Toelichting bij COM(2000)648 - Tweede wijziging van Richtlijn 89/655/EEG betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats (2e bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16 van Richtlijn 89/391/EEG) (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag ingediend) - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2000)648 - Tweede wijziging van Richtlijn 89/655/EEG betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik ... |
---|---|
bron | COM(2000)648 ![]() ![]() |
datum | 10-10-2000 |
1. In november 1998 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een richtlijn tot tweede wijziging van Richtlijn 89/655/EEG i betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats i.
Ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam is de juridische grondslag niet meer ex artikel 118 A, maar artikel 137, lid 2, van het EG-Verdrag en is als besluitvormingsprocedure voortaan de medebeslissingsprocedure van toepassing.
2. Het Economisch en Sociaal Comité heeft zijn advies uitgebracht op 24 maart 1999 i.
Het Comité van de Regio's heeft de Raad per brief van 23 november 1999 meegedeeld dat het over dit voorstel geen advies zou uitbrengen.
3. Op 21 september 2000 heeft het Europees Parlement in eerste lezing 21 amendementen goedgekeurd. Bij die gelegenheid heeft de Commissie voor elk van de amendementen haar standpunt bekendgemaakt en aangegeven met welke amendementen ze kon instemmen en welke amendementen niet konden worden overgenomen.
Rekening houdend met deze ontwikkelingen dient de Commissie dit gewijzigde voorstel in.
4. De Commissie heeft twee soorten wijzigingen aangebracht:
Een eerste reeks betreft louter formele wijzigingen ingevolge de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam.
Een tweede reeks wijzigingen betreft de amendementen van het Europees Parlement die de Commissie in plenaire vergadering geheel of gedeeltelijk heeft overgenomen.
B) Beschrijving van de belangrijkste wijzigingen
1. Evaluatie van de risico's
Een risico-evaluatie alvorens werkzaamheden in de hoogte aan te vangen, is de belangrijkste vorm van preventie. Ze wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 89/391/EEG i en artikel 3 van Richtlijn 89/655/EEG i.
Amendement nr. 10, dat het gebruik van ladders afhankelijk maakt van een risico-evaluatie, is overgenomen onder voorbehoud van een herformulering van punt 4.1.2 van de bijlage in die zin.
2. Opleiding van werknemers
Een adequate specifieke opleiding van de werknemers is van fundamenteel belang voor de preventie van arbeidsongevallen die te wijten zijn aan het vallen van hoogte. De amendementen nrs. 5, 16 en 19 zijn bijgevolg overgenomen onder voorbehoud van een herformulering van de 8e overweging en van de punten 4.3.2 en 4.3.6 van de bijlage teneinde de begrippen opleiding en kwalificatie in overeenstemming te brengen met de overige teksten op dit gebied.
In punt 4.3.6 van de bijlage wordt uitdrukkelijk verwezen naar artikel 7 van de oorspronkelijke richtlijn.
3. Veiligheids-/risiconiveau
De Commissie heeft de amendementen nrs. 9 en 12 (gedeeltelijk) overgenomen. Deze amendementen versterken de tekst van de punten 4.1.1 ('handhaving van een zo hoog mogelijke mate van veiligheid') en 4.1.4 ('de daaraan verbonden risico's tot een minimum beperken').
4. Technische specificaties en verbeteringen
Een aantal amendementen heeft tot doel de tekst duidelijker en preciezer te maken. De amendementen nrs. 2 en 3 op de 5e en de 6e overweging zijn door de Commissie overgenomen, evenals de amendementen nrs. 13 en 18 na een herformulering van de punten 4.2.1 en 4.3.4 van de bijlage.
Ingevolge de amendementen nrs. 14, 15, 17 en 20 heeft de Commissie de volgende technische wijzigingen aangebracht met betrekking tot:
-het feit dat de toegangsladders voldoende ver boven de te bereiken werkplek moeten uitsteken (bijlage 4.2.2),
-het dragen van een last met de hand op een ladder (bijlage 4.2.3),
-het schoren van de steigers (bijlage 4.3.3),
-het in werking stellen van de inrichtingen die voorkomen dat rolsteigers ongewild bewegen (bijlage 4.3.3) en
-het verwijderen en weer aanbrengen van de collectieve valbeveiligingen bij speciale werkzaamheden (bijlage 4.3.7).
De Commissie heeft ook amendement nr. 11 overgenomen, dat een onduidelijk deel van punt 4.1.3 van de bijlage weglaat, en heeft dat deel vervangen door een duidelijker tekst betreffende het verlenen van hulp indien nodig bij het gebruik van toegangs- en positioneringstechnieken met lijnen.
5. Zelfstandigen
De Commissie heeft amendement nr. 4 overgenomen in de vorm van een nieuwe 7e overweging die stelt dat er een oplossing moet worden gezocht voor iedereen die op hoogte werkt, dus ook voor de zelfstandige ondernemers of werkgevers.
Aangezien het Verdrag niet toestaat verder te gaan dan wat in Richtlijn 92/57/EEG i is bepaald, bereidt de Commissie op dat gebied een voorstel voor een aanbeveling van de Raad voor.
6. Geheel of gedeeltelijk verworpen amendementen
De amendementen nrs. 6 (9e overweging) en 7 (artikel 2, lid 3) zijn niet overgenomen omdat ze tot doel hebben standaardteksten te wijzigen die reeds herhaalde malen zijn goedgekeurd.
De Commissie heeft de in amendement nr. 1 voorgestelde nieuwe overweging niet overgenomen omdat ze van mening is dat de huidige tekst die reeds bevat. Zo oordeelde de Commissie ook dat een definitie van de valbeveiligingen aan het begin van punt 4.1 van de bijlage (amendement nr.
8) niet nodig is, maar ze heeft de term in de tekst wel geharmoniseerd. In verband hiermee is de Commissie de mening toegedaan dat wat in amendement nr. 21 wordt voorgesteld in verband met de waarschuwingsborden op steigers, in voldoende mate wordt geregeld door Richtlijn 92/57/EEG.
De Commissie is van oordeel dat de goedkeuring door een verantwoordelijke waarin amendement nr. 12 (punt 4.1.4 van de bijlage) voorziet, een te bureaucratische maatregel is die al te belastend is voor de bedrijven. Hetzelfde geldt voor het verhinderen van de toegang voor niet-bevoegde personen bij elke werkonderbreking.
Het aangeven van de inrichting die voorkomt dat rolsteigers ongewild bewegen (amendement nr. 17), wordt niet beschouwd als een verbetering van de veiligheid (punt 4.3.3 van de bijlage).