Toelichting bij COM(2002)266 - Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over het de amendementen van het Europees Parlement op het gemeenschappelijk standpunt van de Raad inzake het voorstel voor een aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad betreffende de uitvoering van een geïntegreerd beheer van kustgebieden in Europa houdende wijziging van het voorstel van de Commissie Overeenkomstig Artikel 250, lid 2, van het EG-verdrag - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2002)266 - Advies van de Commissie overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag, over het de ... |
---|---|
bron | COM(2002)266 ![]() ![]() |
datum | 24-05-2002 |
COD): | 8 september |
Advies van het Comité van de Regio's: // 14 februari 2001
Advies van het Economisch en Sociaal Comité: | 28 maart |
Advies van het Europees Parlement, in eerste lezing: | 2 -5 juli |
Indiening van het gewijzigde voorstel bij het EP en de Raad (document COM(2001)533 def. 2000/0227
COD): | 26 september |
Goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt: | 13 december |
Ontvangst gemeenschappelijk standpunt door het Europees Parlement | 17 januari |
Standpunt van de Commissie ten aanzien van het gemeenschappelijk standpunt | 11 januari |
Op 10 april 2002 heeft het Europees Parlement in tweede lezing 8 amendementen aangenomen. Deze amendementen behelzen voornamelijk wijzigingen van het tijdschema van het gemeenschappelijk standpunt en preciseringen van de tekst.
VAN DE COMMISSIE
Doel van het voorstel is de lidstaten ertoe aan te zetten een nationale inventaris te maken van de toestand van de kustgebieden, waarbij rekening wordt gehouden met uiteenlopende factoren zoals wetgeving, overheidsinstanties en andere spelers die bij de planning en het beheer van kustgebieden betrokken zijn. Op basis van deze inventaris moeten de lidstaten vervolgens een nationale strategie (of strategieën) ontwikkelen ter bevordering van een geïntegreerd beheer van kustgebieden.
Dit voorstel is gedaan in het licht van de bevindingen van het demonstratieprogramma van de Commissie inzake geïntegreerd beheer van kustgebieden en de daaruit voortvloeiende Europese strategie voor een geïntegreerd beheer van kustgebieden, als voorgesteld in COM(2000) 547. Daarin werd aangegeven dat de toestand van de kustgebieden in Europa verslechtert en dat deze tendens alleen kan worden tegengehouden of omgebogen door gezamenlijke maatregelen op alle bestuurlijke niveaus, van lokaal tot Europees. In de aanbeveling worden de lidstaten opgeroepen om de op hun niveau noodzakelijke maatregelen te nemen, in samenwerking met de regionale en lokale overheden.
4. Advies van de Commissie over de amendementen van het Europees Parlement
Op 10 april 2002 heeft het Parlement 8 amendementen (nr. 1 en nrs. 9 tm. 15) aangenomen. Deze zijn alle door de Commissie aanvaard.
De Commissie stemt volledig in met de amendementen die het Europees Parlement heeft voorgesteld, daar deze de tekst van het voorstel verder verduidelijken en het belang benadrukken van een aantal zaken die bijzondere aandacht vragen, zoals de bevolkingsdruk in kustgebieden en de effecten van de klimaatverandering (amendementen 1 en 11). Eén amendement betreft de verplichting voor de lidstaten om bij de rapportage ook een evaluatie van beleidsmaatregelen en wetgeving te verrichten (amendement 15). Enkele andere amendementen vormen verbeteringen op de tekst, met name wat betreft het overleg met plaatselijke en regionale instanties en internationale organisaties (amendementen 9, 12 en 13). In amendement 10 wordt terecht verwezen naar de beste praktijken die in het demonstratieprogramma inzake geïntegreerd beheer van kustgebieden zijn geïdentificeerd.
De in de amendementen 14 en 15 voorgestelde tijdschema's voor de rapportage vormen een goed evenwicht tussen het gemeenschappelijk standpunt en de oorspronkelijk voorgestelde 2 jaar. De Commissie erkent dat het opzetten van nationale strategieën in de meeste lidstaten substantiële inspanningen zal vergen. Het voorstel betreffende de 45 maanden voor de rapportage en de strategieën van de lidstaten, en de aansluitende beoordeling door de Commissie na 55 maanden, is realistisch en aanvaardbaar.
5. CONCLUSIE
Overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag wijzigt de Commissie haar voorstel zoals hierboven is aangegeven.