenkomst' genoemd).

De onderhandelingen vatten aan op 29 april 2014 en werden na zeven ronden in maart 2016 afgesloten. De overeenkomst werd op 11 maart 2016 in Havana geparafeerd in aanwezigheid van de hoge vertegenwoordiger en de commissaris voor Internationale Samenwerking en Ontwikkeling.

De Raad werd tijdens alle onderhandelingsfasen geïnformeerd. De Raad werd geraadpleegd in de Groep Latijns-Amerika en Caribisch gebied (COLAC) en in het Comité handelspolitiek. De lidstaten dienden hun opmerkingen voor de parafering van de overeenkomst in.

Het Europees Parlement werd tijdens de onderhandelingen eveneens op de hoogte gehouden.

De Commissie en de hoge vertegenwoordiger zijn van oordeel dat de doelstellingen die door de Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren waren vastgesteld, zijn gerealiseerd en dat de ontwerp-overeenkomst kan worden ingediend voor ondertekening.

Het onderhavige voorstel vormt het rechtsinstrument voor de ondertekening van de overeenkomst.

2. DE OVEREENKOMST

De betrekkingen tussen de Europese Unie en Cuba worden momenteel geregeld bij Gemeenschappelijk Besluit 96/697/GBVB van 2 december 1996 van de EU. De overeenkomst is de eerste bilaterale overeenkomst tussen de EU en Cuba. De overeenkomst zal een stabiel kader bieden voor de betrekkingen tussen de EU en Cuba, en zal prevaleren op de ad-hoc-dialoog en de fragmentarische samenwerking die de betrekkingen tot dusver hebben gekenmerkt. De overeenkomst zal fungeren als kader en platform voor nauwere samenwerking en dialoog over een breed spectrum van beleidsgebieden.

De overeenkomst beoogt de banden tussen de partijen te consolideren en aan te halen op gebieden als de politieke dialoog, samenwerking en handel, op basis van wederzijds respect, reciprociteit, gezamenlijke belangen en eerbiediging van elkaars soevereiniteit. De betrekkingen zullen worden gericht op steun voor de modernisering van de Cubaanse economie en maatschappij, bilaterale samenwerking en samenwerking in internationale fora ter versterking van de mensenrechten en de democratie, de bestrijding van discriminatie en de verwezenlijking van de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling. De overeenkomst omvat de gebruikelijke clausules inzake essentiële elementen, mensenrechten en non-proliferatie, waarvan de schending tot opschorting van de overeenkomst kan leiden.

De overeenkomst stoelt voornamelijk op een driepijlerstructuur:

– politieke dialoog (Deel II): deze bepalingen bestrijken een spectrum van beleidsgebieden, zoals de mensenrechten, kleine en lichte wapens, ontwapening en non-proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme, ernstige misdaden die de internationale gemeenschap aangaan (met inbegrip van het Internationaal Strafhof), unilaterale dwangmaatregelen (t.w. het VS-embargo), de bestrijding van de productie van, de handel in en het gebruik van drugs, de bestrijding van raciale discriminatie, vreemdelingenhaat en daarmee verband houdende intolerantie, en duurzame ontwikkeling;

– dialoog inzake samenwerking en sectoraal beleid (Deel III): deze bepalingen bestrijken een breed spectrum van gebieden voor toekomstige samenwerking, onder meer politieke en juridische (goed bestuur en de mensenrechten, justitie, veiligheid van de burger en migratie), sociale, milieu-, economische en ontwikkelingsvraagstukken, ook op sub-nationaal niveau. Speciale aandacht gaat uit naar regionale (Caribisch gebied, Latijns-Amerika) integratie en samenwerking;

– handel en handelssamenwerking (Deel IV): dit deel codificeert de conventionele basis voor de handel tussen de EU en Cuba (WTO-gerelateerd). Daarnaast omvat het bepalingen over handelsfacilitering en samenwerking op gebieden als technische handelsbelemmeringen en normen, met het oog op betere kansen voor verdiepte economische betrekkingen. Het omvat een clausule in verband met de toekomstige ontwikkeling van een sterker kader voor investeringen.

