Toelichting bij COM(2016)784 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1388/2013 betreffende de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Autonome tariefcontingenten zijn nodig voor bepaalde producten waarvan de productie in de Unie ontoereikend is om in de behoeften van de EU-industrie te voorzien. De opening van tariefcontingenten van de Unie moet het mogelijk maken dat producten in passende hoeveelheden tegen een verlaagd recht of tegen een nulrecht kunnen worden ingevoerd zonder dat de betrokken markten worden verstoord.

Op 17 december 2013 heeft de Raad Verordening (EU) nr. 1388/2013 betreffende de opening en het beheer van autonome tariefcontingenten van de Unie voor bepaalde landbouw- en industrieproducten (hierna 'de verordening') aangenomen, om onder de meest gunstige voorwaarden aan de vraag naar die producten in de Unie te kunnen voldoen.

Deze verordening wordt om de zes maanden aangepast om tegemoet te komen aan de behoeften van de EU-industrie. De Commissie heeft, daarin bijgestaan door de Groep economische tariefvraagstukken, alle verzoeken van de lidstaten betreffende autonome tariefcontingenten onderzocht.

Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat het gerechtvaardigd is voor een aantal nieuwe producten, die momenteel niet in de bijlage bij de verordening zijn vermeld, autonome tariefcontingenten te openen. Voor een aantal andere producten moet de omschrijving worden aangepast, een nieuwe Taric-code worden toegekend, een einddatum worden toegevoegd of de oorspronkelijke hoeveelheid van het contingent worden verhoogd/verlaagd. Producten waarvoor een tariefcontingent niet langer in het economische belang van de Unie is, dienen te worden geschrapt.

Omwille van de duidelijkheid is het wenselijk om een geconsolideerde versie van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1388/2013 te publiceren, die de vorige bijlage integraal vervangt.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Dit voorstel gaat niet ten koste van landen die een preferentiële handelsovereenkomst met de Europese Unie hebben (bv. het stelsel van algemene preferenties (SAP), de regeling voor de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), vrijhandelsovereenkomsten, kandidaat-lidstaten en mogelijke kandidaat-lidstaten).

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, handel, ondernemingen, ontwikkeling en buitenlandse betrekkingen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel omdat de beoogde maatregelen aansluiten bij de beginselen voor de vereenvoudiging van de procedures voor de deelnemers aan het buitenlandse handelsverkeer en bij de mededeling van de Commissie inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten 1 . Dit voorstel gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Krachtens artikel 31 VWEU worden de "rechten van het gemeenschappelijk douanetarief [...] door de Raad vastgesteld op voorstel van de Commissie". Een verordening is derhalve het passende instrument.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

In een studie van 2013 waarin het systeem van autonome tariefschorsingen werd geëvalueerd, is ook het systeem van autonome tariefcontingenten aan de orde gesteld, omdat beide maatregelen vergelijkbaar zijn, behalve dan dat de invoerhoeveelheid bij contingenten beperkt is. De studie concludeerde dat de achterliggende gedachte voor het systeem nog altijd actueel is. Europese bedrijven die goederen invoeren in het kader van dit systeem, kunnen aanzienlijke kosten besparen. Deze besparingen kunnen dan weer tot ruimere voordelen leiden (zoals een grotere concurrentiekracht, efficiëntere productiemethoden, het creëren of behouden van werkgelegenheid in de EU enz.), afhankelijk van het product, het bedrijf of de sector in kwestie.

Raadplegingen van belanghebbenden

Dit voorstel is opgesteld met de hulp van de Groep economische tariefvraagstukken, waarin afgevaardigden van alle lidstaten en Turkije zetelen.

Elk (nieuw of gewijzigd) verzoek is door de Groep zorgvuldig geëvalueerd, waarbij per geval met name aandacht is besteed aan het voorkomen van schade voor de EU-producenten en aan het versterken van het concurrentievermogen van de EU-productie.

Alle in de lijst vermelde contingenten zijn in overeenstemming met het in de Groep bereikte akkoord of compromis. Er is niet gewezen op mogelijk ernstige risico’s met onomkeerbare gevolgen.


Effectbeoordeling

De voorgestelde wijziging is technisch van aard en betreft uitsluitend het toepassingsgebied van in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1388/2013 opgenomen contingenten. Daarom is voor dit voorstel geen effectbeoordeling verricht.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Dit voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, doordat het bedrag van de niet-geïnde douanerechten afneemt met in totaal circa 15,2 miljoen EUR per jaar. Voor de traditionele eigen middelen van de begroting komt dit neer op meerontvangsten ten belope van 12,2 miljoen EUR per jaar (80 % x 15,2 miljoen EUR per jaar).

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplannen en toezichts-, evaluatie- en rapportageregelingen

De voorgestelde maatregelen maken deel uit van Taric (Geïntegreerd Tarief van de Europese Unie) en worden toegepast door de douanediensten van de lidstaten.

De bijzondere bestemming van bepaalde producten waarop de verordening betrekking heeft, wordt gecontroleerd overeenkomstig artikel 254 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie.