Toelichting bij COM(2017)49 - Kwaliteit van de in het wegvervoer in de EU gebruikte benzine en diesel (verslagjaren 2014 en 2015)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

Brussel, 1.2.2017

COM(2017) 49 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Kwaliteit van de in het wegvervoer in de Europese Unie gebruikte benzine en diesel
(verslagjaren 2014 en 2015)


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Kwaliteit van de in het wegvervoer in de Europese Unie gebruikte benzine en diesel
(verslagjaren 2014 en 2015)

Inleiding



Alleen als de voor het wegvervoer gebruikte benzine en diesel blijvend voldoen aan de kwaliteitseisen van de EU, kunnen aanzienlijke voordelen voor de gezondheid en het milieu worden gerealiseerd.

Dit verslag is gebaseerd op de rapporten over de kwaliteit van de voor het wegvervoer in de EU gebruikte benzine en diesel voor het jaar 2014, die door de lidstaten zijn ingediend overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Richtlijn 98/70/EG 1 (de 'richtlijn brandstofkwaliteit').

Het Europees Milieuagentschap (EEA) heeft de door de lidstaten verstrekte gegevens onderworpen aan een proces van kwaliteitsborging en kwaliteitscontrole, waarmee de kwaliteit ervan werd verhoogd. De verzameling en de analyse van de door de lidstaten gerapporteerde gegevens worden beschreven in de technische verslagen van het EEA over het toezicht op de brandstofkwaliteit nr. 26/2015 "EU Fuel Quality Monitoring — 2014" en nr. 36/2016 "EU Fuel Quality Monitoring — 2015" 2 .

2. Overzicht van de gegevens over de brandstofkwaliteit in de EU in 2014

Uit het toezicht op de brandstofkwaliteit in 2014 en 2015 bleek dat het aantal afwijkingen van de in de richtlijn brandstofkwaliteit vastgelegde specificaties voor benzine en diesel nog steeds zeer klein was. Bovendien bleken alle lidstaten de brandstofspecificaties toe te passen die voor brandstoffen voor het wegvervoer een zwavelgehalte van minder dan 10 ppm vereisen.

Een van de belangrijkste factoren bij het toezicht op de naleving van de brandstofkwaliteitseisen is de bemonstering van brandstoffen. Als gevolg van de bevindingen in het verslag voor 2013 3 en de daaropvolgende bilaterale contacten tussen de Commissie en de lidstaten blijkt uit de voor 2014 verstrekte gegevens dat de lidstaten hun verplichtingen op het gebied van verslaglegging en toezicht beter nakomen, dankzij verbeterde systemen voor toezicht op de brandstofkwaliteit die hebben geleid tot een meer volledige en betrouwbare bemonstering van brandstoffen.

In 2014 verstrekten alle lidstaten de minimaal vereiste informatie over de naleving van de kwaliteitseisen voor brandstoffen. De Commissie hoefde op dit gebied dus geen nieuwe onderzoeken in te leiden.

In 2015 verstrekte een ruime meerderheid van de lidstaten de minimaal vereiste informatie over de naleving van de kwaliteitseisen voor brandstoffen. De lidstaten die niet alle vereiste informatie over de naleving van de kwaliteitseisen voor brandstoffen hadden verstrekt, werden door de Commissie om aanvullende informatie verzocht.

Voor beide jaren geldt dat slechts zeer weinig gevallen van niet-naleving van de kwaliteitseisen door op de markt gebrachte brandstoffen werden gemeld. In dergelijke gevallen reageren de lidstaten naar eigen zeggen gewoonlijk door de niet-conforme brandstof uit de verkoop te halen. Bovendien zijn er geen aanwijzingen dat deze gevallen van niet-naleving nadelige effecten hebben gehad op de emissies van voertuigen of het functioneren van motoren.


(1)

   PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58.

(2)

      www.eea.europa.eu/publications">www.eea.europa.eu/publications en

www.eea.europa.eu/publications">www.eea.europa.eu/publications  

(3)

      ec.europa.eu/clima/policies/transport/fuel/docs