Toelichting bij COM(2016)788 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 1059/2003 wat betreft de territoriale typologieën (Tercet)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Eurostat publiceert de Europese statistieken over veel statistische gebieden op regionaal niveau in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1059/2003 ( 1 ) betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS). Deze statistieken worden op grote schaal gebruikt in het kader van het regionaal beleid van de EU en om te bepalen welke regio's in aanmerking komen voor het Cohesiefonds. De afgelopen jaren heeft Eurostat het assortiment aan statistieken dat wordt gepubliceerd over een aantal territoriale typologieën uitgebreid om te voldoen aan de toenemende behoefte van de beleidsmakers van de EU aan dergelijke gegevens in de context van beleid voor cohesie en territoriale ontwikkeling. De Commissie heeft deze territoriale typologieën in samenwerking met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) gedefinieerd en heeft de methodologieën vastgesteld voor de opstelling en handhaving ervan. De NUTS-verordening bevat nog geen beschrijving of wettelijke definitie van deze territoriale typologieën ter bepaling van stedelijke, plattelands-, kust- en/of andere gebieden en regio’s in de EU, hoewel zij reeds worden gebruikt. Het feit dat deze typologieën en hun methodologieën niet wettelijk zijn erkend en niet officieel worden erkend door het Europees statistisch systeem (ESS) is een kwestie die moet worden aangepakt, zodat ze kunnen worden vastgesteld als erkende, onpartijdige en transparante statistische typologieën.

2.

De belangrijkste beleidsdoelstellingen van het initiatief zijn:


1. De wettelijke erkenning van de territoriale typologieën vaststellen, inclusief de definitie van steden, ten behoeve van de Europese statistieken.

Een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1059/2003 zal de territoriale typologieën integreren in de huidige NUTS-Verordening. Dit zal verwijzingen naar deze territoriale typologieën mogelijk maken in thematische statistische regelgeving en beleidsinitiatieven ten behoeve van de verzameling van Europese statistieken en/of beleid voor specifieke gebieden zoals steden, stedelijke, plattelands- of kustgebieden en regio's. Het initiatief bestrijkt dan ook de bestaande territoriale typologieën op basis van NUTS-niveau 3 (bijvoorbeeld stedelijk-landelijke typologie, grootstedelijke gebieden), de lokale bestuurlijke eenheden (bijvoorbeeld de urbanisatiegraad, steden en kustgebieden) en het rasterniveau van 1 km2 dat nodig is voor de berekening van de andere typologieën, die gebaseerd zijn op de bevolkingsspreiding en -dichtheid in de rastercellen.

2. De kernbegrippen en statistische criteria voor de verschillende territoriale typologieën vastleggen.

Om te zorgen voor methodologische transparantie en de stabiliteit van de territoriale typologieën de komende tijd te waarborgen, moeten de kernbegrippen en criteria voor het aanmaken en bijwerken van de typologieën worden gespecificeerd in de verordening en de uitvoeringsbepalingen daarvan. Daartoe zal het initiatief gebruikmaken van de bestaande methoden voor de verschillende typologieën.

1.

3. Zorgen voor een geharmoniseerde en transparante toepassing en gebruik van de territoriale typologieën op EU-niveau en in de lidstaten


Het initiatief is gericht op de verbetering van de vergelijkbaarheid en de stabiliteit van de typologieën. Dit zal een positieve invloed hebben op het opmaken en verspreiden van Europese regionale statistieken.

