Toelichting bij COM(2017)154 - Standpunt EU in de Internationale Graanraad met betrekking tot de verlenging van het Graanhandelsverdrag 1995

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Het Graanhandelsverdrag 1995 (hierna 'het verdrag' genoemd) is door de Gemeenschap gesloten bij Besluit 96/88/EG van de Raad 1 voor een periode tot en met 30 juni 1998 en is sindsdien regelmatig verlengd. Het verdrag wordt telkens verlengd voor een periode van maximaal twee jaar. De geldigheidsduur is bij besluit van de Internationale Graanraad in juni 2015 voor het laatst verlengd, waardoor het verdrag tot en met 30 juni 2017 van kracht blijft. Een verlenging van het verdrag met nogmaals maximaal twee jaar is in het belang van de Unie.

Het doel van dit voorstel is om de Raad te verzoeken de Commissie te machtigen om namens de Unie in de Internationale Graanraad voor verlenging van het verdrag tot uiterlijk 30 juni 2019 te stemmen. Het formele besluit over de verlenging van het verdrag is gepland voor de 45e zitting van de Internationale Graanraad op 5 juni 2017.

Samenhang met de huidige bepalingen op dit beleidsgebied

N.v.t.

Samenhang met andere beleidsterreinen van de Unie

N.v.t.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 207 en artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

N.v.t.

Evenredigheid

N.v.t.

Keuze van het instrument

N.v.t.

3. RESULTATEN VAN EX-POSTEVALUATIES, RAADPLEGINGEN VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

N.v.t.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De verlenging van het verdrag houdt in dat de bijdrage van de EU in de huishoudelijke uitgaven van de Internationale Graanraad, waaronder zowel het Graanhandelsverdrag 1995 als het Voedselhulpverdrag valt, wordt verlengd. Die bijdrage is opgenomen in onderdeel 05 06 01 van de EU-begroting (internationale landbouwovereenkomsten).

5. OVERIGE ELEMENTEN

N.v.t.