Toelichting bij COM(2016)649 - Standpunt EU in het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken, opgericht krachtens de associatieovereenkomst met Moldavië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel



Bijgaand voorstel is het rechtsinstrument voor het vaststellen van de standpunten van de Unie die in een krachtens een associatieovereenkomst tussen de Unie en een derde land opgericht lichaam namens haar moeten worden ingenomen. Het heeft meer specifiek betrekking op de uitvoering van de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (hierna 'de overeenkomst' genoemd), wat de vaststelling van een lijst van arbiters in geschillenbeslechtingsprocedures in handelsvraagstukken betreft.

De overeenkomst is op 27 juni 2014 ondertekend en een deel ervan wordt, in afwachting van ratificatie door de lidstaten, sinds 1 september 2014 voorlopig toegepast. Bij Besluit (EU) 2016/839 van de Raad van 23 mei 2016 1 werd de overeenkomst gesloten; zij is overeenkomstig artikel 464, lid 2, van de overeenkomst op 1 juli 2016 in werking getreden.

Krachtens de overeenkomst is het Associatiecomité in zijn samenstelling voor handelsvraagstukken opgericht, dat toezicht houdt op de uitvoering van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst en daarmee samenhangende kwesties beslecht. Om de goede werking van het in artikel 404 van de overeenkomst bedoelde geschillenbeslechtingsmechanisme te waarborgen, moet dit comité een lijst van arbiters vaststellen.

Dit voorstel vervangt voorstel COM(2015)390 final van de Commissie 2 . Het voorstel moet worden vervangen omdat twee van de door de Republiek Moldavië voorgedragen arbiters niet langer voldoen aan de voorwaarden van artikel 404, lid 2, van de overeenkomst. De Europese Commissie beveelt de Raad aan de door de Republiek Moldavië voorgedragen twee andere kandidaten te aanvaarden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 404, lid 2, van de overeenkomst. Dit voorstel reflecteert voorts het feit dat de overeenkomst op 1 juli 2016 in werking is getreden.

• Samenhang met bestaande beleidsbepalingen op het beleidsterrein

Met dit voorstel wordt op basis van de bovengenoemde overeenkomst uitvoering gegeven aan de gemeenschappelijke handelspolitiek van de Unie jegens een oostelijk partnerland. Het voorstel beoogt de oprichting van de nodige institutionele instrumenten, zodat de Unie en de Republiek Moldavië bilaterale geschillen met betrekking tot de toepassing en interpretatie van de overeenkomst efficiënt kunnen behandelen. Dit is in overeenstemming met de aanpak van de Unie inzake geschillenbeslechtingsmechanismen die werden vastgesteld of worden toegepast in het kader van vrijhandelsovereenkomsten met andere handelspartners.

• Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Dit voorstel hangt samen met de andere externe beleidslijnen van de Unie en vult deze aan, met name het Europees nabuurschapsbeleid en het beleid inzake ontwikkelingssamenwerking met betrekking tot de Republiek Moldavië.

2. Rechtsgrondslag, subsidiariteit en evenredigheid

Rechtsgrondslag



De rechtsgrondslag voor de vaststelling van het door de Unie in te nemen standpunt in de krachtens de overeenkomst ingestelde comités wordt gevormd door het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, in samenhang met artikel 218, lid 9.

• Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

De gemeenschappelijke handelspolitiek is krachtens artikel 3 van het VWEU een exclusieve bevoegdheid van de Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is dus niet van toepassing.

Evenredigheid



Dit voorstel is nodig om de in de overeenkomst met de Republiek Moldavië neergelegde internationale verplichtingen van de Unie na te komen.

Keuze van het instrument



Dit voorstel is in overeenstemming met artikel 218, lid 9, VWEU, uit hoofde waarvan de Raad besluiten vaststelt. Er bestaat geen ander rechtsinstrument dat kan worden gebruikt om de in dit voorstel uitgedrukte doelstellingen te bereiken.

3. RESULTATEN VAN EVALUATIES ACHTERAF, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

• Evaluaties achteraf/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden



Niet van toepassing op dit voorstel.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



De Commissie heeft rekening gehouden met de input die de lidstaten de voorbije jaren hebben gegeven met betrekking tot onderdanen van de Unie die geschikt en gekwalificeerd zijn om op te treden als arbiter bij uit handelsovereenkomsten van de Unie voortvloeiende geschillen.

Effectbeoordeling



Het voorstel heeft betrekking op de uitvoering van de institutionele aspecten van de overeenkomst tussen de Unie en de Republiek Moldavië, en met name titel V over Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden. Het voorstel heeft geen invloed op het economisch, sociaal of milieubeleid van de Unie. De overeenkomst is op 1 juli 2016 in werking getreden en de uitvoering ervan bevindt zich nog in een zeer vroeg stadium.

• Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

De overeenkomst tussen de Unie en de Republiek Moldavië valt niet onder Refit-procedures, brengt geen kosten met zich mee voor kleine en middelgrote ondernemingen en levert geen problemen op vanuit het oogpunt van de digitale omgeving.

• Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de bescherming van de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Niet van toepassing.

5. OVERIGE ELEMENTEN

• Uitvoeringsplannen en toezicht-, evaluatie- en rapportageregelingen

De uitvoering van de overeenkomst wordt regelmatig getoetst door de Associatieraad EU-Republiek Moldavië. De Europese Commissie heeft er zich ook toe verbonden jaarlijks verslag uit te brengen aan het Europees Parlement over de uitvoering van titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van de overeenkomst, inclusief de in dit voorstel opgenomen elementen.

• Verklarende documenten (voor richtlijnen)

Niet van toepassing.

• Gedetailleerde toelichting bij de specifieke bepalingen van het voorstel

Het doel van het voorstel is het vaststellen van het standpunt van de Unie met betrekking tot de uitvoering van het handelsgedeelte van de overeenkomst tussen de Unie en de Republiek Moldavië. Titel V (Handel en daarmee verband houdende aangelegenheden) van die overeenkomst omvat hoofdstuk 14 (Beslechting van geschillen), waarin een mechanisme wordt opgezet om met handel verband houdende geschillen met betrekking tot de toepassing en interpretatie van het handelsgedeelte van de overeenkomst tussen de partijen bij de overeenkomst te beslechten. Volgens de in hoofdstuk 14 vastgestelde arbitrageprocedure kan de klagende partij verzoeken om de instelling van een arbitragepanel om een bilateraal geschil te beslechten. De regels voor de samenstelling van het panel zijn vastgesteld in artikel 404 van de overeenkomst. De overeenkomst voorziet in de opstelling van een lijst van gekwalificeerde personen die als arbiter kunnen optreden. Daarom is met de regering van de Republiek Moldavië overlegd over een ontwerplijst met arbiters die bereid en geschikt zijn om in een arbitragepanel zitting te nemen, en deze lijst bevat vijf kandidaat-arbiters die door de Unie worden voorgedragen, vijf kandidaat-arbiters die door de Republiek Moldavië worden voorgedragen en vijf onderdanen van derde landen die als voorzitter van een arbitragepanel kunnen optreden. De lijst zal worden gebruikt wanneer een arbitragepanel moet worden ingesteld.