Toelichting bij COM(2017)109 - Uitvoering van Verordening 1185/2009 betreffende statistieken over pesticiden

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

1.

Brussel, 3.3.2017


COM(2017) 109 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1185/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende statistieken over pesticiden


1. Inleiding

Artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1185/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende statistieken over pesticiden 1 (hierna 'de verordening' genoemd) luidt als volgt:

"De Commissie brengt om de vijf jaar verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van deze verordening. In dit verslag wordt in het bijzonder de kwaliteit van de toegezonden gegevens als bedoeld in artikel 4, beoordeeld, alsook de methoden voor het verzamelen van gegevens, de last voor het bedrijfsleven, landbouwbedrijven en nationale overheden en het nut van deze statistieken in de context van de thematische strategie voor een duurzaam gebruik van pesticiden, met name met betrekking tot de in artikel 1 genoemde doelstellingen. Het bevat in voorkomend geval voorstellen die bedoeld zijn om de kwaliteit van de gegevens en methoden voor het verzamelen van gegevens verder te verbeteren met het oog op een betere dekking en betere vergelijkbaarheid van de gegevens, en een vermindering van de last voor het bedrijfsleven, landbouwbedrijven en nationale overheden. Het eerste verslag wordt uiterlijk 31 december 2016 uitgebracht.".


2. toepassingsgebied en inhoud

Op grond van artikel 2, onder a), van de verordening worden 'pesticiden' gedefinieerd als "gewasbeschermingsmiddelen zoals omschreven in artikel 2, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009" 2 of als "biociden zoals omschreven in artikel 2, lid 1, van Richtlijn 98/8/EG" 3 . Op grond van de verordening moeten de lidstaten jaarlijks hun statistische gegevens over pesticiden die op de markt zijn gebracht, indienen bij de Commissie (statistieken over pesticidenverkoop). Bovendien moeten zij om de vijf jaar statistieken over het gebruik van pesticiden in de landbouw indienen (statistieken over pesticidengebruik). De gegevens moeten vertrouwelijke gegevens omvatten. De lidstaten moeten de Commissie ook verslagen over de kwaliteit van de toegezonden gegevens verstrekken, en de Commissie moet op haar beurt de kwaliteit van die gegevens beoordelen.


2.1.Statistieken over pesticidenverkoop

Voor de op de markt gebrachte pesticiden is de referentieperiode het kalenderjaar. De eerste referentieperiode was het tweede kalenderjaar na 30 december 2009. De gegevens moeten worden ingediend binnen twaalf maanden na afloop van het referentiejaar, en de kwaliteitsverslagen uiterlijk drie maanden later. De gegevens en kwaliteitsverslagen die tot dusver zijn ingediend, betreffen de jaren 2011 tot en met 2014.


2.2.Statistieken over pesticidengebruik

Voor statistieken over pesticidengebruik in de landbouw moet de referentieperiode een periode van hoogstens twaalf maanden binnen elke periode van vijf jaar zijn. De eerste periode van vijf jaar is begonnen in het eerste kalenderjaar na 30 december 2009. Deze gegevens en kwaliteitsverslagen worden binnen twaalf maanden na het eind van elke periode van vijf jaar verwacht. De indiening van de gegevens en de kwaliteitsverslagen van de eerste periode van vijf jaar (referentiejaren 2010 tot en met 2014) is dan ook afgerond in december 2015.


Voor beide reeksen gegevens moet de Commissie (Eurostat) de gegevens vóór publicatie aggregeren, met inachtneming van de bescherming van vertrouwelijke gegevens van de lidstaten. Dit heeft tot gevolg dat de Commissie (Eurostat) geen statistieken over afzonderlijke werkzame stoffen kan verstrekken.


De volgende hoofdstukken bevatten een algemene beoordeling van de kwaliteit van de gegevens over pesticidenverkoop die de lidstaten hebben ingediend. Deze beoordeling is opgesteld op basis van de kwaliteitsverslagen die door de lidstaten zijn verstrekt zoals voorgeschreven door artikel 4 van de verordening. De toegepaste kwaliteitscriteria zijn vastgelegd in artikel 12, lid 1, Statistische kwaliteit, van Verordening (EG) nr. 223/2009 4 . De validering van de kwaliteitsverslagen over de statistieken over pesticidengebruik is nog niet afgerond, en deze verslagen zijn dan ook niet geanalyseerd.


2.3.Methoden en bronnen voor het verzamelen van gegevens

Voor de meeste van de 28 lidstaten en voor Noorwegen zijn alle onderliggende primaire gegevens over pesticidenverkoop afgeleid van administratieve bronnen waarvoor de rapportage wettelijk verplicht is. Alle landen behalve Denemarken, Slovenië en Noorwegen beschouwen alle informatie over individuele respondenten als vertrouwelijk. De meeste landen hebben geen openbare databanken, en geaggregeerde gegevens zijn meestal beschikbaar via statistische publicaties en/of websites. In België en Noorwegen worden individuele gegevens op verzoek ter beschikking gesteld. Aangezien aan Zwitserland een afwijking is toegestaan, zijn van dat land geen kwaliteitsverslagen beschikbaar. Zie bijlage I voor meer informatie.


2.4.Kwaliteit van de verstrekte gegevens

Alle lidstaten, Zwitserland en Noorwegen voldoen aan de vereisten voor de dekking en de tijdigheid van hun gegevens. De meeste landen verstrekken hun gegevensbestanden op tijd en reageren bereidwillig wanneer nadere controles en correcties nodig zijn.


Wat de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid betreft, verklaarden de meeste landen dat hun primaire gegevens over pesticidenverkoop afkomstig waren van administratieve bronnen of van vergunninghouders, en dat zij de meegedeelde gegevens als juist aanmerkten. Bovendien waren steekproeffouten niet relevant, aangezien alleen de werkelijke administratieve waarden werden verzameld en er geen ramingen of monsters werden gebruikt. Toch zijn er verschillende methoden voor gegevensverzameling gebruikt.


