Toelichting bij COM(2017)333 - Sluiting van de Overeenkomst met Nieuw-Zeeland over de wijziging van de concessies in verband met de toetreding van Kroatië tot de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Met de toetreding van de Republiek Kroatië heeft de Europese Unie haar douane-unie uitgebreid. Uit hoofde van de regels van de Wereldhandelsorganisatie ("WTO") (artikel XXIV, lid 6, van de GATT 1994) moest de Europese Unie bijgevolg onderhandelingen openen met WTO-leden die onderhandelingsrechten hebben met betrekking tot de tarievenlijst van Kroatië om uiteindelijk tot overeenstemming te komen over een compenserende regeling. Een dergelijke aanpassing is nodig indien de toepassing van het buitentarief van de EU leidt tot een tarief dat hoger is dan het niveau waarop het toetredende land zijn tarief bij de WTO heeft geconsolideerd.

Op 15 juli 2013 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te openen uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, van de GATT 1994. De Commissie heeft onderhandeld met de WTO-leden die onderhandelingsrechten bezitten met betrekking tot de intrekking van specifieke concessies in het kader van de intrekking van de lijst van de Republiek Kroatië, zulks in het kader van haar toetreding tot de Europese Unie.

De onderhandelingen met Nieuw-Zeeland hebben geleid tot een ontwerp van Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, dat op 18 mei 2017 in Genève is geparafeerd ("de overeenkomst"). In dit voorstel wordt de Raad daarom verzocht om goedkeuring van een besluit tot sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling met Nieuw-Zeeland. Tegelijkertijd wordt een afzonderlijk voorstel betreffende de ondertekening van deze overeenkomst ingediend.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Het voorstel is in overeenstemming met de EU-praktijk die bij eerdere uitbreidingen van de EU is toegepast.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

Het voorstel is in overeenstemming met de EU-praktijk die strookt met het beleid van de EU inzake extern optreden, industrie- en landbouwbeleid.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

Artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), in samenhang met artikel 218, lid 6, onder a), v); VWEU voor de sluiting van internationale overeenkomsten.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie, zoals bedoeld in artikel 3, lid 1, onder e), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheid

Nieuw-Zeeland werd geschaad door de intrekking van de concessies van Kroatië. De compenserende regeling gaat de rechten van Nieuw-Zeeland in dit verband niet te boven. Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Keuze van het instrument

Een besluit van de Raad houdende sluiting van de overeenkomst is vereist op grond van artikel 218, lid 6, onder a), VWEU.

3. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN

Raadplegingen van belanghebbenden

De Raad (Comité handelspolitiek) is regelmatig geraadpleegd over de inhoud en de voortgang van de onderhandelingen. Het Europees Parlement (Commissie internationale handel (INTA)) is in kennis gesteld.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Zie financieel memorandum.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning

In dit voorstel wordt de Raad verzocht om goedkeuring van een besluit tot sluiting van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling met Nieuw-Zeeland. Tegelijkertijd wordt een afzonderlijk voorstel betreffende de ondertekening van deze overeenkomst bij de Raad ingediend.

De resultaten van de overeenkomst zijn:

toevoeging van 1 875 ton aan het EU-tariefcontingent voor "vlees van runderen, bevroren — eetbare slachtafvallen van runderen, zonder been, bevroren" (tariefposten 0202 en 0206.29.91), en behoud van het huidige recht van 20 % binnen het contingent. Het nieuwe tariefcontingent bedraagt 54 875 ton;

toevoeging van 135 ton geslacht gewicht aan het aan Nieuw-Zeeland toegewezen EU-tariefcontingent voor 'vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren' (tariefpost 0204), en behoud van het huidige recht van 0 %. Het nieuwe tariefcontingent voor Nieuw-Zeeland bedraagt 228 389 ton.

De Commissie zal uitvoeringsverordeningen vaststellen om die contingenten aldus open te stellen en te beheren, overeenkomstig artikel 187, onder a), van de Integrale-GMO-verordening (Verordening (EG) nr. 1308/2013).

Die uitvoeringsmaatregelen worden tegelijkertijd met dit voorstel uitgewerkt.