Deel V (Institutionele bepalingen en slotbepalingen) stelt een institutioneel kader vast dat is samengesteld uit een Gezamenlijke Raad en een Gemengd Comité. Het omvat tevens een bepaling over de naleving van de verplichtingen met maatregelen en de te volgen procedure indien een van de partijen zijn verplichtingen in het kader van de overeenkomst niet nakomt.

De overeenkomst wordt voor onbeperkte duur gesloten en kan worden beëindigd met een opzegtermijn van zes maanden.

De overeenkomst zal Gemeenschappelijk Standpunt 96/697/GBVB vervangen. Parallel met dit gezamenlijk voorstel zal de hoge vertegenwoordiger een voorstel indienen voor een besluit van de Raad tot intrekking van Gemeenschappelijk Standpunt 96/697/GBVB, mits de Raad beide maatregelen tegelijkertijd vaststelt.

1.

Rechtsgrondslag


VAN HET VOORGESTELDE BESLUIT

3.1.    Materiële rechtsgrondslag

Wanneer sprake is van een maatregel die tegelijkertijd meerdere onlosmakelijk met elkaar verbonden doelstellingen of componenten heeft, zonder dat de ene ondergeschikt is aan de andere, en waarop aldus verschillende bepalingen van het Verdrag toepasselijk zijn, heeft het Hof geoordeeld dat die maatregel bij wijze van uitzondering op de verschillende desbetreffende rechtsgrondslagen moet worden gebaseerd, tenzij de procedures die voor de twee rechtsgrondslagen zijn voorgeschreven, onverenigbaar zijn 1 .

De overeenkomst heeft doelstellingen en componenten op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, de gemeenschappelijke handelspolitiek en ontwikkelingssamenwerking. Deze aspecten van de overeenkomst zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zonder dat de ene ondergeschikt is aan de andere.

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit dient derhalve de artikelen 37, VEU, 207, VWEU, en 209, VWEU, te omvatten.

3.2.    Procedurele rechtsgrondslag

Artikel 218, lid 5, VWEU, voorziet in de vaststelling van een besluit tot machtiging ter ondertekening van een overeenkomst. Daarnaast is in de tweede alinea van artikel 218, lid 8, VWEU, bepaald dat de Raad met eenparigheid van stemmen besluit wanneer de overeenkomst een gebied betreft waarop rechtshandelingen van de Unie met eenparigheid van stemmen worden vastgesteld. Het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid is een terrein waarop besluiten van de Unie met eenparigheid van stemmen moeten worden vastgesteld.

3.3.    Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit dient derhalve artikel 37, VEU, artikel 207, VWEU, en artikel 209, VWEU, te omvatten, in samenhang met artikel 218, lid 5, VWEU, en artikel 218, lid 8, tweede alinea, VWEU. Er zijn geen aanvullende bepalingen vereist als rechtsgrondslag 2 .

4. NOODZAAK VAN HET VOORGESTELDE BESLUIT

In artikel 216, VWEU, is bepaald dat de Unie een overeenkomst met een of meer andere landen kan sluiten wanneer de Verdragen daarin voorzien of wanneer dit nodig is om, in het kader van het beleid van de Unie, een van de in de Verdragen bepaalde doelstellingen te verwezenlijken, of wanneer daarin bij een juridisch bindende handeling van de Unie is voorzien of wanneer zulks gevolgen kan hebben voor gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan kan wijzigen.

De Verdragen voorzien in de sluiting van overeenkomsten zoals de Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking (zie artikel 37, VEU, artikel 207, VWEU, en artikel 209, VWEU). De sluiting van de overeenkomst is daarnaast nodig om, in het kader van het beleid van de Unie, in de Verdragen bepaalde doelstellingen te verwezenlijken, onder andere op het gebied van politieke dialoog, de versterking van de mensenrechten, non-proliferatie van massavernietigingswapens, terrorismebestrijding, bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, handel, migratie, milieu, energie, klimaatverandering, vervoer, werkgelegenheid en sociale zaken, onderwijs en landbouw.

De overeenkomst dient te worden ondertekend alvorens namens de Unie te kunnen worden gesloten.