De Commissie is daarom van oordeel dat alle primaire gegevens over pesticidenverkoop nauwkeurig en betrouwbaar zijn, aangezien er geen berekeningen of ramingen waren van de waarden waarop de statistieken betrekking hadden. Daarom worden de geaggregeerde gegevens over pesticidenverkoop eveneens als nauwkeurig en betrouwbaar aangemerkt.


In het algemeen verklaarden de meeste landen de volgende voorzorgsmaatregelen te nemen om de vereiste statistische kwaliteit van hun gegevens te garanderen:

• hun vragenlijsten regelmatig evalueren en bijwerken;

• de gemelde problemen en de aanbevelingen van de respondenten in voorgaande jaren in aanmerking nemen;

• een volledige lijst van toegelaten producten gebruiken;

• de gegevens aan interne kwaliteitscontroleprocedures onderwerpen;

• de gegevens opslaan in een beveiligde omgeving waar zij worden beschermd door statistische geheimhouding.


Gegevens over pesticidenverkoop maken een goede raming mogelijk van de totale hoeveelheid op de markt gebrachte pesticidenproducten op nationaal niveau. Dit kan een beeld geven van de tendensen in nieuwe soorten pesticiden, hoeveelheden producten in de loop van de tijd en de daaruit voortvloeiende gevaren voor mens en milieu. Dergelijke ramingen kunnen in de toekomst worden verbeterd door een onderscheid te maken tussen professionele en hobby-vergunningen (respectievelijk voor agrarische en niet-agrarische doeleinden). Ook kunnen extra controles van de gegevenskwaliteit worden overwogen voor de volumes van de resterende bestanden. Zie bijlage II voor meer informatie.


3. Relevantie — Bruikbaarheid van de statistische gegevens en verspreiding

3.1.Informatie die is ontvangen van belanghebbenden

Uit het overleg met de betrokken diensten van de Commissie en agentschappen zijn de volgende belangrijke punten ter overweging naar voren gekomen:


• Elke vorm van wetgeving inzake pesticidenstatistieken moet voorzien in geharmoniseerde risico-indicatoren, die de Commissie moet opstellen op grond van artikel 15 van de richtlijn duurzaam gebruik 5 , en moet hulp bieden bij de berekening van risico-indicatoren 'aan de hand van de verzamelde statistische gegevens'. Het verzamelen van de statistische gegevens over pesticiden mag niet volledig los worden gezien van de taak om deze gegevens voor risicoberekening te gebruiken. Het schijnt logisch toe dat de risico-indicatoren eerst bekend moeten zijn voordat een besluit wordt genomen over de te verzamelen gegevens voor dit doel. Verdere besprekingen zijn nodig en ook moeten de lidstaten worden geraadpleegd in de werkgroep richtlijn duurzaam gebruik.

• Belanghebbenden stellen voor de wetgeving aan te passen, zodat de op een lager niveau geaggregeerde cijfers kunnen worden vrijgegeven, aangezien deze nodig kunnen zijn voor de berekening van risico-indicatoren. Het verzamelen van zinvolle gegevens over pesticidengebruik door de landbouwers is problematisch en brengt kosten voor lidstaten met zich mee, en ook is het moeilijk om overeenstemming in de hele EU te bereiken over de vraag welke gewassen relevant zijn, aangezien deze tussen de verschillende klimaatzones binnen Europa aanzienlijk kunnen verschillen.


• Pesticiden zijn een bron van vervuiling en hebben een rechtstreeks effect op met name de staat van de biodiversiteit, de waterlichamen en de bodem. Om ervoor te zorgen dat deze effecten naar behoren in aanmerking worden genomen, is het van doorslaggevend belang dat beleidsmakers het risico en de mate van verontreiniging met pesticiden kunnen kwantificeren. Dit zou ook bijdragen aan een betere tenuitvoerlegging van de bestaande milieubeleidsinstrumenten en aan het onderkennen van de resterende leemten in het beleid om de milieuproblemen veroorzaakt door pesticiden aan te pakken. Momenteel is behoefte aan gegevens over de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2020, het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), de kaderrichtlijn water en de thematische strategie inzake bodembescherming.


• Pesticidenstatistieken zijn te sterk geaggregeerd om doeltreffende informatie voor een milieurisicobeoordeling te verschaffen. Voor een gedegen analyse van de effecten van de toepassing van pesticiden op ecosystemen is er behoefte aan informatie over welke specifieke werkzame stoffen in pesticiden op welke gewassen worden toegepast, en ook aan informatie over de soorten ecosystemen waarin die gewassen zich bevinden. Gegevens over gevaren, d.w.z. (eco-)toxicologische eigenschappen, zijn specifiek voor werkzame stoffen. Om gegevens over gevaren doeltreffend te combineren met gegevens over blootstelling teneinde het risico te kunnen begrijpen, is er dan ook absoluut behoefte aan gegevens over de mate van toepassing van specifieke werkzame stoffen in pesticiden per gewas, per gebied en per soort ecosysteem. Bovendien zouden cumulatieve risicobeoordelingsmethoden moeten worden toegepast om inzicht te verschaffen in de wijze waarop de mengsels van werkzame stoffen, beschermstoffen en synergistische middelen op elkaar inwerken om gecombineerde effecten in pesticiden te genereren.


• De verordening vereist geen gegevens van de lidstaten over het type ecosysteem waarin stoffen worden toegepast. De effecten van mengsels van werkzame stoffen op het ecosysteem waarin een gewas zich bevindt, hangen af van de kenmerken van dat ecosysteem, met inbegrip van biotische en abiotische kenmerken. Het project 'Ecosystemen en hun diensten in kaart brengen en beoordelen' 6 verschaft een overeengekomen typologie van ecosystemen. Deze typologie kan dienen als basis voor de verslaglegging door de lidstaten over de toepassing van pesticiden naar ecosysteemtype, en ons inzicht in de risico’s van pesticiden voor het milieu verbeteren. Een gedegen analyse van de risico’s voor het milieu in verband met pesticiden is noodzakelijk voor de ondersteuning van de vergelijkende beoordeling van stoffen die in aanmerking komen om te worden vervangen, in de zin van artikel 50 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Dit is niet mogelijk met de gegevens die momenteel beschikbaar zijn.


