Toelichting bij COM(2007)102 - Gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma “Geweldbestrijding (DAPHNE III)” voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie”

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52007PC0102

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma “Geweldbestrijding (DAPHNE III)” voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie” /* COM/2007/0102 def. - COD 2005/0037A */


[afbeelding - zie origineel document] COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Brussel, 12.3.2007

COM(2007) 102 definitief

2005/0037A (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het

gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma “Geweldbestrijding (DAPHNE III)” voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie”

2005/0037A (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag betreffende het

gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma “Geweldbestrijding (DAPHNE III)” voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma “Grondrechten en justitie”

1. CHRONOLOGISCH OVERZICHT

Toezending van het voorstel aan het EP en de Raad (document COM([2006])[230] def. – [2005]/[037A]COD): 24 mei 2006 : (gewijzigd voorstel na de splitsing van de programma’s “Geweldbestrijding” (Daphne III) en “Drugspreventie en -voorlichting”.

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: 19 januari

Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: 5 september

Vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt: 5 maart

1.

Doel van het voorstel


VAN DE COMMISSIE

DAPHNE III is een financieringsprogramma waaraan 116,85 miljoen euro is toegewezen voor de periode 2007-2013 en waarvan de doelstellingen zijn:

voorkoming en bestrijding van alle vormen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, zowel in het openbare leven als in de privé-sfeer door preventief op te treden en steun te verlenen aan slachtoffers en risicogroepen;

bevordering van transnationale acties die gericht zijn op het uitbouwen van multidisciplinaire netwerken, de verdere ontwikkeling van kennis, bewustmaking van het publiek, het bestuderen van vraagstukken in verband met geweld, en onderzoek naar en bestrijding van de onderliggende oorzaken van geweld op alle niveaus van de maatschappij.

3. OPMERKINGEN OVER HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT

In het gemeenschappelijk standpunt van de Raad wordt de essentie van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie behouden en wordt rekening gehouden met de belangrijkste door het Europees Parlement in eerste lezing aangenomen amendementen.

Het overleg tussen het Parlement, de Raad en de Commissie heeft een compromistekst mogelijk gemaakt waarop het gemeenschappelijk standpunt van de Raad is gebaseerd. De inhoudelijke verschillen tussen het gemeenschappelijk standpunt en het oorspronkelijke voorstel van de Commissie luiden als volgt:

De programma’s “Daphne III” en “Preventie van drugsverslaving en voorlichting” worden van elkaar losgemaakt. (Deze splitsing werd door de Commissie zelf voorgesteld in haar gewijzigd voorstel van 24 mei 2006. Artikelen 2 en 3: de algemene en specifieke doelstellingen van het programma werden geherformuleerd met het oog op meer duidelijkheid.)

Artikel 4, onder b): een specifiek projectvoorstel komt voor financiering in aanmerking wanneer het door ten minste twee lidstaten wordt ingediend (in plaats van 3 lidstaten in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie).

Artikel 4, onder d): de uitdrukkelijke vermelding van de Europese Federatie voor verdwenen en seksueel uitgebuite kinderen, om haar een exploitatiesubsidie toe te kennen, werd geschrapt.

Artikel 10: wat comitologie betreft gaat de compromistekst uit van de dubbele comitéprocedure (beheerscomité voor de vaststelling van het jaarlijkse werkprogramma en raadgevend comité voor de andere kwesties), terwijl het oorspronkelijke voorstel van de Commissie slechts voorzag in een raadgevend comité.

In een verklaring van het Europees Parlement en de Raad wordt de Commissie verzocht de mogelijkheid te overwegen van een initiatief voor een Europees jaar tegen geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen.

Andere amendementen van het Parlement betreffende redactionele wijzigingen om de tekst te verbeteren, werden ook overgenomen.

4. CONCLUSIES

De Commissie aanvaardt het gemeenschappelijk standpunt dat alle kernpunten bevat van haar oorspronkelijke voorstel en van haar gewijzigd voorstel van 24 mei 2006, alsook de belangrijkste amendementen van het Europees Parlement.