Toelichting bij COM(2007)535 - Voortzetting van de uitvoering van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1) Het door de Commissie in juli 2004 aangenomen voorstel voor een verordening

Op 14 juli 2004 heeft de Commissie een voorstel aangenomen voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de tenuitvoerlegging van de stationeringsfase en de exploitatiefase van het Europees programma voor radionavigatie per satelliet i. Dat voorstel had twee hoofddoelstellingen.

Allereerst was, aangezien het Galileo-programma tot volle wasdom was gekomen en al lang geen gewoon onderzoekproject meer was, de tijd gekomen om het te baseren op een specifiek rechtsinstrument, dat samenhing met het toekomstige Europese ruimtevaartprogramma, meer geschikt was om aan de behoeften ervan te voldoen en zo goed mogelijk beantwoordde aan de noodzaak van een goed financieel beheer.

In de tweede plaats ging het erom het deel van het Galileo-programma dat onder de communautaire begroting viel te financieren tijdens de periode van het financiële kader 2007-2013. In het voorstel was aldus sprake van een financiële steunverlening van de Europese Gemeenschap tot een bedrag van één miljard euro voor de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2013.

Op 21 april 2005 kwam de Raad tot een akkoord (partiële algemene oriëntatie) over het voorstel voor een verordening van de Commissie, met uitzondering van het budgettaire gedeelte, waarbij de definitieve goedkeuring afhing van het resultaat van het debat over het financiële kader 2007-2013. De voornaamste wijziging die de Raad aanbracht, had betrekking op de opname van het Egnos-programma in het voorstel voor een verordening.

Het Parlement behandelde eveneens de tekst in eerste lezing en sprak zich over het geheel genomen zeer gunstig uit over de tekst van 5 september 2005. Net als de Raad wenste het Parlement het Egnos-programma opgenomen te zien in het voorstel voor een verordening.

Opgemerkt zij dat, toen de Commissie haar voorstel voor een verordening in juli 2004 aannam, het plan was de stationerings- en exploitatiefase van het Galileo-programma in concessie te geven aan de privé-sector. De financiële deelneming van de Europese Gemeenschap zou in dat verband beperkt zijn tot eenn derde van de kosten van de stationering van het systeem en tot de betaling van jaarsubsidies aan de toekomstige concessiehouder tijdens de eerste exploitatiejaren.

1.

2) Wijzigingen in het verloop van het programma


Met het oog op de moeilijkheden bij de onderhandelingen over het concessiecontract vroeg de Vervoersraad van 22 maart 2007 aan de Commissie om met name de algehele voortgang van het Galileo-project te evalueren, zo spoedig mogelijk met mogelijke oplossingen te komen betreffende de middelen om de publieke financiële verbintenissen op lange termijn te waarborgen en te voorzien in een scenario voor de beschikbaarstelling op korte termijn van de diensten van het satellietnavigatiesysteem Egnos, teneinde de voortgang van de onderhandelingen over het concessiecontract te evalueren en met gedetailleerde alternatieve scenario's te komen.

In zijn op 26 april 2007 aangenomen resolutie i kwam het Europees Parlement met een vergelijkbaar verzoek, met name om het publieke beheer van het programma te verbeteren door het waarborgen van een duidelijke beleidsverantwoordelijkheid en de leidende rol van de Commissie.

De Commissie beantwoordde de verzoeken van het Parlement en de Raad met haar mededeling van 16 mei 2007 i. Zij verzocht hen allereerst akte te nemen van het mislukken van de onderhandelingen over het concessiecontract, de noodzaak te herbevestigen om een onafhankelijk satellietnavigatiesysteem te installeren en te erkennen dat de kenmerken van Galileo in dat opzicht geheel en al voldeden aan de ambities van de Europese Unie. Om een bevredigende voortzetting van het programma te verzekeren, deed de Commissie vervolgens de volgende hoofdvoorstellen:

- Door de Europese Gemeenschap zelf de stationering van de volledige Galileo-constellatie laten verzorgen, met dien verstande dat voor de exploitatie van het systeem later een publiek-privaat partnerschap zou kunnen worden opgericht.

- Het Europees Ruimteagentschap kiezen als uitvoerder van de stationering van het systeem. Het agentschap zou handelen voor rekening van de Europese Unie, onder gezag en volgens de regels van de Unie.