• Indien pesticidenstatistieken voldoende gedetailleerd beschikbaar komen, kunnen zij zeer nuttig kan zijn voor de verrichting terugwerkende risicobeoordelingen van de te verwachten werkelijke risiconiveaus van het totale pesticidengebruik in de EU, voor de gezondheid van mens en dier, en voor het milieu. Dit zou de schatting van de tendensen op basis van risico mogelijk maken, in aanvulling op de gegevens over de verkoop. Aangezien elke werkzame stof in een pesticide een verschillende toxiciteit en waarschijnlijkheid van blootstelling heeft, kunnen tendensen op basis van hun risico’s voor de gezondheid van mens en dier en de verschillende groepen van niet-doelorganismen van grote waarde zijn voor de ondersteuning van het EU-beleid voor volksgezondheid, consumentenbescherming, diergezondheid en bescherming van het milieu. Deze beoordeling vormt een aanvulling op de jaarlijkse evaluatie van de risico’s voor de consument die voortkomen uit de niveaus van pesticideresiduen waarop de lidstaten toezicht houden.


• Een evenwicht tussen vertrouwelijkheid en de relevantie of bruikbaarheid van de gegevens kon worden bereikt door de verschillende aggregatiemogelijkheden te onderzoeken, bijvoorbeeld op basis van de toxiciteit en de gebruikspatronen. Daarom wordt een dialoog voorgesteld tussen de diensten van de Commissie, de agentschappen en andere relevante actoren om de mogelijkheden te verkennen die kunnen bijdragen aan een optimalisering van de relevantie en de bruikbaarheid van de gegevens in de toekomst.


3.2.Studies over niet-agrarisch pesticidengebruik

De landbouw is de meest voor de hand liggende en waarschijnlijk de grootste bedrijfstak die pesticiden gebruikt. Er zijn echter ook andere professionele of niet-professionele gebruikers die in meerdere of mindere mate kunnen bijdragen aan de totale hoeveelheid gebruikte pesticiden. In het kwaliteitsverslag dat wordt toegevoegd aan de gegevens over het pesticidengebruik in de landbouw zal een vergelijking van de hoeveelheid in de landbouw gebruikte pesticiden met de totale in de handel gebrachte hoeveelheid worden opgenomen. De verordening geldt zowel voor de jaarlijkse statistieken over het op de markt brengen van pesticiden als voor statistieken over het agrarisch pesticidengebruik. Deze twee reeksen gegevens stemmen niet met elkaar overeen, aangezien er geen informatie is over pesticiden die niet in de landbouw worden toegepast. Dit werd ook geconstateerd in de onderhandelingen voorafgaand aan de goedkeuring van de verordening, en daarom werd een passage toegevoegd aan afdeling 6 (Kwaliteitsverslagen) van bijlage II bij de verordening: "– een korte beschrijving van het commerciële, niet-agrarische gebruik van pesticiden die in het kader van door de Commissie (Eurostat) te leiden proefstudies zijn verkregen".


2.

Figuur 1. Overzicht van de verschillende toepassingen van pesticiden



In 2011 heeft de Commissie subsidies verstrekt voor experimentele studies om ramingen te maken van het commerciële en het niet-commerciële niet-agrarische pesticidengebruik. Vijf landen (België, Italië, Litouwen, Letland en Roemenië) hebben subsidies aangevraagd. Bovendien is de Commissie zich ervan bewust dat dergelijke onderzoeken zijn uitgevoerd in Nederland en het Verenigd Koninkrijk.


De proefenquêtes waren gericht op sectoren zoals:

- aangelegde terreinen of tuinen, openluchtrecreatiegebieden, parken;

- sport- en recreatiegebieden en -faciliteiten;

- spoorwegen;

- snelwegen en wegen;

- luchthavens en zeehavens;

- archeologische locaties;

- moestuinen en hobbyboeren;

- staatsbossen;

- tuinen en parken;

- overige.


De belangrijkste lessen getrokken uit eerdere maatregelen en uit de pilotstudies zijn de volgende:

1. er zijn grote verschillen in de patronen van niet-agrarisch pesticidengebruik tussen de lidstaten en zelfs tussen de gebieden binnen een land;

2. de voornaamste toepassingsgebieden kunnen worden geïdentificeerd en zijn in de meeste lidstaten dezelfde;

3. een beperkte lijst van werkzame stoffen is verbonden met de meest voorkomende toepassingen;

4. voor de verschillende toepassingsgebieden zijn verschillende gegevensverzamelingsmethoden of een combinatie van methoden noodzakelijk.


Naast de ogenschijnlijke diversiteit van nationale en regionale situaties hebben alle lidstaten bepaalde belangrijke spelers met elkaar gemeen en moeten zij de basis vormen voor alle enquêtes over het pesticidengebruik in de niet-agrarische sectoren. Het betreft:

1. woongebieden (met inbegrip van huis en tuin);

2. openbare ruimtes (met inbegrip van golfterreinen);

3. industriële gebieden;

4. infrastructuur;

5. bossen.


Deze activiteitengebieden moeten met prioriteit worden gedekt en moeten de basis vormen voor de vergelijking tussen statistieken over niet-agrarisch pesticidengebruik in de verschillende lidstaten of regio’s.


