Toelichting bij COM(2017)423 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening 549/2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

EUROPESE COMMISSIE

3.

Brussel, 10.8.2017


COM(2017) 423 final

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

over de uitoefening van de bevoegdheid tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen die aan de Commissie is toegekend bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie


1.

Inleiding



Het Europees systeem van rekeningen 2010 (ESR 2010) werd vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad 1 . ESR 2010 is een systeem van nationale en regionale rekeningen dat ontworpen is om aan de behoeften van het economische, sociale en regionale beleid van de EU te voldoen. Het bevat:

a)methoden (bijlage A bij de verordening) betreffende gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en registratieregels die moeten worden gebruikt voor de opstelling van rekeningen en tabellen op vergelijkbare grondslagen ten behoeve van de EU;

b)een programma (bijlage B bij de verordening) waarin de termijnen zijn vastgesteld waarbinnen de lidstaten de in overeenstemming met de onder a) bedoelde methoden op te stellen rekeningen en tabellen bij de Commissie (Eurostat) moeten indienen.

Bij Verordening (EU) nr. 549/2013 wordt aan de Commissie de bevoegdheid toegekend om gedelegeerde handelingen vast te stellen:

·met betrekking tot wijzigingen in de methoden van het ESR 2010 teneinde de inhoud ervan nader te bepalen en te verbeteren met als doel een geharmoniseerde interpretatie of de internationale vergelijkbaarheid ervan zeker te stellen, mits die wijzigingen de onderliggende concepten van die methoden niet wijzigen, er niet toe leiden dat producenten binnen het Europees statistisch systeem extra middelen nodig hebben voor de uitvoering van die wijzigingen, en niet leiden tot een wijziging in de eigen middelen (artikel 2, lid 2);

·met betrekking tot de methoden die worden gebruikt voor de berekening en toerekening van indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) in de nationale rekeningen volgens de in bijlage A beschreven methoden. Deze bevoegdheid moet vóór 17 september 2013 worden uitgeoefend, waarbij herziene methoden voor de berekening en toerekening van IGDFI worden vastgesteld (artikel 2, lid 4);

·teneinde de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid te garanderen van de ESR 2010-gegevens van de lidstaten over onderzoek en ontwikkeling die als bruto-investeringen in vaste activa worden geregistreerd. Bij de uitoefening van haar bevoegdheid krachtens dit lid moet de Commissie ervoor zorgen dat deze gedelegeerde handelingen geen aanzienlijke extra administratieve lasten opleggen aan de lidstaten of de respondenten (artikel 2, lid 5).

Daarnaast wordt in Verordening (EU) nr. 549/2013 benadrukt hoe belangrijk het is dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden overgaat tot passende raadplegingen. Het bij Verordening (EG) nr. 223/2009 2 opgerichte Comité voor het Europees statistisch systeem wordt ook geraadpleegd voordat de bevoegdheid wordt uitgeoefend (overweging 24).

2.

Rechtsgrondslag



Dit verslag is verplicht krachtens artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) nr. 549/2013, waarin aan de Commissie de bevoegdheid wordt verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen gedurende een periode van vijf jaar die ingaat op 16 juli 2013. De Commissie moet uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie opstellen.

4.

3. UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE


Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 549/2013 heeft de Commissie twee gedelegeerde handelingen vastgesteld:

·Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1342 van de Commissie 3 tot wijziging van de methoden voor de classificatie van producten gekoppeld aan activiteiten (CPA); en

·Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1365 van de Commissie betreffende het formaat voor het indienen van gegevens over de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling 4 .

De Commissie heeft geen gedelegeerde verordening vastgesteld betreffende de methoden voor de berekening en toerekening van IGDFI in de nationale rekeningen (artikel 2, lid 4, van Verordening (EU) nr. 549/2013). Na passend overleg met de lidstaten heeft ze besloten om de methoden voor de berekening en toerekening van IGDFI niet te wijzigen.

a) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1342 van de Commissie tot wijziging van de methoden voor de classificatie van producten gekoppeld aan activiteiten werd nodig geacht als gevolg van de herziening van de in ESR 2010 bedoelde CPA.

Verordening (EG) nr. 451/2008 van het Europees Parlement en de Raad 5 , waarin een nieuwe CPA (de "CPA 2008") werd vastgesteld, werd aangenomen om de statistische behoeften van de EU te weerspiegelen. Deze werd gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1209/2014 van de Commissie 6 (tot vaststelling van "CPA 2.1") om de vergelijkbaarheid en consistentie met internationale normen voor productclassificatie, namelijk de bijgewerkte centrale productenclassificatie ("CPC Ver.2") van de Verenigde Naties, te behouden.

In Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1342 van de Commissie werden een aantal wijzigingen in Bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 geïntroduceerd. Met name de termen "CPA Rev. 2" en "CPA 2008" werden vervangen door de term 'CPA'. Daarnaast werden verschillende termen in overeenstemming gebracht met Verordening (EU) nr. 1209/2014 in bijlage 7.1 'Beknopte omschrijving van alle categorieën activa' en hoofdstuk 23 'Classificaties'.

Met deze wijzigingen waarborgde Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1342 van de Commissie een geharmoniseerde interpretatie en internationale vergelijkbaarheid van statistische normen.

De Commissie hield raadplegingen, ook op deskundigenniveau, tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de gedelegeerde handeling. Tot de geraadpleegde partijen behoorden de directeuren macro-economische statistieken, die het ontwerp van de gedelegeerde handeling bespraken op hun vergadering van 17-18 december 2014, en het Comité voor het Europees statistisch systeem, dat op 12 februari 2015 bijeenkwam.