- Het publieke beheer van de Europese GNSS-programma's versterken en herstructureren door aan de Commissie, als vertegenwoordigster van de Europese Gemeenschap, de beleidsverantwoordelijkheid en een leidende rol toe te kennen.

- Onmiddellijk maatregelen nemen opdat Egnos, dat begin 2009 in de operationele fase treedt, zijn diensten kan aanbieden voorlopend op de Galileo-diensten.

De Commissie gaf in mei 2007 aan dat het voorgestelde nieuwe scenario het enige scenario was dat de volledige inwerkingstelling van het systeem eind 2012 mogelijk maakte. In verband met het momenteel vastgestelde politieke besluitvormingsschema dient deze datum naar medio 2013 te worden verschoven. Het scenario vereist gedurende de periode 2007-2013 een budgettaire vastlegging van 3,4 miljard euro, d.w.z. 2,4 miljard meer dan het oorspronkelijk vastgestelde bedrag in het Commissievoorstel van 14 juli 2004. Deze substantiële verhoging van de bijdrage uit de communautaire begroting is vooral het gevolg van het feit dat de Europese Commissie de totaliteit van de stationering van het systeem voor haar rekening neemt.

Ingevolge de mededeling van de Commissie nam de Vervoersraad in juni 2007 een resolutie aan waarin de Raad grotendeels met de voorstellen van de Commissie instemde. Met name:

- concludeert de Raad dat de onderhandelingen over het concessiecontract mislukt zijn en er een einde aan dient te worden gemaakt;

- verzoekt de Raad de Commissie de invoering van een certificeerbaar Egnos-systeem voort te zetten door de initiële beschikbaarheid van de diensten ervan tegen 2008 te verzekeren;

- bevestigt de Raad het belang van Galileo als kernproject van de Europese Unie en ondersteunt hij de stationering van het Galileo-systeem tegen eind 2012;

- is de Raad het ermee eens dat de implementatie van de stationering van Galileo en Egnos door de publieke sector extra publieke financiering vereist;

- vraagt de Raad aan de Commissie vóór september 2007 bij de Raad gedetailleerde voorstellen in te dienen voor de financiering, voor het inkoopbeleid waarbij zowel rekening moet worden gehouden met de huidige stand van zaken als met de noodzaak van aanbesteding, voor de plaats die aan de privé-sector moet worden ingeruimd tijdens de exploitatiefase en ten slotte voor een gezond beheer van het programma door de publieke sector op basis van een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de Commissie, het Europees Ruimteagentschap, de toezichtautoriteit voor het Europese GNSS, de lidstaten en de Raad.

Het Parlement ondersteunde in zijn resolutie van 20 juni 2007 i eveneens de Commissievoorstellen in de Commissiemededeling van 16 mei 2007, met name voor wat betreft de communautaire financiering van de programma's en de noodzaak tot verbetering van het publieke beheer ervan.

2.

3) Het voorstel tot wijziging van de tekst van het eerste Commissievoorstel


De voorstellen van de Commissie voor de wijziging van haar eerste Verordeningsvoorstel houden zowel rekening met het prijsgeven van het plan voor de concessionering van de stationeringsfase als met de verschillende opmerkingen van het Europees Parlement en de Raad.

In de eerste plaats is in de tekst nu volledig het Egnos-programma geïntegreerd. Egnos wordt samen met Galileo aangewezen als een van de pijlers van het Europese beleid inzake radionavigatie per satelliet. De twee systemen en programma's worden bovendien duidelijk gedefinieerd.

In de tweede plaats houdt de voorgestelde tekst rekening met het opgeven van het plan voor concessionering van de stationeringsfase van het Galileo-programma en met het feit dat de Europese Gemeenschap deze fase integraal voor haar rekening neemt. De nodige begrotingsmiddelen voor de financiering van de twee programma's gedurende de periode van 1 januari 2007 tot 31 december 2013 bedragen nu immers 3.405 miljoen euro. Er werd al een bedrag van 1.005 miljoen euro uitgetrokken binnen de bestaande financiële programmering (2007-2013) uit hoofde van het wetgevend voorstel van de Commissie voor de uitvoering van de stationerings- en exploitatiefase van het Galileo-programma i. Er wordt voorgesteld een extra bedrag van 2.100 miljoen euro toe te voegen aan het voormelde bedrag. De vrijmaking van dat bedrag zal het voorwerp zijn van een herziening van het huidige financiële kader (2007-2013). De middelen zijn afkomstig van de niet-gebruikte marges van de rubrieken 2 en 5 uit hoofde van de jaren 2007 en 2008. Bijgevolg bepaalt het gewijzigde voorstel het bedrag dat voor de periode 2007-2013 uit hoofde van de Europese GNSS-programma’s op de communautaire begroting moet worden uitgetrokken op 3.105 miljoen euro. Een bedrag van 300 miljoen euro dat voor de Europese GNSS-programma’s beschikbaar is uit hoofde van het zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling i, zal mee dienen voor de financiering van deze kosten.

Het bedrag dekt eveneens de kosten in verband met de vertragingen in de ontwikkelingsfase van het Galileo-programma, die pas in 2010 voltooid zal zijn. Ten slotte is de conclusie van de recente analyses van de Commissie i dat de stationering van het Galileo-systeem medio 2013 voltooid zal zijn.

In de derde plaats is op basis van de tekst de exploitatie van het Egnos-systeem vanaf 2009 mogelijk, met een vertraging van één jaar vanwege de voortzetting van de voorkwalificatiewerkzaamheden.

In de vierde plaats beoogt de voorgestelde tekst het verbeteren van het publieke beheer van de programma's. Het op losse schroeven komen te staan van de onderhandelingen over het concessiecontract heeft een juridisch vacuüm gecreëerd ten aanzien van de rol van de toezichtautoriteit tijdens de stationerings- en exploitatiefase van het Galileo-programma, aangezien bij het toevertouwen van de opdrachten aan de Autoriteit in het kader van Verordening (EG) 1321/2004 i hoofdzakelijk werd uitgegaan van het feit dat er met een concessiehouder zou worden gewerkt. Het staat bijgevolg aan de Commissie om met een voorstel tot wijziging van Verordening (EG) 1321/2004 te komen zodra de Europese Unie de nodige beleidsbeslissingen heeft genomen, teneinde te zorgen voor een hecht en coherent kader voor het publiek beheer van de programma's.

Toch kunnen nu al verschillende maatregelen worden genomen. De voorgestelde tekst versterkt aldus het publieke beheer op twee manieren:

- enerzijds door in een strikte bevoegdheidsverdeling tussen de door de Commissie vertegenwoordigde Europese Gemeenschap, de Europese GNSS-toezichtautoriteit en het Europees Ruimteagentschap te voorzien, en door de uitvoering van de programma's aan de Commissie toe te vertrouwen. De Europese GNSS-toezichtautoriteit staat, naast haar essentiële rol als facilitator van de invoering van de diensten die worden aangeboden door de systemen op de commerciële markten, de Commissie bij in alles wat te maken heeft met het verloop van de programma's. De technische aspecten worden aan het Europees Ruimteagentschap toevertrouwd. Bij het afsluiten van contracten dient dit agentschap de communautaire regels inzake overheidsopdrachten na te leven;

- anderzijds door te voorzien in de oprichting van het Comité voor de Europese GNSS-programma's, dat de Commissie bijstaat bij de toepassing van deze verordening en waardoor een uniform beheer van de programma's, een snellere besluitvorming en een gelijke toegang tot de informatie worden gewaarborgd.

De uitvoering van de programma's moet gepaard gaan met de installatie van de passende elementen en middelen. Onder meer de taken van de concessiehouder moeten nu door de Commissie met hulp van onafhankelijke deskundigen, deskundigen uit de lidstaten en een gespecialiseerd team worden uitgevoerd.

3.

4) Conclusies


Rekening houdend met de wijzigingen in het Galileo-programma sinds begin 2007, met name het feit dat de Europese Gemeenschap rechtstreeks de stationering van het systeem voor haar rekening neemt en de extra kosten van 2.100 miloen euro die daaruit voor de communautaire begroting tijdens het financiële kader 2007-2013 voortvloeien, is het nodig wijzigingen aan te brengen in het verordeningsvoorstel van de Commissie van 14 juli 2004 i.