3.3.Uitbreiding van de werkingssfeer van de verordening

Overweging 5 van de verordening loopt vooruit op een uitbreiding van de werkingssfeer tot biociden. In haar verslag 7 betreffende een duurzaam gebruik van biociden heeft de Commissie verklaard dat het niet wenselijk is om de werkingssfeer van de richtlijn duurzaam gebruik simpelweg uit te breiden tot biociden. Daarom acht de Commissie het ook niet noodzakelijk om de werkingssfeer van de verordening uit breiden tot biociden, zelfs al was dit de oorspronkelijke bedoeling.


4. Kosten en lasten

De kosten en administratieve lasten van de enquêtes zijn sterk afhankelijk van de gekozen enquêtemethode.


De statistieken over pesticidenverkoop berusten in veel lidstaten op de administratieve gegevens van de autoriteiten of de vergunninghouders (zie bijlage I). In dat geval houden de kosten verband met het contact opnemen met de autoriteiten of het vaak beperkte aantal vergunninghouders om de gegevens op te vragen, en met het verwerken ervan. Niet uit alle lidstaten zijn concrete cijfers beschikbaar, maar uit de beschikbare informatie blijkt dat er in de meeste gevallen weinig werkdagen en kosten mee gemoeid zijn. De kosten en de lasten voor de rapporterende eenheden zijn volgens de verslagen alleszins aanvaardbaar, aangezien de vereiste gegevens hoe dan ook moeten worden geregistreerd op grond van Verordening (EG) nr. 1107/2009.


Voor de statistieken over pesticidengebruik moet de informatie worden geregistreerd op het niveau van het landbouwbedrijf, hetgeen tot een hogere last leidt. Dit betekent dat een steekproef moet worden opgezet, vragenlijsten moeten worden opgesteld en enquêteurs of brieven moeten worden gestuurd indien er nog geen elektronisch systeem is ontwikkeld. De totale kosten zijn sterk afhankelijk van de gekozen methode, hetgeen ook blijkt uit de informatie die aan de Commissie is toegezonden. Er kunnen geen rechtstreekse conclusies worden getrokken uit de verslagen over de betrokken kosten, aangezien de informatie daarvoor onvoldoende gedetailleerd is.


Zoals reeds uiteengezet, komt de informatie in de meeste landen rechtstreeks van de landbouwers. Op grond van Verordening (EG) nr. 1107/2009 moeten professionele gebruikers (landbouwers of ondernemers) een boekhouding van hun pesticidengebruik bijhouden. Dit betekent dat de informatie gemakkelijk beschikbaar moet zijn wanneer de landbouwer de enquêteur antwoord moet geven of de vragenlijst moet invullen. Dit komt tot uiting in de kwaliteitsverslagen, waaruit in veel gevallen blijkt dat op de bedrijven weinig tijd — 15 minuten tot 2 uur per enquête (elke vijf jaar) — nodig is om de enquête te beantwoorden.


5. Ervaringen in de eerste vijf jaar

Sinds december 2012 (voor de gegevens van 2011) zijn jaarlijks gegevens over pesticidenverkoop ingediend. Ondanks enkele technische opstartproblemen bij de Commissie zijn de procedures nu uitontwikkeld en functioneren ze goed. De eerste gegevens over het agrarisch pesticidengebruik zijn eind 2015 bij de Commissie ingediend. Tot dusverre was het — gezien het zeer grote aantal complexe gegevens — niet mogelijk om de gegevens volledig te verwerken, zodat zij nog niet volledig beschikbaar zijn voor de gebruikers. Bijgevolg is de bruikbaarheid van deze gegevens nog niet beoordeeld. Desondanks worden hieronder aantal tekortkomingen en aanbevelingen weergegeven.


5.1.De beschikbaarheid van gedetailleerde informatie over pesticiden

De verordening verbiedt de bekendmaking van gegevens over de afzonderlijke werkzame stoffen. Artikel 3, lid 4, luidt als volgt: "Om redenen van vertrouwelijkheid, aggregeert de Commissie (Eurostat) de gegevens vóór publicatie volgens de chemische klassen of de categorieën van producten vermeld in bijlage III, met inachtneming van de bescherming van vertrouwelijke gegevens in de afzonderlijke lidstaten. Conform artikel 20 van Verordening (EG) nr. 223/2009 worden de vertrouwelijke gegevens door de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) uitsluitend voor statistische doeleinden gebruikt."


Bijgevolg kan de Commissie geen gegevens over individuele werkzame stoffen bekendmaken. Bovendien kunnen de geaggregeerde gegevens niet altijd worden verspreid wanneer er een direct of indirect risico bestaat dat statistische eenheden worden onderkend; dit is de algemene regel in de statistiek om de vertrouwelijkheid van gegevens te beschermen.


Indien de verkoopstatistieken bij de detailhandelaars zouden worden verzameld, zou dit leiden tot een groot aantal statistische eenheden, waardoor de kans op vertrouwelijkheidskwesties klein zou zijn. Er is echter gebleken dat de meeste lidstaten de gegevens rechtstreeks bij de vergunninghouders verzamelen. Dit gebeurt hetzij in de vorm van administratieve gegevens die zijn toegezonden aan de voor pesticiden bevoegde autoriteiten, hetzij aan de hand van een vragenlijst. Voor de meeste werkzame stoffen betekent dit dat er slechts één gegevensverstrekker is, waardoor de informatie een vertrouwelijk karakter krijgt. Doordat veel klassen uit slechts weinig stoffen bestaan, of de producent/importeur dezelfde is voor veel stoffen van de groep, is een situatie ontstaan waarin veel geaggregeerde gegevens op hogere niveaus eveneens vertrouwelijk zijn. De Commissie is van mening dat de verkoopgegevens die wettelijk zijn vereist op grond van de verordening, met succes door de landen worden verzameld en toegezonden aan de Commissie. Zij is ook van mening dat de algehele kwaliteit van de gegevens goed is. De waarde van de statistische informatie die aan gebruikers wordt verstrekt, vermindert echter door de toepassing van de vertrouwelijkheidsvoorschriften op een aanzienlijk deel van de gegevens. Daarom kan niet worden aangenomen dat de behoeften van de gebruikers goed worden gediend door de verordening.

