Toelichting bij COM(2000)419 - Wijziging van Richtlijn 82/714/EEG tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. Inleiding

De Commissie heeft in december 1997 een voorstel ingediend voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 82/714/EEG van 4 oktober 1982 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen [COM(1997)644 definitief - 1997/0335 (COD)]. Met het voorstel wordt beoogd de communautaire technische voorschriften in overeenstemming te brengen met de geavanceerde normen van de Rijnvaart teneinde voor het gehele Europese binnenvaartnetwerk een enkele regeling vast te stellen.

Het voorstel van de Commissie kreeg op 25 maart 1998 de steun van het Economisch en Sociaal Comité. Op 20 oktober 1998 nam het Europees Parlement in eerste lezing enkele amendementen aan. Naar aanleiding daarvan heeft de Commissie haar standpunt bekendgemaakt en aangegeven welke amendementen zij, naar de letter of naar de geest, kon aanvaarden alsook welke amendementen niet konden worden overgenomen.

Op 1 mei 1999 is met de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam de juridische grondslag gewijzigd en de medebeslissingsprocedure ingevoerd voor de vervoersector. Op 16 september 1999 heeft het Europees Parlement zijn advies in eerste lezing bevestigd.

In het licht van deze ontwikkelingen dient de Commissie dit gewijzigde voorstel in. Het gewijzigde voorstel bevat de gehele tekst van de overwegingen en de artikelen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie alsmede de tekst van bijlage I en bijlage II, deel I, hoofdstuk 1 en deel II, hoofdstuk 15. De rest van de bijlagen (122 bladzijden) is niet overgenomen, omdat de amendementen van het Parlement tot geen enkele wijziging daarin hebben geleid.

2. De amendementen

De amendementen van het Europees Parlement die door de Commissie zijn overgenomen, hebben betrekking op de overwegingen (drie amendementen), de artikelen van de richtlijn (een amendement) en de artikelen van bijlage II (twee amendementen).

2.1 Het naast elkaar bestaan van twee regelingen met technische voorschriften

In het amendement op overweging nr. 1 wijst het Parlement erop dat er feitelijk qua technische voorschriften twee regelingen voor binnenschepen in de Gemeenschap gelden: het reglement betreffende scheepvaartinspecties op de Rijn van 1 januari 1995, dat door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCNR) op basis van het herziene Rijnvaartverdrag (Verdrag van Mannheim) is aangenomen, en Richtlijn 82/714/EEG van de Raad van 4 oktober 1982 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen.

Het op basis van het reglement betreffende scheepvaartinspecties op de Rijn afgegeven certificaat verleent toegang tot alle waterwegen in de Gemeenschap, met inbegrip van de Rijnvaart, terwijl het communautaire certificaat geen toegang tot de Rijn verleent. Met het voorstel van de Commissie wordt beoogd de communautaire technische voorschriften in overeenstemming te brengen met de geavanceerde normen van de Rijnvaart, teneinde voor het gehele Europese binnenvaartnetwerk een enkele regeling vast te stellen.

2.2 Het reglement betreffende scheepvaartinspecties op de Rijn

Het amendement op overweging nr. 2 preciseert dat de technische voorschriften die in de bijlagen van Richtlijn 82/714 zijn opgenomen, reeds grotendeels het destijds geldende reglement betreffende scheepvaartinspecties op de Rijn bevatten en dat de herziening van het reglement van 1 januari 1995, waarop het voorstel van de Commissie is gebaseerd, aan de huidige stand van de techniek beantwoordt.

2.3 Passagiersschepen

De Commissie heeft grotendeels het amendement van het Parlement overgenomen dat een nieuwe overweging nr. 5 (nieuwe nummering) toevoegt betreffende het feit dat het voorstel van de Commissie tevens geldt voor schepen die voor het vervoer van (meer dan twaalf) passagiers worden gebruikt. De Commissie heeft evenwel niet de verwijzing overgenomen naar de resolutie van het Europees Parlement van 24 oktober 1979 over de destijds voorgestelde Richtlijn 82/714/EEG, waarin het Parlement 'betreurde dat bij de harmonisering van de technische minimumnormen voorbij was gegaan aan schepen voor passagiersvervoer'.

2.4 Datum van tenuitvoerlegging door de lidstaten

In verband met artikel 2, lid 1, stelt het Parlement voor, in plaats van een datum te bepalen waarop de lidstaten de nodige bepalingen in werking moeten doen treden om aan de richtlijn te voldoen, dit moment te bepalen ten opzichte van de datum van publicatie (' één jaar erna '). In deze geest heeft de Commissie een verwijzing naar de inwerkingtreding van de richtlijn ingevoegd.

2.5 Zeilende passagiersschepen

Het Parlement stelt voor zeilende passagiersschepen te vermelden in de lijst van definities (bijlage II, deel 1, hoofdstuk 1, artikel 1.01, punt 19 bis nieuw) alsook in het hoofdstuk over passagiersschepen (bijlage II, deel II, hoofdstuk 15, artikel 15 bis nieuw). Doel van deze amendementen is de vaststelling van bijzondere bepalingen voor dit soort buitengewone schepen mogelijk te maken.