4. In de context van de aanpassing van Verordening (EG) nr. 1059/2003 aan de nieuwe regels van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zijn bepaalde bevoegdheden die bij die verordening aan de Commissie zijn verleend om handelingen vast te stellen tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van deze verordening, in overeenstemming met de regelgevingsprocedure met toetsing, aangevuld met bevoegdheden om gedelegeerde handelingen vast te stellen.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel beoogt typologieën die verband houden met verschillende statistische gebieden, zoals onder meer regionale rekeningen, de arbeidsmarkt, plattelandsontwikkeling, landbouw, toerisme, maritiem beleid , op te nemen in de NUTS-verordening. Hierdoor wordt het mogelijk om de gegevens te aggregeren aan de hand van duidelijke typologieën: zo kunnen het bnp in plattelandsgebieden en stedelijke gebieden, toeristische overnachtingen in kustgebieden en in niet aan de kust gelegen gebieden en regio’s, werkgelegenheid/werkloosheid naar urbanisatiegraad enzovoort worden vergeleken.

Concepten zoals de urbanisatiegraad kunnen eveneens worden gebruikt om gegevens over stedelijke en landelijke gebieden aan de VN te verstrekken.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De territoriale typologieën hebben een grote invloed op het regionaal beleid in het kader van de overkoepelende doelstellingen van de Europa 2020-strategie( 2 ). Het cohesiebeleid van de EU is er bijvoorbeeld op gericht de ongelijkheden tussen de regio’s te verminderen en groei, werkgelegenheid en duurzame ontwikkeling in achtergebleven regio’s en gebieden te bevorderen. De afgelopen jaren is er meer aandacht besteed aan empirisch onderbouwde beleidsmaatregelen en een meer geïntegreerde territoriale aanpak die de diversiteit van de regio’s van de EU weerspiegelt, bv. op het gebied van werkgelegenheid, demografie, armoede, onderwijs of economische activiteit. In analyses van het regionaal beleid wordt de nadruk gelegd op de noodzaak voor het onderzoeken van de significante verschillen tussen stad en platteland, die niet gelijk zijn in alle lidstaten (zie bijvoorbeeld het Zesde verslag inzake economische, sociale en territoriale cohesie ( 3 )). In het cohesiebeleid 2014-2020 wordt de nadruk gelegd op territoriale ontwikkelingsstrategieën die zijn gericht op stedelijke en plattelandsgebieden, maar ook op kustgebieden. In de beginselen voor het cohesiebeleid voor de periode 2014-2020 die zijn vastgelegd in het gemeenschappelijk strategisch kader ( 4 ) wordt benadrukt dat bij de aanpak voor de bevordering van slimme, duurzame en inclusieve groei rekening moet worden gehouden met de rol van steden, stedelijke, plattelands- en kustgebieden en met de verbindingen tussen stad en platteland. De typologie omtrent de urbanisatiegraad is onlangs gebruikt in Verordening (EU) nr. 522/2014 ( 5 ) voor de bepaling van de subsidiabiliteit voor ondersteuning door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling om innovatieve acties uit te voeren in steden en voorsteden.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor de Europese statistieken is artikel 338 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het Europees Parlement en de Raad moeten volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen aannemen voor de opstelling van statistieken wanneer dit voor de vervulling van de taken van de EU nodig is.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen. Lidstaten die geïsoleerd optreden, kunnen de doelstellingen van de voorgestelde actie, namelijk de invoering van de noodzakelijke elementen met betrekking tot territoriale typologieën, niet voldoende verwezenlijken. Op EU-niveau kan effectiever actie worden ondernomen, op basis van een rechtshandeling van de EU, om geharmoniseerde statistische classificaties vast te stellen, te coördineren en te handhaven, met inbegrip van territoriale typologieën voor statistische doeleinden op EU-niveau.

Evenredigheid

In het initiatief wordt voorgesteld de huidige NUTS-verordening niet meer te wijzigen dan absoluut noodzakelijk is. Gezien de noodzaak van een formele erkenning van territoriale typologieën voor statistieken en beleidsvorming, beoogt het voorstel een wijziging van de NUTS-verordening om de territoriale typologieën toe te voegen aan het rechtskader, zonder wijziging van de fundamentele beginselen of de structuur en de definities van de NUTS-regio’s die alom worden aanvaard en bewezen en onomstreden zijn.