5.2.Statistieken over pesticidenverkoop

Het vergelijken van de pesticidenverkoop tussen de verschillende landen en in de loop der jaren is niet eenvoudig omdat externe factoren zoals weersomstandigheden, de bodem en productiemethoden sterk van invloed zijn op de benodigde soorten en hoeveelheden pesticiden.


Een product wordt niet noodzakelijkerwijze gebruikt waar het is gekocht, en landbouwers kunnen pesticiden ook rechtstreeks bij een detailhandelaar in het buurland betrekken. Hierbij zal het slechts gaan om een klein deel van de totale verkopen, maar dit deel wordt niet correct weergegeven in de verkoopstatistieken. Er kan ook tijd verlopen tussen de verkoop van het bestrijdingsmiddel en het gebruik ervan, afhankelijk van de vraag of het is gekocht om een voorraad te vormen of voor direct gebruik.


Veel gebruikers willen beschikken over gedetailleerde gegevens over de verkochte hoeveelheden van de afzonderlijke werkzame stoffen. De Commissie en de nationale bureaus voor de statistiek kunnen deze informatie echter niet geven, omdat zij aan de verordening en de vertrouwelijkheidsvoorschriften moeten voldoen.


Zoals reeds vermeld, legt de verordening de Commissie sterke beperkingen voor de verspreiding van gegevens op. Alle gegevens moeten worden geaggregeerd in klassen en groepen, ongeacht of de gegevens door de lidstaten al dan niet als vertrouwelijk worden aangemerkt. Bovendien mag de Commissie niet afwijken van de klassen die zijn vastgesteld in bijlage III bij de verordening.


Aangezien gebruikers vaak geïnteresseerd zijn in specifieke werkzame stoffen of groepen van stoffen die van de vooraf gedefinieerde klassen verschillen, kan de verordening als te restrictief worden aangemerkt; de juiste analyses kunnen niet worden uitgevoerd. Een goed voorbeeld is de recente discussies over neonicotinoïden, de groep pesticiden die schadelijk kunnen zijn voor bijen. De desbetreffende werkzame stoffen bevinden zich niet allemaal in dezelfde chemische klassen in bijlage III, hetgeen betekent dat de Commissie de beleidsmakers niet alle relevante gegevens heeft kunnen verschaffen.


In de verordening wordt bepaald dat gewicht de enige te gebruiken eenheid is, maar biologische pesticiden mogen niet worden uitgedrukt in gewicht, maar in 'kolonievormende eenheden'. Dit leidt tot problemen voor zowel de verstrekkers als de gebruikers van de gegevens, aangezien de gegevens geen betekenis hebben of moeten worden omgezet voordat ze worden doorgegeven en gebruikt. Deze zuiver technische kwestie moet verder worden uitgewerkt.


5.3.Statistieken over pesticidengebruik

Op grond van de verordening moet elke lidstaat voor de statistieken over het agrarisch pesticidengebruik een selectie vaststellen van de gewassen waarvoor in de periode van vijf jaar gegevens moeten worden verzameld; die selectie moet representatief zijn voor de gewassen die in de lidstaat worden geteeld en voor de gebruikte stoffen. Bij de keuze van de gewassen moet rekening worden gehouden met de gewassen die het meest relevant zijn voor de nationale actieplannen inzake pesticiden. Aangezien echter in de nationale actieplannen niet altijd de meest relevante gewassen worden genoemd, is de keuze van gewassen zeer divers. Dit heeft geleid tot een situatie waarin een risico bestaat dat het niet mogelijk is gegevens over pesticidengebruik op de gewassen tussen verschillende landen te vergelijken.


De referentieperiode moet bestaan uit maximaal twaalf maanden in een periode van vijf jaar, en alle gewasbeschermingsbehandelingen beslaan die direct of indirect bij het gewas horen. De lidstaten kunnen de referentieperiode op elk moment van de periode van vijf jaar kiezen en de keuze kan voor elk gekozen gewas verschillend zijn. Dit heeft ertoe geleid dat landen verschillende referentieperioden hebben gekozen, en het zal dus potentieel niet mogelijk zijn om gegevens voor hetzelfde jaar tussen landen onderling te vergelijken of om resultaten op EU-niveau te verschaffen.


6. Voorstellen voor verdere verbeteringen

Rekening houdend met het advies van de belanghebbenden acht de Commissie het belangrijk om de wetgeving over pesticidenverkoop verder aan te passen, zodat alle niet-vertrouwelijke gegevens aan het publiek beschikbaar kunnen worden gesteld, zowel als werkzame stof als in verschillende vormen van aggregatie.


De Commissie hecht evenveel belang aan verdere aanpassing van de wetgeving inzake statistieken over pesticidengebruik met het oog op een consistentere aanpak en dekking in alle lidstaten. Te denken valt aan vastgestelde gemeenschappelijke referentieperioden en duidelijke voorschriften voor de gewassen die in de enquête moeten worden opgenomen. De dekkingsvoorschriften kunnen worden gebaseerd op de gewasproductiestatistieken (een bepaald percentage van het bouwland en meerjarige teelten moet worden afgedekt), en op analyses van de mogelijke risico’s voor het milieu en de menselijke gezondheid op basis van de verkoop van werkzame stoffen. Deze voorschriften kunnen worden opgesteld in nauwe samenwerking tussen de betrokken diensten en agentschappen van de Commissie en met de nationale deskundigen.


Tot slot heeft de Commissie, in samenwerking met de belanghebbenden, een strategie voor landbouwstatistieken in 2020 en daarna ontworpen 8 . De strategie stelt voor dat alle landbouwstatistieken, met uitzondering van de Landbouwrekeningen, moeten worden gegroepeerd in twee kaderregelingen. De Commissie beveelt sterk aan dat pesticidenstatistieken moeten worden samengevoegd met de andere gebieden van landbouwstatistieken.

Bijlage I

3.

