Toelichting bij COM(2017)538 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1092/2010 betreffende macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel en tot oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel

Naar aanleiding van de financiële crisis 1 heeft de EU het Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFS) opgericht, dat is gebaseerd op de tweepijlerstructuur van macroprudentieel en microprudentieel toezicht.

Het Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB), dat in december 2010 werd opgericht, is de macro-economische pijler van het ESFS. Het ESRB is belast met het macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel in de EU. Dit omvat de volgende taken: (i) bijdragen tot het voorkomen of beperken van systeemrisico’s voor de financiële stabiliteit in de Unie, die binnen het financiële stelsel ontstaan, waarbij rekening wordt gehouden met macro-economische ontwikkelingen, zodat perioden van wijdverbreide financiële onrust worden voorkomen; (ii) bijdragen tot een soepele werking van de interne markt zodat de financiële sector een duurzame bijdrage levert aan de economische groei.

Het ESRB heeft een ruime ledenbasis van met name nationale centrale banken, toezichthouders en Europese instellingen. Het beschikt over specifieke instrumenten zoals aanbevelingen en waarschuwingen om het macroprudentieel beleid in de EU vorm te geven. Het systeembrede mandaat van het ESRB is vooral van belang om sectoroverschrijdende en grensoverschrijdende risico's en overloopeffecten te monitoren en te evalueren en door zijn coördinerende rol worden besmettingsrisico’s ingeperkt. Door de erkenning van nationale macroprudentiële maatregelen te bevorderen zorgt het ESRB verder ervoor dat grensoverschrijdende lekken en regelgevingsarbitrage tot een minimum beperkt blijven. Bijgevolg heeft het ESRB een rechtstreekse invloed op de effectiviteit van de macroprudentiële maatregelen van de EU-lidstaten en dus ook op de mate van financiële stabiliteit in de EU. In dit opzicht kan worden verwacht dat een betere werking van het ESRB het macroprudentiële beleid effectiever zal maken.

Sinds zijn oprichting heeft het ESRB:

·aanbevelingen en waarschuwingen gericht tot een breed gamma van adressaten;

·bijgedragen tot de voortdurende ontwikkeling van het macroprudentieel kader in de EU;

·met succes gebruik gemaakt van de middelen en deskundigheid van zijn brede institutionele ledenbasis en van de onafhankelijke academische bijdragen van het wetenschappelijk adviescomité;

·een belangrijke rol gespeeld in de coördinatie en evaluatie van kennisgevingen van macroprudentiële maatregelen in de EU.

Het belang van het ESRB wordt gestaafd door de activiteiten die het als overkoepelend platform en informatiecentrum verricht op het gebied van EU-brede risicomonitoring en bij het verstrekken van richtsnoeren over het gebruik van macroprudentiële instrumenten.

Ten gevolge van de recente institutionele veranderingen met betrekking tot de bankenunie en door de inspanningen voor de totstandbrenging van een kapitaalmarktenunie opereert het ESRB nu echter in een context die verschillend is van die waarin het werd opgezet. De consequenties daarvan doen zich vooral voelen voor de samenstelling van het ESRB en de wijze van organisatie. Er moeten verbeteringen worden aangebracht in de samenstelling van het ESRB en in de wijze waarop het samenwerkt met de Europese instellingen, zodat rekening wordt gehouden met de stapsgewijze veranderingen in het macroprudentiële kader en de sterke ontwikkelingen die zich in de regelgeving hebben voorgedaan.

Daarnaast zijn veranderingen vereist om te garanderen dat het ESRB macroprudentieel toezicht kan uitoefenen over het gehele financiële stelsel, omdat marktgebaseerde vormen van financiering belangrijker worden, in het bijzonder met de invoering van de kapitaalmarktenunie.

Meer efficiëntie en effectiviteit in het ESRB zal leiden tot een betere coördinatie van het macroprudentieel beleid in de EU en zal het ESRB in staat stellen zijn mandaat beter te vervullen. Het voorstel wordt verder toegelicht in de effectenanalyse.

Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein

Dit voorstel moet worden gezien in het kader van de lopende herziening van de Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s). Het ESRB en de ETA’s zijn de macro- en microprudentiële pijlers van het ESFS.

Verenigbaarheid met andere beleidsterreinen van de Unie

De herziening van het ESRB past ook in de context van de opbouw van een bankenunie en een kapitaalmarktenunie. De verwachte verdieping en de verdere integratie van de Europese kapitaalmarkten vereist een overeenkomstige aanpassing van het toezichtkader voor systeemrisico’s.

2. RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID

Rechtsgrondslag

De rechtsgrondslag voor de voorgestelde wijzigingen is dezelfde als voor de te wijzigen rechtshandeling, namelijk artikel 114 VWEU. De verordening tot oprichting van het ESRB wordt aangevuld door een verordening van de Raad waarbij de Europese Centrale Bank (ECB) de taak wordt opgedragen het secretariaat van het ESRB te verzorgen.

Subsidiariteit (bij niet-exclusieve bevoegdheid)

Het ESRB is een orgaan zonder rechtspersoonlijkheid. Het is belast met het macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel in de EU. De doelstelling van het voorstel, namelijk het ESRB efficiënter te maken en de macroprudentiële coördinatie in de EU te versterken, kan worden bereikt door reeds bestaande EU-wetgeving aan te vullen, hetgeen betekent dat het doel beter op EU-niveau kan worden bereikt dan door verschillende nationale initiatieven. Voorts levert het ESRB een substantiële bijdrage tot het wederkerig maken van nationale macroprudentiële maatregelen en ondersteunt het dus nationale autoriteiten om systeemrisico’s aan te pakken die op nationaal niveau ontstaan.

Evenredigheid

Dit voorstel vormt een wijziging van een bestaande verordening. De veranderingen zijn doelgericht en beogen bestaande bepalingen te verduidelijken of te versterken. Zij zijn derhalve evenredig met de omschreven problemen. De onderliggende structuur van het ESRB zal grotendeels onveranderd blijven.

Keuze van het instrument

Wijziging van een bestaande verordening.

3. EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING

Evaluatie van bestaande wetgeving en controle van de resultaatgerichtheid ervan

Overeenkomstig het voorschrift in de ESRB-verordening heeft de Commissie een evaluatie verricht om uit te maken of het takenpakket en de organisatie van het ESRB geactualiseerd moeten worden. De eerste evaluatie van de ESRB-verordening vond plaats in 2014.

Raadpleging van belanghebbenden

In de tweede helft van 2016 werden een openbare raadpleging over het macroprudentieel kader en een openbare hoorzitting georganiseerd. Over het algemeen oordeelden belanghebbenden dat het mandaat en de taken van het ESRB geschikt waren om de efficiëntie en effectiviteit van het macroprudentiële beleid te verzekeren en betuigden zij hun steun om de werking van het ESRB aan te passen met het oog op meer efficiëntie. De meeste respondenten waren er voorstander van de president van de ECB te behouden als voorzitter van het ESRB. Sommige respondenten pleitten voor een vertegenwoordiging van het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme en van de gemeenschappelijke afwikkelingsraad in de algemene raad van het ESRB, om rekening te houden met de oprichting van de bankenunie, maar de meesten voelden geen behoefte aan ingrijpende wijzigingen in de samenstelling van het Comité. Sommige respondenten waren voorstander van een versterking van het ESRB-secretariaat en van de rol van het ESRB in het stroomlijnen van kennisgevingsprocedures op het niveau van de EU.

Bijeenbrengen en gebruik van expertise

n.v.t. – via raadpleging van belanghebbenden en openbare hoorzitting, zie hierboven

Effectbeoordeling

De Commissie heeft een effectbeoordeling van de voorgestelde wijzigingen in het ESRB verricht. Er is nog geen formele effectbeoordeling verricht, gelet op het doelgerichte karakter van de wijzigingen waarin het wetgevingsvoorstel voorziet.


