Toelichting bij JOIN(2017)8 - Standpunt in de Associatieraad EU-Moldavië met betrekking tot de vaststelling van de associatieagenda EU-Republiek Moldavië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

De betrekkingen tussen de EU en de Republiek Moldavië (hierna 'Moldavië' genoemd) zijn momenteel gebaseerd op de associatieovereenkomst tussen de EU en Moldavië en het kader van het herziene Europese nabuurschapsbeleid 1 , waarbij meer differentiatie tussen en een grotere eigen inbreng door de partnerlanden de essentiële beginselen zijn die ten grondslag liggen aan de bilaterale relaties.

De associatieovereenkomst tussen de EU en Moldavië werd op 27 juni 2014 ondertekend en werd sinds 1 september 2014 voorlopig toegepast. Na de voltooiing van het ratificatieproces trad de associatieovereenkomst op 1 juli 2016 in werking en wordt zij sindsdien volledig toegepast.

Op een bijeenkomst van de Samenwerkingsraad op 26 juni 2014 hebben de partijen overeenstemming bereikt over een associatieagenda om de tenuitvoerlegging van de associatieovereenkomst voor te bereiden en te bevorderen. Op basis van de structuur van de associatieovereenkomst is in de associatieagenda een lijst met prioriteiten opgenomen die in de periode 2014-2016 gezamenlijk konden worden uitgevoerd om de overkoepelende doelstellingen van politieke associatie en economische integratie tot stand te brengen.

In het licht van de conclusies van de Raad van 15 februari 2016 over Moldavië, de dringende behoefte aan hervormingen in het land en de volledige toepassing van de associatieovereenkomst met ingang van 1 juli 2016, is de actualisering van de associatieagenda om rekening te houden met de stand van zaken van de betrekkingen tussen beide partijen, een belangrijke politieke prioriteit geworden.

Met het ontwerp-besluit van de Associatieraad dat aan dit voorstel is gehecht, wordt de associatieagenda 2014-2016 geactualiseerd en aangepast en worden nieuwe prioriteiten vastgesteld die in de periode 2017-2019 gezamenlijk kunnen worden uitgevoerd. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen kortetermijnprioriteiten (waarvoor tegen eind 2017 aanzienlijke vooruitgang tot stand gebracht moet zijn) en middellangetermijnprioriteiten (waarvoor in de loop van de komende twee jaar aanzienlijke vooruitgang geboekt moet worden).

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

De associatieagenda is in overeenstemming met de op dit terrein vastgestelde EU-prioriteiten, namelijk de stabilisering van het nabuurschap op politiek, economisch en veiligheidsvlak, waarbij de EU-belangen worden nagestreefd en universele waarden worden bevorderd.

Samenhang met andere beleidsgebieden van de Unie

De voorgestelde associatieagenda tussen de EU en de Republiek Moldavië is een uiting van het jarenlange engagement van de EU ten aanzien van haar oostelijke partner en is ook volledig in overeenstemming met de oproep in de recente integrale EU-strategie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid om te investeren in de weerbaarheid van staten en samenlevingen in het oosten en de betrekkingen met hen te verdiepen. Met deze geïntegreerde benadering van de weerbaarheid zal de EU zich richten op de meest acute gevallen van gouvernementele, economische, maatschappelijke en klimaat-/energiekwetsbaarheid.

In de voorgestelde associatieagenda wordt onder meer rekening gehouden met de noodzaak van een versterking van de democratie en de rechtsstaat, de bevordering van de mensenrechten, grondrechten en behoorlijk bestuur, de grotere nadruk op internationale samenwerking voor de bestrijding van terrorisme, conflictpreventie, regionale stabiliteit en de mogelijkheden die vrijhandel biedt in een goed functionerende markteconomie die wordt aangestuurd met een beleid dat stapsgewijs in overeenstemming wordt gebracht met het EU-beleid om groei en werkgelegenheid te genereren.

2. JURIDISCHE ASPECTEN

Dit is op een artikel 218, lid 9, VWEU, gebaseerd voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het namens de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is opgericht bij de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, wat betreft de vaststelling van de associatieagenda voor de periode 2017-2019. De materiële rechtsgrondslag voor de vaststelling van de associatieagenda is artikel 217 VWEU (associatie met derde landen).

Het is de bedoeling dat de nieuwe 'associatieagenda' door de Associatieraad EU-Moldavië wordt aangenomen volgens de schriftelijke procedure, nadat de Raad op grond van artikel 218, lid 9, VWEU, het EU-standpunt heeft vastgesteld dat in de Associatieraad dient te worden ingenomen. Na de vaststelling zal de 'associatieagenda' de basis vormen voor de programmering van de steun die in het kader van het Europees nabuurschapsinstrument (ENI) wordt verstrekt.

In zijn conclusies van 14 december 2015 over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid was de Raad ingenomen met de in de gezamenlijke mededeling over de herziening 2 opgenomen voorstellen 'voor de verdere ontwikkeling van de betrekkingen met partners die hun betrekkingen met de EU wensen te verdiepen op basis van gedeelde waarden.' In de gezamenlijke mededeling wordt erop gewezen dat de steunprioriteiten zullen worden vastgesteld op basis van associatieagenda's en partnerschapsprioriteiten.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Ex-postevaluaties/geschiktheidscontroles van bestaande wetgeving

Niet van toepassing.