De informatie in deze bijlage is gebaseerd op de nationale verslagen die de lidstaten overeenkomstig de verordening hebben verstrekt


NATIONALE AUTORITEIT BEVOEGD VOOR PESTICIDENVERKOOPVERZAMELMETHODEN VOOR GEGEVENS OVER PESTICIDENVERKOOP
BEFederale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en LeefmilieuAdministratieve gegevens; vergunninghouders (producenten, importeurs en exporteurs) moeten aangifte doen van de hoeveelheden die in de handel zijn gebracht
BGMinisterie van Landbouw en VoedselvoorzieningAdministratieve gegevens op basis van verklaringen van de erkende distributeurs
CZTsjechisch Bureau voor de StatistiekAdministratieve gegevens; ondernemers die hun producten in de handel brengen of opslaan met het oog op uitvoer naar derde landen moeten verslag uitbrengen aan het centraal instituut voor toezicht op en onderzoek in de landbouw (CISTA). De gegevensverzameling gebeurt online en/of door middel van papieren vragenlijsten
DKDeens Bureau voor Milieubescherming (Miljøstyrelsen), Deens Ministerie van Milieubeheer en VoedselvoorzieningAdministratieve gegevens. Verplichte rapportage: Deense vergunninghouders elektronisch en buitenlandse vergunninghouders per e-mail
DEFederaal Bureau voor Consumentenbescherming en Voedselveiligheid (BVL)Administratieve gegevens; vergunninghouders (inclusief houders van een vergunning voor parallelhandel), fabrikanten en distributeurs moeten verslag uitbrengen over de in eigen land verkochte en de uitgevoerde hoeveelheden, inclusief verkoop voor noodsituaties
EEEsts Bureau voor de StatistiekTelling van alle importeurs en leveranciers door web-applicatie en/of enquête via papieren post
IEMinisterie van Landbouw, Voedselvoorziening en Mariene ZakenDe gegevens worden verzameld op basis van een telling. De administratieve gegevens zijn afkomstig van alle houders van productvergunningen en afzetbedrijven
ELGriekse Statistische Autoriteit (ELSTAT)Statistische enquête van alle verkopers op het nationale grondgebied, door het Ministerie van Plattelandsontwikkeling en Voedselvoorziening, per brief of e-mail. Sinds 2014 zijn verkopers verplicht om de gegevens online te melden
ESMinisterie van Landbouw, Voedselvoorziening en MilieuElektronische vragenlijst/enquête (binnen en buiten het nationale grondgebied) van de vergunninghouders en respondenten aan wie de rechten voor het in de handel brengen zijn overgedragen. Administratieve gegevens worden verstrekt door het Subdireccion General de Sanidad Vegetal
FRMinisterie van Landbouw, Voedselvoorziening en BosbouwAdministratieve gegevens; distributeurs moeten hun verkoopcijfers melden aan de wateragentschappen. De verkoopcijfers worden vervolgens verder bewerkt door het Ministerie van Milieu
HRKroatisch Bureau voor de Statistiek Administratieve gegevens; het Ministerie van Landbouw is verantwoordelijk voor het verzamelen van gegevens van distributeurs en verkooppunten
ITItaliaans Nationaal Bureau voor de Statistiek (ISTAT)Telling van alle distributeurs per post
CYStatistische dienst van Cyprus (CYSTAT)Vragenlijst/enquête van leveranciers, per post of elektronisch. Administratieve gegevens worden verstrekt door het Ministerie van Landbouw
LVLetse staatsdienst voor gewasbescherming (SPPS)Volledige enquête (op papier en/of elektronisch) van alle respondenten — distributeurs
LTLitouws Bureau voor de StatistiekVolledige enquête van alle producenten en vergunninghouders
LUNationaal Instituut voor Statistiek en Economische Studies (STATEC)Telling van verkopers (detail- of groothandelaren) en coöperaties
HUHongaars Centraal Bureau voor de StatistiekHet Nationaal Bureau voor Voedselveiligheid (Ministerie van Plattelandsontwikkeling) verzamelt de gegevens van vergunninghouders
MTMaltees Nationaal Bureau voor de Statistiek (NSO)Online telling van erkende importeurs
NLCentraal Bureau voor de Statistiek (CBS)Administratieve gegevens afkomstig van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
ATOostenrijks Bureau voor de Statistiek (STAT), Oostenrijks Agentschap voor Gezondheid en Voedselveiligheid (AGES)Vergunning; vergunninghouders en distributeurs moeten gegevens indienen bij het Oostenrijkse Federale Bureau voor Voedselveiligheid
PLCentraal Bureau voor de StatistiekVolledige enquête, uitgevoerd in samenwerking met het Ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling en het Instituut voor Gewasbescherming — Nationaal onderzoeksinstituut
PTPortugees Bureau voor de Statistiek (INE), Nationale Autoriteit (DGAV)Administratieve gegevens worden verkregen van de Nationale Autoriteit Direção Geral de Alimentação e Veterinária (DGAV)
RORoemeens Nationaal Instituut voor de StatistiekTelling op basis van persoonlijke interviews, uitgevoerd in samenwerking met het Ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling (Nationaal Agentschap voor Gewasbescherming). De telling dekt gecertificeerde verkoopeenheden, marktdeelnemers en natuurlijke personen
SIBureau voor de Statistiek van de Sloveense RepubliekAdministratieve gegevens die worden ingediend bij de Sloveense Dienst voor Voedselveiligheid, Diergeneeskunde en Gewasbescherming (UVHVVR)
SKBureau voor de Statistiek van de Slowaakse Republiek (SOSR)Administratieve gegevens; het Centrale Toezichts- en Testinstituut voor de Landbouw (CCTIA) verzamelt gegevens van de vergunninghouders of houders van een vergunning voor parallelhandel
FIFins Bureau voor Veiligheid en Chemische Stoffen (Tukes)Het Fins Bureau voor Veiligheid en Chemische Stoffen (Tukes) verzamelt de gegevens per post of e-mail van vergunninghouders of hun vertegenwoordigers
SEZweeds Agentschap voor chemische stoffen (Kemi)Het agentschap verzamelt gegevens van vergunninghouders
UKDirectoraat Regelgeving Chemische Stoffen (Chemicals Regulation Directorate)Vrijwillige elektronische telling van bedrijven, uitgevoerd door de Britse Raad voor Gewasproductie (British Crop Production Council) namens het Bureau voor Nationale Statistiek (Office for National Statistics — ONS)
NONoorse Autoriteit voor VoedselveiligheidAdministratieve gegevens afkomstig van producenten en importeurs


Bijlage II

4.