Resultaatgerichtheid en vereenvoudiging

[n.v.t.]

Grondrechten

[n.v.t.]

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De begrotingskosten voor het ESRB-secretariaat worden gedragen door de ECB en hebben geen directe gevolgen voor de EU-begroting.

5. OVERIGE ELEMENTEN

Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage

De verordening zal worden geëvalueerd na vijf jaar.

Toelichtende stukken (bij richtlijnen)

[n.v.t.]

Artikelsgewijze toelichting

1.

Voorzitter


In de huidige samenstelling wordt het ESRB voorgezeten door de president van de ECB. Als voorzitter verleent de president van de ECB gezag en geloofwaardigheid aan het ESRB en zorgt hij ervoor dat daadwerkelijk kan worden vertrouwd en voortgebouwd op de deskundigheid van de ECB op het gebied van financiële stabiliteit. Daarom wordt voorgesteld dat de president van de ECB optreedt als permanente voorzitter van het ESRB.

2.

Secretariaat van het ESRB


Aangezien de algemene raad van het ESRB geen voltijdse leden heeft en zelfs geen voltijdse voorzitter of vicevoorzitters, zijn er geen leden die hun tijd volledig kunnen wijden aan ESRB-taken en -aangelegenheden. Voorts zijn de officiële taken van het hoofd van het ESRB-secretariaat beperkt. Dit kan de zichtbaarheid van de ESRB-werkzaamheden belemmeren, ook al neemt de voorzitter van het ESRB regelmatig deel aan hoorzittingen van het Parlement. Door het hoofd van het ESRB-secretariaat een ruimere rol te verlenen krijgen waarschuwingen en aanbevelingen meer weerklank en slagkracht.

Er wordt voorgesteld een raadplegingsprocedure in te stellen waarin de kandidaten die de ECB voordraagt voor het ambt van hoofd van het ESRB-secretariaat, door de algemene raad worden beoordeeld, met name wat betreft de nodige kwaliteiten en ervaring om het secretariaat te beheren. Het Parlement en de Raad zullen op de hoogte worden gebracht van de procedure. Zo wordt de band met de ECB onderhouden en blijft het hoofd van het secretariaat verantwoording afleggen tegenover de algemene raad. Het proces wordt ook transparanter terwijl het hoofd van het secretariaat een zichtbaarder profiel krijgt. Ook wordt voorgesteld de taken die aan het hoofd van het secretariaat zijn toebedeeld, verder te preciseren, onder meer betreffende de mogelijkheid om de externe vertegenwoordiging van de voorzitter te delegeren aan het hoofd van het secretariaat.

3.

Samenstelling van het ESRB


Het voorstel beoogt de ESRB-verordening te actualiseren om rekening te houden met de oprichting van de bankenunie en om het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme en de gemeenschappelijke afwikkelingsraad op te nemen als leden met stemrecht van de algemene raad van het ESRB. In het technisch adviescomité en het stuurcomité moeten overeenkomstige aanpassingen worden aangebracht.

4.

Adressaten van waarschuwingen en aanbevelingen van het ESRB


Ook wordt voorgesteld de ECB op te nemen als een mogelijke adressaat van ESRB-waarschuwingen en -aanbevelingen voor taken die het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme aan de Bank heeft opgedragen (Verordening (EU) nr. 1024/2013), dit zijn toezichttaken die niet tot het monetair beleid behoren. Hiermee wordt de bestaande asymmetrie aangepakt waarin dergelijke waarschuwingen en aanbevelingen kunnen worden gericht tot nationale autoriteiten als leden van de algemene raad maar niet worden gericht tot de ECB als bevoegde of aangewezen autoriteit op het niveau van de bankenunie.

5.

Betere regelgeving


In overeenstemming met de beginselen van betere regelgeving en indien passend moeten de adviescomités van het ESRB over hun adviezen, aanbevelingen en besluiten overleg plegen met belanghebbenden zoals marktdeelnemers, consumentenorganisaties en deskundigen.