Deze optie wordt beschouwd als de meest evenwichtige aanpak om van de noodzaak van actie te verenigen met het streven het toepassingsgebied van het initiatief te beperken tot het minimum dat nodig is om de doelstellingen te verwezenlijken. Aangezien het gaat om een juridische codificatie van bestaande typologieën en de onderdelen ervan en de Commissie (Eurostat) zal zorgen voor de toewijzing van de typologieën, behelst het voorstel slechts verwaarloosbare extra kosten voor de nationale bureaus voor de statistiek en geen kosten voor het bedrijfsleven of de burger.

Keuze van het instrument

Voorgesteld instrument: een verordening.

Gezien de doelstellingen en de inhoud van het voorstel en het feit dat het een voorstel tot wijziging van een bestaande verordening betreft, is een verordening het meest geschikte instrument.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

In de bestaande wetgeving wordt nog geen rekening gehouden met de typologieën, waardoor het zeer moeilijk is om uniforme voorwaarden voor de geharmoniseerde toepassing tot stand te brengen en te waarborgen.

Raadplegingen van belanghebbenden

De belanghebbenden waarvoor dit voorstel gevolgen heeft, zijn met name de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten. De Commissie (Eurostat) heeft hun deskundigen vanaf het begin bij de opstelling van het voorstel betrokken en zeer vaak gebruikgemaakt van hun feedback en deskundigheid.

De belangrijkste beleidsmaker die gebruikmaakt van regionale gegevens, het directoraat-generaal voor Regionaal Beleid en Stadsontwikkeling (DG REGIO) van de Commissie, is ook diverse malen geraadpleegd en heeft waardevolle feedback geleverd.

Gelet op het technische karakter van dit voorstel werd het niet nodig geacht er een andere instantie bij te betrekken.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

De concepten van de typologieën werden in nauwe samenwerking met Eurostat, DG REGIO, het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, dat belangrijke technische input leverde, en de OESO ontwikkeld door een aantal reeds bestaande concepten en de verschillende bijbehorende methodologieën bijeen te brengen.

De OESO gebruikt de geharmoniseerde typologieën ook voor statistische en analytische doeleinden.

Effectbeoordeling

Er werd geen effectbeoordeling verricht omdat het voorstel geen ingrijpende economische, sociale en ecologische gevolgen heeft en geen extra lasten voor het bedrijfsleven en voor de burger oplevert. Het initiatief heeft voornamelijk ten doel de huidige NUTS-verordening aan te vullen met de noodzakelijke elementen om rekening te houden met recente ontwikkelingen in de territoriale classificatie voor statistische doeleinden.

Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

De codificatie van de territoriale typologieën in de NUTS-verordening maakt het onnodig deze te definiëren en toe te lichten in andere specifieke rechtshandelingen, bijvoorbeeld handelingen die betrekking hebben op steden of plattelandsontwikkeling. Dit vereenvoudigt en harmoniseert de regelgeving in verband met stedelijke en plattelandsontwikkeling en maritiem beleid.

Grondrechten

Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

Aangezien de typologieën, hoewel zij niet wettelijk erkend zijn, reeds in gebruik zijn, zijn er geen plannen om specifieke uitvoeringsplannen of toezichtbepalingen op te stellen. In beginsel wordt de volgende procedure gevolgd voor de bepaling en de bekendmaking van de typologieën.

De Commissie (Eurostat) maakt de nodige berekeningen om de typologieën toe te kennen wanneer er nieuwe gegevens over de bevolkingsspreiding en -dichtheid in de rastercellen beschikbaar komen. Dit is gewoonlijk het geval na een volkstelling. Er kunnen jaarlijks kleine aanpassingen worden gemaakt voor de desbetreffende lidstaten om rekening te houden met veranderingen in de lokale of regionale structuur van de lidstaten.

Nadat de Commissie (Eurostat) deze aanvankelijke berekeningen heeft gemaakt, deelt zij de resultaten met de lidstaten. Zij kunnen deze verifiëren of aanpassen, bijvoorbeeld aan de hand van specifieke geografische omstandigheden.

Na akkoord over de resultaten met de lidstaten maakt de Commissie (Eurostat) deze bekend op de speciale websites.

Er moeten uniforme voorwaarden worden ingesteld om de typologieën te harmoniseren. De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om dit te doen voor de uitvoering van de typologieën door middel van uitvoeringshandelingen.

Artikelsgewijze toelichting

Aangezien het voorstel geen wijziging inhoudt van de alom aanvaarde en bewezen kern van de NUTS-verordening, wijzigt het niet meer dan absoluut noodzakelijk is om de doelstellingen ervan te bereiken.

Er wordt voorgesteld om enkele bepalingen van Verordening (EG) nr. 1059/2003 te wijzigen of the vervangen om de volgende redenen.

3.

- Artikel 1


Het nieuwe artikel 1 verbreedt het onderwerp van de NUTS-verordening door toevoeging van de territoriale typologieën en de statistische rasters die nodig zijn om deze te berekenen op basis van de bevolkingsspreiding en -dichtheid in de afzonderlijke rastercellen. Daarnaast wordt gezorgd voor een verduidelijking van de rol en de omschrijvingen van de lokale bestuurlijke eenheden (LBE's), waarvoor de omschrijvingen nog niet consistent zijn in de huidige NUTS-verordening (zoals 'samenstelling van NUTS' en 'kleinere bestuurlijke eenheden').

4.

- Artikel 2


Artikel 2, lid 5, wordt geschrapt. Het heeft betrekking op een mededeling die was voorzien in 2005, twee jaar na de inwerkingtreding van de oorspronkelijke NUTS-verordening in 2003. Het is derhalve achterhaald.

5.

- Artikel 3


In artikel 3 wordt lid 4 aangepast aan de nieuwe institutionele procedures die zijn ingevoerd door het Verdrag van Lissabon (door verandering van de regelgevingsprocedure met toetsing naar gedelegeerde handelingen).

In punt 5 wordt de laatste zin geschrapt omdat het niet langer nodig is om bevoegdheden aan de Commissie te verlenen in dat verband.

6.

- Artikel 4


In artikel 4 worden de LBE's bepaald. De bepalingen betreffende de indieningsvereisten worden ook verduidelijkt en vereenvoudigd. Deze bepalingen werden voordien niet op coherente wijze geïnterpreteerd.

Ten slotte is de Commissie bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de in bijlage III bij de NUTS-verordening opgenomen lijst van LBE's.

7.

- Artikel 4 bis


Artikel 4 bis wordt ingevoegd om de statistische netwerken die de Commissie (Eurostat) zal handhaven en publiceren, te introduceren als basis voor de berekening van de territoriale typologieën voor de regio’s en gebieden.

8.

- Artikel 4 ter


Het nieuwe artikel 4 ter introduceert de typologieën en verleent de Commissie de uitvoeringsbevoegdheid om uniforme voorwaarden voor de geharmoniseerde toepassing ervan vast te stellen.

9.

- Artikel 5


In het nieuwe artikel 5 worden de bewoording en formulering verduidelijkt en vereenvoudigd. De Commissie is bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de in bijlage I bij de NUTS-verordening opgenomen NUTS-nomenclatuur.

10.

- Artikelen 7 en 7 bis


Artikel 7 wordt bijgewerkt om te verwijzen naar het bevoegde comité dat de Commissie bijstaat bij de vaststelling van uitvoeringshandelingen, terwijl het nieuwe artikel 7 bis betrekking heeft op de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord over betere wetgeving.

11.

- Artikel 8


Artikel 8 wordt geschrapt. Het voorzag in een verslag over de tenuitvoerlegging van de NUTS-verordening dat was voorzien in 2006, drie jaar na de inwerkingtreding van de oorspronkelijke NUTS-verordening in 2003. Het is derhalve achterhaald.