De informatie in deze bijlage is gebaseerd op de nationale verslagen die de lidstaten overeenkomstig de verordening hebben verstrekt


KWALITEIT VAN DE INGEDIENDE GEGEVENS OVER PESTICIDENBRUIKBAARHEID VAN VERKOOPSTATISTIEKEN VAN PESTICIDEN
BERamingen zijn niet noodzakelijk en te hoge ramingen zijn onwaarschijnlijk doordat gedeclareerde gegevens en de vergoedingen aan elkaar gekoppeld worden.De gegevens worden gebruikt voor de berekening van de jaarlijkse vergoeding voor het op de markt brengen van pesticiden en de raming van de totale hoeveelheden die op nationaal niveau worden toegepast en de daaruit voortvloeiende risico’s voor mens en milieu
BGDe gegevens zijn veelomvattend en bestrijken alle beschikbare in- en uitvoerDe gegevens zijn specifiek, met slechts een klein aantal potentiële gebruikers
CZDe bronnen bestrijken alle eenheden die wettelijk verplicht zijn om verslag uit te brengen en alle producten die in de handel zijn gebrachtDe gegevens worden voornamelijk gebruikt door CISTA voor fytosanitaire controle, planning en uitvoering van controles op naleving door distributeurs
DKDe verkochte hoeveelheid wordt gerapporteerd als het totale bedrag van de verkoop van elk productGebruikers zijn politici, de landbouwsector, NGO’s en het publiek.
De gegevens worden onder meer gebruikt voor toezicht op de doelstelling om de last van pesticiden te verminderen met 40 % tussen 2011 en eind 2015 (Deense bestrijdingsmiddelenstrategie 2013-2015, nu verlengd met 1 jaar)
DEDe totale nauwkeurigheid van de gegevens is bevredigend, hoewel non-respons — voornamelijk door onjuiste contactgegevens van parallelhandelsbedrijven — een probleem kan zijn. Een raming van de te geringe dekking wegens illegale handel is niet mogelijkHet Federaal Bureau voor Consumentenbescherming en Voedselveiligheid (BVL) maakt gebruik van de gegevens voor de interne toezichthoudende taken na registratie. De gegevens worden ook bekendgemaakt in de Duitse statistische jaarboek over voeding, landbouw en bosbouw en in de Bundesanzeiger (Staatscourant). Het Julius Kühn Institut (JKI) — het federale onderzoekscentrum voor cultuurgewassen — ontvangt deze gegevens eveneens. Andere autoriteiten, zoals het federale milieubureau (Umweltbundesamt — UBA) of onderzoeksinstellingen, ontvangen op verzoek stofspecifieke verkoopgegevens
EEDe kwaliteit van de statistieken is hoog omdat alle ondernemingen worden bestreken en het responspercentage hoog wasGebruikers zijn de Landbouwkamer, het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek, het Ministerie van Landbouw), andere ministeries, onderzoeks- en opleidingsinstellingen, de media, andere organisaties en ondernemingen, en particulieren
IEGegevens afkomstig van de houders van productvergunningen en afzetbedrijven zijn de werkelijke gegevens. Daarom wordt de kwaliteit van de gegevens als hoog aangemerkt.Er zijn slechts enkele verzoeken om deze gegevens ontvangen. Ondernemingen en vergunninghouders hebben toegang tot dit register en kunnen informatie over elk product raadplegen
ELDoor de invoering van het online-systeem is de totale kwaliteit verbeterd. Met name is daardoor de respons verbeterd ten opzichte van de lage niveaus in het verledenMinisterie van Plattelandsontwikkeling en Voedselvoorziening, de regering, de pers, de media en universitaire onderzoekers gebruiken deze gegevens om de risico’s in verband met pesticiden te beperken
ESDe gegevens worden onderworpen aan een interne consistentieprocedureOm het effect van overheidsbeleid te beoordelen en de relevante gezondheidsindicatoren en aanverwante milieurisico’s te berekenen
FRDe declaratiesysteem geldt voor de verkoop aan eindgebruikers (of aankopen in het buitenland door eindgebruikers). Dit voorkomt dubbeltellingen als gevolg van overdrachten van vergunningen of tussenpersonen in de verkoopketenMomenteel zijn ons geen specifieke gebruikersbehoeften bekend
HRHet land heeft geen gegevens verstrektGegevens worden gebruikt door overheidsinstanties, lokale overheden, rechtspersonen en natuurlijke personen
ITBevredigendGegevens worden vooral gebruikt door het Instituut voor Milieubescherming en -onderzoek (Ispra) en het Ministerie van Landbouw om de risico’s voor mens en milieu te beoordelen
CYDe enquête was integraal met volledige dekking, aangezien het land slechts enkele leveranciers teltDe gegevens voldoen aan de behoeften van het Ministerie van Landbouw
LVDe algemene kwaliteit van de statistische output wordt als goed beoordeeld. De belangrijkste kracht van het proces is dat het verzamelen van gegevens op de wet is gebaseerdVooral wetenschappers, studenten en media hebben belangstelling voor de gegevens getoond. De statistische informatie voldoet in grote lijnen aan de behoeften van de nationale gebruikers
LTDe gegevens worden verzameld uit betrouwbare bronnen met gebruikmaking van strenge methodologische normenDe voornaamste gebruikers zijn overheids- en gemeentelijke autoriteiten en instanties, internationale organisaties, de media, onderzoekers, het bedrijfsleven en studenten. De gegevens worden gebruikt om potentiële risico’s voor de gezondheid van de mens en het milieu te identificeren
LUDe respondenten wordt tevens gevraagd welk aandeel de binnenlandse en buitenlandse leveranciers of tussenpersonen hebben om mogelijke dubbeltelling van nationale groothandelaren te voorkomenVerkoopstatistieken kunnen van belang zijn voor beleidsmakers, het Ministerie van Landbouw, het Ministerie van Milieu, milieulobbygroepen en onderzoekers
HUAfgezette hoeveelheden worden vergeleken en getoetst aan de hand van de gegevens van de voorgaande jaren op productniveauHet land heeft geen gegevens verstrekt
MTDe algemene kwaliteit is goed. De verzameling van de gegevens is integraal en er zijn procedures om de gegevens te valideren en te analyserenDe Europese Commissie is de belangrijkste gebruiker
NLDe kwaliteit van de gegevens wordt stelselmatig beoordeeld met behulp van een kader dat is gebaseerd op de kwaliteitsdefinitie van het Europees statistisch systeemDe gegevens worden gebruikt om het overheidsbeleid te evalueren
ATHet land heeft geen gegevens verstrektToezicht en controle
PLVerplichte enquête van producenten, nationale distributeurs en importeurs middels elektronische vragenlijstenGebruikers zijn onder meer centrale bureaus, wetenschappelijke en onderzoeksinstellingen, studenten en ondernemingen in de landbouwsector. De gegevens kunnen worden gebruikt om de omstandigheden en de kosten van landbouwproductie en gevolgen voor het milieu te beoordelen
PTValideringen zijn gebaseerd op een vergelijking van geaggregeerde gegevens met die van de voorafgaande jarenDeze gegevens worden gebruikt om de markt en de verbinding ervan met de verkoopvergunningen van de nationale autoriteit te beoordelen
ROHet land heeft geen gegevens verstrektGebruikers zijn onder meer het Ministerie van Landbouw en Plattelandsontwikkeling, het Nationale Bureau voor Gewasbescherming, de gewasbeschermingseenheden, de Academie van Land- en bosbouwwetenschappen, het Nationaal Instituut voor Onderzoek en Ontwikkeling voor Industriële Ecologie, het Centrum voor Toegepaste Biochemie en Biotechnologie, het Ministerie van Milieu, Water en Bossen en het Instituut voor Onderzoek en Ontwikkeling voor Gewasbescherming
SIDe gegevens betreffen groothandelaren binnen het nationale grondgebied. De gegevens kunnen echter niet worden uitgesplitst in lagere territoriale eenheden omdat er geen conclusies kunnen worden getrokken over de vraag waar sprake is van detailhandel of van daadwerkelijk gebruikGebruikt als indicatie voor de hoeveelheid werkzame stoffen die in de landbouw worden gebruikt
SKDe gegevens zijn van goede kwaliteit met voldoende nauwkeurigheid en volledigheidDe Europese Commissie is de belangrijkste gebruiker
FIDe kwaliteit van de gegevens is als goed aan te merkenDe gebruikers van de gegevens zijn autoriteiten op het gebied van landbouw, milieu, voedselveiligheid en gezondheid, onderzoeksinstellingen en de media. Op verzoek zijn gedetailleerde gegevens verstrekt voor onderzoek en toezicht
SEDe gegevens hebben betrekking op alle in de handel gebrachte producten. De gegevens worden handmatig verwerkt, en rekenfouten zijn daarom mogelijkWij hebben zeer weinig informatie over de gebruikers. Tendensen zijn vaak interessanter dan de gegevens zelf
UKDe nauwkeurigheidsmaat is als aanvaardbaar aan te merken. Een multinationale onderneming met naar schatting 8 % marktaandeel in het VK heeft consequent geweigerd gegevens te verschaffen. Andere ontbrekende antwoorden werden niet significant geacht omdat de meeste niet-antwoordende ondernemingen kleine marktdeelnemers zijn.Potentiële gebruikers op nationaal niveau zijn onder meer leden van de Vereniging voor Gewasbescherming ("Crop Protection Association"). Dit is de Britse branchevereniging van bedrijven die betrokken zijn bij de vervaardiging, samenstelling, ontwikkeling en nationale distributie van pesticiden en gewasbeschermingsmiddelen voor landbouw, bosbouw, tuinbouw, hobbytelers, industriële of gemeentelijke afzetmarkten
NODe kwaliteit van de gegevens wordt als zeer goed beoordeeld. Alle invoer en productie moet worden gerapporteerd en bevestigd door de accountants van de bedrijven. Ramingen van gegevens zijn niet vereistDe gegevens worden gebruikt als basis voor de berekening van de milieubelasting. Gebruikers zijn onder meer overheidsinstellingen, landbouwersorganisaties, NGO’s, het bedrijfsleven enz. De gegevens zijn beschikbaar voor werkzame stoffen en voor producten. Gebruikers hebben verklaard behoefte te hebben aan gegevens op regionaal niveau, en niet alleen op nationaal niveau. Gezien de wijze waarop de gegevens worden verzameld, is dit echter niet mogelijk


(1)

PB L 324 van 10.12.2009, blz. 4.

(2)

Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).

(3)

PB L 123 van 24.4.1998, blz. 1. Richtlijn 98/8/EG is met ingang van 1 september 2013 ingetrokken bij Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (PB L 167 van 27.6.2017, blz. 1).

Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn worden gelezen als verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 528/2012.


(4)

Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).


(5)

Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 71).

(6)

biodiversity.europa.eu/maes

(7)

5.

COM (2016) 151


ec.europa.eu/health/biocides/docs )

(8)

Strategy for agricultural statistics 2020 and beyond — Final .