Raadpleging van belanghebbenden

Het gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad, het ontwerp-besluit van de Associatieraad EU-Moldavië en de associatieagenda zijn opgesteld na nauw overleg met de desbetreffende diensten van de Commissie en vertegenwoordigers van de lidstaten in de werkgroep Oost-Europa en Centraal-Azië van de Raad en besprekingen met de Moldavische autoriteiten.

In november 2016 vonden in Chisinau raadplegingen plaats met belanghebbende partijen uit het maatschappelijk middenveld op basis van de richtsnoeren in het herziene Europese nabuurschapsbeleid. Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste opmerkingen van deze belanghebbende partijen:

- invoering van een inhoudsopgave in de associatieagenda;

- gedetailleerde indicatoren voor prioritaire maatregelen;

- de noodzaak om het maatschappelijk middenveld meer te betrekken bij het hervormingsproces en de besluitvorming;

- hervorming van het rechtswezen;

- corruptiebestrijding;

- hervorming van het openbaar bestuur;

- de situatie in de mediasector;

1.

- hervormingen in de energiesector; en


- uitvoering van de diepe en brede vrijhandelsruimte.

Met deze punten is rekening gehouden in de bijgaande tekst.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid

De relevante thematische deskundigheid was intern beschikbaar, hetzij bij de centrale diensten van de EU of bij de EU-delegatie.

Effectbeoordeling

Niet van toepassing.

Gezonde regelgeving en vereenvoudiging

Niet van toepassing.

Grondrechten

De associatieagenda zou geen gevolgen hebben voor de grondrechten in de EU-lidstaten.

2.

Wat betreft de grondrechten in Moldavië, worden positieve gevolgen verwacht, aangezien de regering van Moldavië zich onder meer zou verbinden tot:


- de naleving van de toezeggingen en verplichtingen in het kader van het internationale en nationale recht inzake mensenrechten;

- de eerbiediging van grondrechten;

- de versterking van de stabiliteit, onafhankelijkheid en effectiviteit van instellingen die de democratie en de rechtsstaat in Moldavië garanderen;

- de integratie van nationale minderheden;

- de organisatie van democratische verkiezingen waarbij volledig rekening wordt gehouden met alle aanbevelingen van het OVSE-Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten;

- het waarborgen van de onafhankelijkheid, onpartijdigheid, deskundigheid en efficiëntie van de rechterlijke macht;

- het bevorderen van behoorlijk bestuur, onder meer door een hervorming van het openbaar bestuur, behoorlijk beheer van de overheidsfinanciën en betere toegang tot informatie;

3.

- de vaststelling van een nieuwe code voor de audiovisuele sector die volledig in overeenstemming is met de aanbevelingen van de OVSE en de Raad van Europa; en


- de waarborging van de vrijheid van meningsuiting en de onafhankelijkheid van de media.

Specifiek wat mensenrechten betreft, vindt regelmatig overleg plaats tussen de EU en Moldavië over aangelegenheden zoals de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van de media, de vrijheid van vereniging, foltering, mishandeling en detentieomstandigheden, discriminatie en gendergerelateerd geweld, rechten van vrouwen en kinderen, de bescherming van leden van nationale minderheden en de vrijheid van godsdienst.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De gevolgen voor de begroting die voortvloeien uit dit besluit, zullen niet verder gaan dan de verwachte gevolgen van eerdere internationale verbintenissen van de EU. Eventuele verdere gevolgen voor de begroting zullen duidelijk worden uiteengezet in afzonderlijke voorstellen, zoals in het komende voorstel met betrekking tot het steunkader van het Europees nabuurschapsinstrument voor 2017-2020.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De uitvoering van de associatieagenda zal regelmatig worden gecontroleerd, ten minste één keer per jaar, in de context van de evaluatiemechanismen en de in de associatieovereenkomst voorziene bilaterale samenwerkingsvergaderingen.

6. REFERENTIEDOCUMENTEN

(a)Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, ondertekend te Brussel op 27 juni 2014 (PB L 260 van 30.8.2014)

(b)Herziening van het Europees nabuurschapsbeleid, Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's (JOIN/2015/050 final)

4.

(c)Conclusies van de Raad over de herziening van het Europees nabuurschapsbeleid (14 december 2015)


5.

(d)Conclusies van de Raad over de Republiek Moldavië (15 februari 2016)


6.

(e)Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014)


7.

(f)Gezamenlijke verklaring over een mobiliteitspartnerschap tussen de Republiek Moldavië, de Europese Gemeenschap en de deelnemende lidstaten van de Europese Gemeenschap (Brussel, 5 juni 2008)


(g)Verordening (EU) nr. 259/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld

(h)Overeenkomst inzake de gemeenschappelijke luchtvaartruimte tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, ondertekend te Brussel op 26 juni 2012 (PB L 292 van 20.10.2012)

8.

(i)Toetreding van de Republiek Moldavië tot de Energiegemeenschap, verleend in Wenen op 17 maart 2010


9.

(j)Overeenkomst over de toetreding van de Republiek Moldavië tot het Horizon 2020-programma, ondertekend te Brussel op 1 juli 2014


(k)Besluit nr. 1/2015 van de Associatieraad EU-Republiek Moldavië van 18 december 2015 inzake de toepassing van titel V van de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, op het volledige grondgebied van de Republiek Moldavië (PB L 336 van 23.12.2015)

(l)Uitvoeringsbesluit C(2014) 3995 final van de Commissie van 11 juni 2014 tot vaststelling van een integraal kader voor steun van de Europese Unie aan de Republiek Moldavië voor de periode 2014-2017 (alleen in het Engels beschikbaar)