Op basis van deze raadplegingen kon de Commissie bevestigen dat Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1342 van de Commissie:

·de onderliggende concepten van ESR 2010 niet wijzigde;

·geen extra middelen voor producenten van statistieken vereiste;

·geen wijziging in de eigen middelen van de EU veroorzaakte.

De Commissie nam Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1342 op 22 april 2015 aan en stelde het Europees Parlement en de Raad hiervan in kennis. Noch het Europees Parlement, noch de Raad heeft binnen de toegestane termijn van drie maanden bezwaren tegen de gedelegeerde verordening ingediend. De gedelegeerde verordening werd op 4 augustus 2015 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt en trad op 24 augustus 2015 in werking.

b) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1365 van de Commissie betreffende het formaat voor het indienen van gegevens over de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling die als bruto-investeringen in vaste activa moeten worden geregistreerd, werd noodzakelijk geacht om de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van de ESR 2010-gegevens van de lidstaten over onderzoek en ontwikkeling te garanderen.

Gezien het belang van onderzoek en ontwikkeling voor de economie zijn in het kader van het Europees statistisch systeem aanvullende methoden en geharmoniseerde, vergelijkbare formaten voor de indiening van gegevens over onderzoek en ontwikkeling ontwikkeld.

In Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1365 van de Commissie het formaat vastgesteld waarin de lidstaten de gegevens van de nationale rekeningen over de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling bij de Commissie (Eurostat) moeten indienen, teneinde de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van die gegevens te waarborgen. De lidstaten moeten het volgende gegevensformaat toepassen:

a) AN.1171g, activa op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, bruto;

b) AN.1171n, activa op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, netto;

c) P.51g, AN.1171, bruto-investeringen in vaste activa op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.

De eisen zijn van toepassing op gegevens die vanaf 1 augustus 2015 worden ingediend.

Voor een eerste gedelegeerde verordening van de Commissie betreffende hetzelfde onderwerp, aangenomen in 2014, heeft de Commissie tijdens de voorbereidende werkzaamheden raadplegingen gehouden, ook op deskundigenniveau. Tot de geraadpleegde partijen behoorden de directeuren macro-economische statistieken, die het ontwerp van de gedelegeerde handeling bespraken op hun vergadering van 1213 december 2013, en het Comité voor het Europees statistisch systeem, dat op 11 maart 2014 zijn standpunt via de schriftelijke procedure indiende.

Op 12 augustus 2014 nam de Commissie de gedelegeerde verordening aan en stelde het Europees Parlement en de Raad hiervan in kennis.

Op 12 september 2014 verzocht de Groep statistiek van de Raad de Juridische Dienst van de Raad om na te gaan of de inhoud van de gedelegeerde verordening overeenstemde met de in artikel 2, lid 5, van Verordening (EU) nr. 549/2013 vermelde bevoegdheidsdelegatie. Op 25 september 2014 bracht de Juridische Dienst van de Raad zijn advies uit, waarin hij concludeerde dat de gedelegeerde handeling het door de wetgever aan de Commissie toegekende mandaat gedeeltelijk overschreed.

Op 7 november 2014 bevestigde de Raad zijn voornemen om bezwaar te maken tegen de gedelegeerde handeling en stelde de Commissie en het Europees Parlement hiervan in kennis.

Er werd bijgevolg een nieuwe gedelegeerde handeling vastgesteld om rekening te houden met de redenen voor het bezwaar van de Raad.

De Commissie ging vervolgens door met het raadplegen van nationale deskundigen over het nieuwe ontwerp. Tot de geraadpleegde partijen behoorden de Werkgroep nationale rekeningen op 2526 november 2014, de directeuren macro-economische statistieken op 1718 december 2014, en het Comité voor het Europees statistisch systeem op 12 februari 2015.

Het resultaat van de raadplegingen was dat de Commissie kon garanderen dat er voldoende vertrouwen was bereikt in de betrouwbaarheid en vergelijkbaarheid van gegevens over onderzoek en ontwikkeling die als bruto-investeringen in vaste activa worden geregistreerd en dat er in de gedelegeerde verordening geen aanzienlijke extra administratieve lasten werden opgelegd aan de lidstaten of de respondenten.

Op 30 april 2015 nam de Commissie de gedelegeerde verordening aan en stelde het Europees Parlement en de Raad hiervan in kennis. Noch het Europees Parlement, noch de Raad heeft binnen de toegestane termijn van drie maanden bezwaren tegen de gedelegeerde verordening ingediend. De gedelegeerde verordening werd op 8 augustus 2015 in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt en trad op 28 augustus 2015 in werking.

5.

4. CONCLUSIE


De Commissie heeft de aan haar gedelegeerde bevoegdheden correct uitgeoefend. Zij verzoekt het Europees Parlement en de Raad nota te nemen van dit verslag.

(1)

Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).

(2)

Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

(3)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1342 van de Commissie van 22 april 2015 tot wijziging van de methoden voor de classificatie van producten, gekoppeld aan de economische activiteiten opgenomen in bijlage A bij Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 207 van 4.8.2015, blz. 35).

(4)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1365 van de Commissie van 30 april 2015 betreffende het formaat voor het indienen van gegevens over de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (PB L 211 van 8.8.2015, blz. 1).

(5)

Verordening (EG) nr. 451/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een nieuwe statistische classificatie van producten gekoppeld aan activiteiten (CPA) en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3696/93 van de Raad (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 65).

(6)

Verordening (EU) nr. 1209/2014 van de Commissie van 29 oktober 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 451/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een nieuwe statistische classificatie van producten gekoppeld aan activiteiten (CPA) en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3696/93 van de Raad (PB L 336 van 22.11.2014, blz. 1).