Toelichting bij COM(2016)783 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1387/2013 houdende schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor bepaalde landbouw- en industrieproducten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Teneinde een toereikende en ononderbroken aanvoer te waarborgen van bepaalde landbouw- en industrieproducten die in de Unie in ontoereikende mate of helemaal niet worden vervaardigd, en te voorkomen dat de markt voor deze producten wordt verstoord, is bij Verordening (EU) nr. 1387/2013 (hierna 'de verordening') een aantal autonome rechten van het gemeenschappelijke douanetarief geheel of gedeeltelijk geschorst.

Deze verordening wordt om de zes maanden bijgewerkt om tegemoet te komen aan de behoeften van de EU-industrie. De Commissie onderzoekt, daarin bijgestaan door de Groep economische tariefvraagstukken, alle verzoeken van de lidstaten om een tijdelijke schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief.

Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat het gerechtvaardigd is de rechten te schorsen voor een aantal nieuwe producten, die momenteel niet in de bijlage bij de verordening zijn vermeld. Voor een aantal andere producten moeten de voorwaarden worden gewijzigd wat betreft de productomschrijving, de indeling, de douanerechten of de voorgeschreven bijzondere bestemming. De einddatums van de maatregelen werden aangepast volgens de regels die gelden voor verlengingen. Er wordt voorgesteld om producten waarvoor de schorsing van de rechten niet langer in het economische belang van de Unie is, te schrappen.

Omwille van de duidelijkheid is het wenselijk om een geconsolideerde versie van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1387/2013 te publiceren, die de vorige bijlage vervangt.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

Dit voorstel gaat niet ten koste van landen die een preferentiële handelsovereenkomst met de Europese Unie hebben, of van landen die in aanmerking komen of kunnen komen voor een preferentiële overeenkomst (bv. het stelsel van algemene preferenties (SAP), de regeling voor de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), vrijhandelsovereenkomsten).

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, handel, ondernemingen, ontwikkeling en buitenlandse betrekkingen.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag van dit voorstel is artikel 31 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit (voor niet-exclusieve bevoegdheden)

Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel omdat de beoogde maatregelen aansluiten bij de beginselen voor de vereenvoudiging van de procedures voor de deelnemers aan het buitenlandse handelsverkeer, zoals beschreven in de mededeling van de Commissie inzake autonome tariefschorsingen en -contingenten 1 . Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.

Keuze van het instrument

Krachtens artikel 31 VWEU worden de "rechten van het gemeenschappelijk douanetarief [...] door de Raad vastgesteld op voorstel van de Commissie". Een verordening is derhalve het passende instrument.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

In 2013 is een studie verricht waarin het systeem van autonome schorsingen als geheel aan een evaluatie werd onderworpen. De studie concludeerde dat de achterliggende gedachte voor het systeem nog altijd actueel is. Europese bedrijven die goederen invoeren in het kader van dit systeem, kunnen aanzienlijke kosten besparen. Deze besparingen kunnen dan weer tot ruimere voordelen leiden (zoals een grotere concurrentiekracht, efficiëntere productiemethoden, het creëren of behouden van werkgelegenheid in de EU enz.), afhankelijk van het product, het bedrijf of de sector in kwestie.

Raadplegingen van belanghebbenden

Dit voorstel is opgesteld met de hulp van de Groep economische tariefvraagstukken, waarin afgevaardigden van alle lidstaten en Turkije zetelen. De Groep is driemaal bijeengekomen voordat overeenstemming werd bereikt over de in dit voorstel vastgestelde wijzigingen.

Elk (nieuw of gewijzigd) verzoek is door de Groep zorgvuldig geëvalueerd, waarbij per geval met name aandacht is besteed aan het voorkomen van schade voor de EU-producenten en aan het versterken en consolideren van het concurrentievermogen van de EU-productie.

Alle in de lijst vermelde schorsingen zijn in overeenstemming met het in de Groep bereikte akkoord of compromis. Er is niet gewezen op mogelijk ernstige risico’s met onomkeerbare gevolgen.

Effectbeoordeling

De voorgestelde wijziging is technisch van aard en betreft uitsluitend het toepassingsgebied van in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1387/2013 opgenomen schorsingen. Daarom is voor dit voorstel geen effectbeoordeling verricht.

Grondrechten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, met een derving van douanerechten voor een totaal bedrag van circa 10,4 miljoen EUR per jaar. Voor de traditionele eigen middelen van de begroting komt dit neer op minderontvangsten ten belope van 8,3 miljoen EUR per jaar (80 % x 10,4 miljoen EUR per jaar). Het financieel memorandum bevat nadere informatie over de gevolgen van het voorstel voor de begroting.

De derving van traditionele eigen middelen moet worden gecompenseerd door de bijdragen van de lidstaten op basis van het bni.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplannen en toezichts-, evaluatie- en rapportageregelingen

De voorgestelde maatregelen maken deel uit van Taric (Geïntegreerd Tarief van de Europese Unie) en worden toegepast door de douanediensten van de lidstaten.

De bijzondere bestemming van bepaalde producten waarop deze verordening betrekking heeft, wordt gecontroleerd overeenkomstig artikel 254 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie.