Toelichting bij COM(2011)559 - Instelling van een evaluatie- en toezichtmechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

SCHENGEN GOVERNANCE – VERSTERKING VAN DE RUIMTE ZONDER TOEZICHT AAN DE BINNENGRENZEN

Voor een beschrijving van de achtergrond van en de redenen voor de in dit voorstel opgenomen wijzingen alsmede een uitvoerige uitleg over de beoogde werking in de praktijk zij verwezen naar de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld " Schengengovernance – versterking van de ruimte zonder toezicht aan de binnengrenzen ", die tegelijk met dit voorstel wordt goedgekeurd.

Wijziging van de regelgeving

Op 16 november 2010 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van de toepassing van het Schengenacquis i. Dit voorstel versterkt het Schengenevaluatiemechanisme, met name door de follow-up te stroomlijnen. De geëvalueerde lidstaat wordt namelijk verzocht een actieplan in te dienen voor het verhelpen van vastgestelde gebreken en regelmatig verslag uit te brengen over de uitvoering van dat plan, totdat alle gebreken zijn verholpen. Van ernstige gebreken met belangrijke gevolgen voor de algehele veiligheid van een of meer lidstaten dienen de Raad en het Europees Parlement in kennis te worden gesteld, zodat de lidstaten op het hoogste politieke niveau druk kunnen uitoefenen om de nalatige lidstaat tot naleving van de regels te bewegen.

Elke lidstaat wordt per periode van vijf jaar ten minste eenmaal geëvalueerd. De planning kan echter worden aangepast aan de behoeften en de situatie in het veld. Ook kunnen onaangekondigde controles ter plaatse worden uitgevoerd om erop toe te zien dat alle begeleidende maatregelen correct worden uitgevoerd.

Om te voorzien in het rechtskader dat nodig is om gehoor te geven aan het verzoek van de Europese Raad van 23 en 24 juni 2011 om het Schengenevaluatiesysteem verder te versterken en een vrijwaringsclausule op te nemen voor werkelijk kritieke situaties waarin, zoals uitvoerig wordt uitgelegd in de in punt 1.1 bedoelde mededeling, een lidstaat zijn verplichtingen uit hoofde van de Schengenregels niet meer kan nakomen, wijzigt de Commissie hierbij haar voorstel. Daartoe regelt zij aanvullende ondersteuning op nationaal en EU-niveau, versterkt zij de door Frontex verleende steun en voorziet zij in de mogelijkheid van een EU-mechanisme voor de herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen ingeval een lidstaat de verplichting om toezicht te houden aan zijn deel van de buitengrens aanhoudend verwaarloost en de omstandigheden zodanig zijn dat dit op nationaal of EU-niveau een ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid. De invoering van een dergelijk mechanisme veronderstelt ook de tegelijk met dit voorstel voorgelegde wijziging van de Schengengrenscode.

In het voornoemde voorstel van 16 november 2010 is uitvoerig uitgelegd waarom het huidige Schengenevaluatiemechanisme dient te worden gewijzigd. Hoewel het voorstel van november 2010 door het onderhavige wordt vervangen, zijn de redenen onveranderd. De Commissie zal de uitvoerige onderbouwing derhalve niet in het huidige gewijzigde voorstel herhalen. Aangezien het aanvankelijke voorstel niet door de wetgevers is goedgekeurd (het Europees Parlement heeft zijn standpunt over het voorstel nog niet overeenkomstig artikel 294, lid 3, VWEU in eerste lezing vastgesteld), worden de wijzigingen opgenomen in de tekst van het aanvankelijke voorstel i, dat onveranderd blijft, afgezien van de veranderingen inzake de aan een lidstaat te geven steun en de mogelijke herinvoering van grenstoezicht aan de binnengrenzen (artikelen 14 en 15, alsook een verwijzing naar 'toezicht' in de hele tekst) en uitgezonderd enige aanpassingen van de aan de Commissie verleende uitvoerende bevoegdheden (artikelen 5, 8, 13 en 17). Deze aanpassingen zijn nodig omdat de relevante horizontale comitologieregels na de indiening van het aanvankelijke voorstel zijn gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren i. Bovendien is de tekst op nog een aantal punten aangepast, onder meer wat betreft de rol van Frontex (artikel 6), Europol (artikel 8) en de verslaglegging aan het Europees Parlement en de Raad (artikel 19).

1.

Resultaten van de raadpleging van de belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Uit de eerste besprekingen van het voorstel betreffende de Schengenevaluatie in de Raad en in het Europees Parlement en ook uit de resolutie van het Parlement van 7 juli 2011 i blijkt brede politieke steun voor de opvatting dat een goed functionerend mechanisme vergezeld moet gaan van instrumenten waarmee doeltreffend kan worden gereageerd wanneer een lidstaat bij de toepassing van het acquis ernstig tekortschiet.

In haar mededeling over migratie i suggereerde de Commissie dat er een mechanisme zou kunnen worden ingesteld dat het mogelijk maakt op Europees niveau een besluit te nemen waarin wordt bepaald welke lidstaten bij wijze van uitzondering opnieuw grenstoezicht aan de binnengrenzen kunnen uitvoeren en voor hoe lang. De herinvoering van grenstoezicht moet alleen als laatste redmiddel worden ingezet, en alleen nadat andere maatregelen zijn genomen om de situatie aan de buitengrens te stabiliseren. Dit kunnen maatregelen op Europees niveau zijn, in een geest van solidariteit, en/of op nationaal niveau, om ervoor te zorgen dat de gemeenschappelijke regels beter worden nageleefd.

Dit idee viel in goede aarde bij de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 12 mei 2011 en bij de Europese Raad van 23 en 24 juni 2011, die pleitte voor de invoering van een mechanisme 'om te kunnen reageren op buitengewone omstandigheden die een bedreiging vormen voor de Schengensamenwerking in haar algemeenheid, zonder dat het beginsel van vrij personenverkeer in gevaar wordt gebracht'.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Dit voorstel vormt een ontwikkeling van het beleid inzake de binnengrenzen overeenkomstig artikel 77, lid 2, onder e), VWEU. Artikel 77 voorziet in de afschaffing van grenstoezicht aan de binnengrenzen als uiteindelijke doelstelling bij de totstandbrenging van een ruimte van vrij verkeer van personen binnen de Europese Unie, overeenkomstig artikel 26 van het VWEU. De afschaffing van het grenstoezicht aan de binnengrenzen moet gepaard gaan met maatregelen op het gebied van de buitengrenzen, het visumbeleid, het Schengeninformatiesysteem, gegevensbescherming, politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken. De correcte toepassing van deze maatregelen maakt het mogelijk een gebied zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen in stand te houden. De evaluatie van en het toezicht op de toepassing van deze maatregelen dienen dus het uiteindelijke beleidsdoel, namelijk de handhaving van een gebied zonder grenstoezicht aan de binnengrenzen. Ook maatregelen die de nadelige gevolgen moeten tegengaan van aanhoudende ernstige gebreken bij de toepassing van het Schengenacquis door een lidstaat, waaronder de mogelijkheid om bij wijze van uitzondering tijdelijk opnieuw grenstoezicht aan de binnengrenzen in te voeren als laatste redmiddel, wanneer de omstandigheden zodanig zijn dat deze gebreken op nationaal of EU-niveau een ernstige bedreiging vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, dragen bij tot de verwezenlijking van deze uiteindelijke doelstelling.

Het in november 2010 ingediende voorstel tot instelling van een Schengenevaluatiemechanisme bevat alle nodige informatie over de gevolgen voor de begroting, die met dit voorstel niet veranderen.